Gelijkekansen- en diversiteitsplan 2007 Naam entiteit: Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Datum van indiening: 1 juni 2007 Timing: -evaluatie van periode 01/01/2006 tot 31/12/2006 -actieplan voor periode 01/01/2007 tot 31/12/2007 -cijfergegevens op basis van de situatie op 31/12/2006 Individuele feedback vanuit dienst Emancipatiezaken gewenst Ja Neen 1. Beschrijving van de entiteit 1.1. Algemene coördinaten Naam van de organisatie: Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Adres: Belliardstraat 73, 1040 Brussel Naam contactpersoon gelijkekansen- en diversiteitsplan: Nadia De Clercq Functie: adjunct-afdelingshoofd personeel en emancipatieambtenaar Administratie/afdeling: directie Personeel en Organisatie Adres: Belliardstraat 73, 1040 Brussel Telefoon: 02/238 96 40 E-mail: [email protected] 1.2. Personeelsbestand (situatiebeschrijving op 31/12/2006) Cijfermatige beschrijving van het personeelsbestand: vrouwen allochtonen gehandicapten niveau D ervaren werknemers Totaal 1506 335 2 4 882 806 geslacht man vrouw 335 2 2 2 764 118 657 149 Kwalificatie(niveau) A B C 30 29 158 1 D 118 2 3 Leeftijd <=34 j 74 2 90 51 29 232 35-44 j 113 45-54 j 114 >=55 j 34 3 307 350 1 135 494 Beschrijving van het personeelsbestand in woorden: Mannen-vrouwen. De VMW telt globaal bekeken 80 % mannen en 20 % vrouwen. In elk niveau vinden we meer mannen dan vrouwen terug. Het niveau A (K) telt 7,30 % van het totale personeelsaantal, hiervan is 1,99 % een vrouw. Het niveau B (Ma) telt 6,71 % van het totale personeelsaantal, hiervan is 1,93 % een vrouw. Het niveau C (Mb) telt 27,42 % van het totale personeelsaantal, hiervan is 10,49 % een vrouw. Het niveau D (U+W) telt 58,56 % van het totale personeelsaantal, hiervan is 7,83 % een vrouw. Verhoudingsgewijs zijn vrouwen het sterkst vertegenwoordigd in het niveau C (Mb), waarin veel administratieve functies voorkomen. Het niveau D (U+W) bestaat grotendeels uit arbeidersfuncties, die hoofdzakelijk door mannen worden opgenomen. Allochtonen. De VMW telde op 31/12/2006 slechts twee personen van allochtone afkomst. Beiden waren tewerkgesteld op contractuele basis in een functie behorend tot het niveau D (U+W). Gehandicapten. De VMW telde op 31/12/2006 vier personen met een arbeidshandicap, dit is 0,27 % van het totale personeelsbestand. Deze personen waren allen tewerkgesteld in een administratieve functie binnen het niveau C (Mb) of D (U+W). Laaggeschoolden. De VMW telt een groot aantal arbeidersfuncties, die gesitueerd zijn in het niveau D (U+W). Meer dan de helft van de personeelsleden van de VMW is dan ook tewerkgesteld in dit niveau, waarvoor geen diplomavereisten worden gesteld. Dit betekent echter niet dat alle personeelsleden van het niveau D (U+W) laaggeschoolden zijn, een aantal van deze personeelsleden beschikken immers over een diploma hoger secundair onderwijs; dit gegeven is echter op dit ogenblik niet systematisch opgenomen in het personeelsbeheerssysteem. Ervaren werknemers. Op het totale personeelsbestand is 53,46 % ouder dan 45 jaar. De groep ervaren werknemers, die wordt omschreven als personeelsleden ouder dan 45 jaar, is dus ruim vertegenwoordigd binnen de VMW. 1.3. Overlegorganen Werkgroep gelijke kansen en diversiteit In 2006 is een bevraging gedaan naar de interesse bij de personeelsleden om mee te werken aan het diversiteitsbeleid in de VMW. Hierop kwam niet veel respons. Wel hebben de representatieve vakorganisaties elk een afgevaardigde aangeduid om te zetelen in een werkgroep diversiteit binnen de VMW. Andere overlegorganen Het gelijkekansen- en diversiteitsplan wordt medegedeeld aan het Tussenoverlegcomité, dat is samengesteld uit afgevaardigden namens de overheid en afgevaardigden namens de vakorganisaties. 