25 na in Leuven te zijn afgestudeerd. Hij is waarschijnlijk tegelijk met zijn rector in 1517 uit de stad gevlucht. Twee jaar later werd hij aan het Collegium Trilingue te Leuven benoemd tot hoogleraar in het Grieks. Ook exploiteerde hij in deze stad een zeer beken¬ de drukkerij. In Alkmaar was hij de eerste leraar van wie wij zeker weten dat hij Grieks doceerde. Buschius (Hermann von dem Busche) stamde uit een oud adel¬ lijk geslacht en werd geboren op het slot Sassenburg bij Munster in 1468. Hij bezocht eerst de school in Munster, werd toen leer¬ ling van Hegius in Deventer en daarna van Agricola aan de univer¬ siteit van Heidelberg. Vervolgens bleef hij vijf jaar in Rome. Aldus goed voorbereid ging hij de klassieken in verschillende steden van Duitsland onderwijzen. Hij gold als een van de bekwaamste Westfaalse humanisten. Hij heeft behalve in Italië ook in Frankrijk en Engeland gezworven en is maar ternauwernood IV2 jaar in Alk¬ maar geweest. Daarna werd hij rector in Wezel en tenslotte hoog¬ leraar in Marburg aan de nieuw gestichte protestantse universiteit. Hij stelde er een eer in niets te bezitten en zich nergens te binden. Hij bezat een heftig temperament en een grote strijdvaardigheid. Dat blijkt wel vooral uit zijn hoofdwerk 'Valium humanitatis', zijn humanistische beginselverklaring, maar ook in de praktijk uit zijn felle redevoeringen en disputen.76) Van de andere leraren is heel weinig bekend. We noemden reeds Willem Zuermond, die les gaf in de zevende klas en later secreta¬ ris van de stad werd. Verder wordt nog van mr. Gerrit Gijsbertsz vermeld, dat hij na de vlucht van Murmellius door het stadsbestuur werd uitgezonden om een nieuwe rector te zoeken. Hij heeft daar¬ voor 17 dagen verlof gekregen en een vergoeding van 10 rijns¬ guldens. Hij bezocht in november 1517 Utrecht, Amersfoort, Deventer en Zwolle en had in de laatste stad succes. 77) Murmellius heeft in de vier jaren van zijn verblijf te Alkmaar nog kans gezien, naast zijn vele werk als rector, een 16-tal geschriften te publiceren. Daaronder was een inleiding tot de Aristotelische logica, bestemd voor zijn school en daarom opgedragen aan een van zijn leerlingen. Joannes Caesarius nam het als inleiding tot de wijs¬ begeerte op in zijn Dialectica; tezamen hiermee werd het niet min¬ der dan 30 maal herdrukt in de Nederlanden, Duitsland, Frankrijk, in Bazel en Venetië. 78) Verder ontstond zijn grote uitgave van Boëthius 'Vertroosting der wijsbegeerte', beschouwd als zijn filologisch meesterwerk. In 1515 droeg hij aan zijn vriend Meinhard Man, de abt van Egmond, de Charoleia op. Dit is een verzenbundel ter ere van Karei V, die graaf van Holland was geworden en bij die gelegenheid