HC 2 Politieke Cultuur (Vliet) 13-09-2004 Jeroen Berndsen Dit college zullen twee belangrijke vragen aan de orde komen. In de eerste plaats zullen we bekijken waar politiek in Athene eigenlijk over ging, en in de tweede wat hierbij de relatie was tussen volk en elite. Zoals vorige week in het HC besproken is komt Manin met het uitgangspunt naar voren dat een representatief bestuur toch een aristocratisch uitgangspunt heeft. Er is geen sprake van electie maar meer van selectie: Er wordt een politieke elite gekozen op grond van bepaalde kwaliteiten. Deze politieke elite is niet noodzakelijkerwijs dezelfde als de maatschappelijke elite. Als je vertegenwoordigers kiest dan delegeer je vertrouwen in de richting van die vertegenwoordiger. Je vertrouwt hem om voor jou beslissingen te maken. Hoe zat dat in de Atheense democratie? We zullen dit behandelen aan de hand van drie begrippen: representatie, verkiezing en vertrouwen. Athene was een directe democratie in die zin dat de Volksvergadering besloot. Zij was verantwoordelijk voor de besluitvorming op diverse vlakken en kwam 10-40 keer per jaar bijeen. De raad van 500 legde de VV een besluit voor, wat zij goed kon keuren of amenderen (b.v. het sturen van legioenen naar een kolonie). Deze raad van 500 werd elk jaar opnieuw samengesteld en de leden kwamen voort uit loting. Kleisthenes: 50 man uit 10 verschillende Fylen, regeren bij toerbeurt door loting. Dus niet twee keer dezelfde. Hierdoor was in politiek opzicht iedereen gelijk (met kiezen is dat niet mogelijk!). Aristoteles: Het wezen van de burger is om de beurt te regeren en geregeerd te worden. Veel ambten werden met behulp van loting vervuld: prytanen, archonten en ook de leden van de rechtbanken. Door deze loting werden corruptie en omkoping onmogelijk (of zeker moeilijker) gemaakt. Vertrouwen niet echt aan de orde, in Atheense democratie speelt wantrouwen een veel grotere rol. De administratie/financiële gegevens van tempels werden vaak openbaar gemaakt zodat iedereen kon zien wat er precies bij was komen kijken, en hierdoor was een strenge sociale controle op misstanden mogelijk. Van 487-460 v.C. komt regelmatig Ostracisme voor. Men mocht iemands naam op een scherf krassen waarvan men vond dat deze teveel macht kreeg. Diegene met de meeste stemmen werd vervolgens (tijdelijk) uit Athene verbannen. Deze methode werd belangrijk toen strategie steeds belangrijker werd. Jaarlijks werden 10 generaals (strategoi) gekozen wiens functie steeds belangrijker werd. Deze strategoi konden zelf ook steeds meer politiek gewicht in de schaal leggen. Op deze punten verschilt de Atheense democratie van wat Manin bij latere democratieën waarneemt. Pas in de vierde eeuw worden bepaalde lichamen meer vertegenwoordigend. De volksvergadering besluit namelijk bij willekeur, ze hebben niet overal verstand van. Ze kunnen wetten veranderen/aannemen en ook zomaar wat doen (aanprutsen). Door deze willekeur was de Atheense democratie van de 5e eeuw weinig zeker van het recht. Het systeem van begin 4e eeuw: wetsvoorstellen op vast moment in het jaar. De aanname van nieuwe voorstellen betekende afschaffing van de oude wet. Dit gebeurde in een soort rechtsprocedure, niet voor de volksvergadering, maar een college van 1000; de nomotheten, ook geloot uit burgers. Zij bepaalden welke voorstellen werden aangenomen. Dit wordt nu gezien als vertegenwoordiging. Als iemand een wetsvoorstel deed, moest dat door minimaal 20% van de juryleden goedgekeurd worden, anders volgde beboeting. Werd iemand voorstel twee keer afgekeurd dan volgde uitsluiting. Dit diende willekeur te voorkomen. Het element van selectie Iedere burger komt in aanmerking voor een functie, maar hij wordt wel gecheckt op geschiktheid. Men moest zich immers aanmelden voor de loting van de raad van 500 en het archontaat (in de rechtbank kon iedere hersendode zombie komen). Diegenen die zich hiervoor aanmelden werden gecontroleerd op bijv. echt burgerschap, of ze wel in Athene gevestigd waren, van goeden huize kwamen, wel deugden etc etc. Mocht iemand niet (voldoende) aan deze criteria voldoen dan kon de zittende raad besluiten deze persoon niet toe laten door bezwaar te maken. In dit geval werd zijn plaats opgevuld door iemand van de reservelijst. Het schijnt dat dit regelmatig is gebeurd. Zien we hier toch geen element van de elite in? Dit is een punt van debat. Het is namelijk wel de ‘ouwe club’ die nieuwelingen mag weigeren. Was het wel zo democratisch? Waar ging politiek over in klassiek Athene? Athene was een grote polis met veel inwoners. Het beheerste het hele Egeïsche