CONCEPT SOCIAAL PLAN Veenendaal 21 juni Partijen bij deze overeenkomst zijn: Patrimonium woonservice, FNV en CNV. 1 Inhoud 1. Aanleiding en uitgangspunten......................................................................................................... 3 2. Algemene bepalingen ...................................................................................................................... 3 2.1. Looptijd .................................................................................................................................... 3 2.2. Werkingssfeer .......................................................................................................................... 4 2.3 Wijzigingen................................................................................................................................ 4 2.3.1 Wijziging regelgeving ........................................................................................................... 4 2.3.2 Overige wijzigingen .............................................................................................................. 4 2.4. Hardheidsclausule..................................................................................................................... 4 3. Definities.......................................................................................................................................... 5 4. Reorganisatie ................................................................................................................................... 7 4.1. Mogelijke situaties voor medewerkers ................................................................................... 7 4.2. Plaatsingsproces ....................................................................................................................... 7 4.3 Interne plaatsing en de arbeidsvoorwaarden ........................................................................... 8 4.3.1. Salaris bij hoger gewaardeerde functie .............................................................................. 8 4.3.2. Salaris bij één schaal lager gewaardeerde functie na plaatsing ......................................... 8 4.3.3. Overige Arbeidsvoorwaarden ............................................................................................. 9 5. Boventallig ....................................................................................................................................... 9 5.1 Begeleiding van werk naar werk................................................................................................ 9 5.2 Outplacement ............................................................................................................................ 9 5.3 Scholing .................................................................................................................................... 10 5.4. Samenwerking met andere corporaties ................................................................................. 10 6. Procedure interne vacatures ............................................................................................................. 10 7. Beëindiging arbeidsovereenkomst .................................................................................................... 10 7.1. Mogelijke situaties van beëindiging ....................................................................................... 10 7.2. Beëindigingsvergoeding bij boventalligheid ........................................................................... 11 7.3. Kwijtschelding studiekosten ................................................................................................... 11 7.4. Vergoeding juridische kosten ................................................................................................. 11 7.5. Plaatsmakersregeling.............................................................................................................. 12 7.6. Dienstjubilea ........................................................................................................................... 