Paragraaf 6.3 Internationale handel 1) 2) Kenmerkende aspecten: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie http://www.youtube.com/watch?v=r0gm2UFO q70 De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vanaf 1581 Geeft advies aan… Staten Generaal -Defensie -Buitenlands beleid -Bestuur van de generaliteitslanden Stadhouder - Opperbevelhebber van leger en vloot Raadpensionaris (alleen Holland, v De Nederlandse republiek: Oranje) -voorzitter van de 1. Had geen centrale regering -Toezicht op Staten van Holland Sturen rechtspraak (dus belangrijkste) 2. Beslissingen werden genomen na lang overleg en debat vertegenwoordigers en betalen belasting - gratie verlenen aan - Contacten met het (schikken en plooien) aan… veroordeelden buitenland 3. Naar buiten toe (buitenland) trad de republiek op als eenheid, Gewestelijke intern wasStaten het absoluut geen eenheid. benoemt / benoemt 4. Nergens in de wereld had de stedelijke burgerij zoveel macht provinciale Staten woord in als in de Republiek zeven verenigde Nederlanden Laatste -Eigender bestuur benoeming leden -Eigen rechtspraak 5. Stadhouder van Oranje was machtigste man v/d Republiek: maar er waren voortdurende spanningen: prinsgezinde (voor Sturen Oranje) tegenover staatsgezinde (tegen Oranje) regenten. vertegenwoordigers en betalen belasting Vroedschappen Graafschappen aan… ± 24 á 36 voor het leven benoemde Adel op het platteland regenten in de steden (afkomstig uit handelselite) Vier oorzaken van economische groei in de Republiek! 1…. 2… 3… 4…. Zoek op welke! (5 minuten tijd) Tactiek: koppensnellen, begin / einde alinea. 4 oorzaken van economische groei in de Nederlandse Republiek 1. De Oostzeehandel zorgde voor grote welvaart (handel in hout, graan, zout) 2. Technische uitvindingen meer arbeidsproductiviteit (fluitschip, houtzaagmolen , haringbuis) 3. Hoge specialisatiegraad (veeteelt) 4. Internationale handel: VOC (Azië) en WIC (Afrika, Amerika) zorgde voor extra welvaart https://www.youtube.com/watch?v=oxwXeeULUv0 1. De internationale handel kreeg een impuls door de Val van Antwerpen 1585 (Antwerpen viel in Spaanse handen) veel handelaren vluchtten naar de Noordelijke Nederlanden en zetten daar hun handelsbedrijf door. http://goudeneeuw.ntr.nl/krant/#/overzicht/1585/ http://goudeneeuw.ntr.nl/krant/afleveringen/# /overzicht/2/ Eind 16e + begin 17e eeuw Handelskapitalisme = geld verdienen met de handel en een deel van de winst investeren in het vergroten van je handelsonderneming • Eerste helft van de 16e eeuw: Portugezen en Spanjaarden • Tweede helft van de 16e eeuw: Engelsen, Nederlanders en Fransen In de 17e eeuw waren veel Europese landen bezig met internationale handel / handelskapitalisme en concurreerde behoorlijk met elkaar! De Engelsen hebben uiteindelijk de meeste invloed gehad in de internationale handel. Door de enorme welvaartsgroei in de Republiek gingen mensen geld uitgeven aan: Kunst Hollandse meesters (o.a. Rembrandt) schilderen in opdracht van rijke mensen. Onderwerpen zijn: de mensen zelf, landschapsschilderijen, huiselijke taferelen, christelijke thema’s e.d. + dichtkunst leeft op + Bouwkunst leeft op (denk aan het stadhuis op de Dam) Wetenschap Door de welvaartsgroei wilden veel mensen dingen sneller of beter doen = impuls voor het doen van uitvindingen (bijv. nog betere molen) (hierover meer in hoofdstuk 7) Samenvattend: De Gouden Eeuw van de Nederlandse Republiek wordt gekenmerkt door: Bijzondere staatkundige positie van de Nederlanden: republiek die door regenten in gewesten wordt bestuurd i.p.v. een monarchie Economische bloei in Hollandse steden: internationale handel (Indië en Europa = Oostzeehandel) stapelmarkt, nijverheid, bankwezen, landbouw Culturele bloei: dichtkunst, schilderkunst Wetenschappelijke bloei: wiskunde, waterbouwkunde, rechten, filosofie Gewetensvrijheid: geen ‘precisie’, maar ‘rekkelijkheid’ Bevolkingsgroei: i.v.m. gewetensvrijheid en relatieve tolerantie vluchtelingen uit andere delen van Europa (joden, protestanten) Opdracht 1. 2. 3. 4. 5. Kies twee schilderijen uit de Gouden Eeuw: kijk in de collectie van het Rijksmuseum. (tip zoek op naam schilder: Vermeer, Rembrandt, Jan Steen enz.) Sla de afbeeldingen van de schilderijen op de harde schijf op Ga naar thinglink.com (log in) Upload de schilderijen in thinglink.com Maak ten minste vier tags in ieder schilderij waarin je het volgende doet: 1. 2. 3. 4. 6. Een bijpassend kenmerkend aspect noemen Feitelijke weergave over wat er op het schilderij staat, probeer dit heel feitelijk te omschrijven. Bijv. een bloemvaas met verschillende bloemen of een stadsgezicht van Delft: 5 huizen, rode daken enz. De boodschap / verhaal vertellen waar het schilderij over gaat. De feitelijke gegevens: wie het geschilderd heeft, wanneer, waar. Presenteer voor de klas.