DSM-5 Neurocognitieve stoornissen

advertisement
Cognitieve
stoornissen en
delier
In de DSM-5
Karel Beenakker
Roos van der Mast
DSM IV:
Delirium, dementie,
amnestische en andere
cognitieve stoornissen
DSM 5:
Neurocognitieve
stoornissen
Samenvatting: NCS in de DSM-5
Normale cognitie?
JA
è
Stop
è
Nee
Delirium
è
è
• Vorm: hypoactief, hyperactief, of
gemengd?
• Beloop: acuut of persisterend?
• Oorzaak: middelengeïnduceerd, etc.?
Nee
Beperkte of uitgebreide
NCS?
è
JA
Etiologie?
è
è
Gedragsstoornissen?
è
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Ziekte van Alzheimer
Frontotemporale lobaire degeneratie
Lewylichaampjesziekte
Vasculaire ziekte
Traumatisch hersenletsel
Middelen/medicatiegebruik
Hiv-infectie
Prionziekte
Ziekte van Parkinson
Ziekte van Huntington
Overige
•
•
•
•
psychosesymptomen
stemmingssymptomen
agitatie
slaapstoornissen met omkering dagnachtritme
apathie
Verdere gedragssymptomen: doelloos
ronddwalen, hyperfagie, verzameldrang,.
•
•
DSM-IV
A. Bewustzijnsstoornis (dat wil zeggen
verminderde helderheid van het besef van de
omgeving) met verminderd vermogen om de
aandacht te concentreren, vast te houden of te
verplaatsen.
De stoornis representeert een verandering in
functioneren.
B. Een verandering in de cognitieve functie (zoals
geheugenstoornis, desoriëntatie, taalstoornis) of
het optreden van een waarnemingsstoornis die
niet is toe te schrijven aan een reeds
aanwezige, vastgestelde of zich ontwikkelende
dementie.
C. De stoornis ontwikkelt zich in korte tijd (meestal
uren tot dagen) en neigt ertoe in het verloop van
de dag te fluctueren.
D. Er zijn aanwijzingen uit de voorgeschiedenis,
het lichamelijk onderzoek of het
laboratoriumonderzoek dat de stoornis wordt
veroorzaakt door de directe fysiologische
gevolgen van een somatische aandoening.
DSM-5
A. Een stoornis in het bewustzijn (verminder besef
van de omgeving) en de aandacht (verminderd
vermogen om de aandacht te sturen, te richten,
vast te houden en te verplaatsen.
B. De stoornis ontwikkeld zich in korte tijd (meestal
binnen een aantal uren of dagen), betreft een
verandering in het premorbide niveau van
bewustzijn en aandacht, en heeft de neiging in
de loop van de dag in ernst te fluctueren.
C. Een bijkomende stoornis in de cognitieve
functies (bijvoorbeeld in geheugen, oriëntatie,
taal, visuospatiele functies of waarneming)
D. De symptomen in criteria A en C kunnen niet
beter worden verklaard door een andere al
bestaande, vastgestelde of zich ontwikkelende
neurocognitieve stoornis en doen zich niet voor
in de context van een ernstige gedaald
bewustzijn, zoals een coma.
E. Er zijn aanwijzingen vanuit anamnese,
lichamelijk onderzoek of laboratoriumuitslagen
dat de stoornis het directe pathofysiologische
gevolg is van een somatische aandoening,
intoxicatie door of onttrekking van een middel
(zoals een drug of medicatie), of bootsstelling
aan een giftige stof, of het gevolg van multipele
oorzaken
DSM-IV
Specificaties:
Delirium door .. (vermeld somatische aandoening/
door middel teweeggebracht)
Delirium door intoxicatie met een middel
Onthoudingsdelirium
Delirium door multipele oorzaken
Aparte diagnose:
Delirium niet anderszins omschreven.
DSM-5
Specificaties:
Specifeer of:
Delirium door een somatische aandoening
Delirium door medicatie
Delirium door intoxicatie door een middel
Delirium door onttrekking van een middel
Delirium door multipele oorzaken
Specifeer indien:
Acuut (een duur van een paar uren of dagen)
Chronisch (een duur van weken of maanden)
Specificeer indien:
Hyperactief
Hypoactief
Gemend activiteitsniveau
Aparte diagnoses:
Ander gespecificeerd delirium (bijvoorbeeld
subklinisch deliriumsyndroom)
Ongespecificeerd delirium (bijvoorbeeld bij
diagnostiek bij spoedeisende hulp afdeling)
Samenvatting: NCS in de DSM-5
Normale cognitie?
