Filosofen PLATO Rationalisme DESCARTES Rationalisme ARISTOTELES Empirisme Filosofie als het schouwen vh onveranderlijke als ladder naar een hogere wereld & als levenshouding. -Nederland + sterft in Stockholm Filosofie als zekere kennis op basis van onbetwijfelbare uitgangspunten. Filosofie als totaalkennis en niet nutsgebonden -> einddoel in zichzelf. °Kennis hoger dan realiteit. °Alles staat vast. °Plato’s cave °Stichtte academie -> Anamnesis °(zoals Socrates) zoektocht naar het goede, maar niet apart van totaalvisie ! + moest betrouwbaar zijn. Centrale rol van de kennisleer ‘hoe kunnen algemene dingen bestaan?’ Opl. : realisme ; betekenis van universele termen bestaan als dingen los van het denken. Kennisleer/vormentheorie Échte kennis = kennis van de volmaakte vormen. Argumenten : onbetwijfelbaarheid en stabiliteit. °Dualistische mensvisie (+ eeuwige ziel) Lich. = aardse wereld. Ziel = vormenwereld. Zekerheid van denken/kennis is mogelijk. (helder & evident & onafh) Discours de la methode (ik denk dus ik ben) Meditationes de prima Philos Principia Philosophiae °God °Grondlegger analytische Wiskunde °Axioma’s °Nativisme °Dualisme Apatheia = vrijzijn vn alle Ataraxie = rust/genot Autarkeia = behoefteloosheid °Plato’s belangrijkste lln °Aanvaarde Plato’s dualisme niet (ziel = stoffelijk, kernvermogen = onstoffelijk) °Vormen zitten in de dingen besloten. °Teleologisch wereldbeeld, centrale rol van verandering en perfectionisering. °Kennis opdoen door de ervaarbare wereld te bestuderen (=doel). °Logica : belang van strikt redeneren om de ervaringsgegevens betrouwbaar te organiseren. °Richten op het ‘ultieme goed’ voor ons. Ethiek : geluk = ons doel °Politiek pragmatisme Zijn + worden -> abstractieprocédé (niet de geest) SOCRATES Rationalisme HUME Empirisme/Sceptisisme ADORNO Negatieve dialectiek Buitenbeentje die leefde naar eigen inzichten (soldaat) + lid van de regering v Athene. Kennis -> sceptische twijfel °Geen metafysica mogelijk °Onafh schrijver Negatieve dialectiek : rationaliteitsidee heeft haar eigen negatie in zich. In 399 ter dood veroordeeld wegens goddeloosheid. Ervan beschuldigd de jeugd op Scepticus en tegenstander gevestigde religies het verkeerde pad te brengen. Hij ontkende maar : ‘Infidel’ aanvaarde de doodstraf (gif) omdat hij dan ontdaan werd van zijn bedriegelijke zintuigen. °Kritiek op bestaande systemen. Tegen de repressieve kapitalistische mpp. Sofisten <-> Socrates Socrates kon relativisme van Sofisten niet aanvaarden. De waarheid bestaat en het goede kan gekend worden. Het is de belang van de zoektocht en niet zozeer het antwoord. °Zorg voor de ziel °Plato als belangrijkste bron °Beschuldiging onvroomheid (Eutyphro) -> discussie. °Socratische ironie : hij weet niets en leert van anderen maar anderen weten ook niets. + geeft Eutyphro gelijk. °Dialektik der Aufklarung -> De mens kan door zijn rede tot bevrijding komen. °Socrates methode : in discussie gaan en op de proef stellen van de tegenstander. Zoektocht naar morele waarheden : Skeptisch, Converstioneel, Empiritsch(inductief) en Deductief. Perceptions impressions Ideas (verschilt in kracht en levendigheid) Sensation (zintuigen) Reflection (denken) °Enkelvoudige ideeën (passief + 1 zintuig) door impressie. °Complexe ideeën (actief + verschillende zintuigen) °Samengestelde ideeën (verschillende impressies maar niet voorkomen) Géén aangeboren zonder impressies/ideeën. °Causaliteit °Sociaal filosoof °Frankfurter Schule ; denken dat zich tegen zichzelf keert (kritiek) °Heerschappij SPENCER Positivisme SPINOZA Rationalisme STIRNER Nihilisme/existentialisme ‘Survival of the fittest’ ‘Principles