12 8. Lidmaatschapsbijdrage bonden ........................................................................................................ 12 Bijlage: Reglement Bezwaarcommissie ................................................................................................. 13 Artikel 1. Algemeen ....................................................................................................................... 13 Artikel 2. Reglement bezwarencommissie .................................................................................... 13 2 1. Aanleiding en uitgangspunten De fusie tussen SIB en Patrimonium ligt inmiddels achter ons maar Patrimonium woonservice (hierna te noemen Patrimonium) blijft in beweging onder het motto “Mensen-Wonen-Samen”. Dit krijgt vorm in het 100-wekenprogramma waarin naast aandacht voor de broodnodige modernisering van onze processen en systemen ook veel belang wordt gehecht aan de gewenste cultuur en de ontwikkeling van medewerkers. Zo is inmiddels een eigentijdse klantvisie geformuleerd en heeft de OR eind 2016 ingestemd met een aangescherpt HR beleid en een nieuwe beoordelingscyclus. Patrimonium bevindt zich in een overgang naar een meer efficiënte en klantgedreven organisatie met lagere bedrijfslasten. Dat is nodig om de betaalbaarheid van de huren voor onze klanten te garanderen en voldoende te kunnen investeren in ons vastgoed. Dat is ook de opdracht die aan de nieuwe bestuurder is mee gegeven. Deze veranderingen hebben ook gevolgen voor medewerkers. Er kunnen nieuwe functies ontstaan, functies kunnen wijzigen of verdwijnen en de formatie krimpt. De huidige inrichting en hoofdstructuur van de organisatie verandert voorlopig niet of nauwelijks. Om de gevolgen van de voorgenomen wijzigingen voor medewerkers zo goed mogelijk op te vangen is dit Sociaal Plan opgesteld. Patrimonium spant zich in om medewerkers zo veel mogelijk binnen de organisatie te plaatsen. Als dit niet mogelijk is, is er sprake van boventalligheid. Patrimonium biedt boventallige medewerkers in dat geval ondersteuning aan om elders werk te vinden. Het is een uitgangspunt om bij het toekennen van financiële middelen in het kader van dit Sociale Plan kostenbewust en met oog voor de maatschappelijke positie van woningcorporaties te handelen. Bij het toedelen van financiële middelen heeft het principe van werk naar werk een zwaarder gewicht dan de hoogte van de beëindigingsvergoeding. 2. Algemene bepalingen 2.1. Looptijd De looptijd van het Sociaal Plan is tot 1-1-2020. Drie maanden voor de afloop van deze termijn evalueren partijen de werking van het Sociaal Plan, op initiatief van de werkgever. Op werknemers die gedurende de looptijd boventallig worden verklaard zijn de regelingen van dit Sociaal Plan van toepassing, ook als de uitvoering daarvan plaats vindt nadat de looptijd is verstreken. 3 2.2. Werkingssfeer Dit Sociaal Plan regelt de gevolgen van organisatieveranderingen binnen Patrimonium en geldt voor alle medewerkers van Patrimonium woonservice die gevolgen ondervinden van de reorganisatie. Het Sociaal Plan is niet van toepassing bij: - - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst op andere gronden dan op grond van boventalligheid als gevolg van reorganisatie, zoals beëindiging in de proeftijd, disfunctioneren van de individuele werknemer en een dringende reden zoals bedoeld in BW art. 677 en 678 Contracten voor bepaalde tijd Pensionering Beëindiging na twee jaar ziekte Beëindiging op eigen verzoek Ontslag op staande voet Beëindiging wegens disfunctioneren zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub d BW 2.3 Wijzigingen 2.3.1 Wijziging regelgeving Wijziging van de regelgeving die betrekking heeft op het geheel van de in dit Sociaal Plan afgesproken vergoedingen brengt geen wijziging in de hoogte van de vergoeding waarop de werknemer bij ontslag recht heeft. Een wijziging brengt verbetering noch verslechtering. 