PSG decentrale CAO – voorstel lesdefinitie

advertisement
CAO Openbaar voortgezet onderwijs Twente
Inleiding
De drie scholen voor openbaar voortgezet onderwijs in Twente, te weten de OSG Erasmus
(Almelo), de OSG Hengelo (Hengelo) en Het Stedelijk Lyceum (Enschede) kiezen er in het
verlengde van de reeds tussen hen bestaande samenwerking (bestuurlijke
krachtenbundeling) voor een gelijkluidende CAO voor de bij hen in dienst zijnde
werknemers vast te stellen.
Op het gebied van personeelsbeleid werken de drie scholen reeds sinds 1 augustus 1998
samen met als doel het voeren van een geïntegreerd kwaliteitsbeleid en personeelsbeleid,
hetgeen zich met name heeft geuit in de totstandkoming van een gezamenlijke beleidsnota
‘Werkgelegenheid, mobiliteit en sociaal statuut’, vastgesteld op 1 december 2000.
De belangrijkste uitgangspunten voor deze CAO zijn:

werkdrukvermindering
De docenten krijgen een lagere maximale lessentaak, te weten 25 lesuren per week,
terwijl de werkdruk tegelijk wordt verminderd door de aanstelling van extra OOPmedewerkers die een deel van de leraarstaken overnemen. Bovendien is er
verruiming van de tijd voor voorbereiding en nawerk.

onderwijsvernieuwing
Onderwijsvernieuwing wordt met name gericht op de pedagogisch-didactische
vernieuwing, ICT-vaardigheden, projectmatig werken, externe contacten en
dergelijke, waarbij de drie scholen hun eigen speerpunten kunnen kiezen.

zorg op maat
De drie scholen streven naar aandacht voor de individuele werknemer en zijn
specifieke wensen ten aanzien van de uitvoering van deze regelingen en dit beleid.
In de uitvoering kunnen per school of vestiging verschillen bestaan.
De beoogde looptijd van deze CAO is één schooljaar, en wel het schooljaar 2002/2003.
De drie scholen wensen de door de VOS/ABB in samenspraak met de vakcentrales
opgestelde Kader-CAO voor het voortgezet onderwijs over te nemen, en de in deze KaderCAO opengehouden beleidsruimte in te vullen met een op de drie openbare VO-scholen in
Twente toegesneden eigen CAO-document.
Het is van belang dat werknemers van de drie betrokken scholen op sommige
voorzieningen slechts éénmaal een beroep kunnen doen, ook al zouden zij naar één van
de beide andere Twentse scholen overstappen. Het betreft het betaald ouderschapsverlof,
en de reiskostenregeling voor zover het gaat om de voorziening in het eerste en tweede
jaar na indiensttreding.
Tot slot wijzen partijen erop dat gedurende de looptijd van de CAO een integraal
personeelsbeleidsplan wordt opgesteld.
20-7-2017
Kenmerk: 020112/bel/not
1
Begripsbepalingen
Les:
Een les is een ingeroosterd moment waarop aan leerlingen kennis wordt overgedragen,
begeleiding of ondersteuning in dienst van het onderwijskundig proces wordt gegeven,
dan wel prestaties van één of meer leerlingen aan een mondeling of schriftelijk onderzoek
worden onderworpen, en waaraan voorbereiding en nawerk is verbonden.
Voorbereiding en nawerk:
Onder voorbereiding en nawerk worden alle rechtstreeks aan lesgeven gerelateerde
werkzaamheden verstaan.
Artikel 1
Taakbelasting
In aanvulling op het bepaalde in de Kader-CAO hanteren de drie Twentse scholen de
volgende uitgangspunten voor het taakbelastingbeleid:
1. Het schooljaar kent minimaal 180 lesdagen en een aantal overige schooldagen.
2. Het taakbelastingbeleid is gericht op een evenwichtige spreiding van op te dragen
werkzaamheden en werkdruk over het schooljaar van werknemers behorende tot
dezelfde functiecategorie.
3. Het taakbeleid biedt met inachtneming van het schoolbelang ruimte aan
medewerkers om tot zelfstandige, individuele invulling te komen waarbinnen
medewerkers kunnen kiezen voor gedifferentieerde werkzaamheden. Ook wordt
extra aandacht besteed aan individuele personeelsleden en groepen die bij een
normale toedeling van taken te zwaar worden belast.
4. Binnen het taakbelastingbeleid wordt mede rekening gehouden met incidenteel
voorkomende vervangingswerkzaamheden. Het verrichten van
vervangingswerkzaamheden door leraren blijft zoveel mogelijk beperkt tot
incidentele gevallen.
