HOOFDSTUK 1 – VERENIGD EN VERSCHEURD (1477

advertisement
HOOFDSTUK 1 – VERENIGD EN VERSCHEURD (1477-1555)
Intropagina’s (pagina 8-9)
1 Waarom wordt Karel V de ‘machtigste vorst in eeuwen’ genoemd?
2 Waaruit bestond de bijzondere band die Karel V had met de Nederlanden?
3 Wat wilde Karel V zijn toehoorders duidelijk maken in zijn korte toespraak van 25
oktober 1555?
Oriëntatiekennis (pagina 10-11)
1 Welk verband is er tussen de reformatie en de toenemende macht van de koningen in
Europa?
2 Wie was in de 16e eeuw de machtigste vorst in Europa (en waardoor)?
3 De meeste Nederlandse gewesten waren vanouds min of meer zelfstandige staatjes.
Hoe en wanneer werden ze verenigd?
1.1
De koningen van Engeland en Frankrijk (pagina 12-13)
Centralisatie
1 Noem drie maatregelen die de nieuwe Engelse koning Hendrik VII nam om zijn positie
te verstevigen.
2 Wat was de positie van het Engelse parlement?
3 Noem twee overeenkomsten en één verschil tussen de positie van de koning van
Engeland en de koning van Frankrijk.
4 Wat wordt bedoeld met ‘absolute macht’?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
1
Stichting van de Anglicaanse kerk
5 Hoe reageerden koningen op de reformatie?
6 Waarom veranderde Hendrik VIII van trouwe katholiek tot stichter van een ‘eigen’
Anglicaanse kerk?
7 Nam Hendrik VIII alle ideeën van de reformatie over? Leg je antwoord uit.
Begin geloofsvervolging in Frankrijk
8 Waarom bleven de Franse koningen wel katholiek?
9 Waardoor veranderde de Franse koning Frans I van gematigd katholiek in een fel
vervolger van protestanten?
1.2
De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers (pagina 1415)
Bourgondiërs en Habsburgers
1 Wat was in de Middeleeuwen de staatkundige toestand van de Nederlanden?
2 Leg uit hoe de Bourgondische vorsten een zekere mate van eenheid in de Nederlanden
probeerden te krijgen.
3 Hoe kwamen de Nederlanden onder het huis van Habsburg?
Karel V
4 Welke ‘titels’ had Karel V, en aan welke daarvan ontleende hij weinig en aan welke
daarvan juist veel macht?
Het bestuur van de Nederlanden
5 Leg uit hoe Karel V de centralisatiepolitiek in de Nederlanden voortzette.
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
2
6 Wat was de oorsprong van de functies van landvoogd en stadhouder?
7 Waarom voerde Karel V in de Nederlandse nieuwe belastingen (zoals de Tiende
Penning) in?
8 Leg uit hoe Karel V de zeventien Nederlands gewesten tot één staatkundige eenheid
maakte.
1.3
Karel V en de reformatie (pagina 16-17)
Reformatie in Duitsland
1 Leg met een voorbeeld uit dat er aan het einde van de middeleeuwen veel onvrede
was over de rooms-katholieke kerk.
2 Wat was voor Luther aanleiding om de katholieke kerk aan te vallen, en waardoor
vonden zijn ideeën zo snel navolging?
3 Noem drie punten waar de (meeste) kerkhervormers het over eens waren.
4 Waarom namen in Duitsland Duitse vorsten de leiding bij de kerkhervorming?
5 Hoe reageerde Karel V op de reformatie – en hoe succesvol was hij daarin?
Onderdrukking in de Nederlanden
6 Hoe reageerde Karel V op de reformatie in de Nederlanden?
7 Het aantal terechtgestelde protestanten was in de Nederlanden relatief laag. Hoe is dat
te verklaren?
8 Hoe stond de reformatie in de Nederlanden ervoor toen Karel V in 1555 aftrad?
Calvijn
9 Noem vier kenmerken van de calvinistische leer.
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
3
1.4
Economie en maatschappij in de Nederlanden (pagina 18-19)
Vlaanderen en Brabant
1 Leg uit dat Vlaanderen en Brabant rond 1500 de rijkste en economisch meest
ontwikkelde gewesten waren.