2.3.2 Overige wijzigingen Tussentijdse wijzigingen van het Sociaal Plan kunnen aanhangig gemaakt worden, indien zich naar de mening van één der partijen een wezenlijke aanleiding voordoet. Wijzigingen zijn alleen mogelijk als beide partijen daarmee schriftelijk instemmen. 2.4. Hardheidsclausule In die gevallen waarin dit Sociaal Plan niet voorziet dan wel als de uitvoering ervan voor de individuele werknemer tot een evident onbillijke uitkomst zou leiden, kan een beroep worden gedaan op deze hardheidsclausule om in positieve zin af te wijken van dit Sociaal Plan. De directeur-bestuurder beslist, eventueel na advies van de Bezwarencommissie, of een beroep hierop uiteindelijk al dan niet gehonoreerd wordt. 4 3. Definities In dit plan worden de volgende definities gehanteerd: a) Anciënniteit: de periode die de werknemer onafgebroken in dienst is bij Patrimonium woonservice en diens rechtsvoorgangers Patrimonium woonstichting en SIB Woonservice en wel op basis van een arbeidsovereenkomst. Een aangesloten uitzend-of detacheringsperiode voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst met werkgever telt mee in het aantal dienstjaren. b) Afspiegelingsbeginsel: wanneer sprake is van ontslag in verband met bedrijfseconomische redenen is de werkgever verplicht om werknemers volgens een vaste volgorde te ontslaan. Dit is vastgelegd in artikel 11 e.v. van de wettelijke Ontslagregeling en heet afspiegelingsbeginsel. Het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast als twee of meer werknemers een uitwisselbare functie uitvoeren waarin sprake is van reductie. Omgekeerde afspiegeling houdt in dat de werknemer die op basis van het afspiegelingsbeginsel als laatste voor ontslag in aanmerking komt, de herplaatsingspositie als eerste aangeboden krijgt. c) Beëindigingsovereenkomst: een schriftelijk overeenkomst waarin de afspraken tussen werkgever en werknemer zijn vastgelegd over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Dit betreft in elk geval de voorwaarden en op welke datum de arbeidsovereenkomst zal eindigen. De vaststellingsovereenkomst is zodanig opgesteld dat een eventueel recht op WW niet in gevaar komt. Om die reden zal onder andere uitdrukkelijk worden aangegeven dat het initiatief om te komen tot een beëindiging van het dienstverband afkomstig is geweest van Patrimonium woonservice. d) Bezwarencommissie: Commissie met taken zoals beschreven in bijlage 1 van dit Sociaal Plan. e) Boventalligheid: werknemer is boventallig als definitief is vastgesteld door de werkgever dat zijn functie vervalt en dit schriftelijk is meegedeeld aan de werknemer. f) CAO woondiensten: de CAO woondiensten zoals van toepassing tijdens de reorganisatie. g) Externe functie: een functie buiten Patrimonium woonservice. h) Geschikte functie: een geschikte functie is een functie die weliswaar niet als passend kan worden gekwalificeerd maar die de werkgever bereid is aan te bieden en de werknemer vervolgens bereid is te aanvaarden. Deze geschikte functie kan meer dan een schaal lager zijn dan de huidige schaal van de betrokken werknemer. 5 i) Gewijzigde functie: een functie die naar functie-inhoud, niveau (vereiste kennis, vaardigheden en competenties) minimaal 20% en maximaal 50% wijzigt. De gewijzigde functie dient opnieuw beschreven en gewaardeerd te worden. j) Krimpfunctie: een ongewijzigde functie, waarvan de formatie afneemt. k) Maandloon/maandsalaris: het bruto maandloon inclusief vakantiegeld en eventuele emolumenten die tot het pensioengevend salaris behoren. l) Nieuwe functie: een functie die in de nieuwe situatie wel en in de oude organisatie niet voorkomt of een functie die meer dan 50% afwijkt van een bestaande functies in de organisatie. De nieuwe functie dient beschreven en gewaardeerd te worden. m) Ongewijzigde functie: een functie die naar functie-inhoud, niveau (vereiste kennis, vaardigheden en competenties) en indeling niet meer dan 20% wijzigt. n) Partijen: Patrimonium woonservice en FNV, CNV. o) Passende functie: de functie die Patrimonium passend vindt voor de medewerker met inachtneming van de volgende criteria: 1. Opleidingen, vakkennis, werkervaring en competenties. De functie die naar aard en niveau vergelijkbaar is met de huidige functie. In beginsel zijn de voor de functie benodigde opleiding en ervaring nagenoeg gelijk aan die voor de huidige functie. Ervaring opgedaan in een andere of eerdere functie wordt hierin meegenomen. Indien de opleiding, ervaring of competenties niet geheel toereikend zijn, beoordeelt Patrimonium of de medewerker met behulp van een opleiding in staat is om binnen 6 maanden op het vereiste niveau te komen. Als dat niet het geval is, is de functie niet passend. 