d Rapport Ledenonderzoek vakantiedagen 2015 1669309 Datum 1 augustus 2015 Kenmerk 1669309 Blad 1 Inhoud Achtergrond...................................................................................................................................... 1 Algemene bevindingen ..................................................................................................................... 2 Macro-uitkomsten ............................................................................................................................ 5 Uitkomsten per vraag ....................................................................................................................... 6 © 2015 AWVN De inhoud en ontwerp van dit document is eigendom van AWVN en wordt beschermd door het intellectuele eigendomsrecht. Dit recht gaat op geen enkele wijze over op (rechts)personen die beschikking hebben over dit document. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, door te sturen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar stellen aan derden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van AWVN. AWVN is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit document indien de inhoud daarvan is gewijzigd of aangevuld door (rechts)personen die de beschikking hebben gekregen over dit document Werkgeversvereniging AWVN: voorsprong door goed werkgeverschap Achtergrond Een vakantiestuwmeer is het totaal van alle vrije dagen dat de werknemers van een bedrijf samen nog tegoed hebben. Deze niet opgenomen dagen staan als verplichting op de ondernemingsbalans en gaan daardoor rechtstreeks ten koste van de winst. Daardoor vormen dergelijke stuwmeren een probleem voor bedrijven: de openstaande vrije dagen belemmeren bijvoorbeeld investeringen. Verder wordt door het voortbestaan van vakantiestuwmeren een mogelijke bron voor loonstijging onbenut gelaten – met name in bedrijven en bedrijfstakken waar de loonruimte beperkt is, zal dit spelen. Dit is de derde rapportage van AWVN omtrent problemen met vakantiestuwmeren en andere vormen van verlof onder werkgevers. Eerdere rapporten verschenen in 2011 en 2013. Doel was en is de evaluatie van eventuele verlofstuwmeren, het effect van de nieuwe vakantiewet uit 2012 en het vinden van oorzaken voor de ophoping van verlofdagen. Ook wilden we in kaart brengen of werkgevers met problemen omtrent vakantiedagen anders met de nieuwe wetgeving omgaan dan hun tegenhangers. In 2012 werd de wettelijke vervaltermijn teruggebracht van 5 jaar naar 6 maanden. De gegevens voor dit onderzoek zijn verzameld middels een vragenlijst onder 158 leden van AWVN. De deelnemende bedrijven vormen een representatieve doorsnede van het Nederlandse bedrijfsleven. De peildatum van deze enquête is 31 december 2014. 1 Algemene bevindingen 1. Hoeveel dagen staan eind 2014 nog gemiddeld per werknemer ‘open’ en hoe verhoudt zich dat tot de twee vorige enquêtes? Op 31 december 2010 hadden Nederlandse werknemers een gemiddeld tegoed van 18,5 dag per hoofd hadden gespaard. Dat kwam toen uit op een bedrag van 20,7 miljard euro. Eind 2012 was dit aantal licht gedaald was naar 16 dagen met een bijbehorend kostenplaatje van 18,4 miljard euro. Deze nieuwste rapportage met peildatum 31 december 2014 laat een verdere daling zien. Gemiddeld bedroeg het saldo uitstaande dagen 14,5 per werknemer. Met een gemiddeld uurloon van 25,6 euro in Q4 en 5,8 miljoen arbeidsjaren in het laatste kwartaal van 2014 vertaalt zich dat, uitgaande van een werkdag van 8 uur, door naar een post van 17,2 miljard euro1. Ontwikkeling dagen (per wn.) en kosten (x miljard) 21 20,7 20 19 18,5 18,4 18 17,2 17 16 16 15 14,5 14 2010 2012 Dagen per