LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Bart Dieusaert Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Economie - Geschiedenis Stagebegeleider DLO: K. Vandevenne School: HHH Les gegeven door: Bart Dieusaert Onderwijsvorm: A - Stroom Vak: Geschiedenis Richting: 2e jaar Latijn Onderwerp: De Hellenistische Rijken Klas: Vakmentor: E. Verlinden Lokaal: Datum/Data: Aantal leerlingen: Lesuur/-uren: BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks Deze les komt na de eerste les in een lessenreeks over de hellenistische rijken. De lln hebben reeds Alexander de Grote in het kort bekeken. Na deze les is de lessenreeks over de hellenistische rijken afgerond Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) De lln hebben reeds gehoord van Alexander de Grote en zijn wereldrijk. Ze kennen reeds het Perzische rijk. De lln weten reeds dat het Romeinse rijk zich heeft uitgestrekt tot in Egypte, zo kunnen ze weten dat de hellenistische rijken zijn ingepalmd geweest door het Romeinse Rijk. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit De lln hebben tijdens de Arabische lente gehoord over de stad Alexandrië. De lln hebben reeds gehoord van de staat Macedonië. De lln hebben reeds gehoord over het Perzische rijk dankzij bijvoorbeeld films zoals “300: Rise of an Empire.” Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … De klas is sterk in geschiedenis met een interesse in het klassieke oudheid. DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming) Aanschouwelijkheidsprincipe Activeitsprincipe Geleidelijkheidsprincipe Structureringsprincipe Differentiatieprincipe EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) De leerlingen 1 verduidelijken de begrippen generatie, decennium, eeuw, millennium aan de hand van historische evoluties, vertrekkend van het heden. 3 kennen scharnierdata en de betekenis ervan en zij duiden het verschil in duur aan tussen die perioden. 7 verduidelijken belangrijke kenmerken van onderscheiden maatschappelijke domeinen. 11 leggen tenminste één probleem uit in verband met mens en maatschappij waarmee die samenlevingen werden geconfronteerd. 12 situeren de bestudeerde samenlevingen in de ontwikkelingsfasen van het referentiekader inzake tijd, ruimte en socialiteit. 13 geven voorbeelden van vergelijkbaar maatschappelijk gedrag in de geschiedenis, zoals bij migratie, sedentarisatie, verstedelijking, staatsvorming, kolonisatie, expansie en onderwerping, ontvoogdingsstrijd, revolutie. 14 maken het onderscheid tussen lokaal, regionaal, nationaal, Europees, mondiaal en hebben kennis van de geschiedenis en cultuur van Vlaanderen. 16 vergelijken de bestudeerde samenlevingen met elkaar en met probleemstellingen van de hedendaagse samenleving. Situering in het leerplan: • BEGRIPPEN VAN SOCIALITEIT (S1) De leerling S1.1 (her)kent begrippen van socialiteit; (niveau kennis) (1) S1.2 kan begrippen van socialiteit (in eigen woorden) uitleggen; (niveau inzicht) (1) • DE MENS EN DE SAMENLEVING (S2) De leerling S2.1 kent de voornaamste kenmerken van de bestudeerde samenlevingen; (7) (11) S2.4 kent een aantal belangrijke veranderingen binnen de bestudeerde samenlevingen; (7) (11) S2.5 kan kenmerken van de bestudeerde samenlevingen herkennen in een andere samenleving (bijvoorbeeld de eigen tijd); S2.6 kan voorbeelden geven van gelijkenissen en verschillen in maatschappelijk gedrag tijdens de bestudeerde samenlevingen en in de eigen tijd (zoals bij migratie, sedentarisatie, verstedelijking, staatsvorming, kolonisatie, expansie en onderwerping, ontvoogdingsstrijd, revolutie); (13) S2.15 toont interesse en waardering voor de strijd om verbetering van het eigen bestaan en van het samenleven; * (26*) • WERKEN (VAARDIG WORDEN) MET DE TIJD (T3) De leerling T3.1 kan aan de hand van gerichte opdrachten: historische items in de juiste eeuw, het juiste millennium en de juiste periode situeren; historische items chronologisch rangschikken; werken met de tijd door middel van een tijdlijn of tijdbalk; (1) ALGEMEEN LESDOEL De lln kunnen de hellenistische rijken en cultuur weergeven. SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.) Les 15: De hellenistische rijken, extra werkblaadjes BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) Chauveau, Michel. 