quickscan taalonderwijs

advertisement
Inleiding
Deze quickscan helpt u inzicht te krijgen in de taalsituatie op uw school.
Met de scan licht u uw school door op vier categorieën en elf wezenlijke aspecten
van het taalbeleid en de taalsituatie op uw school. De scan bestaat uit twee
onderdelen, namelijk een vragenlijst en een toelichting.
Na het invullen van de scan heeft u een beeld van de aspecten waarop uw school
sterk scoort en/of verbetering behoeft, waarna u vervolgens doelgericht
interventies kunt plegen.
De scan betreft de volgende categorieën en aspecten:
Visie
Omgeving
Beleid
Resultaat
Personeel
Beleid
Leerlingen
Onderwijs
Begeleiding
Communicatie
Cultuur
Organisatie
2
1. De vragen
Categorie Plan
A. Visie
1. De school heeft een uitgewerkte visie op taalvaardigheid.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
2. De visie op taalvaardigheid is zichtbaar vertaald naar het onderwijs en de
begeleiding van de leerlingen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
B. Beleid
3. De school beschikt over een taalbeleidsplan met SMART en concreet geformuleerde
doelen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
4. Op gezette tijden wordt gekeken of de gewenste resultaten bereikt worden en of
het taalbeleid bijgesteld moet worden.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
C. Resultaat
5. De gestelde doelen en resultaten ten aanzien van taalbeleid worden behaald.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
0
helemaal
mee eens
6. De resultaten van taalbeleid zijn te meten aan de vooruitgang van de
taalvaardigheid van de leerlingen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
3
0
Categorie Klimaat
D. Organisatie
7. De aangewezen mensen op school om taalbeleid vorm te geven zijn voldoende
gefaciliteerd.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
8. Er is structureel overleg in teams, secties e.d. waarin taalbeleid regelmatig aan de
orde kan komen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
E. Cultuur
9. De schoolleiding zet de hoofdlijnen van het beleid uit en delegeert de verdere
uitwerking aan het middenkader.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
10. Docenten zijn bereid van elkaar te leren, bijvoorbeeld door bij elkaar in de klas te
kijken en elkaar feedback te geven.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
F. Communicatie
11. Bij overleg wordt er naast organisatorische aspecten van het werk, ook over
inhoudelijke zaken gesproken.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
12. Het is gebruikelijk binnen teams onderling afspraken te maken over een
gezamenlijke aanpak van het onderwijs en elkaar erop aan te spreken als zij
zich daar niet aan houden.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
4
0
0
helemaal
mee eens
Categorie primair proces
G. Onderwijs
13. Leerkrachten creëren taalrijke leersituaties in hun lessen (met aandacht voor
interactie, context en taalsteun).
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
14. Leerkrachten zijn zich bewust van mogelijke talige struikelblokken in hun eigen
aanpak en in de gebruikte leermiddelen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
H. Begeleiding
15. De school hanteert een diagnostisch instrument waarmee de taalvaardigheid van
leerlingen in kaart wordt gebracht.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
16. Leerlingen met ernstige taalachterstanden krijgen begeleiding buiten de reguliere
lessen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
5
0
0
helemaal
mee eens
Categorie betrokkenen
I. Leerlingen
17. Het percentage leerlingen met een taalachterstand op mijn school is:
0
0
0
0
0
80-100%
80-60%
60-40%
40-20%
20-0 %
18. Leerlingen zijn zich bewust van hun eigen, al dan niet voldoende, taalvaardigheid.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
J. Personeel
19. Docenten zijn zich bewust van hun eigen rol bij de verbetering van de
taalvaardigheid van hun leerlingen en zijn bereid hierop aangesproken te worden.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
20. (Vak)docenten zijn voldoende bekwaam om te werken aan de verhoging van de
taalvaardig-heid van hun leerlingen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
K. Omgeving
21. De school heeft inzicht in welke externe instanties kunnen ondersteunen op welke
aspecten (dyslexie, TVO etc).