5. Via deze CAO komt een toetsingskader voor het bepalen van de taaklast tot stand.
Verdere uitwerking van het taakbelastingbeleid wordt door de werkgever in overleg
met het personeelsdeel van de onderscheiden medezeggenschapsraad
vormgegeven.
6. Van het gevoerde taakbelastingbeleid wordt verslag gedaan in het sociaal
jaarverslag.
Artikel 2 Taakbeleid leraren
In aanvulling op het bepaalde in de Kader-CAO hanteren de drie Twentse scholen de
volgende uitgangspunten voor het taakbeleid.
1. Per 1 augustus 2002 worden aan de leraar ten hoogste 750 klokuren aan lessen
opgedragen op 180 lesdagen uitgaande van een 50 minutenrooster.
Hierdoor verzorgt een leraar ten hoogste 25 lessen van 50 minuten per week.
De tijd voor voorbereiding en nawerk bedraagt 75% van de lestijd. Op Het Stedelijk
Lyceum vindt invoering hiervan plaats per 1 augustus 2003.
20-7-2017
Kenmerk: 020112/bel/not
2
2. Met instemming van een leraar kan deze, indien dit niet leidt tot verdringing van
andere leraren aan de desbetreffende school, binnen diens normbetrekking met een
wekelijkse lestaak van 26 of 27 lesuren van 50 minuten worden belast.
In voorkomend geval worden schriftelijke afspraken gemaakt voor telkens één
schooljaar.
3. De toedeling van uren aan taken geschiedt op schoolniveau in overleg met het
personeelsdeel van de medezeggenschapsraad. De schoolleiding bepaalt na
overleg met de betrokken docent de toedeling van taken.
4. Op onderwijskundige gronden en met het oog op beheersing van de werkdruk kan
worden gekozen voor periodisering van het onderwijs. In voorkomende gevallen
kan de lessentaak gedurende een periode worden verhoogd met ten hoogste twee
lessen, mits deze verhoging binnen hetzelfde schooljaar wordt gecompenseerd in
een aansluitende periode. Indien op grond van lid 2 van dit artikel al meer lessen
worden gegeven, is dit lid niet van toepassing.
5. Binnen de normjaartaak wordt 166 uur aangemerkt als uren ter bevordering van de
deskundigheid. Hiervan wordt 50% door de werkgever in overleg met de werknemer
bepaald in samenhang met het scholingsbeleid en het persoonlijk ontwikkelingsplan.
Over de besteding van het totaal aantal uren deskundigheidsbevordering legt de
leraar verantwoording af aan de schoolleiding tijdens een functioneringsgesprek.
overzicht
lessentaak: 36 x 25 x 50 minuten x 1,75/60 =
overige taken:
deskundigheidsbevordering:
totaal:
1.312,5 uur
180,5 uur
166 uur +
1.659 uur
Artikel 3 Taakbeleid onderwijsondersteunend personeel en directie
1. Leden van het onderwijsondersteunend personeel die zijn belast met lesgebonden
of behandeltaken worden met ten hoogste 750 klokuren aan lesgebonden en
behandeltaken belast.
2. Binnen de normjaartaak van de in lid 1 bedoelde groep wordt 166 uur aangemerkt
als uren ter bevordering van de deskundigheid. Hiervan wordt 50% door de
werkgever in overleg met de werknemer bepaald in samenhang met het
scholingsbeleid en het persoonlijk ontwikkelingsplan. Over de besteding van het
totaal aantal uren deskundigheidsbevordering legt de betrokkene verantwoording af
aan de schoolleiding tijdens een functioneringsgesprek.
3. De werkgever stelt gedurende de looptijd van deze CAO extra
onderwijsondersteunend personeel aan onder meer ten behoeve van de
pauzesurveillance.
4. De werknemer die behoort tot het onderwijsondersteunend personeel wiens salaris
wordt vastgesteld volgens één der schalen 1 tot en met 10 heeft recht op een
verschuivingtoeslag als hij in opdracht van de werkgever werkzaamheden verricht
op een ander tijdstip dan oorspronkelijk ingeroosterd en de tijd tussen het geven van
de opdracht en het begin van het verrichten van de verschoven werkzaamheden
minder dan 96 uur beslaat. De toeslag bedraagt 50% van de percentages als
genoemd in artikel 2.5, derde lid van de Kader-CAO. In afwijking hiervan heeft de
betrokken werknemer geen recht op een verschuivingtoeslag indien hij reeds in
aanmerking komt voor een compensatie in verband met overwerk.
20-7-2017
Kenmerk: 020112/bel/not
3
5. Er wordt structureel werkoverleg gevoerd. De werkgever ziet toe op naleving van
deze bepaling.