1.4. Huidig personeelsbeleid Wervings- en selectiebeleid. Reeds meer dan 10 jaar wordt voor alle vacatures die in de media worden bekendgemaakt, in het publicatiebericht een clausule opgenomen om mensen uit de ondervertegenwoordigde kansengroepen aan te moedigen zich kandidaat te stellen. Oorspronkelijk was deze aanmoedigingsclausule enkel gericht naar vrouwen, de laatste jaren wordt in deze clausule benadrukt dat de VMW aandacht heeft voor diversiteit in het personeelsbestand en voor gelijke kansen, ongeacht geslacht, afkomst of handicap. Onthaalbeleid. Er worden geen gestructureerde acties ondernomen naar de kansengroepen toe in het kader van het onthaalbeleid. Wel wordt ingespeeld op individuele noden via ad hoc maatregelen, bv. bijkomende uitleg aan een allochtone werknemer over de benaming in het Nederlands van de gebruikte materialen en gereedschappen. Vormingsbeleid. Reeds meer dan 10 jaar wordt in het kader van het jaarlijks vormingsprogramma een opleiding rond assertiviteit op de werkvloer georganiseerd. Tot op heden konden alle personeelsleden aan deze opleiding deelnemen. Gelet op het belang van goede sociale omgangsvormen in de werksituatie, vormt deze opleiding steeds een meerwaarde, ook voor werknemers die niet behoren tot de ondervertegenwoordigde kansengroepen. Naast de opleiding assertiviteit krijgen alle leidinggevenden die optreden als evaluator een opleiding rond diversiteit op de werkvloer. Ook deze opleiding diversiteit wordt reeds meerdere jaren opgenomen in het jaarlijks vormingsprogramma van de VMW. Globaal genomen lag de tijdsbesteding aan vorming in de VMW in 2006 bij vrouwen op 0,57 %, bij mannen op 0,76 %. Bij de vrouwen volgde 86,6 % minstens één opleiding in 2006, bij de mannen bedroeg dit 77,2 % Doorstroombeleid. In 2006 werden 38 hiërarchische bevorderingen, vooral naar leidinggevende functies, doorgevoerd. binnen de niveaus B (Ma), C (Mb) en D (U+W); hiervan werden 6 bevorderingen toegekend aan vrouwen. Dit gegeven hangt uiteraard samen met de lage vertegenwoordiging (circa 20 %) van vrouwen in het totale personeelsbestand van de VMW. Combinatiebeleid. In 2006 werd in de VMW gestart met telewerken via een proefproject in één bepaalde afdeling. Gelet op de gunstige evaluatie van dit project, zal de mogelijkheid tot telewerken in 2007 worden uitgebreid naar andere afdelingen toe. 1.5. Audit In het jaar 2006 werd geen audit afgenomen in het kader van het diversiteitsbeleid. 1.6. Evaluatie gelijkekansen- en diversiteitsplan 2006. In het laatste gelijke kansen- en diversiteitsplan was voorzien in de oprichting van een werkgroep diversiteit. Zoals reeds is vermeld bij punt 1.3, is in 2006 een oproep gedaan bij het personeel om mee te werken rond het thema diversiteit in de VMW; op deze oproep kwam weinig respons. Elke representatieve vakorganisatie duidde wel een afgevaardigde aan om mee te werken rond diversiteit. De werkgroep diversiteit is derhalve samengesteld uit de emancipatieambtenaar en de vakbondsafgevaardigden. Zij zal werken met een vaste vergaderagenda waarin drie bijeenkomsten per jaar zijn voorzien. Een tweede actiepunt had betrekking op de rapportering inzake de aanwezigheid van allochtone, gehandicapte en laaggeschoolde werknemers in de VMW. Het huidige personeelsbeheerssysteem biedt onvoldoende mogelijkheden om dit gegeven op te volgen. Op dit ogenblik is geen aanpassing van de programmatuur gevraagd vermits eind 2007 wordt gestart met