JA
è
Stop
è
Nee
Delirium
è
è
• Vorm: hypoactief, hyperactief, of
gemengd?
• Beloop: acuut of persisterend?
• Oorzaak: middelengeïnduceerd, etc.?
Nee
Beperkte of uitgebreide
NCS?
è
JA
Etiologie?
è
è
Gedragsstoornissen?
è
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Ziekte van Alzheimer
Frontotemporale lobaire degeneratie
Lewylichaampjesziekte
Vasculaire ziekte
Traumatisch hersenletsel
Middelen/medicatiegebruik
Hiv-infectie
Prionziekte
Ziekte van Parkinson
Ziekte van Huntington
Overige
•
•
•
•
psychosesymptomen
stemmingssymptomen
agitatie
slaapstoornissen met omkering dagnachtritme
apathie
Verdere gedragssymptomen: doelloos
ronddwalen, hyperfagie, verzameldrang,.
•
•
Neurocognitieve
stoornissen
•
•
De term “dementie” wordt verlaten want:
•
1) dementie wordt vaak niet geassocieerd met jongere patiënten
•
2) dementie heeft een negatieve connotatie
•
dementie mag nog wel gebruikt worden bij etiologische subtypen (zoals
Alzheimer dementie) of in plaats van “uitgebreide NCS”.
De term “neurocognitieve stoornis” wordt ingevoerd want:
•
1) cognitieve disfunctie staat op de voorgrond
•
2) nadruk ligt of verstoord neurologisch substraat dat leidt tot
symptomen die betrouwbaar te meten zijn
Beperkte en uitgebreide
neurocognitieve stoornis
•
“Mild and major neurocognitive disorder”
•
Beide op hetzelfde continuüm van normaal naar ernstige beperkingen.
•
•
Beperkte NCS: 1-2 SD onder test gemiddelde (3-16% scoort slechter)
•
Uitgebreide NCS: <2 SD onder test gemiddelde (< 3% scoort slechter)
Nagenoeg zelfde classificatiecriteria
DSM-IV
A. De ontwikkeling van multipele cognitieve
stoornissen worden zichtbaar dor beide
volgende:
1) Geheugenstoornissen
2) Een (of meer) van de volgende
cognitieve stoornissen
(a) afasie
(b) apraxie
(c) agnosie
(d) stoornis in uitvoerende functies
B. De cognitieve stoornissen in criterium A1 en A2
veroorzaken een significante beperking in het
sociaal of beroepsmatig functioneren en
betekenen een significante achteruitgang ten
opzichte van het vroegere niveau van
functioneren.
C. De stoornissen komen niet uitsluitend voor
tijdens het beloop van een delirium
D. De stoornis sin niet eerder toe te schrijven aan
een andere As 1 stoornis
DSM-5
A. Er zijn aanwijzingen voor een significante/
lichte cognitieve achteruitgang ten opzichte van
een eerder niveau van functioneren in een of
meer cognitieve domeinen gebaseerd op:
1) Zorgen van de betrokkene, een
informant die de betrokkene goed
kent of de clinicus over een
significante/lichte achteruitgang in
het het cognitieve functioneren; en
2) een substantiële/lichte beperking in
de cognitieve prestaties, bij voorkeur
vastgesteld met gestandaardiseerde
neuropsychologische tests, of, als
die er niet zijn, een ander
gekwantificeerd klinisch onderzoek.
B. De cognitieve deficiënties belemmeren wel/niet
het zelfstandig functioneren bij dagelijkse
handelingen bewustzijn
C. De cognitieve deficiënties doen zich niet alleen
voor in de context van een delirium
D. De cognitieve deficienties kunnen niet beter
verklaard worden door een andere psychische
stoornis
Neurocognitieve
domeinen
Leren en geheugen
registratie
korte-termijngeheugen
herinnering met
aanwijzing en
herkenning
semantisch en
autobiografisch langetermijngeheugen
impliciet leren
Taal
benoemen
woordvinding
vloeiendheid
grammatica en syntaxis
receptief taalvermogen
Sociaal-cognitief
herkennen van emoties
theory of mind
Complexe aandacht
Volgehouden aandacht
Selectieve aandacht
Verdeelde aandacht
Verwerkingssnelheid
Neurocognitieve
domeinen
Perceptueel-motorisch
visuele perceptie
visueel-constructief
vermogen
perceptueel-motorisch
vermogen
praxis en gnosis
Executieve functies
plannen
besluiten nemen
werkgeheugen
reageren op feedback
gewoonten doorbreken
flexibiliteit
Cognitieve domeinen
testen
Cognitief
domein
Complexe
aandacht
Voorbeelden symptomen/
observaties
Voorbeelden
tests
Uitgebreid: toenemend moeite met
veelheid aan prikkels; snel afgeleid;
moeite om nieuwe informatie te
onthouden..
