Filosofen en begrippenlijst

advertisement
Filosofen
PLATO
Rationalisme
DESCARTES
Rationalisme
ARISTOTELES
Empirisme
Filosofie als het schouwen vh onveranderlijke
als ladder naar een hogere wereld & als
levenshouding.
-Nederland + sterft in Stockholm
Filosofie als zekere kennis op basis van
onbetwijfelbare uitgangspunten.
Filosofie als totaalkennis en niet
nutsgebonden -> einddoel in zichzelf.
°Kennis hoger dan realiteit.
°Alles staat vast.
°Plato’s cave
°Stichtte academie -> Anamnesis
°(zoals Socrates) zoektocht naar het goede,
maar niet apart van totaalvisie ! + moest
betrouwbaar zijn.
 Centrale rol van de kennisleer
‘hoe kunnen algemene dingen bestaan?’
Opl. : realisme ; betekenis van universele
termen bestaan als dingen los van het
denken.
 Kennisleer/vormentheorie
Échte kennis = kennis van de volmaakte
vormen. Argumenten : onbetwijfelbaarheid
en stabiliteit.
°Dualistische mensvisie (+ eeuwige ziel)
Lich. = aardse wereld. Ziel = vormenwereld.
Zekerheid van denken/kennis is mogelijk.
(helder & evident & onafh)
 Discours de la methode (ik denk dus
ik ben)
 Meditationes de prima Philos
 Principia Philosophiae
°God
°Grondlegger analytische Wiskunde
°Axioma’s
°Nativisme
°Dualisme
Apatheia = vrijzijn vn alle
Ataraxie = rust/genot
Autarkeia = behoefteloosheid
°Plato’s belangrijkste lln
°Aanvaarde Plato’s dualisme niet (ziel =
stoffelijk, kernvermogen = onstoffelijk)
°Vormen zitten in de dingen besloten.
°Teleologisch wereldbeeld, centrale rol van
verandering en perfectionisering.
°Kennis opdoen door de ervaarbare wereld
te bestuderen (=doel).
°Logica : belang van strikt redeneren om de
ervaringsgegevens betrouwbaar te
organiseren.
°Richten op het ‘ultieme goed’ voor ons.
 Ethiek : geluk = ons doel
°Politiek pragmatisme
Zijn + worden -> abstractieprocédé (niet de
geest)
SOCRATES
Rationalisme
HUME
Empirisme/Sceptisisme
ADORNO
Negatieve dialectiek
Buitenbeentje die leefde naar eigen inzichten
(soldaat) + lid van de regering v Athene.
Kennis -> sceptische twijfel
°Geen metafysica mogelijk
°Onafh schrijver
Negatieve dialectiek : rationaliteitsidee heeft
haar eigen negatie in zich.
In 399 ter dood veroordeeld wegens
goddeloosheid. Ervan beschuldigd de jeugd op
Scepticus en tegenstander gevestigde religies
het verkeerde pad te brengen. Hij ontkende maar
: ‘Infidel’
aanvaarde de doodstraf (gif) omdat hij dan
ontdaan werd van zijn bedriegelijke zintuigen.
°Kritiek op bestaande systemen. Tegen de
repressieve kapitalistische mpp.
Sofisten <-> Socrates
Socrates kon relativisme van Sofisten niet
aanvaarden. De waarheid bestaat en het goede
kan gekend worden. Het is de belang van de
zoektocht en niet zozeer het antwoord.
°Zorg voor de ziel
°Plato als belangrijkste bron
°Beschuldiging onvroomheid (Eutyphro) ->
discussie.
°Socratische ironie : hij weet niets en leert van
anderen maar anderen weten ook niets. + geeft
Eutyphro gelijk.
°Dialektik der Aufklarung
-> De mens kan door zijn rede tot bevrijding
komen.
°Socrates methode : in discussie gaan en op de
proef stellen van de tegenstander. Zoektocht
naar morele waarheden : Skeptisch,
Converstioneel, Empiritsch(inductief) en
Deductief.
