Groningen, 26 januari 2014 Leidraad: Het is geen nieuw gebod dat het geheim van God aan ons wil openbaren: bemin de mens die naast je is als evenbeeld, gelijkenis, en wil elkaar bewaren! Overweging Jaren geleden was er een meisje dat tijdens een vormingswee op de vraag naar wat liefde zou kunnen zijn, het antwoord gaf ‘het is dat warme over en weer’. Hiermee is een heel herkenbaar gevoel onder woorden gebracht: liefde tussen mensen wordt dan aangeduid naar zijn meest warme en geborgen betekenis. Het is die ideale en door velen verwachte vervulling van leven dat mensen in goede en kwade dagen trouw zijn aan elkaar. Het is de mooie en schone kant van de liefde, zo je wil de romantische formulering ervan. In de film L’amour zien wij de liefde op een andere manier: een artistiek en muzikaal echtpaar dat in hun leven op een harmonieuze manier met elkaar is omgegaan geconfronteerd worden met het ziek worden van de vrouw die vergeetachtig wordt en uiteindelijk volkomen in de war raakt en afhankelijk wordt van de zorg van haar man. Op een prachtige manier wordt de kijker deelgenoot van zijn toewijding en zorg voor zijn vrouw totdat hij zelf het allemaal niet meer kan opbrengen en het leven van zijn vrouw en daarna van zichzelf beëindigt. Die zachte en harde kant behoren ook tot wat wij liefde noemen, want meer dan in de wolken zijn kent liefde ook de zware kant van volharding en afzien van jezelf. Liefde heeft te maken met de volstrekte aanvaarding van een ander mens in al zijn schoonheid en zwarte kanten. Alleen wie zichzelf kent en doorgrondt is in staat om ook een ander te aanvaarden. Daarom staat er ook geschreven dat wij een ander moeten liefhebben ‘die is als jij’. Wie zichzelf kan zien in alle kwetsbaarheid, is ook in staat om die ruimte aan anderen te geven die je voor jezelf verlangt. Dat is de ware levensregel die de vervulling is van wat er geschreven staat in Wet en Profeten. De Joodse denker Heschel heeft eens geschreven dat alle voorschriften en ons tot mensen van liefde te maken. Daarom horen wij vandaag Johannes spreken over Kain en Abel als de twee wegen waar wij voor kunnen kiezen: voor onszelf of voor de mildheid die in de ogen van een ander mens zijn of haar eigen gelaat weerspiegeld ziet. Zo weten wij dat wij in ons leven geroepen worden om het gelaat van een ander ‘op te delven’ en in de ruimte die wij zo voor anderen maken zullen wij tot de ervaring komen dat wij zo ook zelf tot ons recht komen. Het is de wet van de wederkerigheid die de ware richtlijn van gelukkig leven is, want het is door anderen dat wij ook zelf tot ons recht zullen komen. Het hele evangelie van Jezus Messias laat zich dan ook samenvatten in de woorden ‘hebt elkander lief’ en daarom is de raad van de kerkvader Augustinus zo treffend. Hij zegt ‘heb lief en doe dan maar wat je wilt’. Dat is niet ongebreideld de romantische liefde zoeken maar het tedere gevoel toelaten dat ons ontvankelijk maakt voor wie een ander is. Onze leefregel moge zijn dat wij elkaar liefhebben en waarmaken wat Herman van Veen eens in een liedje zong: Ik heb dat tedere gevoel voor elke vrouw, voor elke man, die in volkomen weerloosheid een ander mens beminnen kan. Ik wens ons allen toe dat dat tedere gevoel onze richtsnoer moge zijn! Voorbede Bidden wij voor de wereld waarin wij leven: dat alle gewelddadigheid en agressie tussen de volkeren plaats mag maken voor begrip en overleg opdat er wegen naar vrede gevonden worden…accl Dat in ons eigen leven en samenleven met anderen wij niet beheerst worden door concurrentie en zelfbelang maar door liefde die elk mens respecteert en eerbiedigt… accl Dat wij vergeving mogen ontvangen telkens wanneer wij in plaats van vrede onachtzaamheid, afkeer en haat toelaten in ons denken en handelen… accl Eeuwige, verhoor onze gebeden, en maak ons tot mensen voor wie liefde het eerste en laatste woord is bij al wat wij doen, vandaag en al onze dagen.