2. Functionele (salaris) schaal. De functie die maximaal 1 functionele (salaris)schaal lager of maximaal 1 functionele (salaris)schaal hoger is ingeschaald dan de huidige functie is een passende functie. 3. Een functie is niet passend als de omvang in uren, in vergelijking met de huidige functie, meer dan 10% van het aantal uren per week verschilt p) Peildatum: de datum waarop de werkgever de adviesaanvraag over de reorganisatie ex artikel 25 WOR aan de Ondernemingsraad heeft voorgelegd, te weten 22 mei 2017 q) Plaatsmaker: een niet boventallige werknemer die vrijwillig aangeeft zijn arbeidsovereenkomst te willen beëindigen om plaats te maken voor een boventallige werknemer. r) Uitwisselbare functie: Een functie is uitwisselbaar met een andere functie indien: - De functies vergelijkbaar zijn wat betreft de inhoud, de voor de functie vereiste kennis, vaardigheden en competenties en de tijdelijke of structurele aard van de functie; en - Het niveau van de functies en de bij de functies behorende beloning gelijkwaardig zijn. Bovenstaande factoren worden in onderlinge samenhang beoordeeld. Het betreft uitdrukkelijk uitwisselbaarheid van functies en niet van medewerkers. s) Vervallen functie: een functie die in de nieuwe situatie niet meer voorkomt. t) Werkgever: Patrimonium woonservice vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder. 6 u) Werknemer: degene die een arbeidsovereenkomst heeft bij Patrimonium woonservice uitgezonderd de directeur-bestuurder die onder het regime van de Wet Normering Topinkomens valt. 4. Reorganisatie 4.1. Mogelijke situaties voor medewerkers Bij de voorgenomen reorganisatie neemt het aantal formatieplaatsen af en kunnen functies wijzigen, functies vervallen en nieuwe functies ontstaan. Aan de Ondernemingsraad van Patrimonium woonservice wordt als onderdeel van de adviesaanvraag, een formatieplan voorgelegd. Het formatieplan beschrijft: - de functies die vervuld moeten worden welke functiecategorieën worden onderscheiden het huidige aantal FTE en het toekomstige aantal FTE, op functieniveau weergegeven Voor werknemers kunnen zich de volgende situaties voordoen: a) Ongewijzigde functie: werknemers van wie de functie niet of slechts in geringe mate wijzigt en waarvan de formatieomvang ongewijzigd is, worden één op één geplaatst. Werknemers zijn verplicht een dergelijk plaatsingsaanbod te aanvaarden. b) Krimpfuncties: werknemers in een uitwisselbare functie van wie de functie niet of slechts in geringe mate wijzigt en waarvan de formatieomvang afneemt, worden geplaatst c.q. boventallig verklaard volgens het afspiegelingsprincipe. c) Vervallen functie: werknemers van wie de functie komt te vervallen doordat de functie niet in het formatieplan terug komt, of werknemers van wie de functie wezenlijk wijzigt, worden boventallig verklaard. d) Nieuwe functie en gewijzigde functie: Nieuwe functies kunnen passende of geschikte functies zijn voor werknemers die boventallig worden zoals beschreven in b) en c). De werkgever beoordeelt op een zorgvuldige en transparantie manier of werknemers geschikt zijn voor het vervullen van nieuwe en gewijzigde functies. 