2000. Egypt in the Age of Cleopatra: History and Society under the Ptolemies. Translated by David Lorton. Ithaca: Cornell University Press History channel. (2014, 14 mei). Hellenistic Greece. Geraadpleegd op http://www.history.com/topics/ancient-history/hellenistic-greece Hyslop, S. G., & Daniels, P. S. (2010). Great Empires: an illustrated atlas (1). Washington D.C., Verenigde Staten: The National Geographic Society. Dougherty, M. J. (2010). The Ancient Warrior (1). St. Martin, Verenigde Staten: Thomas Dunne Books. Cursus KHLeuven, Griekse wereld, (onuitg.). MEDIA COMPACT SERVICE, De Klassieke Oudheid – 900v.C.-430n.C. (in serie “Reader’s Digest Geïllustreerde wereldgeschiedenis”), The Reader’s Digest NV, Amsterdam/Brussel, 2006, 192 pagina’s. PEARSON, A., Ancient Greece (in serie Eyewitness), Dorling Kindersley Limited, London, 2002, 72 pagina’s The Creative Assembly. (z.j.). Pictures of Rome total war 2. Geraadpleegd op http://wiki.totalwar.com/w/Total_War_Rome_II LEERMIDDELEN & MEDIA Agenda Bord Handboek Storia Powerpoint Filmpje Alexander Didactisch lesontwerp KRACHTIGE LEEROMGEVING Leerdoelen Lln kunnen in eigen woorden uitleggen welke volkeren er zijn in het filmfragment (C3). Lesfasen & timing Instapfase 6 min Onderwijs- en leeractiviteiten De lkr stelt zichzelf voor en vraagt de lln om hun historische atlas te nemen. Hij vraagt ze ook om naamkaartje te zetten. Klasgesprek Media Leerinhoud PPT Dia 1-2 Trailer: "Alexander" Werkbundel bladzijden 1-2 De lkr stelt dat hij een filmpje gaat tonen hij stelt eerst de lln enkele vraagjes. - Welk historisch personage kunnen we zien in dit fragment? - Welke volkeren zijn aanwezig in dit filmfragment. Bord agenda: De lln letten aandachtig op en beantwoorden de vragen. Lkr. kondigt lesonderwerp aan en laat leerlingen hun agenda invullen, ondertussen deelt de lkr de werkblaadjes uit. Lln kunnen de Makedoniërs en Alexander de Grote situeren in tijd en ruimte (C2). Lln kunnen het Perzische rijk situeren in tijd en ruimte (C2). Lln kunnen in eigen woorden Macedonisch leger: 10 min We gaan het dus vandaag hebben over de Hellenistische rijken, maar laten we eerst eens dieper ingaan op onze locatie in de wereld en geschiedenis als we spreken over de Hellenistische Rijken. Alexander de grote heeft op korte tijd een wereldrijk veroverd, hiervoor had hij echter een sterk leger nodig, we zullen ook zien hoe dit leger eruit zag. Individueel werk De lkr vraagt de studenten om een atlaskaart te zoeken in de historische atlas, hij vraagt ze ook om op te zoeken in welke tijdsperiode Alexander De Werkbundel bladzijde 1 PPT 3 – 5 Atlaskaart 27 Alexander de Grote komt nadrukkelijk aan bod in de filmfragmenten. Wij gaan het vandaag hebben over zijn erfenis aan de wereld van toen. We gaan het vandaag dus hebben over de Hellenistische Rijken. Dit mag je ook in je agenda schrijven. Situering in Tijd en Ruimte 4e eeuw VC Midden Oosten en de Balkan uitleggen hoe Alexander de Grote de macht kreeg over het Perzische rijk (C3). Grote leefde. De lln doen actief hun individueel werk. Het Macedonische leger DOCEREN De lkr doceert de leerstof over het Macedonisch leger. De lln letten goed op. Elke soldaat in de falanx had een sarissa een lange speer ( 6 meter ) deze speren werden voor de formatie gezet. Zodat de vijand niet gemakkelijk dichtbij kon komen. Indien deze toch dichtbij kon komen hadden de soldaten nog een "kopis" een