2 Waaraan dankte Antwerpen zijn positie als centrum van de wereldhandel?
De handel van Holland
3 Waardoor was Holland in de 14e en 15e eeuw zo verstedelijkt?
4 Wat wordt bedoeld met ‘moedernegotie’ en hoe is het ontstaan van die moedernegotie
te verklaren?
5 Hoe profiteerde Amsterdam van de groei van de Hollandse handel?
Hollandse landbouw
6 Leg uit hoe het ontbreken van een sterke feodale traditie het ontstaan van
commerciële landbouw in Holland mogelijk maakte.
7 Waardoor wist Holland veel autonomie af te dwingen?
HOOFDSTUK 2 – DE NEDERLANDSE OPSTAND (1555-1588)
Intropagina’s (pagina 24-25)
1 In 1580 verklaarde Filips II Willem van Oranje vogelvrij. Waarom, en wat hield dat in?
2 Kun je zeggen dat deze vogelvrijverklaring Willem van Oranje het leven heeft gekost?
3 Hielp de moord op Willem van Oranje Filips II bij het neerslaan van de Nederlandse
Opstand? Gebruik in je antwoord het kaartje op bladzijde 24.
Oriëntatiekennis (pagina 26-27)
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
4
1 Leg uit hoe Filips II reageerde op de reformatie.
2 Waardoor (mede) wist Filips II de Opstand niet neer te slaan?
3 Waardoor werd Willem van Oranje de belangrijkste edelman in de Nederlanden?
4 Hoe was de relatie tussen Willem van Oranje en Filips II?
5 Welke oorzaken worden genoemd van de Gouden Eeuw in de Republiek?
2.1
Rust in Engeland, oorlog in Frankrijk (pagina 28-29)
Bloody Mary en de Virgin Queen
1 Welk beleid voerde ‘Bloody Mary’ op godsdienstig gebied?
2 Welk beleid voerde Elizabeth I (de ‘Virgin Queen’) op godsdienstig gebied?
3 Waarom was de toekomst van het protestantisme in Engeland onder Elizabeth I nog
jarenlang onzeker?
4 Waarom steunde Elisabeth I de Nederlandse opstandelingen?
5 Waardoor ging de onoverwinnelijk geachte Armada ten onder?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
5
Hugenoten
6 Onder welke bevolkingsgroepen in Frankrijk had Calvijn de meeste aanhangers?
7 Wat was de positie van de hugenoten (protestanten) in Frankrijk omstreeks 1570?
De Bloedbruiloft
8 Wat was de aanleiding voor de ‘Bloedbruiloft’?
9 Vat in twee zinnen samen wat de Bloedbruiloft inhield.
10 Leg uit hoe de troonwisseling van 1584 leidde tot verheviging van de burgeroorlog in
Frankrijk.
2.2
Opstand in de Nederlanden (1566-1576) (pagina 30-31)
Beeldenstorm
1 Welke drie redenen worden genoemd voor de ontevredenheid in de Nederlanden vanaf
1559?
2 Wat hield het ‘smeekschrift’ van 1566 in?
3 Leg uit welk verband je zou kunnen trekken tussen hagenpreken en de Beeldenstorm.
4 Waarom stuurde Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden?
5 Welke maatregelen nam ‘de ijzeren hertog’ (Alva) bij aankomst in de Nederlanden?
Het begin van de Opstand
6 Wie worden bedoeld met ‘geuzen’?
7 Wat wordt gezien als het begin van de Nederlandse Opstand (en Tachtigjarige
Oorlog)?
8 In welk deel van de Republiek had de Opstand het meeste succes?
9 Leg uit wat er mis ging in de strijd van Filips II tegen de opstandelingen in Holland en
Zeeland.
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
6
Pacificatie van Gent
10 Wat hield de ‘Pacificatie van Gent’ in?
2.3
Een calvinistische Republiek (1576-1588) (pagina 32-33)
De Unie van Utrecht
1 Wat was het doel van de Unie van Atrecht en wat van de Unie van Utrecht?
2 Wat hield het ‘Plakkaat van Verlatinghe’ in?
3 Wat was het doel van de benoemingen van de hertog van Anjou en de graaf van
Leicester tot landsheer van de Nederlanden?