of biology °Geboren in Amsterdam Als ketter uitgesloten uit Joodse gemeenschap. °Sterft in den Haag. Het eigen ik = de laatste waarde. Alles wat men tot nu toe aan de mens heeft voorgesteld als ideaal is steeds iets wat enkel voor zichzelf staat. Veel belang in God, + de rede brengt ons het dichtste bij God (alleen door de rede!). Niet enkel God, ook de mens moet overwonnen worden opdat het ‘ik’ als waarde zou overblijven. Sociaal Darwinisme 2e grondlegger sociologie Maximale individuele vrijheid Welvaart voor iedereen Wet van de evolutie Substantie = God = Natuur (ethisch ideaal om dichter bij God te komen). De 1e zaak dat de mens moet poneren = zijn eigen 1e zaak. *Monisme (1 substantie!) Lichaam = externe Zelfvervreemding van de mens afbreken. Ziel = interne Ontkennen van de objectieve waarheid. *Pantheïsme (God = Natuur) Nergens in geloven. *Parallelisme (denken & materie) Jong-Hegeliaan die de traditionele waarde God = vertrekpunt van ons denken. afbreekt. Slechts 1 substantie ! Vrijheid als autonomie THALES VAN MILETE Wiskunde/dialectiek & argumentatie Wat ligt aan de basis van het veranderlijke? Dat wat zelf onveranderlijk is (archè). Oorsprong van alles is water. Water is niet louter passief. Ook de universele levenskracht en alles is ‘bezield’ (Goden). Methode van Wiskunde ontwikkeld. Dialectische argumentatie WINDELBAND Anti-positivisme WITTGENSTEIN Logisch empirisme / linguïstiek Historicus filosofie Systematische filosofie Taal, waarheid & (on)zinvolheid. °Joods Filosofie als betekenisanalyse naast wetenschap als meest betrouwbare bron. Cognitie, Linguïstische filosofie , Analytische filosofie ‘Geschichte und Naturwissenschaft’ 2 soorten wetenschap : Geesteswetenschap : psychologie & sociologie Taal & wiskunde : taalspelen en poëzie “The meaning of a word is its use” Taal dat met vakantie gaat. Taal : oppervlakte structuur (alledaags) vs dieptestructuur. Volzinnen (herleiden) vs elementaire proposities (bouwstenen van ons denken & spreken, gedachte dat we willen overbrengen) Zinledig : oordelen die altijd waar zijn. Zinvol : (analytisch & synthetisch) oordelen met een betekenis. -> zelf oordelen of ze waar zijn of niet. Contact met Wiener Kreis bij Russell & Moore ‘Philosophische Untersuchungen” NIETZSCHE Vitalisme / Existentialisme PARMENIDES v. ELEA Rationalisme / Natuurfilosoof Filosofie als ontmaskerende kritiek ‘Filosoof met de hamer’ Pogingen om de ‘verborgen’ of ‘ware werkelijkheid’ achter diversiteit in de realiteit Theorie moet weerlegbaar zijn om die we waarnemen te denken via een wetenschappelijk te zijn (door feiten worden basisprincipe. weerlegd). God = dood, en de mens heeft hem vermoord. Herbekeek vaak zijn eigen standpunten. “Het leven is een strijd waar ieder probeert de anderen te onderwerpen.” Gebruikt géén argumenten, wél retorisch geweld. °Logica -> retoriek Theologie, taal Onterecht geassocieerd met Nazisme Wereldbeschouwlijke implicaties van de wetenschappelijke ontdekkingen van de 19e eeuw. Einde Godsgeloof Wil tot macht Geen God, enkel lichaam + Nihilisme POPPER Wetenschappelijke theorie -> oordelen afleiden. Reageerde op Heraclitus opvatting door het Inductie bestaat niet, er is geen enkele ontkennen van alle verandering. procedure die toelaat een algemene Het zijnde moet 1 en onveranderlijk zijn, anders zou er iets van zijn naar niet-zijn gaan, bewering te bevestigen. maar dat kan niet want het niet-zijnde bestaat niet. Vervreemding van verandering moet vanuit filosofisch oogpunt ‘ontkend’ worden : zij berust louter op mening. Geen verandering betekent ook dat er geen tijd bestaat. worden = een illusie Niets kan tot stand