4.2. Plaatsingsproces Zodra duidelijk is welke medewerkers hun functie verliezen, zal Patrimonium woonservice inventariseren welke functies op dat moment beschikbaar zijn en dit aan de betreffende medewerkers kenbaar maken. Hen zal gevraagd worden om aan te geven voor welke van deze functies zij belangstelling hebben en dit te onderbouwen in een motivatiebrief. Patrimonium woonservice weegt deze informatie mee in het vervolg van het plaatsingsproces. Vervolgens beoordeelt Patrimonium woonservice welke functies als passend kunnen worden aangemerkt voor de respectievelijke medewerkers. Bij het beoordelen en aanbieden van een functie neemt de werkgever de volgende randvoorwaarden en criteria in acht, eventueel aangevuld met een assessment: 7 Niveau en werkzaamheden huidige functie Opleiding en vakkennis/werkervaring Verworvenheden, bekwaamheden en competenties Ambitie en motivatie - Omvang en verdeling van arbeidsuren komt overeen met huidig dienstverband Persoonlijke omstandigheden. Deze functie wordt de medewerker vervolgens aangeboden. Indien een functie passend is voor meerdere werknemers dan worden de werknemers geplaatst op basis van de omgekeerde afspiegeling. Werknemers die niet geplaatst kunnen worden, worden definitief boventallig. Zolang zij nog in dienst zijn van Patrimonium kunnen zij solliciteren op interne vacatures. Patrimonium woonservice gaat na de plaatsing met de werknemer in gesprek om te bepalen op welke onderdelen extra ontwikkeling nodig is. Voor de medewerkers die in een passende functie zijn geplaatst geldt in beginsel een inwerkperiode van 6 maanden. Samen met de leidinggevende legt de medewerker de afspraken over de te bereiken resultaten, de eventueel benodigde opleiding en ontwikkeling vast in een plan waarin heldere ijkmomenten zijn opgenomen. Dit plan is ter beoordeling van de bestuurder. De kosten van de eventueel benodigde opleiding komen ten laste van de werkgever. Indien de werkgever na de periode van zes maanden vaststelt dat de werknemer niet in staat is de functie volledig en zelfstandig uit te oefenen, wordt de werknemer alsnog boventallig en heeft hij of zij recht op de beëindigingsvergoeding. Het is de intentie van Patrimonium woonservice om zoveel mogelijk medewerkers een passende of geschikte functie aan te bieden. In het algemeen geldt dat een werknemer verplicht is een plaatsing te aanvaarden. Wanneer een werknemer weigert kan Patrimonium woonservice of de werknemer een beroep doen op de geschillencommissie. Na advies van de geschillencommissie waaruit blijkt dat de werknemer een functieaanbod onterecht geweigerd heeft wordt de werknemer alsnog in de gelegenheid gesteld om de functie te aanvaarden. Wanneer de werknemer het functieaanbod alsnog niet accepteert kan de werknemer geen rechten ontlenen aan het Sociaal Plan en zal Patrimonium woonservice een beëindiging van het dienstverband nastreven. Wanneer de werknemer na advies van de geschillencommissie in het gelijk wordt gesteld doet de werkgever de werknemer, indien mogelijk, alsnog een gelijkwaardig of passend functieaanbod 4.3 Interne plaatsing en de arbeidsvoorwaarden 4.3.1. Salaris bij hoger gewaardeerde functie Indien een werknemer een andere functie aanvaardt en deze functie één schaal hoger is ingedeeld, blijft het brutosalaris bij aanstelling onveranderd. De werknemer gaat horizontaal over naar de hogere schaal. Het salarisperspectief wordt wel aangepast zodat het salaris van de werknemer kan groeien naar het eindloon van de schaal. Indien het huidige salaris lager ligt dan het aanvangsniveau in de nieuwe schaal wordt het bruto salaris verhoogd naar het startniveau van de nieuwe schaal. 4.3.2. Salaris bij één schaal lager gewaardeerde functie na plaatsing Indien een boventallig verklaarde werknemer in een andere functie wordt aangesteld en deze functie op een lager salarisniveau is ingedeeld dan de huidige functie, dan behoudt de werknemer gedurende 2 jaar na de plaatsing zijn oude salarisperspectief. Na deze twee jaar wordt het deel van het huidige salaris dat boven het maximum bedrag van de nieuwe salarisschaal uitkomt, benoemd als een persoonlijke toeslag. Deze toeslag wordt bevroren en is niet pensioengevend. 8 4.3.3. Overige Arbeidsvoorwaarden Met inachtneming van het gestelde in 4.3.2. en 4.3.3. is de nieuwe functie bepalend voor de functie gerelateerde vergoedingen, toeslagen en overige regelingen. 