werknemer 2014 Post x miljard 2. Hoeveel leden geven aan met problemen te kampen en hoeveel dagen hebben zij gemiddeld uitstaan? In 2013 gaf 59% van de leden aan problemen te hebben met het saldo vakantiedagen. Voor die groep was dat gemiddeld 21 dagen per werknemer. De overige respondenten ervoeren geen problemen en kenden een gemiddeld saldo van 9 dagen. In de huidige enquête is het aantal leden met problemen gedaald naar 42% van de respondenten met een opvallend lager gemiddelde van 16,5 dag opgebouwd verlof. De 58% die aangeeft geen problemen te ondervinden kent een gemiddelde van 13,5 dag verlof per werknemer. In die zin zijn de verschillen flink afgenomen ten opzichte van 2013. Positief is enerzijds de sterke afname van bedrijven die problemen ondervinden. Anderzijds is er nog wel werk aan de winkel, 42% is nog altijd (te) hoog. 2013 percentage 1 2013 dagen 2015 percentage 2015 dagen http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=82577NED&LA=NL 2 Problemen Geen problemen 59% 41% 21 dagen 9 dagen 42% 58% 16,5 13,5 3. Bieden probleemhebbers een groter aantal ADV-dagen aan? Een andere factor in de verschillen tussen bedrijven kan gevormd worden door het aantal andere vormen van vrije tijd die werknemers kunnen opnemen. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan ADVdagen en tijd-voor-tijdregelingen. In 2013 bleken probleemhebbers niet overduidelijk meer ADVdagen aan te bieden dan niet-probleemhebbers. In 2015 is deze trend gelijk gebleven: waar probleemhebbers gemiddeld 13 ADV-dagen aanbieden is dat voor de niet-probleemhebbers 12. Bij de tijd-voor-tijd regelingen zien we ook geen verschillen. In beide groepen hebben de meeste respondenten een bestaande tijd-voor-tijd regeling. Een belangrijke aanvulling hierop volgt uit interne gegevens van AWVN. Na jaren van relatieve stilstand zien we in het cao-seizoen 2015 een kleine stijging (2 procentpunt) m.b.t. afspraken over versobering en/of ombouw in een PKB van ADVdagen. Mogelijk dat dit in een volgende meting een groter effect gaat hebben. 4. Wat is de invloed van de bedrijfsgrootte? Probleemhebbers zijn gemiddeld bedrijven van 250 – 499 werknemers terwijl niet-probleemhebbers gemiddeld 100 – 249 werknemers in dienst hebben. Daarmee is er een duidelijk onderscheid tussen de twee groepen aan te wijzen. Mogelijk maakt een kleinere schaal het makkelijker mensen te stimuleren hun vakantiedagen op te nemen door een persoonlijkere managementstijl. 5. Is er een relatie met de vervaltermijn? Bij de vervaltermijn zien we een verschil tussen de twee groepen respondenten. Van de probleemhebbers past 55% de wettelijke termijn toe ten opzichte van 64% van de nietprobleemhebbers. Dit verschil is niet doorslaggevend groot maar is zeker een factor van belang. Deze cijfers zijn ongeveer vergelijkbaar met de uitkomsten van 2013 waar de verdeling 60%/65% was. Het duidt erop dat toepassing van de wettelijke vervaltermijn voor bedrijven een bijdrage kan leveren aan het terugdringen van stuwmeren. 6. Stimuleren werkgevers anderszins de opname van verlof? We zien dat de probleemhebbers iets minder de opname van verlof op alternatieve manieren stimuleren dan de niet-probleemhebbers. In dit geval is het 54% om 59%. Ook hier is er geen sprake van een substantieel verschil tussen de beide groepen. In 2013 is dit nog niet gemeten. 7. Sectorale verdeling In de sectorale verdeling zien we dat de probleemhebbers de overhand hebben in de Chemie/Farma industrie, T&L en (semi-) publieke sector. Het is moeilijk hier een uitspraak over te doen door de grote verschillen tussen deze sectoren. Uit cijfers blijkt wel dat zij van oudsher een hoge 3 participatiegraad kennen2. Leidt dit tot meer conservatisme waarin het moeilijker is maatregelen te nemen? Het zou kunnen, maar dat blijft speculeren. 