OOG IN OOG MET GOD - door Jezus Christus Preek over Johannes 14:9 en Lucas 19:1-10 Lelystad, TV-dienst 26 maart / 9 april 2006 R.J.Vreugdenhil Het stond pas in de krant: Tachtig procent van de jongeren bidt wel eens. Tachtig procent. Dus ook veel jongeren die helemaal niet religieus zijn. Ze bidden ook niet tot God of tot Jezus. Maar ze zoeken wel kracht. Ze verwachten iets van een hogere macht. Noem het God of Allah of noem het helemaal niets, maar ergens moet er wel iets zijn. Herkent u dat ook? Zo’n vaag gevoel dat er ergens wel meer moet zijn dan wat je kunt zien. Of misschien bent u er wel zeker van: er is een God - dat kan niet anders. Maar het kan zo vaag blijven. Zo ongrijpbaar. Ook al ben je er misschien mee opgegroeid. Of je hebt het gehoord op school: mooie verhalen uit de bijbel. Verhalen over God die mensen helpt. Mensen die het ervaren hebben in hun eigen leven. Abraham, Mozes, David. Toen was God blijkbaar dichtbij. Maar nu... God is zo vaag, zo ver weg. Dat kan ook je ervaring zijn als je regelmatig op zondag in de kerk zit. Misschien kijkt u wel heel vaak op zondagmorgen naar dit programma. Maar blijft het toch iets op een afstand. Alsof je altijd in de verte een hoge berg ziet waar met grote letters GOD op staat. Altijd als je omhoog kijkt, zie je dat staan: GOD. Ergens is Hij er wel. Soms half in de wolken. Soms zijn de letters heel vaag en amper te zien. Andere keren misschien heel duidelijk, als de zon schijnt. Maar altijd ver weg. Ergens weet je ‘God is er’, maar dichterbij komt het niet. Zou u dichterbij willen komen? Die God van ergens ver weg - wilt u Hem van dichtbij kennen? Bent u - misschien onbewust - toch wat op zoek naar hem? Hoe hebben Thorsten en Fred dat gedaan? Zij zijn die berg opgeklommen, om dat verre woord ‘God’ van dichtbij te zien? Of ging dat anders? [Fragment 2 Fred en Thorsten; God was er in m’n leven, dat ontdekte ik; ik leerde Jezus Christus kennen] God kwam naar hén toe. 1 Eerst stond het woord ‘GOD’ nog met vage letters ergens hoog op een berg. Maar zonder dat zij die berg op hoefde te klimmen, kwam God naar hen toe. De vage letters werden helder. En wat lazen ze, toen God heel dichtbij kwam? Jezus Christus. Als God dichtbij komt en laat zien wie Hij echt is, dan doet Hij dat door Jezus Christus. Dat staat in de bijbel in Johannes 1:18. Niemand heeft ooit God gezien. Dat schrijft Johannes als hij terugkijkt naar de eeuwen daarvoor. De geschiedenis van het volk Israël. Waar die mooie bijbelverhalen over gaan. Abraham, Mozes, David - zij hebben bijzondere dingen beleefd. Ik kan me voorstellen, als u iets van die verhalen kent, dat u wel eens jaloers bent. Toen was God veel dichterbij. Toen merkten ze nog eens wat. Merkte u zoiets ook maar eens, of niet? En toch: niemand heeft ooit God gezien. Ook die mensen toen, de mensen in de bijbelverhalen, ze hebben God niet echt gekend. Er bleef altijd een afstand. Wel dichterbij dan zo vaag in de verte. Maar toch een afstand Niemand heeft ooit God gezien. Maar, schrijft Johannes dan verder, de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen. De Zoon kent zijn Vader het beste. Dat is bij ons ook zo. U kent mij, zoals ik hier op de preekstoel ben. Maar mijn kinderen kennen mij zoals ik thuis ben. Jezus Christus, de Zoon van God, kent God zoals Hij echt is. En Hij heeft God dicht bij ons gebracht. Dichterbij dan ooit in de tijd van Abraham of Mozes. De enige Zoon, Jezus Christus, heeft ons hem doen kennen. Bij Jezus sta je oog in oog met God. Zijn leerling Filippus was zo’n drie jaar met Jezus mee geweest. Hij had heel veel met Jezus meegemaakt. Filippus vraagt dan: Heer, wij zouden zo graag God de Vader zien. En Jezus reageert verbaast: Filippus, nu loop je al zo lang met me mee en ken je me nu nog niet? Je wilt God de Vader zien? Kijk naar mij! Als je mij gezien hebt, heb je de Vader gezien. Als je Mij kent, ken je God. Als u zou zeggen: ik wil God van dichterbij kennen. Ik wil Hem zien. Concreet, dichtbij, want ik vind het allemaal zo vaag.... dan zegt Jezus: denk eens aan Mij. Kijk naar Mij. Ik ben concreet en tastbaar en zichtbaar. Als je Mij ziet, sta je oog in oog met God. Jezus zegt het ook tegen U: wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Wilt u God dichterbij zien? Kijk naar Jezus. 