macedonisch zwaard. GROEPSWERK De lkr geeft de lln de opdracht om het eerste werkblaadje in te vullen, dit mogen ze doen per 2. De lln maken de opdracht. De lkr overloopt de antwoorden en stuurt bij waar nodig. Deze phalanx werd niet gebruikt om door te breken door de linies van de vijanden. Deze werd eerder gebruikt om de vijand op zijn plaats te houden terwijl de cavalrie doorbrak door de rechter flank. Deze cavalrie werd de Hetairori genoemd deze bestond een de Macedonische elite. Het regiment bestond oorspronkelijk uit 1500 man, dit regiment stond de koning steeds bij als raadgever en als strijder. Na de cavalrie braken de "hypaspists" door dit was een elite regiment van infantrie. Deze vielen dan de vijanden die de falanx aanvielen aan in de zij. De cavalrie viel meestal de achterkant aan van de vijanden of in het geval van de slag bij Gaugamela, de generaal. Lln kunnen in eigen woorden uitleggen wat hellenistische politiek is en ze kunnen er voorbeelden van geven (C3). Hellenisme: 12 min We hebben dus net gezien hoe Alexander de grote Powerpoint dia zijn wereldrijk heeft kunnen veroveren. Zijn leger is 6-7 nu goed gedocumenteerd maar we zullen nu zien wat er met Alexander gebeurde en hoe het was op Wb 5- 7 het vlak van cultuur. INDIVIDUEEL WERK De lkr laat de bron "De Tocht van Alexander" lezen door de lln aan de hand van deze bron moeten de lln het einde van het leven van Alexander de Grote schetsen. De lkr vraagt ook aan de lln of deze bron De dood van Alexander de Grote Alexander de Grote stierf op 32-jarige leeftijd in het paleis in Babylon. Hij overleed aan een plotselinge koorts.Er zijn verschillende mogelijkheden, hij verbleef in een moeras kort voor hij naar babylon ging, daar had hij een ziekte kunnen opdoen. Vergiftiging is echter ook een mogelijkheid. Hellenisme een betrouwbare bron is. Het hellenisme is de versmelting van de griekse cultuur met de oriëntaalse. Dit gebeurde om een eenheid te smeden in het rijk van Alexander de grote. Deze startte dit proces maar het proces werd voortgezet door de diadochen (generaals in het leger van alexander de grote die zijn rijk onder hun verdeeldden) DOCEREN De lkr legt uit hoe de culturele versmelting in zijn werk ging, hij vult tijdens het doceren samen met de lln de werkblaadjes in. Lln kunnen het hellenisme situeren in tijd en ruimte (C2). Er waren verschillende manieren waarop deze hellenisering gebeurde. Alexander De Grote zelf trouwde met Oosterse prinsessen, hij vroeg hetzelfde van zijn soldaten. Deze waren eerst sterk gekant tegen deze verandering. Dit was omdat de Macedoniërs de Perzen nog steeds zagen als hun vijanden. Alexander zette ook vele perzen in hoge posities in het rijk, dit deed hij om de rust te behouden in zijn rijk. Hij voerde het Grieks in als de taal van de ambtenarij. Hij stichtte bijvoorbeeld veel steden waar Grieken naartoe emigreerden, daar waren echter ook veel Perzen of ander oosterse volkeren aanwezig. Lln kunnen in eigen woorden uitleggen wat hellenistische politiek is en ze kunnen er voorbeelden van geven (C3). Hellenisatie bij de diadochen: 10 min Alexander de Grote heeft de aanzet gegeven tot cultuurversmelting in zijn rijk. Wat is er echter gebeurd toen Alexander overleed, de verdere versmelting van de culturen zullen we nu bespreken. KLASGESPREK De lkr vraagt de lln enkele vragen. Lln kunnen de geziene leerstof aan de hand van - Kennen jullie Archimedes? - Wat weten jullie over het oude Egypte? Bronnen: Plattegrond Alexandrië Werkbundel bladzijde 3 Het zwaartepunt van de Griekse cultuur verplaatse zich van Athene naar Alexandrië ( in Egypte). Deze multiculterele stad groeide uiteindelijk uit tot een verzamelpunt van kunstenaars en geleerden. Een voorbeeld van zo een geleerde is Archimedes ( Eureka ). Leuke anekdote voor de leerlingen: bronnen en opdrachten verwerken (C3). - Noem enkele steden op van Egypte? De lln doen actief mee aan het klasgesprek. De lkr vult geleidelijk aan de leerinhoud aan gedurende het klasgesprek. Eureka of Heureka betekent: ik heb het gevonden, of als uitroep: ik hèb het. De uitroep is beroemd geworden doordat naar verluidt Archimedes naakt door de straten van Syracuse rennend luid heureka geroepen zou hebben nadat hij in bad de naar hem genoemde Wet van Archimedes ontdekt had. In Alexandrië was er het bekendste "Mouseion" een mouseion is het griekse woord voor tempel der muzen. Deze 9 muzen waren de personificatie van de 9 schone kunsten, deze waren wetenschappen en kunsten. Leuk weetje voor de leerlingen: Ons woord museum komt van het woord mouseion. De Koninklijke Bibliotheek was deel van het mouseion van Alexandrië en was in haar glorietijd de grootste bibliotheek van het Middellandse Zeegebied. Zij werd aan het begin van de 3e eeuw v.Chr. opgericht in de hoofdstad Alexandrië van het GrieksEgyptische Rijk door koning Ptolemeus II. Voor lange tijd was de bibliotheek het centrum van de Westerse kennis in de oudheid maar in de 4de eeuw werd de bibliotheek, om nog onduidelijke redenen, verwoest. In deze bibliotheek werd vaak aan literatuuronderzoek gedaan. Er waren ook vele voorwerpen van het rijk tentoongesteld. Colleges van diverse filosofen en wetenschappers konden er gevolgd worden. Lln kunnen in Diadochenstrij eigen woorden d: uitleggen hoe de 10 min diadochen vochten over de macht. (C3). Lln kunnen in eigen woorden uitleggen hoe het rijk van Alexander de Grote uiteenvalt (C3). We weten reeds dat na de dood van Alexander zijn rijk werd verdeeld onder zijn generaals, ook wel diadochen genoemd. De overgang van Alexander zijn rijk naar de 3 diadochenrijken verliep echter niet soepel. Er brak een strijd uit tussen de diadochen over heerschappij over het rijk van Alexander KLASGESPREK De leerkracht vertelt eerst een verhaal aan de lln. Hij stelt dat de generaals van Alexander de grote hem hebben gevolgd van Macedonië tot aan de Indus. Hij vraagt de lln of ze denken dat zij als diadochen recht hebben op een deel van het rijk. De lln doen actief mee aan het klasgesprek. Powerpoint 10 12 Wb 4 Diadochenstrijd Na de vroege dood van Alexander de Grote brak de strijd uit over zijn rijk. Uiteindelijk werd het rijk in 3 grote delen verdeeld. Het rijk van de Antipaters, Het rijk van de Ptolemaeën en het rijk van de Seleuciden. Voor men aan deze rijken kwam zijn er echter vele andere diadochen ( generaals onder Alexander de Grote ) gevallen. Deze diadochen kwamen meestal uit het regiment Hetairoi Bij de dood van Alexander de Grote was er een machtsvacuüm eerst werd er besloten zijn ongeboren zoon met Roxanne ( een perzische prinses ) samen te laten heersen met Arrhidaeus ( zijn halfbroer ). OLG De leerkracht vertelt het verhaal van Perdiccas, hij stelt de lln ook enkele vragen. - “Waarom zou Perdiccas andere diadochen Satrappen maken?” - “Waarom zou Perdiccas willen trouwen met de zus van Alexander de Grote” Nadat de theorie is gegeven vraagt de lkr de lln om de werkblaadjes in te vullen, tijdens dat ze de werkblaadjes worden ingevuld loopt de lkr rond en helpt waar nodig de lln. De lln doen actief mee en vullen de werkblaadjes in. Tot de geboorte van het kind van Alexander zou Perdiccas regent zijn samen met Meleager en enkele andere diodochen. Perdiccas liet Meleager en de anderen echter vermoordden en nam de controle van het rijk over. De diadochen dat Perdiccas hadden gesteund kregen satrappiën toegewezen. Dit deed hij om ze te belonen en om ervoor te zorgen dat ze zich bezig hielden met hun eigen stuk land in plaats van zich bezig te houden wie de vorst moet zijn. Onder deze diadochen zijn Ptolemaëus, Antigonus zeer belangrijk. Wanneer Perdiccas probeerde te huwen met de zus van Alexander om zo zijn dynastie