Artikel 4 Beschikbaarheid
1. De beschikbaarheid van de werknemers geschiedt aan de hand van onderstaande tabel.
werktijdfactor
t/m 0,1
t/m 0,2
t/m 0,3
t/m 0,4
t/m 0,5
t/m 0,6
t/m 0,7
t/m 0,8
t/m 0,9
> 0,9
maximum aantal dagdelen
2
2
3
4
5
6
7
8
9
10
maximum aantal
dagen
1
2
2
3
3
4
4
4
5
5
2. De dagen waarop de werknemer in deeltijd zijn werkzaamheden moet vervullen worden
na overleg met de werknemer éénmaal per jaar door de werkgever vastgelegd, waarbij
zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met andere verplichtingen van de werknemer.
Wijzigingen gedurende het jaar zijn mogelijk in overleg met de werknemer.
3. De werkgever kan per schooljaar ten hoogste zes dagdelen in afwijking van de
beschikbaarheidstabel aanwijzen voor teamvergaderingen, studiedagen en dergelijke.
4. De werknemer die BAPO-verlof geniet wordt met inachtneming van de
beschikbaarheidstabel ingezet als ware hij een deeltijder.
Artikel 5
faciliteiten beginnende leraren
De component “overige taken” van beginnende leraren wordt in het eerste jaar van hun
dienstverband bij de werkgever verminderd met 40 klokuren en vastgesteld op 140,5 uur,
waarbij werkgever en werknemer tevoren afspraken hebben gemaakt over een
scholings/begeleidingstraject.
Artikel 6
scholings- en loopbaanbeleid
1. De werkgever voert in overleg met het personeelsdeel van de
medezeggenschapsraad een actief scholingsbeleid gericht op de professionele
ontwikkeling van de instelling en de werknemers.
2. De werkgever vergoedt alle in redelijkheid door de werknemer in de uitvoering van
dit scholingsbeleid te maken studiekosten. De vergoeding kan zowel in tijd als in
geld plaatsvinden.
20-7-2017
Kenmerk: 020112/bel/not
4
3. De werkgever ontwikkelt het scholingsbeleid aldus dat in het schooljaar 2004/2005
persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) tot het normale
arbeidsvoorwaardenpakket van de werkgever gaan behoren. Scholingsafspraken
vormen een onderdeel van het persoonlijk ontwikkelingsplan.
4. De werkgever vordert aan de werknemer verstrekte vergoedingen voor het volgen
van een studie slechts terug:
- indien de werknemer niet het afgesproken resultaat behaalt door aan hem
toe te rekenen feiten en omstandigheden;
- indien de werknemer op eigen verzoek binnen drie jaar nadat de studie is
afgerond het dienstverband bij de werkgever beëindigt en vooraf tussen
werkgever en werknemer is overeengekomen dat voor de desbetreffende
studie (gedeeltelijke) terugbetaling om deze reden aan de orde kan zijn.
Artikel 7
functies
1. Voor de functies van het onderwijsondersteunend personeel en de directie wordt
FUWA VO toegepast. Eventuele hieruit voortvloeiende salarisverhogingen worden
met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2002 toegekend.
2. In het schooljaar 2002/2003 wordt gestart met de voorbereiding van de invoering
van FUWA VO voor de leraarsfuncties. De invoering vindt uiterlijk op 1 augustus
2004 plaats.
3. De werkgever zal per 1 augustus 2004 tenminste twaalf procent van de LB-functies
omzetten in LC-functies.
4. Het percentage structurele LD-functies zal minimaal gelijk blijven aan het niveau van
1 augustus 2002.
Artikel 8
faciliteiten medezeggenschap
De werkgever stelt de medezeggenschapsraad faciliteiten beschikbaar waarvan de
omvang tenminste gelijk is aan de in de Wet op de ondernemingsraden voorgeschreven
faciliteiten en de faciliteiten van de medezeggenschapsraad op 1 augustus 2002.
Artikel 9
reiskosten woon- werkverkeer
De werknemer heeft in afwijking van de in de Kader-CAO opgenomen regeling ook in het
tweede jaar van diens dienstverband aanspraak op een reiskostenvergoeding voor het
woon-werkverkeer die overeenkomt met de vergoeding die is bepaald voor het eerste jaar
na indiensttreding.
Addendum
Ten aanzien van artikel 2 lid 1 is afgesproken dat de invoering bij Het Stedelijk Lyceum per
1 augustus 2003 plaatsvindt en dat in het cursusjaar 2002/2003 de jaartaak met 25 uur zal
worden verminderd. De vermindering zal plaatsvinden door middel van 2 collectieve extra
vrije dagen binnen de 180 lesdagen en een vermindering van de jaartaak met 9 klokuren in
het cursusjaar 2003/2004.
20-7-2017
Kenmerk: 020112/bel/not
5
Download