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
0
0
helemaal
mee eens
22. De school heeft contact met ouders over eventuele taalachterstanden van hun
kinderen.
Helemaal niet
mee eens
0
0
0
6
0
0
helemaal
mee eens
2. Toelichting op de scores
Categorie Plan
Aspect
A: Visie
Toelichting
Ch
Een visie op taal is belangrijk. Nog belangrijker is het dat de visie
is uitgewerkt in een plan van aanpak. Dit plan van aanpak dient
bekend te zijn bij alle betrokkenen. Tevens moeten zij hier
verantwoordelijkheid voor voelen. De visie op taal kan moeilijk te
vertalen zijn naar de onderwijspraktijk. Dat kan verschillende
oorzaken hebben. Zo kunnen met name de talendocenten zich
verantwoordelijk voelen voor het werken aan de taalachterstanden,
terwijl de problemen bij de beta- en gammavakken minstens zo
groot zijn. Of de activiteiten van de taalbeleidsgroep of
taalcoördinator worden niet vertaald naar docentniveau. Een andere
oorzaak is wellicht dat uw docenten wel geschoold zijn in de
aanpak van taalachterstanden maar onvoldoende in staat zijn deze
kennis te vertalen naar het handelen in de klas.
B: Beleid
Het taalbeleidsplan is opgesteld aan de hand van meetbare en
concrete doelen. Op die manier is voor alle betrokkenen duidelijk
wat zij moeten doen om de resultaten te bereiken. Tevens is het
essentieel dat op vastgestelde momenten de resultaten worden
gemeten, zodat veranderingen zichtbaar worden. Niet alleen is dit
motiverend voor de betrokkenen, maar kan zodoende ook bepaald
worden of de juiste koers gevaren wordt. Blijven de gewenste
resultaten achter, dan zal achterhaald moeten worden waar dit door
wordt veroorzaakt, op basis waarvan het taalbeleid bijgesteld kan
worden.
C: Resultaat
In de ideale situatie worden de doelen ten aanzien van taalbeleid
behaald en is dit zichtbaar in een toegenomen taalvaardigheid van
leerlingen. Het kan echter ook voorkomen dat de doelen van
taalbeleid worden behaald, maar dat de taalvaardigheid van
leerlingen niet verbetert. Het kan zijn dat er in het taalbeleidsplan
onvoldoende een relatie is gelegd tussen de doelen en de
leerlingresultaten of dat de gekozen interventies niet de juiste zijn.
Met andere woorden kies interventies die gefundeerd zijn en hun
werking hebben bewezen om de taalvaardigheid van leerlingen te
verbeteren.
7
Categorie klimaat
Aspect
Toelichting
D: Organisatie
De mensen die verantwoordelijkheid hebben voor de uitvoering
van taalbeleid moeten daartoe ook in staat zijn. Belangrijk is dat
zij gefaciliteerd worden in tijd, geld en middelen. Docenten moeten
bijvoorbeeld in staat zijn om het taalbeleid te vertalen naar hun
eigen handelen in de klas. Veelal is daarvoor kennis over
taalvaardigheid en over het creëren van taalsituaties in de klas
nodig.
De borging en implementatie van taalbeleid moet tijdens
teamvergaderingen en functioneringsgesprekken aan de orde
komen.
E: Cultuur
Essentieel voor de aanpak van taalachterstanden is het handelen
van de schoolleiding. De aanpak moet een gedeelde
verantwoordelijkheid zijn van management en docenten.
De schoolleiding toont zich betrokken en geeft richting door hoge
verwachtingen te hebben van docenten en leerlingen. Zij zorgen
voor monitoring van de aanpak. Ook geeft het management aan
dat kwaliteit van docenten een succesbepaler is bij de aanpak van
taalachterstanden. Zij stimuleert daarom docenten om van elkaar
te leren.