op de troon te zetten van het rijk, revolteerden de andere diadochen onder leiding van Ptolemaëus en Antigonus. Tijdens een invasie naar Egypte ( waar Ptolemaëus Satrap was ) werd Perdiccas vermoord door 3 van zijn generaals, deze generaals kregen ook elk satrappiën toegewezen wegens hun hulp. Seleucus kreeg het gebied in de Oosten. Uiteindelijk kreeg Antigonus te veel macht. Seleucus Ptolemaëus en Cassander voerden Oorlog tegen hem, Ptolemaëus en Lysander sloten reeds snel vrede, maar Seleucus bleef vechten en versloeg hem uiteindelijk in Babylon. Het rijk van Lysander dat duidelijk te zien is op de atlaskaart, overleefde het niet lang. Het rijk viel uit elkaar op het einde van het leven van Lysander, Seleucus nam de resten van zijn rijk op, en enkele steden werden onafhankelijk. Lln zijn bereid om zich te engageren tijdens de les en ze zijn bereid elkaars mening te respecteren (A2). Lln kunnen in eigen woorden uitleggen hoe de diadochenrijken ten onder gaan (C3). Ondergang Hellenistische Rijken en synthesefase 12 min We hebben dus net gezien dat er een grote strijd Powerpoint 13 was om de restanten van het Rijk van Alexander de 14 Grote. Deze diadochen vochten lange tijd onder elkaar en bleven daardoor verzwakt achter, we Wb 5 zullen nu zien hoe de diadochenrijken ten onder zijn gegaan. Ondergang Hellenistische Rijken De hellenistische rijken zouden echter allemaal ten onder gaan. Door hun voortdurende gevecht onder elkaar werden ze zwakker ten opzicht van andere rijken die groeiden aan hun grenzen. KLASGESPREK De lkr vraagt aan de lln of ze Cleopatra kennen en of ze eventueel wat ze al weten van het Romeinse rijk. - Kennen jullie een ander rijk dat aan macht begon te winnen in de Klassieke Oudheid? - Hoe zouden de rijken zijn na de lange, dure diadochenstrijden? - Heeft het Romeinse Rijk zicht ooit bevonden in Griekenland - Hebben de Romeinen Egypte ingenomen? - Kennen jullie Cleopatra? De lkr legt uit waarom de rijken gevallen zijn en wie er verantwoordelijk was voor de val van elk rijk. Het rijk van Seleukos ging ten onder aan de Parthen een volk uit het oosten, deze vochten met paarden en bogen. Het rijk van de Ptolemaeën zou ten onder gaan aan de Romeinen. De laatste pharao was Cleopatra, zeer bekend wegens haar amoureuze realties met Julius Caesar en Marcus Antonius. Het rijk van Lysander trok zich verder en verder terug in de stad Pergamom. Na vele incompetente heersers gaf de laatste koning van de stad de stad aan de romeinen wegens angst voor een successiestrijd. Het rijk van de Antigoniden werd verslagen De lln vullen de werkblaadjes in. door de romeinen en werd een provincie van Rome. Stellingen STELLINGENSPEL De lkr geeft enkele stellingen de leerlingen moeten hun rechter hand opsteken als ze akkoord zijn, hun linker antwoord wanneer ze niet akkoord zijn. Na elke stelling vraagt de lkr de lln waarom de stelling juist of fout is. De lln doen actief mee aan het stellingenspel. Het rijk van Alexander de Grote werd achtergelaten aan zijn zoon. Zijn dynastie regeerde nog lang het Macedonische rijk. Fout -> diadochenstrijd Alexander De Grote legde de Griekse cultuur op aan de Perzen zonder hun cultuur op te nemen. Fout -> hellenisatie De antigoniden regeerden uiteindelijk in Macedonië Juist PLAN B: De relevante documenten om de les te kunnen volgen staan op de werkblaadjes, de kaarten die worden weergegeven tijdens de diadochenstrijd worden zelf getekend op het bord, de lkr tekent de blinde kaart van het rijk van Alexander en duid daar de verschilllende rijken op aan. Opmerkingen i.v.m. bijlagen: Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek. Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit). Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen. BORDSCHEMA Les 15: De hellenistische rijken, extra werkblaadjes Diadochen Hypaspist Hetairoi