zeegebied. Dit betekende dat de politiek ook voor een deel buitenlands gericht was. Belangrijke teksten kregen een inscriptie in steen en werden op de Akropolis gezet, waar mensen ze konden lezen. Dit waren bijvoorbeeld verdragen en eerbewijzen aan gezantschappen (Van de tweede Delisch-Attische zeebond hebben we nog het verdrag en het eerbewijs). Vaak waren het twee dergelijke stenen in combinatie. Het bewijzen van eer aan de mannen die de verdragen sloten was erg belangrijk. Er zijn allerlei van dit soort volksbesluiten bewaard gebleven. Voor Athene was de import van graan, zoals uitgebreid behandeld bij GRS, van groot belang. Dit was dan ook een vast agendapunt op de volksvergadering en er werd speciaal een strateeg voor aangewezen. De graanvoorziening werd dan ook gecontroleerd vanaf de Bosporus; de schepen moesten allemaal naar Athene varen. Ook de plaatselijke vorsten in deze graanleveringsgebieden moesten graan beschikbaar stellen. De verantwoordelijke strategen waren over hun acties direct verantwoording verschuldigd aan Athene. De andere kant van de medaille is de selectie. Strategen moesten bepaalde kwaliteiten in huis hebben en werden daarom gekozen. Archonten (aanvoerder/bestuurder) werden geloot, maar wel uit gekwalificeerde burgers, men moest wel de benodigde capaciteiten bezitten. De rechtspraak was erg belangrijk in de politiek van Athene. Als ambtsdrager kon je aangeklaagd worden, je moest verantwoording afleggen over je daden. Dit gebeurde voor een volksrechtbank. Een archont kon bijvoorbeeld belast worden met burgerrechtspraak. Er waren in totaal 9 archonten belast met verschillende taken: Dit kon inhouden dat je de choregen (koorleiders) aan moest wijzen, maar ook heel belangrijke zaken: Juridische regeling is een belangrijke archontentaak, de 2e is cultus en feesten. (Panathenaia, cultus van Dionysos) Deze feesten/optochten waren zeer belangrijk voor het volk vanwege hun grote religieuze implicatie. Voor de volksvergadering werd een van de prytanen geloot om in zijn mooiste pak een offer te brengen. Dit offer moest gunstig zijn om bijv. een wetsvoorstel goed te laten keuren. Dit was een enorme eer en werd door velen beschouwd als de mooiste dag van je leven, niet in de laatste plaats vanwege de vele eerbewijzen die je ermee ten deel vielen. Komedie binnen deze feesten was niet alleen voor de lol, het had ook een politieke betekenis. Het kon kritisch getint zijn en ingaan op actuele zaken en had daarom een belangrijke plaats binnen het politieke bestel. Op het moment dat de buitenlandse politiek niet alle aandacht vroeg (oorlog) werden deze feesten zeer belangrijk en de betrokken ambtsdragers werden geëerd. Er was een constant spanningsveld tussen: individu dat aanzien wil collectief dat mensen onder controle wil houden Aanzien werd gegeven door iemand een krans te schenken. In ‘het begin’ gebeurde dit aan het einde van iemands leven. Later gebeurde dit ook eerder zodat diegenen daarna ook nog ambten kon vervullen. Andere kant: Als een strateeg of ander ambtenaar faalde, kon hij een enorme boete of de doodstraf krijgen. De beoordeling hiervan werd uitgevoerd door de volksrechtbanken. Deze volksrechtbanken waren dus erg belangrijk in de politiek in het algemeen en voor de macht van het volk waren ze een belangrijk instrument. 550-450 v.C. leiders Atheense democratie uit aristocratie, rijken worden strategen. Ostracisme komt voor. Vanaf 450 v.C. Perikles aan de macht. Verantwoordelijk voor pelopponesische oorlog. Afgezet, weer teruggehaald en sterft tijdens oorlog aan de pest. In de volksvergadering komen nu leiders op die niet langer van aristocratische afkomst zijn, maar anders rijkdom hebben vergaard. De tijd van de demagogen. Zij hebben een ander taalgebruik en een andere motoriek, wat ze ook verweten werd vanaf 427 v.C. 403-404 v.C De Dertig, oligarchisch susteem met terreur. Hierna komt politiek meer open te staan, maar politici komen wel uit rijkere families en er ontstaat groepsvorming. Wat was nou de Atheense democratie? J. Ober: in feite was de controle van het volk zo groot dat een permanente politieke elite zich niet kon ontwikkelen. Athene ontkomt hiermee aan de ijzeren wet van oligarchie (ieder systeem wordt geregeerd door een bepaalde vorm van een elite). Hansen: Atheense democratie werd geregeld door regeltjes. Ober keek wat er gebeurde in de democratie, maar dat boeit niet, alles ging volgens de regeltjes. Tegenwoordig worden rechtspraak en intern discours in de Atheense democratie vaak ter discussie gesteld. Ook wat de burgers eigenlijk zelf van ‘polular tyrrany’ vonden.