8. Blijft de waarde van vakantiedagen gelijk bij tussentijdse uitbetaling en aan het einde van het dienstverband? Van de probleemhebbers hanteert 26% een andere waarde bij tussentijdse uitbetaling van vakantiedagen dan op het moment van uittrede. Dit staat tegenover 11% bij de nietprobleemhebbers, een fors verschil. De meest voor de hand liggende verklaring is een omgekeerde causaliteit: probleemhebbers schakelen extra maatregelen in om hun stuwmeren te verkleinen. 9. Wat voor oplossingen dragen bedrijven zelf aan? Een groot aantal bedrijven geeft aan de problemen met stuwmeren (langzaam) op te lossen. Belangrijk is de constatering dat dit niet van de ene op de andere dag te realiseren is. Ondernemingen kiezen voor verschillende aanvliegroutes. Een aantal laat medewerkers verplicht hun verlof opnemen, maandelijks of in een enkel geval zelfs wekelijks. Het merendeel geeft aan een overlegtraject in gang te zetten tussen manager en medewerker om zo gezamenlijk een oplossing te vinden. In deze ‘zachtere’ constructies hebben de leidinggevenden de taak opname continu te stimuleren. Oplossingen waarbij dagen omgezet worden in geld komen ook voor. Een enkeling geeft aan in de cao afspraken te hebben gemaakt over het jaarlijks afromen van het saldo. Als laatste zien we dat de nieuwe vervaltermijn van 6 maanden voor sommige ondernemingen uitkomst heeft geboden. Resumerend Na 2011 en 2013 is dit de derde rapportage van AWVN omtrent problemen met vakantie stuwmeren en andere vormen van verlof. De positieve conclusie is dat er een duidelijke dalende lijn te zien is gedurende deze periode. Zowel het gemiddeld aantal dagen per werknemer als – logischerwijs – de totale kostenpost die dit behelst nemen structureel af. Van 18,5 dag in 2010 naar 16 in 2013 tot aan 14,5 dag in 2015. Ook het aantal ondernemingen dat aangeeft problemen met stuwmeren te ondervinden daalde van 59% in 2013 naar 42% in 2015. Die beweging moet echter wel doorzetten, 42% is nog altijd te hoog. Heldere verklaringen voor het bestaan van problemen met stuwmeren zijn uit deze enquête niet of nauwelijks naar voren gekomen. Voor de meeste factoren – aantal verlofdagen, aantal ADV-dagen en zelfs waardevermindering bij latere uitbetaling – zien we geen causaal verband met probleemhebbers. We zien dat een aantal sectoren sterkere problemen hebben dan andere maar kunnen slechts speculeren over de redenen hiervoor. Wel lijkt het dat het toepassen van de wettelijke vervaltermijn een klein positief effect oplevert. Ook geven enkele respondenten aan vooral problemen met oudere werknemers te hebben door het stapelen van meerdere regelingen. Daarnaast kunnen zachtere omstandigheden zoals werkdruk en managementstijl belangrijke factoren zijn in het stimuleren van opname van vakantiedagen. Vooral deze laatste lijkt een rol van betekenis te spelen wat zou kunnen verklaren waarom kleinere bedrijven minder problemen ondervinden. 2 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/cijfers/incidenteel/maatwerk/2010organisatiegraad-werknemers-cm.htm 4 Macro-uitkomsten Uit de enquête met 158 respondenten blijkt dat het gemiddeld tegoed aan vakantiedagen uitkomt op 14,5 per werknemer op 31 december 2014. Het meest voorkomend aantal dagen is 10 dagen. Met een gemiddeld uurloon van 25,6 euro in Q4 en 5,8 miljoen arbeidsjaren in het laatste kwartaal van 2014 vertaalt zich dat, uitgaande van een werkdag van 8 uur, door naar een post van 17,2 miljard euro3. Gemiddelde saldo uitstaande vakantiedagen 1% 3% 9% 24% 13% 19% 31% 1 tot 5 3 6 tot 10 11 tot 15 16 tot 