Perceptions  impressions
 Ideas (verschilt in kracht en
levendigheid)
Sensation (zintuigen)
Reflection (denken)
°Enkelvoudige ideeën (passief + 1 zintuig)
door impressie.
°Complexe ideeën (actief + verschillende
zintuigen)
°Samengestelde ideeën (verschillende
impressies maar niet voorkomen)
Géén aangeboren zonder impressies/ideeën.
°Causaliteit
°Sociaal filosoof
°Frankfurter Schule ; denken dat zich tegen
zichzelf keert (kritiek)
°Heerschappij
SPENCER
Positivisme
SPINOZA
Rationalisme
STIRNER
Nihilisme/existentialisme
‘Survival of the fittest’
‘Principles of biology
°Geboren in Amsterdam
Als ketter uitgesloten uit Joodse
gemeenschap.
°Sterft in den Haag.
Het eigen ik = de laatste waarde.
Alles wat men tot nu toe aan de mens heeft
voorgesteld als ideaal is steeds iets wat enkel
voor zichzelf staat.
Veel belang in God, + de rede brengt ons het
dichtste bij God (alleen door de rede!).
Niet enkel God, ook de mens moet
overwonnen worden opdat het ‘ik’ als
waarde zou overblijven.
Sociaal Darwinisme
2e grondlegger sociologie
Maximale individuele vrijheid
Welvaart voor iedereen
Wet van de evolutie
Substantie = God = Natuur (ethisch ideaal om
dichter bij God te komen).
De 1e zaak dat de mens moet poneren = zijn
eigen 1e zaak.
*Monisme (1 substantie!)
Lichaam = externe
Zelfvervreemding van de mens afbreken.
Ziel = interne
Ontkennen van de objectieve waarheid.
*Pantheïsme (God = Natuur)
Nergens in geloven.
*Parallelisme (denken & materie)
Jong-Hegeliaan die de traditionele waarde
God = vertrekpunt van ons denken.
afbreekt.
Slechts 1 substantie !
Vrijheid als autonomie
THALES VAN MILETE
Wiskunde/dialectiek &
argumentatie
Wat ligt aan de basis van het veranderlijke?
Dat wat zelf onveranderlijk is (archè).
Oorsprong van alles is water.
Water is niet louter passief. Ook de
universele levenskracht en alles is ‘bezield’
(Goden).
Methode van Wiskunde ontwikkeld.
Dialectische argumentatie
WINDELBAND
Anti-positivisme
WITTGENSTEIN
Logisch empirisme / linguïstiek
Historicus filosofie
Systematische filosofie
Taal, waarheid & (on)zinvolheid.
°Joods
Filosofie als betekenisanalyse naast wetenschap
als meest betrouwbare bron.
Cognitie, Linguïstische filosofie , Analytische
filosofie
‘Geschichte und Naturwissenschaft’
2 soorten wetenschap :
Geesteswetenschap : psychologie &
sociologie
Taal & wiskunde : taalspelen en poëzie
“The
meaning of a word is its use”
Taal dat met vakantie gaat.
Taal : oppervlakte structuur (alledaags) vs
dieptestructuur.
Volzinnen (herleiden) vs elementaire proposities
(bouwstenen van ons denken & spreken,
gedachte dat we willen overbrengen)
Zinledig : oordelen die altijd waar zijn.
Zinvol : (analytisch & synthetisch) oordelen met
een betekenis. -> zelf oordelen of ze waar zijn of
niet.
Contact met Wiener Kreis bij Russell & Moore
‘Philosophische Untersuchungen”
NIETZSCHE
Vitalisme / Existentialisme
PARMENIDES v. ELEA
Rationalisme / Natuurfilosoof
Filosofie als ontmaskerende kritiek
‘Filosoof met de hamer’
Pogingen om de ‘verborgen’ of ‘ware
werkelijkheid’ achter diversiteit in de realiteit
Theorie moet weerlegbaar zijn om
die we waarnemen te denken via een
wetenschappelijk te zijn (door feiten worden
basisprincipe.
weerlegd).