Volgehouden aandacht:
langere tijd de aandacht
ergens op richten (b.v. bij
toon op knop drukken)..
Beperkt: normale taken duren langer
dan voorheen; fouten in routinetaken;
denken is gemakkelijker als er geen
afleiding is..
Selectieve aandacht:
aandacht ergens op
gericht houden ondanks
concurrende prikkels
(horen letters en getallen,
alleen letters tellen)..
Verdeelde aandacht:
Aandacht op twee taken;
reactiesnelheid..
Beperkte
neurocognitieve stoornis
•
Cognitieve deficiënties beïnvloeden niet vermogen tot zelfstandig functioneren
(medicatie beheer en rekeningen betalen gaat zelfstandig). Ze functioneren op suboptimaal niveau, met meer moeite door aanspreken van compensatie mechanismen.
•
Vervangt “Cognitieve stoornis NAO”
•
Betreft het concept “Mild Cognitive Impairment” ookwel “MCI”
•
Meer patiënten zoeken in eerder stadium behandeling
•
Hersenziekten kunnen tot cognitieve beperking leiden onder dat afkapwaarde voor
dementie in DSM IV is bereikt.
•
Beperkte NCS is niet altijd voorloper van uitgebreide NCS
•
Voor beperkte NCS is progressie in cognitieve beperking niet noodzakelijk
Uitgebreide
neurocognitieve stoornis
•
Is een alternatieve term voor “dementie”
•
Cognitieve deficiënties beïnvloeden zelfstandig functioneren
•
Er is minstens ondersteuning nodig bij complexe instrumentele activiteiten
van het dagelijks leve zoals het betale van rekeningen of meditatiebeheer.
•
Categorie “amnestische stoornissen” verdwijnt en onder paraplu
neurocognitieve stoornissen ondergebracht.
Samenvatting: NCS in de DSM-5
Normale cognitie?
JA
è
Stop
è
Nee
Delirium
è
è
• Vorm: hypoactief, hyperactief, of
gemengd?
• Beloop: acuut of persisterend?
• Oorzaak: middelengeïnduceerd, etc.?
Nee
Beperkte of uitgebreide
NCS?
è
JA
Etiologie?
è
è
Gedragsstoornissen?
è
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Ziekte van Alzheimer
Frontotemporale lobaire degeneratie
Lewylichaampjesziekte
Vasculaire ziekte
Traumatisch hersenletsel
Middelen/medicatiegebruik
Hiv-infectie
Prionziekte
Ziekte van Parkinson
Ziekte van Huntington
Overige
•
•
•
•
psychosesymptomen
stemmingssymptomen
agitatie
slaapstoornissen met omkering dagnachtritme
apathie
Verdere gedragssymptomen: doelloos
ronddwalen, hyperfagie, verzameldrang,.
•
•
Etiologische subtypen
Subtypen
Ziekte van Alzheimer
Frontotemporale lobaire degeneratie
Lewylichaampjesziekte
Vasculaire ziekte
Traumatisch hersenletsel
Middelen/medicatiegebruik
Hiv-infectie
Prionziekte
Ziekte van Parkinson
Ziekte van Huntington
Andere somatische aandoening
Multipele oorzaken
Ongespecificeerd
Specificatie
Waarschijnlijk door …
Mogelijk door …
DSM-IV
DSM-5
Dementie van het Alzheimer type
Uitgebreide NCS door ziekte van Alzheimer
C) Het beloop kenmerkt zich door een geleidelijk
begin en progressieve cognitieve achteruitgang.
B) Er is een sluipend begin en een geleidelijk
progressie van beperkingen in een of meer
cognitieve domeinen (voor de uitgebreide NCS
moeten er meer dan een domein zijn aangedaan)
Uitgebreide NCS door ziekte van Alzheimer
“Waarschijnlijk” als een de kenmerken aanwezig
is, anders is het “mogelijk”
1) Aanwijzingen uit de familieanamnese of
genetisch onderzoek voor een causale
genetische mutatie.
2) Alle drie de volgende aspecten zijn aanwezig:
1) Duidelijke aanwijzingen voor achtuitgang in
het geheugen en het leervermogen en in
minstens een ander cognitief domein.