4 Leg uit waarom in 1588 de ondergang van de Armada (waarschijnlijk) het bestaan van
de jonge Republiek redde.
Oranje en de calvinisten
5 Welke oplossing zag Willem van Oranje voor de geloofsverdeeldheid in de Republiek en
waardoor bleek die oplossing niet haalbaar?
Vrijheid van geweten
6 Het calvinisme werd in de Republiek geen ‘staatsgodsdienst’; de Gereformeerde Kerk
werd er wel de ‘publieke kerk’. Leg uit wat het verschil is.
7 Hoe was de godsdienstige situatie in de Republiek in de praktijk?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
7
2.4
Het begin van de Gouden Eeuw (pagina 34-35)
De val van Antwerpen
1 De term Gouden Eeuw blijkt van toepassing op slechts een deel van de Republiek. Leg
uit waarom.
2 In welke twee opzichten was de Gouden Eeuw een voortzetting van eerdere
ontwikkelingen?
3 Leg uit hoe het oorlogsverloop van de Opstand de noordelijke gewesten (vooral
Holland) economisch voordeel opleverde.
De voorsprong van de Republiek
4 Welke factoren belemmerden de economische ontwikkeling van Frankrijk?
5 Leek de economische toestand in Engeland het meest op die in Frankrijk of op die in
de Republiek?
Een versnipperd land
6 Waaruit blijkt dat de Republiek economisch geen echte eenheid was?
7 Welke vier verschillen worden genoemd tussen de kustprovincies en de landprovincies
van de Republiek?
8 Leg uit waarom de kleine, overzichtelijke schaal van het bestuur (vooral in Holland en
Zeeland) een voordeel kon zijn.
HOOFDSTUK 3 – EEN GOUDEN EEUW VOOR DE REPUBLIEK (1588-1648)
Intropagina’s (pagina 40-41)
1 Waarom was het voor de Republiek belangrijk het stadje Grol op de Spanjaarden te
veroveren?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
8
2 Leg uit waarom de verovering van Grol door Frederik Hendrik gezien werd als een
‘knap staaltje krijgskunde’.
3 Hoe kon een klein land als de Republiek er toch zo’n sterk leger op nahouden?
Oriëntatiekennis (pagina 42-43)
1 In welk opzicht was de Republiek een uitzondering in haar tijd?
2 Was Frederik Hendrik tevreden met die uitzonderlijke toestand?
3 Leg uit dat de positie van Fredrik Hendrik – ook al ‘leefde’ hij als een vorst – echt
anders was dan die van de koningen van Engeland en Frankrijk.
4 Welke ontwikkeling maakte Spanje door in de 17e eeuw?
5 Beschrijf in drie zinnen het karakter van de Dertigjarige Oorlog.
6 Welk gevolg had de vrede van 1648 voor het Duitse rijk?
3.1
Burgeroorlog in Engeland, godsdienstvrede in Frankrijk (pagina 44-45)
Burgeroorlog in Engeland
1 Wat hield het Drievoudig Verbond in? (en wat was het doel ervan?)
2 Wat zorgde voor spanningen tussen de Engelse koningen (Jacobus I en Karel I) en het
parlement?
3 Waarom liet koning Karel I in 1610, na elf jaar, het parlement weer bijeenroepen?
4 Wat was de aanleiding voor de Engelse burgeroorlog?
5 Beschrijf in twee zinnen de afloop van de Engelse burgeroorlog.
Hendrik IV en het Edict van Nantes
6 Waarom deed de protestantse koning Hendrik IV afstand van zijn protestantse geloof?
7 Wat hield het Edict van Nantes in?
Richelieu
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
9
8 In 1610 verkeerde Frankrijk (na een periode van relatieve rust) in crisis. Hoe ontstond
die crisis en hoe werd zij bedwongen?
9 Waarom liet de katholiek Richelieu Frankrijk (in de Dertigjarige Oorlog) meevechten
aan protestantse zijde?
3.2
De eerste twintig jaar van de Republiek (pagina 46-47)
De soevereine Staten
1 Wat was de boodschap van de ‘Deductie’ die de Goudse regent Francois Vrancken in
1587 schreef?