God = dood, en de mens heeft hem
vermoord.
Herbekeek vaak zijn eigen standpunten.
“Het leven is een strijd waar ieder probeert
de anderen te onderwerpen.”
Gebruikt géén argumenten, wél retorisch
geweld.
°Logica -> retoriek
Theologie, taal
Onterecht geassocieerd met Nazisme
Wereldbeschouwlijke implicaties van de
wetenschappelijke ontdekkingen van de 19e
eeuw.
 Einde Godsgeloof
 Wil tot macht
Geen God, enkel lichaam + Nihilisme
POPPER
Wetenschappelijke theorie -> oordelen
afleiden.
Reageerde op Heraclitus opvatting door het
Inductie bestaat niet, er is geen enkele
ontkennen van alle verandering.
procedure die toelaat een algemene
Het zijnde moet 1 en onveranderlijk zijn,
anders zou er iets van zijn naar niet-zijn gaan, bewering te bevestigen.
maar dat kan niet want het niet-zijnde
bestaat niet.
Vervreemding van verandering moet vanuit
filosofisch oogpunt ‘ontkend’ worden : zij
berust louter op mening.
Geen verandering betekent ook dat er geen
tijd bestaat.
worden = een illusie
Niets kan tot stand komen of vergaan +
bedrieglijke zintuigen.
*Zeno : lln (geen beweging)
ROUSSEAU
Natuur
Mens leeft het beste in natuurtoestand.
Door de rede en ontwikkeling -> ontaard
wezen.
Pleit voor meer natuurlijke vorm van leven
met aandacht voor de gevoelsmatige
aspecten.
De mens is van nature goed, maar de
samenleving corrumpeert hem.
Had grote invloed op Kant
Franse revolutie
RUSSELL
Logisch empirisme/analytische
filosofie/empirist/rationalist
°Wiskundige
°Vervolgde familietraditie van politiek
activisme
°Verschillende boeken over Logica
°Niet gelovig, betoog “Why I Am Not A Christ”
-> vrijdenker
Russellparadox : ‘Alle verzamelingen hun
verzameling die zichzelf niet bevatten. Bevat
nu wel of niet ?’
Trichotomie : waar, vals en zinledig
‘verklaren’ = herleiden tot het bekende
SCHOPENHAUER
Idealisme
Transcendentaal idealisme : noumenale
verschillen van het fenomenale.
°Anti-Hegel !
Enkel het fenomenale is kenbaar.
De werkelijkheid is onkenbaar.
°Ding an sich = onkenbaar
°Pessimist (geen doel -> lijden), de wereld is de
hel met de medemens als duivel.
Werkelijkheid : alles wat bestaat op 2 manieren
bekijken ;
-> Wil (mentaal) tot leven
-> Voorstelling (fysiek)
Zuiver zintuiglijk
Theorie van het onbewuste : Wil opereert onafh
van het bewustzijn en de mens wordt gedreven
door zijn onbewuste gevoelens, doelen. De rede is
gericht op leven en wordt beïnvloed door
onbewuste gevoelens en motieven.
Parallellisme : waarneembare (voorstelling) &
diepere (de wil). GEEN VRIJE WIL !
Phenomena = voorstelling (verschijnende)
Noumena = wil (dieper)
LOCKE
Empirisme
LYOTARD
Postmodernisme
MACHIAVELLI
Politiek
°Epistemologische vragen (kennis)
°Oxofrd + Engelse burgeroorlogen & revolutie
°Lijfarts
‘Essay concering Human Understanding’
‘Two treatises of Government’
Enorme invloed op de politieke praktijk.
Geest bevat ideas, voorstellingen. Alle dingen
waarvan we ons bewust zijn.
-> Reflection (denken)
-> Sensation (zintuigen)
Tabula Rasa : geen aangeboren intuïties, geen
nativisme (onbeschreven blad).
De grote verhalen die een richting gaven ->
tot hun einde gekomen.