20 21 tot 25 26 tot 30 31 en meer http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=82577NED&LA=NL 5 Uitkomsten per vraag 1: Is er sprake van afzonderlijke afspraken over vakantie/verlof voor verschillende groepen werknemers in uw bedrijf? ls er sprake van afzonderlijke verlofafspraken in uw bedrijf? Ja 43% Nee 57% Nee Ja 1a: wilt u de afspraken kort toelichten? Verschillen op basis van leeftijd en op basis van CAO en buiten Cao Voor CAO'ers volgen we de CAO (verlofdagen (24) + ADV dagen (13) + leeftijdsdagen) Voor boven CAO'ers kennen we 30 verlofdagen, geen ADV, + leeftijdsdagen Leeftijddagen: 1 dag bij 30 jaar oplopend tot 10 dagen extra bij 60 jaar Voor medewerkers in de volcontinudienst zijn de atv-dagen opgenomen in het rooster. Voor alle andere medewerkers zijn atv-dagen opgenomen in het flexbudget. Afhankelijk van de salarisgroep krijgen medewerkers ipv overwerk te declareren 4 vakantiedagen (bij pt naar rato) extra. Grootste groep is geen declaratie overuren, maar 4 vakantiedagen extra. Voor medewerkers die overuren niet mogen schrijven (functiecontract) kennen wij 2 extra verlofdagen toe. Medewerkers in de productie hebben 13 ipv 8 ATV dagen Vraag 2: Hoeveel vakantiedagen (wettelijk én bovenwettelijk, exclusief seniorendagen en/of leeftijdsafhankelijke vakantiedagen) per jaar bouwt een fulltime medewerker op in uw organisatie? Gemiddeld 20 26 dagen 3% 21-25 64% 26-30 25% >30 8% 6 Opbouw vakantiedagen 3% 8% 25% 64% 20 21-25 26-30 >30 Vraag 3: Zijn sinds 2012 bestaande afspraken over de bovenwettelijke vakantiedagen gewijzigd? Nee 61% Ja 38% Vraag 3a: Zo ja, kunt u in enkele sleutelwoorden aangeven wat er is gewijzigd? Verval termijn wettelijke dagen 18 mnd en bovenwettelijk 5 jaar Verkopen van bovenwettelijke dagen is nu mogelijk. ADV vervalt aan het einde van het jaar. De 5 bovenwettelijke vakantiedagen vervallen na 5 jaar. De 20 wettelijke vakantiedagen vervallen 6 maanden na het jaar waarin de dagen zijn toegekend. maximaal 10 dagen (op ft basis) meenemen naar volgend jaar, rest wordt uitbetaald. Wettelijke dagen binnen 6 maanden na het jaar waarop deze betrekking hebben opnemen. Bovenwettelijke dagen blijven 5 jaar geldig. Op basis van de metalektro cao mogen medewerkers maximaal 65 bovenwettelijke verlofdagen sparen zonder dat deze vervallen of verjaren. Vraag 4: Is er in uw organisatie sprake van bovenwettelijke vakantiedagen? 7 Is er in uw organisatie sprake van bovenwettelijke vakantiedagen? 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Nee Ja Vraag 4a: zijn er voornemens om bestaande afspraken over de bovenwettelijke vakantiedagen te wijzigen? Voornemens om bestaande afspraken te wijzigen Overig Voornemens om te zetten in persoonlijk budget Voornemens omzetten in geld Geen voornemens 0 20 40 60 80 100 120 140 Vraag 5: is er in uw organisatie sprake van ADV-dagen? Nee 42% Ja 57% Vraag 5a: Hoeveel ADV-dagen ontvangt een fulltime medewerker per jaar in uw organisatie? 8 1 tot 10 dagen 23% 11 tot 20 21 tot 30 dagen dagen 67% 10% Aantal ADV-dagen % 100 80 60 40 20 0 1 tot 10 11 tot 20 21 tot 30 Vraag 5b: Zijn er voornemens andere ADV afspraken te maken? Voornemen aanpassing ADV regeling % 5: Overig 3: Voornemens om ADV-dagen om te zetten in persoonlijk (verlof) budget. 2: Voornemens om ADV-dagen om te zetten in geld. 1: Geen voornemens om andere afspraken te maken over de ADV-dagen. 0 20 40 60 80 Vraag 6: Kent uw organisatie een tijd-voor-tijd regeling door vergoeding van overwerk? 9 Kent uw organisatie een tijd-voor-tijd regeling door vergoeding van overwerk? 