2 De Republiek was een statenbond. Wat hield dat in?
3 Waardoor was Holland met afstand het machtigste gewest in de Republiek?
De Republiek gered
4 Waarom betekende de ondergang van de Spaanse Armada (1588) de redding van de
Republiek?
5 Wat waren belangrijke oorzaken van het militaire succes van de Republiek na 1588?
6 Leg uit waarom de Republiek en Spanje in 1609 wel tot een wapenstilstand kwamen,
maar niet tot een echte vrede.
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
10
Maurits en Van Oldenbarnevelt
7 Beschrijf de machtspositie van de stadhouder in de Republiek.
8 Beschrijf de machtspositie van de raadpensionaris van Holland (vooral Van
Oldenbarnevelt) in de Republiek.
9 Hoe stelde Van Oldenbarnevelt zich op tegenover de stadhouders Willem van Oranje
en Maurits?
3.3
Van Twaalfjarig Bestand naar Vrede van Münster (pagina 48-49)
Maurits versus Van Oldenvarnevelt
1 Tussen welke ‘stromingen’ ontstond tijdens het Twaalfjarig Bestand grote
verdeeldheid?
2 Het religieuze conflict groeide uit tot een politiek conflict. Noem daar twee redenen
voor.
3 In 1617 leek het op een burgeroorlog uit te draaien. Hoe kwam dat?
4 Hoe reageerde Maurits op de ‘uitdaging’ van Holland?
5 Welke actie ondernam de Staten-Generaal?
Veroveringen Frederik Hendrik
6 Hoe verliepen de eerste oorlogsjaren na afloop van het Twaalfjarig Bestand?
7 Wat maakte een einde aan de Spaanse successen?
De Vrede van Münster
8 Wat bracht de Spaanse koning tot het besluit om vrede te sluiten met de Republiek?
9 Hoe reageerde de Republiek in eerste instantie op de Spaanse wens om vrede te
sluiten?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
11
10 Welke afspraken werden gemaakt in het vredesverdrag van Münster dat Spanje en
de Republiek in 1648 sloten?
11 Waarom zou je kunnen stellen dat het tweede deel van de Tachtigjarige Oorlog ‘voor
niets’ was geweest?
3.4
De Gouden Eeuw (pagina 50-51)
Centrum van handelskapitalisme
1 Noem drie dingen die aannemelijk maken dat de Republiek internationaal ‘aan de top
stond’ als handelsnatie.
2 Wat was de functie van de nieuw opgerichte Wisselbank en Beurs in Amsterdam?
3 Waar kwamen in de Gouden Eeuw de meeste nieuwe Amsterdammers vandaan?
4 Welke gevolgen had de Tachtigjarige Oorlog voor de economie van de Republiek?
5 Welke twee factoren worden genoemd om het economische succes van de Republiek
te verklaren?
De VOC
6 Waarom lieten de Staten-Generaal alle bestaande compagnieën van verre opgaan in
één nieuwe organisatie?
7 Waaruit blijkt dat de VOC een publiekprivate organisatie was?
8 Hoe ging de VOC te werk?
De WIC
9 Hoe ging de WIC te werk?
10 De WIC was minder succesvol dan de VOC. Welke twee oorzaken worden daarvoor
genoemd?
HOOFDSTUK 4 – DE REPUBLIEK VERLIEST HAAR VOORSPRONG (1648-1702)
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
12
Intropagina’s (pagina 56-57)
1 Waarom voer in 1688 een reusachtige vloot door het Kanaal?
2 Was de invasie van Willem III een succes?
3 Wat zei de invasie over de positie van de Republiek in de 17e eeuw?
Oriëntatiekennis (pagina 58-59)
1 Leg uit waarom de Republiek op het hoogtepunt van haar bloeitijd geen stadhouder
had en een verwaarloosd landleger.
2 Schets in twee zinnen de internationale verhoudingen in Europa in het laatste kwart
van de 17e eeuw.