°Diplomaat
°Internationaal
°Tijdje bevelhebber van troepen : pleit voor
leger uit burgers ipv huurlingen.
°Wordt gearresteerd en gefolterd, dan
verbannen.
Taalspelen : waarheid is lokaal. Grote
waarheden bestaan niet meer.
Er is geen universele kennis meer, alles is
plaatsgebonden.
‘La condition postmoderne : rapport sur le
savoir’
‘Il principe’ De vorst is een handboek voor
nieuwe machthebbers. Het doel heiligt de
middelen als het doel goed is.
Machiavellisme
‘Al onze kennis van de wereld moet uiteindelijk
terug te voeren zijn tot de info die we opdoen via
de zintuigen.’
Probleem : Hoe kan men van ideas of sensation
leiden tot een begrip van objectief bestaande
dingen? Hoe kan je weten dat er iets achter die
sensatie zit? Probleem tussen relatie
secundaire en primaire kenmerken.
 Primaire kwaliteit : rust, vorm,
beweging, ...
 Secundaire kwaliteit : geur, kleur,
smaak, ...
Grote verhalen -> taalspelen -> klein verhaal
-> waarheden
VORST + EFFICIËNTIE (imorele daden?)
MARCUSE
Repressie
MARX
Materialisme
J. Stuart MILL
Utilitarisme / Positivisme
Repressie zit in de psychologische structuur
van de mens.
Paradox mpp : elke ration. Bijdrage resulteert
in een verhoogde irrationaliteit van het
geheel.
Reliteitsbeginsel, nu : presentatiebeginsel :
mensen moeten niet alleen op een
realistische manier samenleven, ook op
prestaties (door performantiebeginsel).
°Parijs
Wereld = onderworpen aan dialectische
ontwikkelings wetten waar het individu geen
greep op heeft.
De werkelijkheid kent geen continue ontw,
wél discontinue overgangen -> conflict.
(dialectisch materialisme)
Onderscheid tussen verschillende soorten
genot.
*Productieverhoudingen
*Economische stuctuur
*Mens onderscheidt zich van het dier door :
voorzien in eigen bestaandsmiddelen.
*Mpp : productieve krachten -> uitbuiting.
*Goederen : menselijke behoefte bevredigen
*Vervreemding : product wordt vreemd
wezen
*Arbeid = vervreemd (= Aliënatie)
*Godsdienst = opium voor het volk voor
troost in ellendige toestand.
Psychologie als basiswetenschap
Politiek liberalisme
Feminisme
Ethiek : Utilitarisme
Afwijzen paternalisme
Repressieve tolerantie = het tolereren van
meningen die repressief of objectief onjuist
zijn (irrelevant nieuws).
Wetenschap en techniek -> natuur en mens
uitbuiten.
Fundamentele revolutie
‘one-dimentional man’
Gelukkig bewustzijn (vrede toestand nemen)
Manipuleren en conditioneren via
consumptiegedrag : gelukkig bew.
°Frankfurter Schule
Jong-Hegeliaan (mpp hervormen)
°Historisch materialisme,
Arbeidswaardetheorie, Antropocentrisme.
‘Misère de la Philosophie’
Mens = lid van de mpp.
‘On Liberty’ (over vrijheid), meest
invloedrijke boek.
Beginsel van causaliteit -> psychologisme
STOA – EPICTETUS
Stoïcisme
T. v. AQUINO
Epistemologie
W. v. OCKHAM
Ontologie
Stoa = zuilengang
Filosofie als zelfkennis en controle
Filosofie en geloof zijn verschillend, maar
convergent.
Scheermes van Ockham
Ontologie
Geluk maak je zelf.
Andere mensen de schuld geven.
Beïnvloed door Aristoteles
Moderne filosofie
Goddelijke tussenkomst -> zekere kennis
God = enige entiteit die niet bewezen moet
worden
Onderwees de filosofie van de Stoa in zijn
school, eerst was hij een slaaf.