de overschakeling naar de webversie van deze programmatuur, waarin de mogelijkheden inzake registratie en rapportering van werknemersgegevens veel ruimer zullen zijn. Wel wordt op dit ogenblik bij de aanwerving van nieuwe personeelsleden systematisch het behaalde diploma geregistreerd in het personeelsbeheerssysteem. Een derde actiepunt was gericht op de groep ervaren werknemers (45 jaar en ouder), die een goed vertegenwoordigde groep vormt binnen de VMW. In het kader van de sociale overeenkomst afgesloten voor de periode 2003-2006, is een werkgroep eindeloopbaanproblematiek opgestart. Deze werkgroep heeft een verslag opgesteld houdende een aantal bevindingen en een aantal voorstellen voor concrete maatregelen m.b.t. de eindeloopbaanproblematiek in de VMW. De verdere opvolging en uitwerking hiervan is voorzien in de nieuwe sociale overeenkomst voor de periode 2007-2010. Over de evolutie van het dossier eindeloopbaanproblematiek zal worden gerapporteerd aan de leden van de werkgroep diversiteit. In het kader van het gelijke kansenbeleid kunnen eventueel bijkomende aandachtspunten worden medegedeeld aan de actoren die werken rond de eindeloopbaanproblematiek in de VMW. Een vierde actiepunt voorzag in het bekijken van de resultaten van het onderzoek “Gender in Balans” vanuit het perspectief van een diversiteitsbeleid dat is gericht op meerdere kansengroepen. Voor de VMW kan worden gesteld dat vrouwen, allochtonen en gehandicapten ondervertegenwoordigd zijn in het personeelsbestand. Een aantal van de aandachtspunten die in het onderzoek Gender in Balans werden geformuleerd ten aanzien van vrouwen, kunnen ook worden weerhouden voor allochtonen en gehandicapten. Zo zijn allochtonen bij de VMW vooral in het laagste niveau en op contractuele basis tewerkgesteld. Ten aanzien van allochtonen en gehandicapten leven er bepaalde vooroordelen waarmee autochtone en valide werknemers niet hebben af te rekenen. De opgelijste gegevens dienen in de werkgroep diversiteit te worden besproken waarbij wordt bekeken welke initiatieven kunnen worden genomen om te zorgen voor gelijke kansen van allochtonen en gehandicapten in de VMW. Als laatste actiepunt was voorzien in het uitwerken van concrete initiatieven op basis van de in 2004 in de VMW uitgevoerde Family en Bussiness Audit. Uit het FBA-onderzoek kwam naar voor dat 2/3 van het personeel problemen ervaren in de combinatie werk-privé, en dat vooral kaderleden en leidinggevenden de werkdruk aanhalen als bezwarende factor hierin. Ook de lange verplaatsingstijd van en naar het werk werd, vooral door medewerkers van de centrale directies, aangehaald als een knelpunt. Inmiddels is in de VMW een regeling uitgewerkt inzake mobiel werken en zijn initiatieven genomen inzake telethuiswerken, die een aanzet geven voor de verdere uitbouw van vormen van “anders werken” in de VMW. Ook de activiteiten van de werkgroep vervoersplan, die is opgericht in het kader van de sociale overeenkomst 2003-2006, kunnen aansluiten bij het aangehaalde knelpunt inzake de lange reistijden. Voornoemde werkgroep bekijkt momenteel de huidige situatie met betrekking tot het woon-werkverkeer van de werknemers. 