2 *** Maar hoe kun je nu naar Jezus kijken? Filippus zat toen met Jezus aan tafel. Híj kon hem alles vragen. Maar Jezus zit niet bij u op de bank. Hoe kunt u dan toch naar Jezus kijken en zo oog in oog met God staan? Kijken naar Jezus, dat is nu: lezen in de bijbel over de ontmoetingen die Hij had. Kijken hoe Hij met mensen omging. Zoals met Zacheüs. Jongens en meisjes, jullie zongen het net: er is geen plaats, er is geen plaats, Zacheus is te klein. Ja, een klein meneertje. Zoals hier op deze tekening, die pas op de kinderclub gemaakt is. Hij kon niet over andere mensen heenkijken. En ik denk dat hij ook niet goed tussen de mensen door naar voren durfde dringen. Want hij wist best dat de mensen een hekel aan hem hadden. Hij was een tollenaar. En hij was helemaal niet eerlijk. Hij pakte veel te veel geld van de mensen af. Toen klom hij maar in een boom. Zie je Zacheüs zitten, hoog in de boom? Daar kan hij over iedereen heenkijken. En de mensen kunnen hem niet zien. Dat was voor hem wel zo veilig. Veilig op een afstand kijken. Maar Jezus blijft niet op een afstand. Precies onder die boom waar Zacheüs zit, blijft Jezus staan en hij kijkt omhoog. Hij kijkt Zacheüs recht in zijn ogen. Ik wou dat ik er bij geweest was. Hebt u dat niet? Moet u eens voorstellen: die ogen waarmee Jezus naar Zacheüs keek. Kunt u zich dat indenken: zoveel liefde, zo uitnodigend, zo warm. Kom, Zacheüs. Ik wil bij jou zijn! Oog in oog met Jezus. Oog in oog met God. Geen afstand meer. Geen verre, vage God, maar heel dichtbij. Niet omdat je ontzettend je best gedaan hebt en heel religieus geworden bent en op eigen kracht naar hem toe geklommen... Maar omdat Hij naar jou toekwam. Dat gebeurde met Zacheüs. 3 Dat gebeurde op een heel andere manier met Fred en met Thorsten. Dat gebeurt elke keer weer als mensen Jezus Christus leren kennen. Ik hoop dat het met u gebeurd is. Of dat het zal gebeuren. Ik hoop dat u verder komt dan ‘ergens is er wel een god’. Die God is er inderdaad, en Hij wil graag dat u Hem leert kennen. U mag zijn liefde leren kennen. U mag geloven dat Hij ook bij u aanklopt, net als bij Zacheüs: hoor eens, ik wil ook in jouw leven zijn. U mag geloven dat Jezus u aankijkt. Zoals toen bij Zacheüs. Maar ook dat Hij u aankijkt vanaf het kruis. Deze week gedenken we de Goede Vrijdag. Jezus offerde zichzelf op. Hij stierf aan het kruis voor u. Hij kijkt u aan en zegt: Ik doe het voor jou, want Ik heb jou lief! Hij kijkt u ook aan als de levende Heer. Het werd Pasen. Jezus leeft. Hij is Heer in de hemel. Hij kijkt u aan en zegt: ik wil ook Heer zijn in jouw leven. En dan gebeurt er wat! Zacheüs verandert. Hij had zijn tot nu toe zijn hele leven geleefd voor zijn geld, nu gaat hij een heleboel weggeven. Zo’n grote verandering is er niet altijd bij iedereen. Bij Fred en bij Thorsten bleven veel dingen hetzelfde. En toch veranderde er ook heel veel. [fragment 3 - Fred en Thorsten; door het leren kennen van Christus veranderde ik] Oog in oog met God. Niet God ergens vaag, ver weg. Maar heel dichtbij. Jezus Christus, Hij kijkt naar je met ogen vol liefde. Hij vraagt: ben ik welkom bij jou? Ik wil je graag laten zien wie God voor jou is! **** Ik zou nu graag voor u willen bidden. Voor u, voor anderen, ik bid het ook voor mezelf. Dat u en ik steeds meer oog in oog mogen staan met God. 4 God in de hemel. God die wij niet kunnen zien. Ik bid U: laat uzelf zien door Jezus Christus. Ik bid dat voor mezelf, want ik heb het steeds weer nodig. Ik bid het voor mensen hier in de kerk en voor mensen thuis. Ik bid het voor de mensen die ik niet kan zien, maar U ziet ze wel. Wilt U hen Jezus laten zien. Laat ze oog in oog met U staan. Laat ze ontdekken dat U geen verre God bent, maar dichtbij, met liefde. Heer Jezus Christus, u plukte Zacheüs uit zijn boom, want U wilde hem redden. Zo bent U aan het werk geweest met Fred en met Thorsten. Ik bid u voor andere mensen die merken dat U hen niet loslaat. Zoek hen op. Kom bij hen binnen. Breng de liefde en de genade en de zorg van God dichtbij. Heer, ik geloof dat U dat zult doen. Want groot is uw liefde, groot is uw genade. AMEN 5