3 Leg uit hoe in de Vrede van Utrecht de strijd om de Spaanse troon werd opgelost.
4 Hoe machtig waren na 1648 Oostenrijk en het Duitse rijk?
4.1
De opkomst van Engeland en Frankrijk (pagina 60-61)
De Zonnekoning
1 Wat wordt bedoeld met ‘absolute monarchie’?
2 Leg uit welke maatregelen Lodewijk XIV nam op het gebied van bestuur, leger,
economie en godsdienst.
De Engelse republiek
3 Vat in twee zinnen samen de gebeurtenissen in Groot-Brittannië samen na de
onthoofding van Karel I.
4 Wat wordt bedoeld met de ‘Restauratie’ van 1660?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
13
De Franse en Engelse koning
5 Welke twee factoren brachten de Engelse koning Karel II in ‘het Franse kamp’?
6 Wat was het doel van de buitenlandse politiek van Lodewijk XIV?
7 Wat hield het geheime verdrag in dat Lodewijk XIV en Karel II in 1670 sloten?
4.2
Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (pagina 62-63)
Staatsgezinden en oranjegezinden
1 Waarom besloten de Hollandse regenten in de Grote Vergadering van 1651 geen
nieuwe stadhouder te benoemen?
2 Over welke zaken verschilden de staatsgezinden en de oranjegezinden van mening?
Verlichting
3 Welke bevolkingsgroep maakte in Holland de dienst uit?
4 Leg uit waarom er in de Republiek relatief veel tolerantie was.
Oorlog met Engeland
5 Welke buitenlandse politiek voerde Johan de Witt?
6 Waaruit blijkt dat de Acte van Navigatie op de eerste plaats tegen Holland was gericht?
7 Wat was de uitkomst van de tweede handelsoorlog (1665-1667) tussen de Republiek
en Engeland?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
14
4.3
Stadhouder-koning Willem III (pagina 64-65)
Willem III en het Rampjaar 1672
1 Leg uit waarom het ‘rampjaar’ (1672) duidelijk maakte dat de buitenlandse politiek
van Johan de Witt was mislukt.
2 Na de benoeming van Willem III tot stadhouder hield de Republiek stand. Welke
factoren droegen daaraan bij?
3 Leg uit dat Willem III meer bevoegdheden kreeg dan zijn voorgangers, maar het
staatsbestel verder ongemoeid liet.
Glorious Revolution
4 Hoe probeerde Willem III de dreiging van een (katholiek) Frans overwicht in Europa
tegen te gaan?
5 In 1678 dwongen de regenten in de Republiek Willem III tot vrede met Frankrijk. Maar
in 1685 waren ook zij ‘gealarmeerd’ over een aantal ontwikkelingen. Welke
ontwikkelingen waren dat?
6 Wat bracht Willem III (met invasievloot) naar Engeland en hoe verliep die invasie?
7 Leg uit waarom de machtsovername van ‘William and Mary’ in Engeland de ‘Glorious
Revolution’ wordt genoemd.
De stadhouder-koning
8 Leg uit hoe de ‘persoonlijke unie’ van de Republiek en Engeland hielp om een Franse
hegemonie over Europa te voorkomen.
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
15
4.4
Het einde van de Gouden Eeuw (pagina 66-67)
De economie in verval
1 Beschrijf de mercantilistische maatregelen in heel Europa waar de Republiek in de 17e
eeuw door getroffen werd.
2 Leg uit hoe de teruggang van de Hollandse handel tot een neerwaartse spiraal leidde.
3 De koloniale handel van de Republiek bleef nog enige tijd groeien. Waarom had dat
economisch gezien maar weinig (positief) effect?
De ondraagbare schuldenlast
4 Leg uit hoe ook de voortdurende oorlogen die de Republiek voerde de economie in een
neerwaartse spiraal bracht.
5 In 1715 was de Republiek min of meer failliet. Hoe is dat te verklaren?
De ondergang van de Republiek
6 Het regentenbestuur wist de financiële problemen van de republiek niet op te lossen.
Welke twee oorzaken daarvoor worden genoemd?
7 Welke gebeurtenissen toonden aan dat de Republiek in de 18e eeuw geen ‘grote
mogendheid’ meer was?
© Noordhoff Uitgevers B.V.
Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / havo / hulpvragen / hoofdstuk 1
16
Download