5. Boventallig De werknemers die niet in een ongewijzigde functie zijn geplaatst en voor wie ook geen passende functie beschikbaar is, worden boventallig verklaard. Dat geldt eveneens voor de werknemer die, na een inwerkperiode van 6 maanden, niet voldoet in de nieuwe functie. De boventallige werknemer wordt hierover in een persoonlijk gesprek op de hoogte gesteld en ontvangt een brief waarin wordt meegedeeld dat zijn of haar arbeidsplaats vervalt. De boventallige werknemer heeft vervolgens de keuze uit twee mogelijkheden: 1. Begeleiding van werk naar werk. De boventallige werknemer krijgt de mogelijkheid om te kiezen voor een begeleidingstraject van maximaal zes maanden (inclusief de opzegtermijn). In dat geval wordt vóór aanvang van het begeleidingstraject bij voorkeur een beëindigingsovereenkomst afgesloten waarin ook de beëindigingsvergoeding is opgenomen. 2. Beëindigen van het dienstverband zonder begeleidingstraject. De medewerker kan er ook voor kiezen om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te beëindigen, met in achtneming van de wettelijke opzegtermijn, zonder gebruik te maken van de faciliteiten die geboden worden in het kader van het begeleidingstraject. Ingeval de medewerker kiest voor deze mogelijkheid ontvangt hij een beëindigingsvergoeding. Zie hiervoor hoofdstuk 7. 5.1 Begeleiding van werk naar werk Gedurende de 6 maanden van boventalligheid is de werknemer wekelijks voor 50% vrijgesteld van werk teneinde zich te kunnen richten op het vinden van een nieuwe functie. Voor de overige 50% krijgt de medewerker taken opgedragen door de werkgever. 5.2 Outplacement Indien de werknemer kiest voor het begeleidingstraject dan wordt hij begeleid bij het vinden van ander werk door middel van een outplacement traject. Het is aan de werknemer om een gecertificeerd outplacement bureau te kiezen. Bij deze keuze kan de werkgever faciliteren. Alle afspraken worden vastgelegd in een individueel plan van aanpak. De kosten voor het outplacement worden vergoed tot maximaal € 7.500,- excl. BTW. Met de boventallige werknemer die kiest voor het begeleidingstraject wordt vóór aanvang daarvan bij voorkeur een vaststellingsovereenkomst overeengekomen waarin de afspraken over beëindiging, waaronder de beëindigingsdatum en de beëindigingsvergoeding worden vastgelegd. Het dienstverband eindigt aan het einde van de begeleidingsperiode van zes maanden (inclusief opzegtermijn). Wanneer de werknemer de beëindigingsovereenkomst niet binnen twee weken na ontvangst schriftelijk heeft geretourneerd, wordt een ontslagvergunning aangevraagd bij het UWV. Werknemer kan in dat geval geen aanspraak maken op de beëindigingsvergoeding. 9 In het individuele plan van aanpak wordt ook vastgelegd dat de boventallige werknemer zich proactief moet inzetten om een andere baan te vinden. Indien uit terugkoppeling en rapportage van het outplacementbureau blijkt dat de medewerker, ook na hierop attent te zijn gemaakt, de gemaakte afspraken niet nakomt gedurende het outplacementtraject, wordt het outplacement stopgezet en worden de gemaakte kosten in mindering gebracht op de uit te betalen beëindigingsvergoeding zoals opgenomen in de vaststellingsovereenkomst. 5.3 Scholing Indien in het kader van het outplacementtraject (aanvullende) scholing nodig is, kan de werknemer het resterende Individuele Loopbaan Budget, conform de CAO Woondiensten, aanwenden. Als dit onvoldoende is kan de werkgever aanvullende middelen ter beschikking stellen. Vergoeding van scholingskosten is echter alleen mogelijk tijdens het dienstverband. 5.4. Samenwerking met andere corporaties De directeur-bestuurder heeft een inspanningsverplichting om bij corporaties in de omgeving te bepleiten dat boventallige werknemers van Patrimonium woonservice een voorrangspositie krijgen bij vacatures. 6. Procedure interne vacatures - - Na afronding van het plaatsingsproces attendeert de werkgever de werknemers, die boventallig zijn gedurende de zes maanden van boventalligheid, op interne vacatures en nodigt hen uit om hierop te solliciteren. Bij gelijke geschiktheid hebben boventallige werknemers voorrang. Als een boventallige werknemer solliciteert bepaalt de werkgever of er sprake is van een passende functie. Zo ja, dan heeft de boventallige voorrang boven de niet boventallige. Als de functie voor meerdere boventalligen passend is selecteert de werkgever de meest geschikte kandidaat. Als er intern geen geschikte kandidaten beschikbaar zijn voor de vacature kan de vacature extern worden uitgezet. 