komen of vergaan + bedrieglijke zintuigen. *Zeno : lln (geen beweging) ROUSSEAU Natuur Mens leeft het beste in natuurtoestand. Door de rede en ontwikkeling -> ontaard wezen. Pleit voor meer natuurlijke vorm van leven met aandacht voor de gevoelsmatige aspecten. De mens is van nature goed, maar de samenleving corrumpeert hem. Had grote invloed op Kant Franse revolutie RUSSELL Logisch empirisme/analytische filosofie/empirist/rationalist °Wiskundige °Vervolgde familietraditie van politiek activisme °Verschillende boeken over Logica °Niet gelovig, betoog “Why I Am Not A Christ” -> vrijdenker Russellparadox : ‘Alle verzamelingen hun verzameling die zichzelf niet bevatten. Bevat nu wel of niet ?’ Trichotomie : waar, vals en zinledig ‘verklaren’ = herleiden tot het bekende SCHOPENHAUER Idealisme Transcendentaal idealisme : noumenale verschillen van het fenomenale. °Anti-Hegel ! Enkel het fenomenale is kenbaar. De werkelijkheid is onkenbaar. °Ding an sich = onkenbaar °Pessimist (geen doel -> lijden), de wereld is de hel met de medemens als duivel. Werkelijkheid : alles wat bestaat op 2 manieren bekijken ; -> Wil (mentaal) tot leven -> Voorstelling (fysiek) Zuiver zintuiglijk Theorie van het onbewuste : Wil opereert onafh van het bewustzijn en de mens wordt gedreven door zijn onbewuste gevoelens, doelen. De rede is gericht op leven en wordt beïnvloed door onbewuste gevoelens en motieven. Parallellisme : waarneembare (voorstelling) & diepere (de wil). GEEN VRIJE WIL ! Phenomena = voorstelling (verschijnende) Noumena = wil (dieper) LOCKE Empirisme LYOTARD Postmodernisme MACHIAVELLI Politiek °Epistemologische vragen (kennis) °Oxofrd + Engelse burgeroorlogen & revolutie °Lijfarts ‘Essay concering Human Understanding’ ‘Two treatises of Government’ Enorme invloed op de politieke praktijk. Geest bevat ideas, voorstellingen. Alle dingen waarvan we ons bewust zijn. -> Reflection (denken) -> Sensation (zintuigen) Tabula Rasa : geen aangeboren intuïties, geen nativisme (onbeschreven blad). De grote verhalen die een richting gaven -> tot hun einde gekomen. °Diplomaat °Internationaal °Tijdje bevelhebber van troepen : pleit voor leger uit burgers ipv huurlingen. °Wordt gearresteerd en gefolterd, dan verbannen. Taalspelen : waarheid is lokaal. Grote waarheden bestaan niet meer. Er is geen universele kennis meer, alles is plaatsgebonden. ‘La condition postmoderne : rapport sur le savoir’ ‘Il principe’ De vorst is een handboek voor nieuwe machthebbers. Het doel heiligt de middelen als het doel goed is. Machiavellisme ‘Al onze kennis van de wereld moet uiteindelijk terug te voeren zijn tot de info die we opdoen via de zintuigen.’ Probleem : Hoe kan men van ideas of sensation leiden tot een begrip van objectief bestaande dingen? Hoe kan je weten dat er iets achter die sensatie zit? Probleem tussen relatie secundaire en primaire kenmerken. Primaire kwaliteit : rust, vorm, beweging, ... Secundaire kwaliteit : geur, kleur, smaak, ... Grote verhalen -> taalspelen -> klein verhaal -> waarheden VORST + EFFICIËNTIE (imorele daden?) MARCUSE Repressie MARX Materialisme J. Stuart MILL Utilitarisme / Positivisme Repressie zit in de psychologische structuur van de mens. Paradox mpp : elke ration. Bijdrage resulteert in een verhoogde irrationaliteit van het geheel. Reliteitsbeginsel, nu : presentatiebeginsel : mensen moeten niet alleen op een realistische manier samenleven, ook op prestaties (door performantiebeginsel). °Parijs Wereld = onderworpen aan dialectische ontwikkelings wetten waar het individu geen greep op heeft. De werkelijkheid kent geen continue ontw, wél discontinue overgangen -> conflict. (dialectisch