1.7. Doelstellingen diversiteit in de aansturingsinstrumenten Tot op heden zijn er nog geen doelstellingen inzake diversiteit opgenomen in de aansturingsinstrumenten van de VMW. Momenteel wordt gewerkt aan de opmaak van een nieuw Bedrijfs- en Budgetplan voor de komende jaren, waarin kan worden voorzien in een bepaling met betrekking tot streefcijfers voor de VMW. 2. Gelijkekansen- en diversiteitsplan 2007 2.1. Beschrijf kort en concreet het probleem/de thematiek waarop het gelijkekansen- en diversiteitsplan een antwoord wil bieden; geef daarbij ook aan op welke kansengroepen het zich concentreert (minstens mannen-vrouwen, personen van allochtone afkomst en personen met een arbeidshandicap; eventueel ook de kansengroepen ervaren werknemers en/of kortgeschoolden). Beschrijf kort de belangrijkste oorzaken van de geschetste situatie. Thema : Evenredige participatie van ondervertegenwoordigde kansengroepen in het personeelsbestand. Vrouwen, allochtonen en gehandicapten zijn ondervertegenwoordigd in het personeelsbestand van de VMW. De VMW is een organisatie waarin technische- en arbeidersfuncties het meest voorkomen. Voor deze functies bieden zich traditioneel vooral mannen aan. Vrouwen solliciteren bij de VMW vooral voor administratieve functies. Ook allochtone en gehandicapte kandidaten vinden tot op heden niet spontaan de weg naar de VMW. Oplossingsstrategie : Streefcijfers. Om een evenredige participatie en gelijke kansen binnen het personeelsbestand van de Vlaamse overheid te realiseren, bepaalt het Besluit van de Vlaamse regering van 24/12/2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijke kansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie, dat moet worden gewerkt met streefcijfers. Deze streefcijfers worden vastgesteld door elke functioneel bevoegde minister voor zijn/haar beleidsdomein en vervolgens opgenomen in de aansturinginstrumenten van de entiteiten binnen het beleidsdomein, weliswaar op maat van de entiteit. De Vlaamse regering bepaalde reeds globale streefcijfers voor de ganse Vlaamse overheid voor de kansengroepen vrouwen, allochtonen en gehandicapten. Specifiek voor het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie, waaronder de VMW ressorteert, zijn op dit ogenblik nog geen streefcijfers vastgelegd. Wanneer deze streefcijfers zullen bepaald zijn, zal in overleg met de Dienst Emancipatiezaken worden bekeken in hoeverre deze streefcijfers kunnen worden overgenomen in de VMW. Meetsysteem. Het werken met streefcijfers vereist dat men op elk ogenblik een correct beeld kan maken van de aanwezigheid van personen uit de kansengroepen in het personeelsbestand. Zoniet is de opvolging van het al dan niet bereiken van deze streefcijfers, onmogelijk. Op dit moment kan de aanwezigheid van allochtonen en gehandicapten in de VMW, volgens de voor deze doelgroepen gehanteerde definities, niet worden opgevolgd via het personeelsbeheerssysteem. Ook de aanwezigheid van laaggeschoolden (geen diploma HSO) is momenteel niet opvraagbaar. Bij de overschakeling van het huidige personeelsbeheerssysteem van de dosversie naar de webversie, moet worden bewaakt dat de mogelijkheden tot registratie van en rapportering over gegevens inzake afkomst, arbeidshandicap en diploma van de personeelsleden, toereikend zijn om op elke ogenblik een beeld te kunnen maken van de aanwezigheid van allochtonen, gehandicapten en laaggeschoolden in het personeelsbestand van de VMW. Beeldvorming en begeleiding lijnmanagement. Ondanks een aantal inspanningen (vb. in kader van VESOC-startbaanproject), blijft de aanwezigheid van allochtonen en gehandicapten in het personeelsbestand van de VMW laag. Hierin speelt de huidige perceptie inzake personen uit deze beide kansengroepen, waarschijnlijk een rol. Een middel om mogelijke vooroordelen weg te werken, is het aanreiken aan het lijnmanagement van zoveel mogelijk informatie over diverse aspecten zoals : mogelijkheden/hulpmiddelen om mensen met een handicap optimaal in te zetten, de organisaties die zich toeleggen op het