7. Beëindiging arbeidsovereenkomst 7.1. Mogelijke situaties van beëindiging a. Wanneer de werknemer besluit geen gebruik te maken van het begeleidingstraject, wordt de arbeidsovereenkomst, met in achtneming van de geldende opzegtermijn, direct beëindigd bij voorkeur via een vaststellingsovereenkomst. Deze keuze moet de werknemer binnen twee weken na de bekendmaking van de boventalligheid schriftelijk bekend maken. De werknemer verliest hiermee zijn aanspraken op ondersteuning en begeleiding. De werknemer ontvangt de beëindigingsvergoeding zoals beschreven in hoofdstuk 7.2. b. Wanneer een werknemer besluit wél gebruik te maken van het aangeboden begeleidingstraject én tijdens deze periode het dienstverband opzegt, ontvangt de werknemer eveneens de beëindigingsvergoeding zoals beschreven in 7.2. 10 c. Mocht de medewerker na de periode van 6 maanden nog geen andere baan buiten Patrimonium woonservice gevonden hebben, dan eindigt de arbeidsovereenkomst door middel van de eerder getekende vaststellingsovereenkomst. De werknemer ontvangt de beëindigingsvergoeding zoals beschreven in 7.2. 7.2. Beëindigingsvergoeding bij boventalligheid De werknemer die geen gebruik maakt van het begeleidingstraject, de werknemer die tijdens het outplacementtraject zijn baan opzegt en de medewerker die na zes maanden nog geen nieuwe baan buiten Patrimonium woonservice heeft gevonden maakt aanspraak op een vergoeding. De hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld aan de hand van de neutrale kantonrechtersformule (2012). De beëindigingsvergoeding is in alle gevallen gemaximeerd op € 90.000,- bruto. Hierbij geldt dat de beëindigingsvergoeding nooit meer bedraagt dan de gederfde inkomsten van de werknemer van de datum eind dienstverband tot aan de verwachte AOW gerechtigde leeftijd met dien verstande dat de medewerker ten minste recht heeft op een beëindigingsvergoeding gelijk aan de wettelijke transitievergoeding. Medewerkers die aan het eind van de begeleidingsperiode van zes maanden nog geen nieuwe baan hebben en zes maanden nadat zij uit dienst zijn gegaan nog steeds geen uitzicht op een nieuwe baan hebben kunnen in contact treden met Patrimonium woonservice en ontvangen eenmalig een bedrag van € 5000,- ten behoeve van aanvullende outplacementactiviteiten. Dit bedrag wordt vergoed op basis van facturen. Partijen bij dit Sociaal Plan zijn overeengekomen dat bovengenoemde vergoeding in de plaats komt van de wettelijke transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673BW. De betaling van de beëindigingsvergoeding wordt op gebruikelijke wijze voldaan onder inhouding van de verschuldigde sociale verzekeringspremies en belasting. Dit geldt niet voor mensen die op of na 22 mei 2017 ziek gemeld zijn en nog zijn op het moment van hun boventalligheid. 7.3. Kwijtschelding studiekosten Wanneer op de werknemer een terugbetalingsregeling van toepassing is met betrekking tot studiekosten, dan worden deze kosten kwijtgescholden. 7.4. Vergoeding juridische kosten Werknemer kan de juridische kosten die hij maakt in het kader van de boventalligheid en de beëindiging van het dienstverband tot een maximum van € 750,- excl. BTW declareren. Indien de werknemer aanspraak kan maken op juridische bijstand uit hoofde van een rechtsbijstandsverzekering wordt geen tegemoetkoming toegekend. Uiterlijk drie weken vóór de beëindigingsdatum draagt werknemer zorg voor een op naam gestelde factuur en een bewijs van betaling door de werknemer van deze factuur. De werkgever betaalt de compensatie voor juridische kosten rechtstreeks aan de werknemer uit, tegelijk met de laatste salarisbetaling vóór de beëindigingsdatum. 