CLIËNTEN OVER DYSTHYMIE Een verkenning ten behoeve van de zorgstandaard Depressie en Dysthymie Depressie Vereniging 2016 Auteurs: Anneke Huson Caroline van Hövell Nathalie Kelderman Marlies Oudijk CLIËNTEN OVER DYSTHYMIE Ik hoop dat er over dysthymie in de Een verkenning ten behoeve van de zorgstandaard Depressie en Dysthymie zorgstandaard komt te staan: De Depressie Vereniging is betrokken bij de ontwikkeling van de zorgstandaard Depressie en Dysthymie. In deze nieuwe zorgstandaard zal worden omschreven waaraan goede zorg voor mensen met deze aandoeningen moet voldoen. Er is echter nog weinig bekend over de specifieke ervaringen en zorgbehoeften van mensen met dysthymie. Om daar beter zicht op te krijgen heeft de Depressie Vereniging een focusgroepbijeenkomst georganiseerd. “Meer aandacht voor preventie, dus bij jongeren attent zijn op risicofactoren, zoals kind zijn van een ouder met psychische problemen of verslaving, of extreme verlegenheid. Aan 200 leden van de Depressie Vereniging is per mail een oproep gedaan om mee te doen aan een focusgroep over dysthymie. Hierop hebben 15 mensen gereageerd. Negen van hen (7 vrouwen en 2 mannen) hebben deelgenomen aan de bijeenkomst op 24 februari 2016, 1 persoon heeft een uitgebreide schriftelijke reactie gegeven. Tijdens de bijeenkomst is achtereenvolgens ingegaan op wat de aanwezigen helpt bij het omgaan met dysthymie en op mogelijke verbeterpunten in de zorg. Tot slot hebben de deelnemers een ansichtkaart geschreven aan de makers van de zorgstandaard waarin zij verwoorden wat ze graag in de zorgstandaard over dysthymie opgenomen zouden zien. Hieronder de resultaten van de bijeenkomst. De teksten van de ansichtkaarten zijn als illustratie in de zijbalk van dit document opgenomen. Betere zorg voor chronische lichtere vorm van depressie: o.a. langdurige begeleiding” Algemene opmerkingen over dysthymie ‘Onder de waterspiegel leven’ Het ‘dysthyme’ gevoel vinden de aanwezigen moeilijk te definiëren. Je kunt wel doelen stellen en positief overkomen, maar intern overheersen sombere en alles relativerende gedachten en bij sommigen een gebrek aan gevoel. Iemand vertelt: ‘Dysthymie vertroebelt je persoonlijkheid. Soms is het moeilijk jezelf echt te laten zien. Het blokkeert het uiten van emoties.’ Een andere deelnemer merkt op: ‘Het is alsof je constant onder de waterspiegel leeft. Dat vergt veel energie.’ De aanwezigen vonden dat herkenbaar. ´ Ook depressieve episoden Vrijwel alle deelnemers (8 van de 9) hebben ook één of meer depressieve episoden meegemaakt. Als belangrijkste verschil met dysthymie wordt aangegeven dat een depressie meer invloed heeft op het dagelijks functioneren en daarmee ook voor de buitenwereld zichtbaarder is dan dysthymie. In het beginstadium vindt men het vaak moeilijk om te bepalen of het een dip of een depressie betreft. Een persoon beschrijft het verschil tussen dysthymie en depressie als volgt: ‘gewoonlijk denk ik aan de dood als een 1 welkome opluchting, ik zou het niet erg vinden ongeneeslijk ziek te zijn. Als ik depressief ben denk ik actief aan zelfmoord.’ Ik hoop dat er over dysthymie in de zorgstandaard komt Diagnose laat gesteld te staan: De meeste deelnemers hadden van jongs af aan al klachten. Men voelde zich ‘anders’. Een aantal aanwezigen geeft aan meer verwerkingstijd nodig te hebben voor allerlei zaken, anderen vinden zichzelf erg gevoelig voor sfeer en prikkels en willen aan te hoge verwachtingen van anderen en zichzelf voldoen. Een deelnemer legt een relatie met lichamelijke klachten zoals allergieën, hoofdpijn, snel flauwvallen, eczeem en spastische darmen en een ander legt verband met een ‘ontwijkende persoonlijkheidsstoornis’. Wat opviel is dat de deelnemers echter pas laat, toen zij al ruim veertig waren, de diagnose ‘dysthymie’ hebben gekregen. Een deelnemer uit haar frustratie daarover met de volgende woorden: “Tijdige signalering van klachten betrekking hebbend op dysthymie (bijvoorbeeld in pubertijd of mogelijk eerder). ‘Altijd zoet gehouden door huisartsen dat een therapietje hier of daar wel zou helpen, wat medicijnen en verder mankeerde ik niet zoveel. Geen goede inschattingen geweest van huisartsen wat er daadwerkelijk aan de hand was/is. Zoektocht van jaren.’ Aandacht voor externe factoren van de persoon die klachten heeft m.b.t. dysthymie. (De leefomgeving, thuissituatie, school, werk, contacten). Deze factoren kunnen dysthymie versterken en tot depressie lijden. Voor de late diagnose worden verschillende verklaringen genoemd. Ten eerste de aard van de aandoening zelf. De constant aanwezige somberheid is niet tot nauwelijks zichtbaar voor de buitenwereld. Een aantal mensen geeft daarbij aan dat zij niet doorhadden dat anderen daar geen last van hebben en dat zij ook van zichzelf vonden dat ze zich niet moesten ‘aanstellen’. Al helemaal als er geen objectieve reden is voor sombere gevoelens. Als tweede verklaring wordt de algemene onbekendheid met de aandoening genoemd. Ook hulpverleners lijken de aandoening vaak over het hoofd te zien. ‘Men kijkt alleen naar de klacht waar je op dat moment hulp voor zoekt en kijkt niet naar het hele plaatje.’ Wat werkt bij het omgaan met dysthymie? Een juist hulpaanbod voor mensen met dysthyme klachten: lotgenotengroepen , steungevende contacten, hoe gezond te leven (eten, werk, contacten) waardoor de klachten mogelijk verminderen.” Bij de bespreking van wat werkt bij het omgaan met dysthymie valt op dat men het als zeer helpend heeft ervaren dat de diagnose dysthymie is gesteld. De verschillende klachten die men door de jaren heen heeft ervaren, worden hierdoor verklaard, het idee een ‘aansteller’ te zijn wordt minder sterk en er komt ruimte voor acceptatie. Daarnaast valt op dat de deelnemers vaak verschillende vormen van psychologische behandeling hebben gehad. Deze therapieën bevatten vrijwel allemaal elementen waar men baat bij had, en die men inzet bij zelfmanagement, maar men gaf aan dat met name inzichtgevende psychotherapie heeft geholpen bij de acceptatie van en het omgaan met de psychische klachten. Begrijpen hoe je in elkaar zit en waar sommige patronen vandaan komen (genoemd wordt bijvoorbeeld opvoeding, het milieu waarin je bent opgegroeid en levenservaringen) helpt. Verder gebruikten vrijwel alle deelnemers antidepressiva. 2 Hieronder een opsomming van wat door de deelnemers op verschillende vlakken als helpend werd benoemd. Zelfmanagement - - - Diagnose - Psychologische / psychotherapeutische behandeling - Medicatie - Maatschappelijke participatie - Ik hoop dat er over dysthymie in de zorgstandaard komt Structuur aanbrengen in je leven. Lichamelijk actief zijn. Geestelijk actief zijn (bijvoorbeeld door spannende boeken te lezen). Sociale contacten onderhouden, ook als je je rot voelt, breng vrienden en familie op de hoogte als je rottige periode doormaakt. Blijven werken /werk zoeken. Ontspanning, dingen doen die je eerder leuk hebt gevonden Zorgen voor voldoende rust, zuinig omgaan met energie. Signalen leren herkennen. Acceptatie van kwetsbaarheid. Er aan toegeven, er zacht mee omgaan, met compassie. Goede voeding. Je realiseren dat het uiterlijke beeld dat mensen van je hebben niet strookt met innerlijke beleving en ga hierover in gesprek met vrienden. Openheid geven over dysthymie. Stress vermijden, overprikkeling voorkomen van licht/geluid/drukte. Jezelf goed leren kennen: weet wat jouw ritme/structuur is. Sporten: blijven bewegen (lage doelen stellen). Actief blijven: sociaal en arbeids-gerelateerd, bijv. huishouden doen, steun van en voor je partner, praten met omgeving over dysthymie. te staan: “Positieve aandacht en contact met lotgenoten is belangrijk. Begrip ,zelfkennis, vrij van prikkels dragen bij aan het gematigd houden van emotie.” “Betrek de sociale omgeving, Bij mensen die veel verschillende klachten hebben niet alleen de klacht behandelen maar het totaalbeeld opzoeken Een huisarts die goed luistert, doorvraagt en op tijd doorverwijst naar de GGz goede diagnostiek comorbiditeit oorzaken Hulp zoeken bij hulpverlener