2) Een gestaag progressieve geleidelijk
achteruitgang in het cognitief functioneren
zonder lange stabiele fasen.
3) geen aanwijzingen voor een gemengde
etiologie
DSM-IV
DSM-5
Dementie door andere
somatische aandoening
C) Er zijn aanwijzingen vanuit
anamnese, lichamelijk onderzoek
of laboratoriumuitslagen dat de
stoornis veroorzaakt is door
directe fysiologische
consequenties van een andere
somatische aandoening
(bivoorbeeld ziekte van Pick)
Uitgebreide NCS door frontotemporale lobaire degreneratie.
B) Er is een sluipend begin en een geleidelijk progressie van
beperkingen.
C) Ofwel (1) ofwel (2) ofwel beide
1) Gedragsvariant:
a) drie of meer van de volgende symptomen
i) ontremd gedrag
ii) Apathie of inertie
iii) Verlies van sympathie of empathie
iv) Persevererend stereotiep of compulsief/ritualistisch
gedrag
v) Hyperoraliteit en verandering voedingspatroon
b) prominente achteruitgang in sociaal cognitieve en/of
executieve functies
2) Taalvariant
a) Prominente achteruitgang in taalvermogen
D) leervermogen, geheugen, perceptueel-motorisch blijven
relatief gespaard.
Classificatie “waarschijnlijk” bij een van de kenmerken, anders
“mogelijk”:
1) Aanwijzingen uit de familieanamnese of genetisch onderzoek
voor een causale genetische mutatie.
2) Aanwijzingen bij beeldvormend onderzoek voor een relatief
grote betrokkenheid van de frontale en/of temporale kwab.
Samenvatting: NCS in de DSM-5
Normale cognitie?
JA
è
Stop
è
Nee
Delirium
è
è
• Vorm: hypoactief, hyperactief, of
gemengd?
• Beloop: acuut of persisterend?
• Oorzaak: middelengeïnduceerd, etc.?
Nee
Beperkte of uitgebreide
NCS?
è
JA
Etiologie?
è
è
Gedragsstoornissen?
è
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Ziekte van Alzheimer
Frontotemporale lobaire degeneratie
Lewylichaampjesziekte
Vasculaire ziekte
Traumatisch hersenletsel
Middelen/medicatiegebruik
Hiv-infectie
Prionziekte
Ziekte van Parkinson
Ziekte van Huntington
Overige
•
•
•
•
psychosesymptomen
stemmingssymptomen
agitatie
slaapstoornissen met omkering dagnachtritme
apathie
Verdere gedragssymptomen: doelloos
ronddwalen, hyperfagie, verzameldrang,.
•
•
gedragsstoornissen
psychosesymptomen
stemmingssymptomen
agitatie
slaapstoornissen met omkering dag-nachtritme
apathie
Verdere gedragssymptomen: doelloos ronddwalen, hyperfagie, verzameldrang…
Samenvatting: NCS in de DSM-5
Normale cognitie?
JA
è
Stop
è
Nee
Delirium
è
è
• Vorm: hypoactief, hyperactief, of
gemengd?
• Beloop: acuut of persisterend?
• Oorzaak: middelengeïnduceerd, etc.?
Nee
Beperkte of uitgebreide
NCS?
è
JA
Etiologie?
è
è
Gedragsstoornissen?
è
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Ziekte van Alzheimer
Frontotemporale lobaire degeneratie
Lewylichaampjesziekte
Vasculaire ziekte
Traumatisch hersenletsel
Middelen/medicatiegebruik
Hiv-infectie
Prionziekte
Ziekte van Parkinson
Ziekte van Huntington
Overige
•
•
•
•
psychosesymptomen
stemmingssymptomen
agitatie
slaapstoornissen met omkering dagnachtritme
apathie
Verdere gedragssymptomen: doelloos
ronddwalen, hyperfagie, verzameldrang,.
•
•
Grootste veranderingen
•
“Neurocognitieve stoornis” i.p.v. dementie / amnestische stoornis
•
Bepalend is mate van zelfstandig functioneren
•
Geheugen is niet meer belangrijkste cognitieve domein, maar 1 van de 6
•
Voorbeelden en suggesties voor testen van diverse cognitieve domeinen
•
Invoering van “beperkte NCS” ter vervanging van “cognitieve stoornis NAO”
•
•
Hoe ver wil je gaan in diagnostiseren? behandelen?
Invoering en wijziging van classificatie criteria bij voor etiologiën (o.a. FTD)
•
Onderverdeling in “waarschijnlijke” of “mogelijke” bekende etiologie
Download