8% 92% Nee Ja Vraag 6b: Levert de regeling een probleem op? Levert de regeling een probleem op? 3: Overig 2: Ja, te veel vrije dagen 1: Nee 0 20 40 60 80 100 Vraag 7: Zijn er binnen uw organisatie sinds 2012 problemen op het terrein van vakantiedagen geweest? Waren er problemen m.b.t. vakantiedagen in uw organsiatie? Ja, maar die hebben we (deels) opgelost 27% Nee 50% Ja 23% Nee Ja Ja, maar die hebben we (deels) opgelost 10 Vraag 7a: waar bestonden die problemen uit? aantal mensen hadden stuwmeren van vakantiedagen, deze zijn 'verplicht' 1 dag per week vrij om het stuwmeer terug te brengen Door hoge werkdruk is het bijna niet mogelijk alle dagen op te nemen. Medewerkers willen echter niet of nauwelijks afkopen. Grote stuwmeren aan verlof. In de nieuwe CAO sinds 1 april 2014 is het verlof in omvang kleiner geworden dus wordt er nu ingeteerd op de stuwmeren. Ook zie je dat mensen actiever verkopen. Medewerkers met enorm veel verlof hebben we aangeboden dit te verkopen. Leidinggevenden moeten hun medewerkers stimuleren met verlof te gaan. stuwmeer van vakantiedagen deels ingeperkt door salso af te romen op 1-1 van ieder kalenderjaar. Afspraak in CAO vastgelegd Stuwmeren aan vrije dagen. We hebben het management aangespoord om concrete afspraken met hun medewerkers te maken ipv vakantieaanvragen van medewerkers af te wachten. Vraag 8: Wat is het gemiddelde saldo aan vakantiedagen dat een medewerker in uw organisatie op 31 december 2014 uit had staan? Modus: 10; Gemiddelde: 14,5 Gemiddelde saldo uitstaande vakantiedagen 26 tot 30 31 en meer 9% 3% 1 tot 5 24% 21 tot 25 1% 16 tot 20 13% 11 tot 15 19% 6 tot 10 31% 1 tot 5 6 tot 10 11 tot 15 16 tot 20 21 tot 25 26 tot 30 31 en meer Vraag 9: Wordt er binnen uw organisatie op dit moment een probleem ervaren aangaande de saldi aan vakantiedagen die de medewerkers hebben (verlofstuwmeren)? 11 Ervaart u een probleem aangaande de saldi vakantiedagen? 100 90 80 70 60 58% 50 42% 40 30 20 10 0 Nee Ja Vraag 10: Verwacht u in de nabije toekomst een probleem op het terrein van vakantiedagen? Verwacht u in de toekomst een probleem op het terrein van vakantiedagen? Ja 29% Nee 71% Nee Ja Vraag 10a: Wat voor problemen verwacht u? Door toenemende werkdruk wordt het lastig om de vakantiedagen op te nemen In combinatie met ADV, leeftijdsdagen en ouderendagen lopen de jaarlijkse rechten op verlof voor onze oudere medewerkers op tot 82- 94 dagen per jaar (vanaf 62 jaar - 64 jaar). In 2017 komt het stuwmeer te vervallen. In 2016 zullen werknemers en werkgever zich dit realiseren en ze op willen nemen. Anders komen ze te vervallen. Werknemers kunnen jaarlijks 5 dagen verkopen. 2016 wordt voor een grote groep werknemers 1 groot vakantiejaar;-). Dit is een serieus iets, wat onze aandacht heeft. het niet kunnen wegwerken van het stuwmeer - de beperking om de wettelijke dagen om te zetten in geld. gezien de complexiteit destijds van de invoering m.b.t. wettelijke vervaltermijn 12 voor alleen de nieuwe vakantierechten (en de vervaltermijn van 5 jaar bleef overeind voor de oude vakantierechten) - bleef voor alle vakantierechten de 5 jaar van toepassing meer medewerkers die eerder uit dienst gaan door stuwmeren. Uitdienst piek op basis van leeftijd dus nog eerder door verlofstuwmeren Vraag 11: Past uw organisatie de wettelijke vervaltermijn toe van een half jaar voor de wettelijke vakantiedagen? Past uw organisatie de wettelijke vervaltermijn van 6 maanden toe? 3: Overig 14% 2: Nee, wij handhaven termijn van 5 jaar 26% 1: Ja 1: Ja 60% 2: Nee, wij handhaven termijn van 5 jaar 3: Overig Vraag 12: Indien u voor de wettelijke vakantiedagen een andere vervaltermijn hanteert dan voor de bovenwettelijke dagen, kan uw vakantieregistratiesysteem dit verwerken? 