Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk – Hemelrijk 25 3500 Hasselt Tel. 011 30 04 90 Fax 011 30 04 99 Naam student: Ulrike Bynens Datum: 29/01/2014 School: Het Paleis Uur: 10u45-11u45 Klas: 3.2 Thema/lessenreeks: Taal: werkwoorden Mentor: Ine Weerts Activiteit: Tijd voor Taal: Thema 6 les 4: taalbeschouwing: Werkwoorden overal! Beginsituatie van de leerlingen: De leerlingen gebruiken werkwoorden in hun zinnen. Doelen: De leerlingen weten dat werkwoorden meestal een handeling, een actie, een toestand of een gebeurtenis uitdrukken. De leerlingen zien in dat er een regelmaat bestaat bij de werkwoordvorming. Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk – Hemelrijk 25 3500 Hasselt Tel. 011 30 04 90 Fax 011 30 04 99 Inhoud en methode Tijd Lesfasen, lesinhoud en aanpak Materiaal Inleiding 15 min Papieren met werkwoorden 4 leerlingen mogen vooraan in de klas komen staan. Ik laat aan jullie vier een werkwoord zien, jullie gaan dit werkwoord uitbeelden en de rest van de klas moet raden over welk werkwoord het gaat. Dit doen we 4 keer zodat alle leerlingen aan de beurt komen. Voor ieder werkwoord bekijken we het vanuit verschillende standpunten. De juffrouw maakt volgend schema aan het bord. Ik dans spring huil fluister Jij danst springt huilt fluistert Hij danst springt huilt fluistert Wij dansen springen huilen fluisteren Jullie dansen springen huilen fluisteren Zij dansen springen huilen fluisteren Bv. De rest van de klas zegt ‘zij dansen’ Als ze het zelf zeggen is het ‘wij dansen’ Als één leerling het zegt is het ‘ik dans’ en als je het over een andere leerling is het hij/zij danst. Als we naar het schema kijken zien we dat er telkens hetzelfde gebeurt met het werkwoord. Bij ‘ik’ komt er niets bij, bij ‘jij’ en ‘hij’ komt er een -t bij, en bij wij, jullie en zij eindigt het werkwoord op –en. We hebben nu vier werkwoorden aan het bord staan, maar wat is een werkwoord en hoe vind je het? Jullie mogen jullie werkboek op pag. 6 nemen. Werkboek p.6 Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk – Hemelrijk 25 3500 Hasselt Tel. 011 30 04 90 Fax 011 30 04 99 Een leerling leest voor op pag. 6 ‘Wat is een werkwoord? Hoe vind ik het?’. Door een ja-neevraag te stellen vind je dus het werkwoord in een zin. Bv. Hij fietst naar ’s morgens naar school. We maken er een ja-neevraag van; Fietst hij ’s morgens naar school? Het werkwoord staat nu vooraan in de zin. Kern 5 min Oefening 1 Werkboek p.6 We nemen oefening 1 erbij. Onder de tekening schrijven we neer wat het meisje doet. We maken deze oefening klassikaal, de juffrouw schrijft de oplossingen op het bord. 10 min Oefening 2 Werkboek p.6 Zoals we in ons schema op het bord zagen verandert het werkwoord telkens. Dit hangt af van door wie of door wat het werkwoord wordt uitgevoerd. In het schema in oefening 2 moeten we de delen kleuren die bij elkaar horen. Welke letter of letters horen op het einde van het werkwoord? We overlopen het schema klassikaal. En vergelijken het nogmaals met het schema aan het bord om de regelmaat aan te duiden. 5 min Oefening 3 Een leerling leest de opgave voor. Hoe gaan we ook al weer op zoek naar het werkwoord in een zin? Door een ja-neevraag te stellen. We maken de oefening klassikaal, de juffrouw schrijft de eerste zin aan het bord om duidelijk te Werkboek p.7 Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk – Hemelrijk 25 3500 Hasselt Tel. 011 30 04 90 Fax 011 30 04 99 maken waar de streepjes moeten staan. Een leerling mag de streepjes op het bord komen zetten. 5 min Oefening 4 Werkboek p.7 In de volgende oefening moeten we de werkwoorden in de zin invullen. De juffrouw duidt telkens een leerling aan die de zin mag aanvullen. De juffrouw schrijft de oplossingen op het bord. 10 min Oefening 5 Op deze tekening zien jullie jongens en meisjes die van alles aan het doen zijn. Maar wat zijn ze aan het doen. Bespreek per twee maar eens wat jullie allemaal zien op de tekening. Let op jullie gaan op zoek naar werkwoorden, je moet dus kijken wat er gebeurt in de tekening. De leerlingen krijgen even de tijd om per twee te bespreken wat ze zien. Zo nu mogen jullie mij vertellen welke werkwoorden er worden uitgebeeld op de tekening. Wie er eentje weet mag zijn vinger opsteken. De juffrouw schrijft de gevonden werkwoorden op het bord. Werkboek p.8 Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk – Hemelrijk 25 3500 Hasselt Tel. 011 30 04 90 Fax 011 30 04 99 Materiaal (inclusief gebruikte handboeken) Tijd voor Taal werkboek Tijd voor Taal handleiding Papieren met de werkwoorden springen, dansen, huilen en fluisteren op Departement Lerarenopleiding Campus Hemelrijk – Hemelrijk 25 3500 Hasselt Tel. 011 30 04 90 Fax 011 30 04 99