2 bronnen van kennis : rede & geloof
Realisme
Naturalistische epistemologie
H. GROTIUS
Leefde tijdens de 80j oorlog
Geboren in Delft
Slim -> 11j unief + advocaat
Wegens godsdiensttwisten levenslang
gevangen gezet, maar ontsnapt.
 Goddelijk recht
 Menselijk recht
-burgelijk -natuur
HEGEL
Duits idealisme / Dialectiek /
Rationalisme
°KANT
Elke fundamentele denkcategorie ->
contradicties (geen beperking).
Common sense : de reële contradictie =
normaal.
Alles wat gebeurt -> ontw Geist
De werkelijkheid = Geist, is de werkelijkheid
die tot inzicht komt in zichzelf.
Dialectiek (contradicties): *gesteld *ontkent
*hogere waarheid
Niets zeggen zonder de rede.
‘Opheffen’ = ‘Aufhebung’
‘Aufklärung’ door een dynamisch rationeel
totaalsysteem.
-> zelfbewustworden geest (fenomenologie)
Speculatief metafysisch denken
Wereld ontplooit zichzelf, Rationeel
totaalsysteem, waarheid als
wetenschappelijk systeem.
°Uil van Minerva (reflectie)
BENTHAM
Utilitarisme
Rechtsfilosoof
Utilitarisme & Liberalisme
Oxford
Pleiten voor vrijheid
Bevordering van het geluk.
BERGSON
Vitalisme
GIORDANO
Heliocentrisme
CARNAP
Logisch positivisme
2 manieren om naar de wereld te kijken :
 Analytisch
 Metafyfisch
Aanhanger heliocentrische theorie van
Copernicus
Oneindig heelal
Empirist : kennis -> zintuiglijke ervaring
‘L’evolution créatrice’
Docetisme en pantheïsme  brandstapel
Martelaar voor vrije gedachte.
DERRIDA
Poststructuralisme /
Deconstructie
Grondlegger deconstructie
Alvleesklierkanker
Derridiaanse school van de psychoanalyse
DILTHEY
Anti-positivisme
HABERMAS
Kritisch neomarxisme
Hermeneutiek en levensfilosofie
Theorie over publieke sfeer
Subject en object laten zich niet scheiden.
Vertegenwoordiger van de Frankfurter
Schule
Belevingen vormen een samenhang + zijn
inherent verbonden aan verleden, heden en
toekomst + dynamische structuur.
Mpp kritiek (op Marx)
Pragmatisme
Verstaan = nabeleven van een beleving ->
reconstructie van een betekenis.
Geesteswetenschaps filosofie
NW : verklaren
GEESTES : verstaan
Herrschaftsfreie
COMTE A.
Positivisme
DIOGENES
Ascetisme
EPICURUS
Atomisme
Wetenschaps filosoof
Sociologie
Religie van de mensheid
Behoefteloosheid, ‘aan het zichzelf genoeg
hebben’ = atarkeia
Grondlegger Epicurisme
Persoonlijk geluk en genot, vermijden van
pijn en verdriet.
Cours de philosophie positive :
*theologisch stadium
*metafysisch stadium
*positieve stadium
Psychologie is overbodig, want je kan het
niet waarnemen. Psychologie = sociologie en
biologie.
Ascetisme
Cynisme
Sloot zich aan bij Antisthenes.
Moto : Leef in het verborgene
Zelfbevrediging in het openbaar = toppunt
van atarkeia en wijsheid.
Alexander de Grootte : veel interesse in
Diogenes
Classificatie van de wetenschap.
School der cynici
(<-> anti-positivisme : werkelijkheid niet
enkel via 1 wetenschappelijke methode)
Ataraxia : geestelijk ‘genot’ en
onverstoorbaarheid.
Theologie : Goden die een zorgeloos leven
leiden
Goddeloze filosofie
Atomisme : alles kan mechanistisch verklaren
worden.
Geluk : *noodzakelijke *luxe *macht/rijkdom
Epicurus heeft mensen van bijgeloof en vrees
voor de goden bevrijdt.
