EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.3.2014 COM(2014) 149 final ANNEX 13 BIJLAGE BIJLAGE XIII Associatie-overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de associatie-overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds NL NL PROTOCOL IV DEFINITIES Met het oog op de toepassing van deze overeenkomst geldt het volgende: 1. Onder "onregelmatigheid" wordt verstaan elke inbreuk op een bepaling van het EU-recht, deze overeenkomst, of hieruit voortvloeiende overeenkomsten en contracten, die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de EU of de door de EU beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld, hetzij door de vermindering of het achterwege blijven van ontvangsten uit de eigen middelen, die rechtstreeks voor rekening van de EU worden geïnd, hetzij door een onverschuldigde uitgave. 2. Onder "fraude" wordt verstaan: a) wat de uitgaven betreft, elke opzettelijke handeling of elk opzettelijk nalaten waarbij: – valse, onjuiste of onvolledige verklaringen of documenten worden gebruikt of overgelegd, met als gevolg dat middelen afkomstig van de algemene begroting van de Europese Unie of van de door of voor de Europese Unie beheerde begrotingen, wederrechtelijk worden ontvangen of achtergehouden; – met hetzelfde gevolg als in het eerste streepje van dit punt, in strijd met een specifieke verplichting informatie wordt achtergehouden; – de in het eerste streepje van dit punt bedoelde middelen worden misbruikt door ze voor andere doeleinden aan te wenden dan die waarvoor zij oorspronkelijk waren toegekend; EU/GE/PIV/nl 1 b) wat de inkomsten betreft, elke opzettelijke handeling of elk opzettelijk nalaten waarbij: – valse, onjuiste of onvolledige verklaringen of documenten worden gebruikt of overgelegd, met als gevolg dat middelen afkomstig van de algemene begroting van de Europese Unie of van de door of voor de Europese Unie beheerde begrotingen, wederrechtelijk worden verminderd; – met hetzelfde gevolg als in het eerste streepje van dit punt, in strijd met een specifieke verplichting informatie wordt achtergehouden; – van een rechtmatig verkregen voordeel misbruik wordt gemaakt, met hetzelfde gevolg als in het eerste streepje van dit punt. 3. Onder "actieve omkoping" wordt verstaan het feit dat iemand opzettelijk een ambtenaar onmiddellijk of middellijk een voordeel, ongeacht de aard daarvan, voor hemzelf of voor een ander belooft of verstrekt, om in strijd met zijn ambtsplicht een ambtshandeling of een handeling in de uitoefening van zijn ambt te verrichten of na te laten, waardoor de financiële belangen van de Europese Unie worden of kunnen worden geschaad. 4. Onder "passieve corruptie" wordt verstaan het feit dat een ambtenaar opzettelijk, onmiddellijk of middellijk, voordelen, ongeacht de aard daarvan, voor zichzelf of voor een ander aanneemt of vraagt, dan wel ingaat op een desbetreffende toezegging teneinde in strijd met zijn ambtsplicht, een ambtshandeling of een handeling in de uitoefening van zijn ambt te verrichten of na te laten, waardoor de financiële belangen van de EU worden of kunnen worden geschaad. EU/GE/PIV/nl 2 5. Onder "belangenconflict" wordt verstaan een situatie waarbij twijfels kunnen rijzen of personeelsleden in staat zijn onpartijdig en objectief op te treden om gezinsredenen of om affectieve redenen (bv. vriendschappen, nauwe banden, ...) of ook om redenen in verband met politieke gezindheid of nationaliteit, economische belangen of elk ander eventueel gedeeld belang met een inschrijver, aanvrager of begunstigde, of die redelijkerwijs tot twijfels zou kunnen leiden in de ogen van een externe derde partij. 6. Onder "ten onrechte betaald" wordt verstaan een betaling waarbij de regels inzake EUmiddelen niet in acht zijn genomen. 7. Onder "het Europees Bureau voor Fraudebestrijding" wordt verstaan de gespecialiseerde fraudebestrijdingsdienst van de Europese Commissie. OLAF geniet op operationeel gebied onafhankelijkheid en is belast met het verrichten van administratieve onderzoeken, gericht op de bestrijding van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, zoals bepaald in het Besluit 1999/352/EC, ECSC, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden. EU/GE/PIV/nl 3