Ontslagcompensatievergoeding ≠ bedrag waarop men recht heeft Onder het hoofdstuk ‘berekening’ hebben we het principe uiteengezet om te bepalen op hoeveel dagen ontslagcompensatievergoeding iemand recht heeft. Het is echter mogelijk dat een werknemer in realiteit niet het die compensatie ontvangt waarop hij op basis van dit algemene principe recht zou hebben. Meer? Wanneer de werkgever meer betaalt dan datgene waarop men recht heeft, wordt de ontslagcompensatievergoeding berekend op basis van wat de werkgever effectief betaald heeft. Voorbeeld Luc heeft volgens het algemene principe recht op een opzeg 147 dagen, maar zijn werkgever betaalt hem een opzeg van 230 dagen. In dat geval betaalt de RVA dan een ontslagcompensatievergoeding van 148 dagen (378 - 230) en dus géén 231 dagen. Minder/niets? Het kan gebeuren dat een werknemer minder ontvangt dan datgene waarop hij wettelijk recht zou hebben gehad. Of dat hij helemaal niets ontvangt, zonder ontslagen te zijn geweest omwille van dringende redenen. In dat geval berekent de RVA de ontslagcompensatievergoeding op basis van wat de werkgever wettelijk zou moeten betaald hebben. In het voorbeeld van Luc betaalt de RVA dus de vergoeding voor 231 dagen. Opmerking Wanneer de werkgever niets betaalt omwille van een ontslag om dringende redenen, is er geen recht op de ontslagcompensatievergoeding. Tewerkstellingscel: inschakelingsvergoeding > normale opzegvergoeding Principe De werknemer ontvangt via zijn werkgever een ontslagvergoeding die hoger is dan de normale opzegvergoeding. Het verschil tussen de normale opzegvergoeding en de inschakelingsvergoeding wordt dan verrekend in de formule, om te vermijden dat de werknemer twee keer iets ontvangt. Berekening Luc heeft een ontslagcompensatievergoeding van 231 dagen BML = 773,93 euro Bonus op 773,93 = 94,40 euro Bijkomende gegevens (af te leiden uit formulier C4): brutobedrag inschakelingsvergoeding = 4.643,60 euro brutobedrag gewone opzegvergoeding = 2.857,60 euro * Stap 1: brutobedrag ontslagcompensatievergoeding volgens algemeen principe = Periode x BML / 30 231 x 773,93 / 30 = 5.959,26 euro * Stap 2: verrekenen van inschakelingsvergoeding en normale opzegvergoedingen 5.959,26 + 2.857,60 - 4.643,60 euro = 4.173,26 euro * Stap 3: RSZ-werknemersbijdrage in mindering brengen 4.173, 26 - 13,07% = 3.627,81 euro Deze informatie wordt ter beschikking gesteld via de website en is onderworpen aan de voorwaarden van de websitedisclaimer: http/www.sdworx.be. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer: http/www.sdworx.be. Cette information est mis à la disposition via le website et soumis explicitement aux conditions du websitedisclaimer: http/www.sdworx.be. * Stap 4: werkbonus berekenen werkbonus = (bonus bij berekening ontslagcompensatievergoeding) x brutobedrag ontslagcompensatievergoeding stap 2) / BML = (94,40 x 4.173,26) / 773,93 = 509,03 euro werkbonus bij resultaat stap 3 tellen: 3.627,81 + 509,03 = 4.136,84 euro * Stap 5: bedrijfsvoorheffing berekenen op resultaat vierde stap BV op 4.136,84 = 1.528,43 euro Conclusie Het nettobedrag van de ontslagcompensatievergoeding bedraagt 2.607,97 euro (= 4.136,84 - 1.528,43). Ontslag met het oog op SWT (brugpensioen) Hierbij kunnen we ons twee vragen stellen: Heeft een werknemer die ontslagen wordt met het oog op SWT recht op een ontslagcompensatievergoeding? Wordt de sectoraal verkorte opzegtermijn aanvaard in het "rugzakje"? Heeft een werknemer die ontslagen wordt met het oog op SWT recht op een ontslagcompensatievergoeding? JA. Tenzij de opzegtermijn reeds is ingekort tot minimaal 26 weken in het kader van een erkenning van de onderneming als zijnde in moeilijkheden of herstructurering. In dergelijke situatie is er immers geen verschil tussen het bedrag dat de werkgever moet betalen en datgene waarop de werknemer volgens de nieuwe regeling recht zou hebben. Wordt de sectoraal verkorte opzegtermijn aanvaard in het "rugzakje"? Voor een ontslag met het oog op SWT biedt de nieuwe wetgeving in principe geen mogelijkheid meer om de opzegtermijn te verkorten. Enkel indien een onderneming erkend wordt als onderneming in moeilijkheden of herstructurering kunnen er nog kortere termijnen bepaald worden bij KB. In principe gelden dus de gewone opzegtermijnen. Concreet, voor werknemers in dienst vóór 2014 wordt de opzegtermijn samengesteld uit een rugzakje enerzijds en een termijn in weken uitgedrukt anderzijds. In de "rugzak" komt de opzegtermijn die wettelijk, conventioneel of structureel zou gelden op 31 december 2013. In bepaalde sectoren kwam het voor dat men voorzag in een gewone opzeggingsregeling, maar daarop ook afwijkingen (naar beneden toe) voorzag in specifieke situaties, bijvoorbeeld bij ontslag met het oog op SWT. Vaak betrof het 28 dagen (< 20 jaar anciënniteit) en 56 dagen (vanaf 20 jaar anciënniteit). De FOD WASO aanvaardt dat we in zo'n situatie de verkorte termijn in de "rugzak" mogen stoppen. RVA bevestigt deze interpretatie. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld via de website en is onderworpen aan de voorwaarden van de websitedisclaimer: http/www.sdworx.be. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer: http/www.sdworx.be. Cette information est mis à la disposition via le website et soumis explicitement aux conditions du websitedisclaimer: http/www.sdworx.be.