materialisme) Onderscheid tussen verschillende soorten genot. *Productieverhoudingen *Economische stuctuur *Mens onderscheidt zich van het dier door : voorzien in eigen bestaandsmiddelen. *Mpp : productieve krachten -> uitbuiting. *Goederen : menselijke behoefte bevredigen *Vervreemding : product wordt vreemd wezen *Arbeid = vervreemd (= Aliënatie) *Godsdienst = opium voor het volk voor troost in ellendige toestand. Psychologie als basiswetenschap Politiek liberalisme Feminisme Ethiek : Utilitarisme Afwijzen paternalisme Repressieve tolerantie = het tolereren van meningen die repressief of objectief onjuist zijn (irrelevant nieuws). Wetenschap en techniek -> natuur en mens uitbuiten. Fundamentele revolutie ‘one-dimentional man’ Gelukkig bewustzijn (vrede toestand nemen) Manipuleren en conditioneren via consumptiegedrag : gelukkig bew. °Frankfurter Schule Jong-Hegeliaan (mpp hervormen) °Historisch materialisme, Arbeidswaardetheorie, Antropocentrisme. ‘Misère de la Philosophie’ Mens = lid van de mpp. ‘On Liberty’ (over vrijheid), meest invloedrijke boek. Beginsel van causaliteit -> psychologisme STOA – EPICTETUS Stoïcisme T. v. AQUINO Epistemologie W. v. OCKHAM Ontologie Stoa = zuilengang Filosofie als zelfkennis en controle Filosofie en geloof zijn verschillend, maar convergent. Scheermes van Ockham Ontologie Geluk maak je zelf. Andere mensen de schuld geven. Beïnvloed door Aristoteles Moderne filosofie Goddelijke tussenkomst -> zekere kennis God = enige entiteit die niet bewezen moet worden Onderwees de filosofie van de Stoa in zijn school, eerst was hij een slaaf. 2 bronnen van kennis : rede & geloof Realisme Naturalistische epistemologie H. GROTIUS Leefde tijdens de 80j oorlog Geboren in Delft Slim -> 11j unief + advocaat Wegens godsdiensttwisten levenslang gevangen gezet, maar ontsnapt. Goddelijk recht Menselijk recht -burgelijk -natuur HEGEL Duits idealisme / Dialectiek / Rationalisme °KANT Elke fundamentele denkcategorie -> contradicties (geen beperking). Common sense : de reële contradictie = normaal. Alles wat gebeurt -> ontw Geist De werkelijkheid = Geist, is de werkelijkheid die tot inzicht komt in zichzelf. Dialectiek (contradicties): *gesteld *ontkent *hogere waarheid Niets zeggen zonder de rede. ‘Opheffen’ = ‘Aufhebung’ ‘Aufklärung’ door een dynamisch rationeel totaalsysteem. -> zelfbewustworden geest (fenomenologie) Speculatief metafysisch denken Wereld ontplooit zichzelf, Rationeel totaalsysteem, waarheid als wetenschappelijk systeem. °Uil van Minerva (reflectie) BENTHAM Utilitarisme Rechtsfilosoof Utilitarisme & Liberalisme Oxford Pleiten voor vrijheid Bevordering van het geluk. BERGSON Vitalisme GIORDANO Heliocentrisme CARNAP Logisch positivisme 2 manieren om naar de wereld te kijken : Analytisch Metafyfisch Aanhanger heliocentrische theorie van Copernicus Oneindig heelal Empirist : kennis -> zintuiglijke ervaring ‘L’evolution créatrice’ Docetisme en pantheïsme brandstapel Martelaar voor vrije gedachte. DERRIDA Poststructuralisme / Deconstructie Grondlegger deconstructie Alvleesklierkanker Derridiaanse school van de psychoanalyse DILTHEY Anti-positivisme HABERMAS Kritisch neomarxisme Hermeneutiek en levensfilosofie Theorie over publieke sfeer Subject en object laten zich niet scheiden. Vertegenwoordiger van de Frankfurter Schule Belevingen vormen een samenhang + zijn inherent verbonden aan verleden, heden en toekomst + dynamische structuur. Mpp kritiek (op Marx) Pragmatisme Verstaan = nabeleven van een beleving -> reconstructie van een betekenis. Geesteswetenschaps filosofie NW : verklaren GEESTES : verstaan Herrschaftsfreie COMTE