Jaarlijkse sluiting onderneming: wat indien de werknemer

advertisement
Jaarlijkse sluiting onderneming: wat indien de werknemer onvoldoende vakantierechten
heeft?
29/07/2016
Wanneer een onderneming gesloten is ingevolge collectieve jaarlijkse vakantie, kunnen de
werknemers die onvoldoende vakantiedagen hebben om de volledige periode van sluiting te
overbruggen, een uitkering ontvangen van de RVA indien zij aan de toekenningsvoorwaarden
voldoen.
Let wel: de werknemer moet zijn betaalde vakantiedagen eerst uitputten tijdens de periode
van sluiting alvorens hij aanspraak kan maken op de uitkering ten laste van de RVA.
In geval van collectieve sluiting ingevolge inhaalrust kan de werknemer enkel
werkloosheidsuitkeringen ontvangen wanneer het niet of onvoldoende verwerven van
inhaalrustdagen te wijten is aan een recente indiensttreding van de werknemer (dus niet ten
gevolge van bv. ziekte of loopbaanonderbreking).
Deze regeling kan worden toegepast zowel voor arbeiders als voor bedienden.
Formaliteiten
De werkgever moet de RVA niet voorafgaandelijk in kennis stellen van het feit dat er een
sluiting is van de onderneming wegens jaarlijkse vakantie of inhaalrust.
De werkgever overhandigt aan de werknemers die onvoldoende vakantiedagen of, ten
gevolge van een recente indiensttreding, onvoldoende inhaalrustdagen verworven hebben,
een controleformulier C3.2A. Dit moet gebeuren vóór de aanvang van de sluitingsperiode.
De werkgever moet een controleformulier C3.2A overhandigen uit eigen beweging, dus
zonder dat de werknemer hierom verzoekt.
Indien de sluiting de volgende maand doorloopt, levert hij ook voor deze maand een
controleformulier C3.2A af.
De werknemer moet het formulier steeds in zijn bezit hebben en kunnen voorleggen aan een
sociaal controleur van de RVA wanneer deze hierom vraagt. De werknemer moet alle
arbeidsprestaties die hij gedurende de periode van de sluiting verricht voor zichzelf of voor
een derde aanduiden op het formulier.
Op het einde van de maand moet de werknemer zijn controleformulier indienen bij zijn
uitbetalingsinstelling.
Daarnaast moet de werkgever het formulier C3.2 Werkgever overhandigen of een
elektronische aangifte (ASR scenario 2) doen indien de werknemer een uitkeringsaanvraag
moet indienen. Dit formulier of deze ASR doet dienst als uitkeringsaanvraag voor het
berekenen van het bedrag van de uitkeringen waarop de werknemer recht heeft.
Tot slot moet de werkgever maandelijks, na afloop van de maand, een elektronische aangifte
(ASR scenario 5) verrichten voor de werknemers die tijdelijk werkloos waren.
Aan de hand van de controlekaart C3.2A en de ASR scenario 5, kunnen de
uitbetalingsinstelling en de RVA het aantal uitkeringen berekenen waarop de werknemer
recht heeft.
Bron:


Infoblad E23 RVA.
Easypay Group
Download