ANAXIMANDER & ANAXIMENES
Kosmologie
Anaximander : De ‘arche’ = onzichtbare
oerstof to apeiron = het onbegrensde,
onbepaalde.
Het 1e van alles wat bestaat is tijdloos en
eeuwig en bevat alle wereld.
Binnen de wereld is niet afhoudende strijd of
oorlog tussen de tegengestelde krachten.
°Kosmologie : geocentrisch ; hemellichamen
in 3 ‘étages’ zon, maan, aarde -> sterren.
Zuilentrommel -> aarde rust op niets.
Anaximenes : Lucht = de oerstof van alles,
alles = lucht.
Mechanisme op basis waarvan alle
bestaande en verschillende dingen tot stand
komen. De concrete objecten zijn dan het
resultaat van verdunning of verdichting van
lucht als neutrale stof.
1e : observatie als bron
AUGUSTINUS
Weten en wijsheid door geloof.
Filosofie : geloof & godsdienst
Filosofie onderschikt aan theologie
Dualisme
Relatie met vrije wil en ethiek
‘Goed zingen = dubbel bidden’
Geen verleden en toekomst.
AUSTIN J.
Taalfilosofie
‘How to do things with words’
Taaldaden
‘Ik beloof je dat ik je dat geld zal teruggeven’
Lucutionaire act (inhoud)
Illocutionair (realisatie)
Perlocutionair (wat willen we
realiseren/doel)
FEUERBACH
Antropologie
Mens staat centraal in godsdienst + de
zintuigen.
Religie = opvolging van noodzakelijke stadia
in de groei van de mens tot zelfkennis.
Mens leert zich kennen in een geprojecteerd
wezen, erna : kenmerken van God aan
zichzelf toeschrijven.
FOUCAULT
*waarheid
*macht
*lust
*het zelf
Archeologische methode :
-geschiedenis ontwikkeld discontinu
-waarheid is tijdelijke contructie -> effect
-zelfbewustzijn mens -> verdwenen
HEIDEGGER
Fenomenologie / Ontologie
Zoektocht ‘het zijn van het zijnde’
‘Sein en Zeit’ (zijn en tijd)
Fundamentele rol van de tijdelijkheid van het
menselijk bestaan.
Zelfbedachte Duitse woorden en begrippen.
Wat is metafysica?
‘Das wesen des Christentums’
Aandacht voor de intentionaliteitsrelatie
Verderzetting van Hegels’ denken (Kritiek)
Daseinanalyse van het in-der-welt-sein
Als ontologie.
Godsdienst = antropologie ipv theologie
Religie = bevrediging van de mens
Godsdienst = een illusie (God als projectie
van de mens)
°Jong-Hegeliaan
Meer nadruk op het zijn.
Bestaan van de mens onderzoeken
Aanval op de wetenschap
Fenomenologie
‘hermeneutiek’ interpreteren.
HERAKLEITOS
Ontstaan wijsbegeerte uit de Griekse visie op
mens en natuur.
°Duits
°120 fragmenten bekend
De zoektocht naar het duurzame en het
onveranderlijke als basis voor het
veranderlijke = een hopeloze onderneming.
ALLES is veranderlijk = zekerheid (alles vloeit)
De ware wereld of kosmos, werd
geconstrueerd als een autonomisch, zichzelf
regelend organisme -> altijd levend.
Kosmos : vuur : altijd levend, ontvlammen in
maten en uitdoven in maten.
Men kan géén 2 keer in dezelfde rivier
stappen. (Rivier van Herakleitos)
Oorlog = vader van alles.
Geen chaos : alles is doordrongen van een
logos : structuur van wereld.
Vuur (archè + concreet element) Alles is
inwisselbaar met vuur.
Hogere organisate van het zelf -> ‘psuché’
°Filosofisch zelfbewustzijn (onderz zichzelf)
HOBBES T.
Materialisme
KANT
Kritische filosofie
°Oxford
°Bezocht Galileo
Verlichting !
