centrale rol van de priesters

advertisement
7 SACRAMENTEN
de eucharistie met als belangrijk onderdeel
de heilige Communie
 het doopsel
 het vormsel
 de biecht of het sacrament van de verzoening
 de ziekenzalving of het heilig oliesel
 het priesterschap
 het huwelijk

7 WERKEN VAN BARMHARTIGHEID
De hongerigen spijzen
 De dorstigen laven
 De naakten kleden
 De vreemdelingen herbergen
 De zieken verzorgen
 De gevangenen bezoeken
 De doden begraven

10 GEBODEN
Bovenal bemin één God
 Zweer niet ijdel, vloek noch spot
 Heilig steeds de dag des Heren
 Vader moeder zult gij eren
 Dood niet, geef geen ergernis
 Doe niets wat onkuisheid is
 Vlucht het stelen en bedriegen
 Ook de achterklap en het liegen
 Wees steeds kuis in uw gemoed
 Begeer nooit iemands goed

AGENDA
Les 25: Kerk: Macht en
geloof (11de-15de eeuw)
BONIFATIUS VIII (1235-1303)
‘De wereld heeft nood aan een sterke leider zoals
ik.’
LEO X (1475-1521)
‘God heeft mij het pausschap gegeven, dan kan ik
er net zo goed van genieten’
CLEMENS VI (1291-1352)
‘Ik ben een zondaar onder zondaars’
OPDRACHT 1
1. Vanaf welke eeuw waren bedelmonniken actief?
 13e eeuw
2. Waar waren zij actief?
 In de stad
3. Waar of onwaar: bedelmonniken werden betaald
door de kerk. Motiveer je antwoord.
 Onwaar: Ze leefden van wat ze kregen van de
mensen.
CONCILIE

Vergadering van de leidende figuren van de kerk.
1. DE GOEDGEORGANISEERDE KERK
PREDIKTE EEN ZUIVER GELOOF
In de 11de en 12de eeuw stonden aan de top van
de kerk heel ambitieuze pausen.
 Ze waanden zichzelf de hoogste macht op aarde.
De kerk werd een hiërarchische instelling.
 Aan de basis stonden de parochiepriesters en de
bedelmonniken die een voorbeeldig leven
moesten leiden.
 De kerk werd een machtige instelling.
 De concilies bepaalden het geloof en elke
gelovige moest zich hier aan houden.

BIECHT
BOUWEL: ONZE-LIEVE-VROUW
LIER: SINT GUMMARUS
TURNHOUT: SINT PETRUS
2. HET CHRISTENDOM BEPAALDE HET
LEVEN VAN DE MENSEN.








De inspanningen van de kerk hadden resultaat: de invloed
van de kerk en geloof op het leven van de gewone man nam
toe.
De kerk kwam tussen in alle belangrijke gebeurtenissen in
het leven.
Een predikant leerde de mensen hoe ze zich als christen
moesten gedragen.
De priesters controleerden de gelovigen in de biecht. Er
ontstond een zondebesef.
In de steden verenigden mensen uit eenzelfde wijk of
beroepsgroep zich in broederschappen.
Ze vereerden hun eigen patroonheilige en hielpen elkaar
als ze in de problemen zaten.
De bedevaarten zijn een bewijs van het groeiende succes
van het christendom.
Een bedevaart had een dubbele functie: genezing of
vergiffenis van zonden verkrijgen.
KATHAREN
Eigen ideeën over goed en kwaad.
 Verwerpen sacramenten.
 Verwerpen centrale rol priesters.

BRON 7
Inquisitie
 Kerkelijke rechtbank

3. EEN ALMAAR ONVERDRAAGZAMERE
KERK







Omdat de kerk haar leer nauwkeurig aflijnde en de
controle opvoerde, stootte ze meer en meer op
andersdenkenden.
De kerk werd steeds onverdraagzamer.
Gelovigen die de officiële leer van de kerk in twijfel
trokken noemen we ketters.
Ze werden op een gewelddadige manier vervolgd door
de inquisitie.
De katharen, in het zuiden van Frankrijk, hadden
eigen ideeën over goed en kwaad, ze verwierpen de
sacramenten en de centrale rol van de priesters.
De paus zag hen dan ook als een bedreiging en
organiseerde een kruistocht tegen hen.
Ook de joden waren regelmatig het slachtoffer van
beschuldigingen van verzonnen misdaden.
Download