11 7.5. Plaatsmakersregeling De werknemer die niet boventallig is kan vrijwillig aangeven dat hij de arbeidsovereenkomst geheel wil beëindigen. Het is ter bepaling aan de werkgever om dit verzoek te honoreren. Deze werknemer ontvangt dan een beëindigingsvergoeding. Indien een werknemer dit aanbiedt gelden de volgende voorwaarden: - De functie van de plaatsmaker is uitwisselbaar met de functie van een boventallige werknemer. De boventallig verklaarde werknemer wenst geen gebruik te maken van de vertrekregeling De in te leveren arbeidsduur van de plaatsmaker is vergelijkbaar met de arbeidsduur van een boventallige werknemer. De plaatsmaker heeft recht op 70% van de beëindigingsvergoeding met een maximum van € 45.000,-. 7.6. Dienstjubilea Werknemers met wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in het kader van het sociaal plan en die binnen 1 jaar na datum uitdiensttreding een dienstjubileum zouden bereiken, ontvangen alsnog de bijbehorende gratificatie conform artikel 4.11 van de Cao Woondiensten. 8. Lidmaatschapsbijdrage bonden Werknemers die lid zijn van FNV of CNV kunnen in 2017 een half jaar contributie bij Patrimonium woonservice declareren. 12 Bijlage: Reglement Bezwaarcommissie Artikel 1. Algemeen 1. De werknemer kan elke toepassing van het sociaal plan bij de commissie aanhangig maken. 2. De werknemer is er voor verantwoordelijk om zijn bezwaren altijd eerst aanhangig te maken bij zijn of haar leidinggevende. 3. - De Externe bezwarencommissie heeft als taken: Te handelen naar letter en geest van het Sociaal Plan zoals het hier is weergegeven; Te adviseren in die gevallen waarin het Sociaal Plan niet voorziet; Te adviseren in die gevallen waarin de uitvoering van het Sociaal Plan tot een voor de individuele werknemer evident onbillijke uitkomst zou leiden. Een uitspraak te doen over de passendheid van een functieaanbod door de werkgever. 4. De werknemer wendt zich tot deze commissie door middel van een verzoekschrift uiterlijk tien dagen nadat een beslissing aan hem/haar is bekend gemaakt. 5. De bezwarencommissie dient het verzoekschrift drie weken na ontvangst te behandelen en advies uit te brengen aan de bestuurder van Patrimonium. De betrokkene ontvangt een afschrift van dit advies. Artikel 2. Reglement bezwarencommissie 1. De commissie bestaat uit drie leden: één lid benoemd op voordracht van de werknemers. Dit lid mag echter niet in een werknemersrelatie staan tot Patrimonium; - één lid benoemd door Patrimonium. Dit lid mag echter niet in een bestuurs- of werknemersrelatie tot Patrimonium staan; - één door de twee eerder genoemde leden gezamenlijk benoemd derde lid, die tevens de functie van voorzitter vervult. Dit lid mag echter niet in een bestuurs- of werknemersrelatie tot Patrimonium staan. - Tevens beschikt de commissie over een onafhankelijk secretariaat. 2. Aan de behandeling van een geschil kan de bezwarencommissie een voorlopig onderzoek doen waarin partijen afzonderlijk worden gehoord en voorts al diegenen die naar het inzicht van de commissie hiervoor in aanmerking komen. 3. Partijen worden in de gelegenheid gesteld vooraf kennis te nemen van de bescheiden, die door de andere partij in het geschil zijn overlegd. 4. Tijdens de behandeling van het gerschil worden partijen in elkaars tegenwoordigheid gehoord. 5. De beraadslagingen van de commissie vinden in een voltallige vergadering plaats. Deze is niet openbaar. De tijdens deze zitting gedane mededelingen zijn geheim. 13 6. De bezwarencommissie neemt zijn beslissingen bij meerderheid van stemmen. De stemming vindt mondeling plaats. Geen der leden mag zich van stemmen onthouden. 7. De uitspraak van de commissie is met redenen omkleed en wordt schriftelijk aan partijen meegedeeld. 8. Het indienen van een verzoekschrift heeft geen opschorting ten aanzien van een besluit dat ten aanzien van de werknemer is genomen. 9. De kosten komen voor rekening van de werkgever. 10. De vergoeding voor de commissieleden zal geschieden volgende de geldende SER-richtlijn. De commissieleden ontvangen daarnaast een reiskostenvergoeding van € 0,19 netto per kilometer. De bezwarencommissie is bereikbaar via: (nog nader te bepalen) 14