F: Communicatie
Het is essentieel dat taalbeleid voortdurend onderwerp is van
gesprek. Tussen docenten onderling, tijdens teamvergaderingen en
tijdens functioneringsgesprekken. Tijdens deze gesprekken worden
kennis en ervaringen gedeeld en eventueel een oplossing gezocht
voor problemen die docenten ondervinden. Daarnaast is het
belangrijk dat docenten ervaren dat er als team toegewerkt wordt
naar de gewenste situatie. Daarvoor worden als team afspraken
gemaakt en persoonlijke leerdoelen vastgesteld. Het aansturen van
teamafspraken en persoonlijke leerdoelen zorgt ervoor dat
docenten zich verantwoordelijk blijven voelen.
8
Categorie primair proces
Aspect
Reactie
G: Onderwijs
Op een school waar effectief gewerkt wordt aan het voorkomen
en wegwerken van taalachterstanden is elke docent taaldocent.
Deze docenten zijn zich bewust van de gevolgen van het niet goed
beheersen van het Nederlands op de resultaten die behaald worden
bij hun vak en het gedrag dat leerlingen vertonen in hun lessen.
Zij zijn tevens bekwaam in het creëren van taalleersituaties in hun
lessen waardoor leerlingen zich de benodigde vaktaal en schooltaal
eigen kunnen maken in alle lessen. Zij signaleren in een vroeg
stadium mogelijke problemen en interveniëren daarop.
H: Begeleiding
Een vroegtijdige signalering/diagnosticering van de taal/leesproblematiek van leerlingen is van belang. Op basis van de
diagnose kan bepaald worden welke aanpak en interventies binnen
en buiten de klas noodzakelijk zijn. Op die manier kan worden
voorkomen dat leerlingen door frustrerende ervaringen in een
negatieve spiraal terecht komen en/of aan de slag gaan met niet
voor hen geëigende interventies.
Effectieve remedial teaching gaat altijd samen met een effectieve
aanpak van taal-/leesachterstanden in de klas. De transfer van het
geleerde in de R.T. situatie naar de klas vindt alleen plaats indien
in de klas zelf voor de leerling een herkenbare aanpak wordt
toegepast.
Bij succesvolle remedial teaching wordt gebruik gemaakt van
compenserende software en wordt sociaal-emotionele
ondersteuning geboden. Een individuele aanpak is van belang
gezien de jarenlange frustrerende ervaringen van ernstig
dyslectische of lees/taalzwakke leerlingen.
9
Categorie betrokkenen
Aspect
Reactie
I: Leerlingen
Hoe hoger het percentage leerlingen met een taalachterstand, hoe
groter de noodzaak voor een schoolbreed taalbeleid. Ook bij een
laag percentage leerlingen met een taalachterstand is schoolbreed
taalbeleid verstandig, aangezien ook leerlingen zonder een
taalachterstand baat hebben bij een didactiek waarbij veel ruimte
is voor taalrijke leersituaties.
J: Personeel
De docenten zijn een van de belangrijkste factoren voor
schoolsucces van leerlingen. Daarvoor is het wel van belang dat
docenten bewust zijn van de problematiek, betrokken zijn bij de
problematiek, als ook het belang zien van en bekwaam zijn in een
taalrijke didactiek.
K: Omgeving
De betrokkenheid van ouders bij de aanpak van taalachterstanden
van hun kind is essentieel. Hiertoe moeten zij bewust gemaakt
worden en actief om medewerking gevraagd worden, waarbij de
school hen voorziet van praktische handreikingen.
10
3. Hoe verder?
Wij hopen dat deze scan u een eerste indruk heeft gegeven van de taalsituatie op uw
school. Op elke ‘gescoorde’ categorie zijn tal van interventies mogelijk om de situatie
te veranderen.
Wilt u advies over de keuzes en aanpakken die het beste bij uw school passen, dan kan
CPS u daarbij helpen. U kunt hiervoor terecht bij een van onze adviseurs.
•
•
•
1. Corine Ballering
2. Lucia Fiori
3. Janneke Oosterman
– [email protected] of 06-50616755
– [email protected] of 06-29502909
– [email protected] of 06-29502934
www.cps.nl
11
Download