A. Positivisme DIOGENES Ascetisme EPICURUS Atomisme Wetenschaps filosoof Sociologie Religie van de mensheid Behoefteloosheid, ‘aan het zichzelf genoeg hebben’ = atarkeia Grondlegger Epicurisme Persoonlijk geluk en genot, vermijden van pijn en verdriet. Cours de philosophie positive : *theologisch stadium *metafysisch stadium *positieve stadium Psychologie is overbodig, want je kan het niet waarnemen. Psychologie = sociologie en biologie. Ascetisme Cynisme Sloot zich aan bij Antisthenes. Moto : Leef in het verborgene Zelfbevrediging in het openbaar = toppunt van atarkeia en wijsheid. Alexander de Grootte : veel interesse in Diogenes Classificatie van de wetenschap. School der cynici (<-> anti-positivisme : werkelijkheid niet enkel via 1 wetenschappelijke methode) Ataraxia : geestelijk ‘genot’ en onverstoorbaarheid. Theologie : Goden die een zorgeloos leven leiden Goddeloze filosofie Atomisme : alles kan mechanistisch verklaren worden. Geluk : *noodzakelijke *luxe *macht/rijkdom Epicurus heeft mensen van bijgeloof en vrees voor de goden bevrijdt. ANAXIMANDER & ANAXIMENES Kosmologie Anaximander : De ‘arche’ = onzichtbare oerstof to apeiron = het onbegrensde, onbepaalde. Het 1e van alles wat bestaat is tijdloos en eeuwig en bevat alle wereld. Binnen de wereld is niet afhoudende strijd of oorlog tussen de tegengestelde krachten. °Kosmologie : geocentrisch ; hemellichamen in 3 ‘étages’ zon, maan, aarde -> sterren. Zuilentrommel -> aarde rust op niets. Anaximenes : Lucht = de oerstof van alles, alles = lucht. Mechanisme op basis waarvan alle bestaande en verschillende dingen tot stand komen. De concrete objecten zijn dan het resultaat van verdunning of verdichting van lucht als neutrale stof. 1e : observatie als bron AUGUSTINUS Weten en wijsheid door geloof. Filosofie : geloof & godsdienst Filosofie onderschikt aan theologie Dualisme Relatie met vrije wil en ethiek ‘Goed zingen = dubbel bidden’ Geen verleden en toekomst. AUSTIN J. Taalfilosofie ‘How to do things with words’ Taaldaden ‘Ik beloof je dat ik je dat geld zal teruggeven’ Lucutionaire act (inhoud) Illocutionair (realisatie) Perlocutionair (wat willen we realiseren/doel) FEUERBACH Antropologie Mens staat centraal in godsdienst + de zintuigen. Religie = opvolging van noodzakelijke stadia in de groei van de mens tot zelfkennis. Mens leert zich kennen in een geprojecteerd wezen, erna : kenmerken van God aan zichzelf toeschrijven. FOUCAULT *waarheid *macht *lust *het zelf Archeologische methode : -geschiedenis ontwikkeld discontinu -waarheid is tijdelijke contructie -> effect -zelfbewustzijn mens -> verdwenen HEIDEGGER Fenomenologie / Ontologie Zoektocht ‘het zijn van het zijnde’ ‘Sein en Zeit’ (zijn en tijd) Fundamentele rol van de tijdelijkheid van het menselijk bestaan. Zelfbedachte Duitse woorden en begrippen. Wat is metafysica? ‘Das wesen des Christentums’ Aandacht voor de intentionaliteitsrelatie Verderzetting van Hegels’ denken (Kritiek) Daseinanalyse van het in-der-welt-sein Als ontologie. Godsdienst = antropologie ipv theologie Religie = bevrediging van de mens Godsdienst = een illusie (God als projectie van de mens) °Jong-Hegeliaan Meer nadruk op het zijn. Bestaan van de mens onderzoeken Aanval op de wetenschap Fenomenologie ‘hermeneutiek’ interpreteren. HERAKLEITOS Ontstaan wijsbegeerte uit de Griekse visie op mens en natuur. °Duits °120 fragmenten bekend De zoektocht naar het duurzame en het onveranderlijke als basis voor het veranderlijke = een hopeloze onderneming. ALLES is veranderlijk = zekerheid (alles vloeit) De ware wereld of kosmos, werd geconstrueerd als een autonomisch, zichzelf regelend organisme -> altijd levend. Kosmos : vuur : altijd levend, ontvlammen in maten en uitdoven in maten. Men kan géén 2 keer in dezelfde rivier stappen. (Rivier van Herakleitos) Oorlog = vader van alles. Geen chaos : alles is doordrongen van een logos : structuur van wereld. Vuur (archè + concreet element) Alles is inwisselbaar met vuur. Hogere organisate van het zelf -> ‘psuché’ °Filosofisch zelfbewustzijn (onderz zichzelf) HOBBES T. Materialisme KANT Kritische filosofie °Oxford °Bezocht Galileo Verlichting ! Filosofie als kennis van de voorwaarden van kennis. Macht tot waarheid -> mens in de greep houden. Causaliteit! (denken) Autonoom moraal, plichtsmoraal. Schatplichting aan Rousseau Mechanisme Menselijke geest = machine (mechanisch denk en mens/wereld beeld) ‘De corpore’, ‘De Homine’, ‘De Cive’. Blasfemiewet (tegen Hobbes) Oxford verbrandt De Cive en Leviathan Copernicaanse omwenteling (subject)! Kenleer : Kritik Der Reinen Vernuft (herkennende ik) Kritik Der Urteilskraft (beoordelingsvermogen) Kennis = Phenomena (verschijnselen) en Noumena = de gekende dingen. A priori (zintuiglijkheid en verstand) Kritiek : *zuivere reden *praktische reden (moraal) *oordeelskracht Metafysica = onmogelijk ! (geen kennis mogelijk > zelfde denkwijze als Hume) Aufklarung -> filosofische eeuw Transcendentaal (voorwaarde kennis) NW kennis ten grondslag Kants’ oplossing : fenomenen door de wereld worden veroorzaakt ; 3 verschillende oordelen *Analytische/synthetische en synthetische a priori *Hypothetisch vs categor. Imperatief (moreel) Handel zoals je zelf behandeld wil worden. RORTY Pragmatisme RYLE Linguïstische filosofie SARTRE Existentialisme Sceptisch ten aanzien van de mogelijkheid om van de filosofie dmv taalkundige analyses een exacte wetenschap te maken. ‘The concept of mind’ Nobelprijs literatuur : weigerde deze uit angst om van zijn vrijheid te worden beroofd. Analytische filosofie 2 soorten problemen : echte filosofische problemen (logische opl) Pseudo-filosofische problemen (niet logische opl) Argumentatie Taalfilosofie Behaviorisme Cartesiaans dualisme moet verworpen worden. Geest onafh van lichaam = fout ! Category mistake Pessimist? Anti-communisme SCHLICK Logisch positivisme HUSSERL Fenomenologie RICKERT Anti-positivisme Kennistheorie en ethiek Ervaringen in het subject als uitgangspunt voo verheldering -> methode. Methodologisch fundamenteel onder de geesteswetenschap leggen. Intentionaliteit : wereld als geheel van fenomenen & wereld als geheel van objecten. Bekritiseerd Dilthey en zegt dat cultuur een wezenlijk kenmerk van de mens is en niet als natuurlijk en innerlijk verschijnsel. Anti-relativisme Anti-positivisme Werkelijkheid is 1 empirisch verschijnsel Vermoord door student door zijn kritische blik op nazi’s ‘Een oordeel heeft alleen betekenis als het een observeerbaar verschil uitmaakt of het al dan niet waar is.’ Bewustzijn onderzoeken -> in verschillende soorten intentionaliteit ‘Logische Untersuchungen’ ‘Die krisis der europäischen’ Subject-object relatie Ontologie KIERKEGAARD S. Existentialisme Antifilosoof (volgens zichzelf) Taal vervreemdt ons van de levende ervaring °Jong-Hegeliaan Bestaan moet niet gedacht worden, wel geleefd. 2 soorten denken : Objectief Subjectief Werkelijkheid bestaat, maar is niet uit te drukken. Religieus God zou zijn gezin vervloekt hebben. Zijn filosofie is een poging om in contact te komen met het echte, concrete menselijke en werkelijke. Werkelijkheidservaring als strikt individueel. Existentiële (subjectief) vs objectieve denken (Efterskrift). Mens niet in staat om ethisch te leven. *esthetisch stadium *ethisch stadium *religieus stadium