toeleiden van allochtone werknemers, mogelijkheden tot subsidiëring ... Ook de opleidingen rond diversiteit die worden gegeven aan leidinggevenden (evaluatoren), kunnen ertoe bijdragen dat een eerder negatieve ingesteldheid tegenover personen van allochtone afkomst of gehandicapten, wordt omgebogen tot een open houding naar personen uit deze doelgroepen toe. De beste manier om vooroordelen te overwinnen is wellicht het creëren van succeservaringen. In het kader van het VESOC-startbanenproject werden reeds een aantal allochtone personeelsleden bij de VMW tewerkgesteld; een aantal onder hen bleven, op vraag van de leidinggevenden, verder in dienst bij de VMW na verloop van hun startbaanovereenkomst. Dit VESOC-startbaanproject zal ook in de toekomst in de eerste plaats gericht blijven op de tewerkstelling van allochtonen bij de VMW. Naar de tewerkstelling van personen met een handicap toe kan de recente regeling inzake de Vlaamse Inschakelingspremie een lans breken. Vanuit de directie Personeel en Organisatie moet worden gezorgd voor een goede begeleiding van dergelijke projecten zodat de kansen op succes maximaal zijn. Thema : Combinatie werk-privé. Zowel in het onderzoek Gender in Balans als in de FBA die in de VMW werden uitgevoerd, kwam de combinatie werk-privé naar voor als een aandachtspunt. Vooral vrouwen, maar ook mannen, ervaren terzake een aantal knelpunten (te weinig privé-tijd, lange verplaatsingstijden van en naar het werk,...). Oplossingsstrategie : Het opzetten van projecten rond “Anders werken” kan mogelijks een (gedeeltelijke) oplossing geven aan de bovenvermelde knelpunten die worden aangegeven door de personeelsleden. 2.3. Beschrijf het uitvoeringsplan: beschrijf telkens kort en concreet het probleem, de voorziene acties, het beoogde resultaat, de betrokken actoren en trekkers en een indicatieve timing. Vermeld ook de beoogde kansengroep(en). Geef ook aan welke concrete doelstellingen, kwalitatief of kwantitatief (in absolute aantallen of in % van het totale personeelsbestand), u met het gelijkekansen- en diversiteitsplan wilt bereiken. Thematiek Evenredige participatie van ondervertegenwoordigde kansengroepen Actiepunt streefcijfers bepalen en opnemen in de aansturinginstrumenten Doelstelling eigen streefcijfers bepalen, rekening houdend met de streefcijfers voor het beleidsdomein Kansengroep vrouwen, allochtonen en gehandicapten Actoren algemene dir – Dienst Emancipatie – werkgroep diversiteit LNA Combinatie werk-privé meetsysteem voorzien voor kansengroepen die momenteel niet kunnen opgevolgd worden meting en laaggeschoolden, directie Pers opvolging van allochtonen en & Organisati participatie in gehandicapten personeelsbestand begeleiden lijnmanagement neutrale perceptie inzake allochtonen en gehandicapten allochtonen en gehandicapten directie Pers & Organisati aanreiken van kandidaturen van allochtonen en gehandicapten aanwerving van allochtone en gehandicapte medewerkers allochtonen en gehandicapten directie Pers & Organisati opzetten projecten “anders werken” faciliteren combinatie werkprivé via alternatieve vormen van werkorganisatie vrouwen, maar ook mannen algemene dir – leidinggeve – directie Pe Organisatie 2.4. Geef aan welke van de bovenstaande acties aansluiten bij het actieplan Wervend Werven (2007-2009). Geef ook aan welke andere maatregelen uit het actieplan Wervend Werven reeds genomen worden binnen de entiteit. Aansluiting bij actieplan Wervend Werven : De acties in het kader van het thema Evenredige participatie van ondervertegenwoordigde groepen, sluiten aan bij het Actieplan Wervend Werven.