waar je een ‘klik’ mee hebt en die je vertrouwt. Combinatie van verschillende therapieën. Inzichtgevende (psycho-)therapie. Psychodynamische therapie. Psychomotorische therapie. Emotioneel lichaamswerk. Meditatie/mindfulness/yoga. Groepstherapie: (h)erkenning van anderen, leren /durven steun te vragen. Runningtherapie. Cognitieve gedragstherapie. E-health behandeling tegen angst. dynamische therapie.” Paroxetine via psychiater. Sertraline via psychiater/huisarts. Prozac tijdens depressie via psychiater. Vitamine D. Antidepressiva: venlafaxine en mirtazapine via huisarts/psychiater. Stemmingswisselingen: depoprovera (=prikpil). Paroxetine. Citalopram. UWV: financiële hulp Wajong/jobcoach. UWV: re-integratietraject. Project ‘Kansen op werk’. Vrijwilligerswerk. Hulp van partner en familie en indien nodig meer hulp via de huisarts. 3 Wat kan beter in de zorg? Ik hoop dat er over dysthymie in de Preventie en diagnose Tijdens de focusgroep komt in de eerste plaats het belang van een eerdere diagnosestelling naar voren. De huisarts/schoolarts/consultatiebureau zouden meer moeten weten over dysthymie en alerter moeten zijn op mogelijke symptomen ervan. Daarbij is het belangrijk breder te kijken dan alleen de initiële reden voor het doktersbezoek. In de opleiding van zorgprofessionals moet meer aandacht worden besteed aan dysthymie. Daarnaast moeten de (mogelijke) klachten beter in kaart worden gebracht. Hierbij wordt bijvoorbeeld genoemd: vaak flauwvallen, hoofdpijn, bedplassen tot op late leeftijd, spastische darmen, huiduitslag, buitengesloten voelen. Ook vinden de deelnemers het belangrijk dat er meer onderzoek wordt gedaan naar mogelijke genetische voorspellers. zorgstandaard komt te staan: “Waken dat de cliënt niet wordt gelabeld, maar altijd blijven kijken naar de mens zelf, deze serieus te nemen en te realiseren dat een mens een complex wezen is. Psychologische interventies Bij therapie is het volgens de deelnemers belangrijk dat je samen met de therapeut werkt aan het behandelplan: samen kijken naar wat werkt voor jou. De mogelijke opties van behandelingen moeten worden besproken om samen tot een besluit te komen. Er zou meer aandacht moeten zijn voor de omgevingsfactoren die de dysthymie erger maken: kijken naar hoe omgegaan wordt met tegenslagen bijvoorbeeld. Ook wordt aangegeven dat het prettig is als de therapie volgens vaste vorm verloopt met een duidelijke kop en staart en dat de therapeut duidelijk uitlegt wat het traject inhoudt en wat de gesprekken naar verwachting zullen opleveren. Een aantal deelnemers geeft aan ervaring te hebben met een therapeut die in hun ogen ongestructureerd te werk ging. Niet alleen voelden zij zich daardoor onvoldoende serieus genomen, ook vonden zij de therapie daardoor weinig nut hebben. Bijna alle aanwezigen hebben inzichtgevende therapie gehad. Men geeft aan dat dit hen veel beter heeft geholpen dan bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie. Zoals hierboven al genoemd: begrijpen hoe je in elkaar zit en waar sommige patronen vandaan komen wordt als zeer helpend ervaren. Dat dysthymie (en depressie) symptomen zijn die allerlei oorzaken kunnen hebben en dat zeer waakzaam en voorzichtig wordt omgegaan met medicatie.” Farmaceutische interventies Met betrekking tot medicatie komt naar voren dat er duidelijke uitleg en voorlichting gewenst is over de werking en bijwerkingen en een goede begeleiding gedurende het hele traject. Dat betekent ook 24/7 contactmogelijkheid. Er is behoefte aan overzicht van wanneer welk medicijn wordt voorgeschreven. Men uit bezorgdheid over het schijnbare gemak waarmee antidepressiva worden voorgeschreven. Huisarts en psychiater zouden dat minder snel en vaak moeten doen. Continuïteit behandeling Men mist nadrukkelijk continuïteit als de therapie is beëindigd. 4 ‘De behandeling was klaar en daar stond ik. Geen idee waar ik lotgenoten kon vinden of organisaties die mij op mijn verdere pad konden bijstaan indien nodig.’ Ik hoop dat er over dysthymie in de zorgstandaard komt te staan: Dysthymie is een chronische aandoening, waarbij blijvend een vinger aan de pols nodig is in de vorm van minimaal jaarlijkse nacontrole door de POH/ huisarts of psychiater. Bij die nacontrole zou ook het medicijngebruik en de eventuele wens tot afbouwen moeten worden besproken. Ook werd er op gewezen dat de toegang tot behandelingen verbetering behoeft. In de huidige situatie moet iemand met dysthymie die hulp nodig heeft vaak weer opnieuw beginnen en achteraan aansluiten op de wachtlijst. Hierdoor gaat er veel tijd verloren en lijden mensen onnodig. Door vroeg in te grijpen kan immers een verergering worden voorkomen. “Dat het lijkt dat mensen prima functioneren, maar dat ze lijden aan alle dagelijkse bezigheden. Erkenning dat hun leven moeilijk is, is de eerste stap.” Lotgenotencontact Daarnaast zouden cliënten door de hulpverleners gewezen moeten worden op de mogelijkheden voor lotgenotencontact. Lotgenotengroepen leveren volgen de deelnemers heel veel op. Door (h)erkenning van anderen voelt men zich minder alleen en beter begrepen. Deze groepen worden door heel Nederland aangeboden door de Depressie Vereniging en bestaan ook online, bijvoorbeeld in de vorm van een facebookgroep. Daarnaast wordt de suggestie gedaan dat ook POH’s lotgenotengroepen zouden kunnen aanbieden. “Meer aandacht voor dysthymie als een vorm van chronische depressiviteit. Vaak lijkt dysthymie onzichtbaar tussen normaal functioneren en het hebben van Sociale rollen Op het gebied van sociale rollen worden enkele punten genoemd die belangrijk zijn in de zorgverlening. De naasten en familie/vrienden worden niet of nauwelijks meegenomen in de therapie of in het traject. Vaak is er onbegrip en schaamte (met name mannen begrijpen hun vrouw vaak niet). Volgens de deelnemers is het belangrijk om in ieder geval de partner uit te nodigen om een keer mee te gaan of deel te nemen aan de therapie. Daarbij kan meteen de interactie tussen de partners duidelijk worden en zo ontstaat er meer begrip en openheid. Een aantal deelnemers noemde met name de animatie ‘I had a black dog, his name was depression’ als mogelijk hulpmiddel om naasten inzicht te geven in de belevingswereld van mensen met een depressie. een depressie.” Hieronder een opsomming van de genoemde verbeterpunten. Preventie Vergroten bewustzijn bij hulpverleners, meer openheid en ruimte rondom dysthymie. Bij jongeren alert zijn op risicofactoren, zoals kind zijn van een ouder met psychische problemen en/of verslaving, of extreme verlegenheid. Diagnose Vergroten bewustzijn bij hulpverleners. Meer aandacht aan dysthymie in opleiding. Beter inzicht/in kaart brengen van symptomen/mogelijke klachten (op jonge leeftijd). Kijk ook naar context, familiegeschiedenis, genetische aanleg, thuissituatie etc. 5 Psychologische / psychotherapeutische behandeling Samen kijken naar wat werkt, welk behandeling gekozen wordt. Gedurende traject heldere structuur en uitleg bij stappen. Betrekken van partner/familie bij behandeltraject. Nacontrole door hulpverlener. Medicatie Duidelijke uitleg/voorlichting over werking en bijwerkingen. 24/7 contactmogelijkheid bij opstarten of wijzigen medicatie. Terughoudendheid met voorschrijven antidepressiva. Overzicht keuzemogelijkheden medicatie. Bij jaarlijkse controle de mogelijke wens tot afbouwen medicatie bespreken. Bied psycho-educatie aan aan familie/vrienden. Lotgenotengroepen. Oppakken en uitvoeren van je sociale rollen (gezin werk, vrije tijd) Aanbevelingen voor de zorgstandaard Op basis van dit verslag kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan voor de zorgstandaard depressie en dysthymie: Geef in de zorgstandaard handvatten voor het verbeteren van een vroege herkenning van dysthymie. Met name bij kinderen en jongvolwassenen. Inzichtgevende psychotherapie zou bij dysthymie als voorkeursbehandeling moeten worden aangemerkt. Benadruk dat mensen met dysthymie de nazorg, controle en snelle toegang tot behandeling nodig hebben die horen bij een chronische aandoening. 6