Filosofie als kennis van de voorwaarden van
kennis. Macht tot waarheid -> mens in de greep
houden.
Causaliteit! (denken)
Autonoom moraal, plichtsmoraal.
Schatplichting aan Rousseau
Mechanisme
Menselijke geest = machine (mechanisch
denk en mens/wereld beeld)
‘De corpore’, ‘De Homine’, ‘De Cive’.
Blasfemiewet (tegen Hobbes)
Oxford verbrandt De Cive en Leviathan
Copernicaanse omwenteling (subject)!
Kenleer : Kritik Der Reinen Vernuft (herkennende
ik)
Kritik Der Urteilskraft (beoordelingsvermogen)
Kennis = Phenomena (verschijnselen) en
Noumena = de gekende dingen.
A priori (zintuiglijkheid en verstand)
Kritiek : *zuivere reden *praktische reden
(moraal) *oordeelskracht
Metafysica = onmogelijk ! (geen kennis mogelijk > zelfde denkwijze als Hume)
Aufklarung -> filosofische eeuw
Transcendentaal (voorwaarde kennis)
NW kennis ten grondslag
Kants’ oplossing : fenomenen door de wereld
worden veroorzaakt ; 3 verschillende oordelen
*Analytische/synthetische en synthetische a
priori
*Hypothetisch vs categor. Imperatief (moreel)
Handel zoals je zelf behandeld wil worden.
RORTY
Pragmatisme
RYLE
Linguïstische filosofie
SARTRE
Existentialisme
Sceptisch ten aanzien van de mogelijkheid
om van de filosofie dmv taalkundige analyses
een exacte wetenschap te maken.
‘The concept of mind’
Nobelprijs literatuur : weigerde deze uit
angst om van zijn vrijheid te worden beroofd.
Analytische filosofie
2 soorten problemen :
 echte filosofische problemen (logische
opl)
 Pseudo-filosofische problemen (niet
logische opl)
Argumentatie
Taalfilosofie
 Behaviorisme
Cartesiaans dualisme moet verworpen
worden.
Geest onafh van lichaam = fout !
Category mistake
Pessimist?
Anti-communisme
SCHLICK
Logisch positivisme
HUSSERL
Fenomenologie
RICKERT
Anti-positivisme
Kennistheorie en ethiek
Ervaringen in het subject als uitgangspunt
voo verheldering -> methode.
Methodologisch fundamenteel onder de
geesteswetenschap leggen.
Intentionaliteit : wereld als geheel van
fenomenen & wereld als geheel van
objecten.
Bekritiseerd Dilthey en zegt dat cultuur een
wezenlijk kenmerk van de mens is en niet als
natuurlijk en innerlijk verschijnsel.
Anti-relativisme
Anti-positivisme
Werkelijkheid is 1 empirisch verschijnsel
Vermoord door student door zijn kritische
blik op nazi’s
‘Een oordeel heeft alleen betekenis als het
een observeerbaar verschil uitmaakt of het al
dan niet waar is.’
Bewustzijn onderzoeken -> in verschillende
soorten intentionaliteit
‘Logische Untersuchungen’
‘Die krisis der europäischen’
Subject-object relatie
Ontologie
KIERKEGAARD S.
Existentialisme
Antifilosoof (volgens zichzelf)
Taal vervreemdt ons van de levende ervaring
°Jong-Hegeliaan
Bestaan moet niet gedacht worden, wel geleefd.
2 soorten denken :
 Objectief
 Subjectief
Werkelijkheid bestaat, maar is niet uit te drukken.
Religieus
God zou zijn gezin vervloekt hebben.
Zijn filosofie is een poging om in contact te komen
met het echte, concrete menselijke en werkelijke.
Werkelijkheidservaring als strikt individueel.
Existentiële (subjectief) vs objectieve denken
(Efterskrift).
Mens niet in staat om ethisch te leven.
*esthetisch stadium
*ethisch stadium
*religieus stadium
Download