3: anders 21% 2: nee 17% 1: ja 62% 1: ja 2: nee 3: anders Vraag 12a: Zo ja, welk systeem hanteert u? eigen gemaakte toepassing in Excel afas logitime SAP Vraag 12b: Zo nee, welk systeem hanteert u? 13 geen systeem, handmatig ons global system kan dit niet verwerken systeem maakt geen onderscheid. had dus handmatig gemoeten, daarom dit onderscheid opgeheven. Hebben SAP HR. Hier een modus voor laten uitwerken kost heel veel en is het probleem niet waard. Vraag 13: Is het in uw organisatie mogelijk om (bovenwettelijke) vakantiedagen en andere verlofvormen om te zetten in geld? Is het mogelijk verlof om te zetten in geld? Nee 22% Ja 78% Nee Ja Vraag 13a: Wat is de belangrijkste drijfveer voor het gebruik van de mogelijkheid om verlof voor geld in te ruilen (één keuze mogelijk)? Drijfveren verlof-voor-geld regeling in % 4: Overig 3: Organisatie wil verlofstuwmeren afbouwen 2: Medewerkers willen koopkrachtachteruitgang beperken 1: Medewerkers willen verlofstuwmeren afbouwen 0 10 20 30 40 50 14 Overig: Flexibele beloning. Passend bij de medewerker. De een wil meer geld, de ander meer vrije tijd. Medewerkers hebben voldoende dagen. mensen willen eenmalig extra geld incasseren Vraag 14: Als een reeds arbeidsongeschikte medewerker met vakantie gaat, schrijft u dan de dagen van zijn vakantiedagensaldo af? Als een reeds arbeidsongeschikte medewerker met vakantie gaat, schrijft u dan de dagen van zijn vakantiedagensaldo af? Nee Ja, dat deden wij ook al voor de invoering van de nieuwe vakantiewetgeving Ja, sinds de invoering van de nieuwe vakantiewetgeving 0 20 40 60 80 100 Vraag 15: Stimuleert u op een andere manier dan in de voorgaande vragen omschreven, uw medewerkers om vakantie- en/of andere verlofdagen op te nemen? Nee 43% Ja 57% Vraag 15a: Wilt u in sleutelwoorden aangeven hoe u het opnemen van vakantie- en/of andere verlofdagen stimuleert? Promoten, aanmoedigen op te nemen in tijden van dalen etc. Door de mogelijkheid van een opname plan voor de komende 5 jaar Aangeven dat vakantiesaldo voor medewerker vervalt in een nieuwsbrief. Medewerkers de mogelijkheid geven vakantiedagen te verkopen als de dagen niet worden opgenomen. Bij structureel stuwmeer gesprek aangaan met medewerker en manager. Target voor manager dat medewerkers hun dagen opnemen. In kader goed werkgeverschap; zorg voor medewerkers. Vraag 16: Hanteert u bij tussentijdse uitbetaling van (bovenwettelijke) vakantiedagen dezelfde waarde als bij de uitbetaling aan het einde van het dienstverband? 15 Hanteert u bij tussentijdse uitbetaling van (bovenwettelijke) vakantiedagen dezelfde waarde als bij de uitbetaling aan het einde van het dienstverband? n.v.t. 17% Nee 17% Ja 66% n.v.t. Ja Nee Vraag 17: Als een van uw werknemers overlijdt, betaalt u dan het vakantiedagensaldo uit aan zijn erfgenamen? Als een van uw werknemers overlijdt, betaalt u dan het vakantiedagensaldo uit aan zijn erfgenamen? 100 80 60 40 20 0 Ja Nee Vraag 18: Hoeveel medewerkers in vaste dienst heeft uw organisatie in Nederland op dit moment? 16 Aantal medewerkers in % van respondenten Meer dan 10.000 1.000 - 9.999 500 - 999 250 - 499 100 - 249 50 - 99 25 - 49 Minder dan 25 0 5 10 15 20 25 Vraag 19: In welke sector is uw organisatie in Nederland hoofdzakelijk werkzaam? Procentuele sectorverdeling respondenten Overig (Semi) Publieke sector Overige dienstverlening Financiële dienstverlening Transport en Logistiek Overige industrie Voedings- en Genotsmiddelenindustrie Chemie/Farma 0 5 10 15 20 25 Procentuele sectorale verdeling probleemhebbers 30 25 20 15 10 5 0 Geen probleem Probleem 17 AWVN Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag Postbus 93050 2509 AB Den Haag AWVN-werkgeverslijn +31 (0) 70 850 86 05 [email protected] www.awvn.nl 18