Presentatie methodeanalyse Zo leren kinderen lezen en spellen & Leeslijn De Hand-out Methode of methodiek, vergelijken maar? • Methode = in stapjes, van a tot z • Methodiek = basis, het fundament. Uitgangspunten - Aanbod Ondersteuning Rol van de leerkracht Aanpak niveau verschillen Plezier in leren. • Aanbod: - Zo leren kinderen LEZEN en SPELLEN -> lezen en spellen - Leeslijn -> lezen • Ondersteuning - ZLKLS: auditief, motorisch en visueel. - ZLKLS + Leeslijn: leerkracht • Rol van de leerkracht: - ZLKLS: Leerkracht centraal -> instructielessen - Leeslijn: Leerkracht stelt kinderen op hun eigen niveau in staat tot leren lezen. • Aanpak niveauverschillen - Leeslijn: Leesweg -> lln. met meer begeleiding Leespad -> lln. met extra uitdaging. - ZLKLS: Via instructie leerkracht, leerkracht stelt vragen op niveau van leerling. • Plezier in leren - ZLKLS: Falen voorkomen, succes ervaren; Structuur en duidelijkheid -> rust. - Leeslijn:Koppeling aan de leefwereld. Leren lezen wordt betekenisvol gemaakt. Leerlijnen Leesfase 4 Kinderen gaan lezen en spellen. Ze ontdekken dat er een vaste relatie is tussen het gesproken woord, de klank, de letter en het geschreven woord. Functioneel ‘lezen’ en ‘schrijven’ •Kinderen kunnen zelfstandig prentenboeken en andermans of eigen teksten lezen. •Kinderen leren het schrijven van functionele teksten. Technisch lezen en schrijven. •Kinderen kennen bijna alle letters. Deze kunnen ze als klank benoemen. •Kinderen kunnen de klankzuivere woorden ontsleutelen zonder elke letter eerst apart te verklanken. •Kinderen kunnen overweg met het schrijven van klankzuivere woorden. Leesfase 5 De kinderen leren steeds moeilijkere woorden lezen. Technisch lezen en schrijven •De kinderen spellen en lezen klankzuivere woorden. (niveau 1t/m 4) •Kinderen gebruiken breed scala aan woordidentificatie technieken. •Kinderen lezen korte woorden met afwijkende spellingspatronen en meerlettergrepige woorden. •Bij het lezen van woorden herkennen de kinderen de woorden steeds meer automatisch. Begrijpend lezen en schrijven. •De kinderen begrijpen eenvoudige informatieve en verhalende teksten. •De kinderen gebruiken geschreven taal als communicatiemiddel. •Kinderen kunnen belangstelling tonen voor verhalende en informatieve teksten. Ze zijn gemotiveerd deze teksten zelfstandig te lezen. Tussendoelen, opgenomen in ZLKLS? 7. Functioneel ‘schrijven’ en ‘lezen. 7.1 Kinderen schrijven functionele teksten 7.2 Kinderen lezen zelfstandig prentenboeken en eigen en andermans teksten. 8. Technisch lezen en schrijven, start 8.1 Kinderen kennen de meeste letters 8.2 Kinderen kunnen klankzuivere woorden ontsleutelen zonder eerst de afzonderlijke letters te verklanken. 8.3 Kinderen kunnen klankzuivere woorden schrijven. 9. Technisch lezen en schrijven, vervolg. 9.1 Kinderen lezen en spellen klankzuivere woorden. 9.2 Kinderen lezen korte woorden met afwijkende spellingspatronen en meerlettergrepige woorden. 9.3 Kinderen maken gebruik van een breed scala van woordidentificatie technieken. 9.4 Kinderen herkennen woorden steeds meer automatisch. 10. Begrijpend lezen en schrijven. 10.1 Kinderen tonen belangstelling voor verhalende en informatieve teksten en boeken en zijn ook gemotiveerd die zelfstandig te lezen. 10.2 Kinderen begrijpen eenvoudige verhalende en informatieve teksten. 10.3 Kinderen gebruiken geschreven taal als communicatiemiddel. Didactische route. • Leeslijn • Jose Schraven • “Ideale” les. De leerlingen blikken met u terug op de vorige les. De leespadleerlingen* gaan met de leesboekjes en werkschriften aan de slag. Leerboek a - De lln. Kijken samen naar de prenten op blz. 19 uit het leerboek. - De lln. Lezen met u mee. - De lln hakken het woord hek. - Lln. Ontdekken de nieuwe letter ‘h’. X(opnemen/ervaren) - De lln. Lezen het woord: h-e-k, hek. X (doen) X (doen) X (doen) X(doen) Woorden bedenken - d.m.v. didactische structuur RondPraat of Tweepraat bedenken de lln. zoveel mogelijk woorden met een ‘h’. X(voorkennis openen) - De lln. noemen om beurten een woord. X (delen). Letterplaat. - De lln. kijken naar uw uitleg. X (opnemen) Werkblok a2. - De lln. maken de werkbladen 9 tot en met 12. - Letter ‘h’zoeken (werkblad 9) - Klank ‘h’ zoeken (werkblad 10) - Letter ‘h’ tekenen (werkblad 11) - Woorden zoeken (werkblad 12) X(doen) Leerboek a - De lln. die klaar zijn, lezen in leerboek a vanaf blz. 45. Blz. 48 en 49 komt in les 7 aan bod. X (doen) Zo leer je kinderen Lezen & Spellen. Lessen Klankzuivere periode Zo leer je kinderen lezen en spellen. Alleen klankzuiver woorden. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. Aanleren van de letter Visuele discriminatie Auditieve synthese Woorden lezen Zinnen lezen Auditieve discriminatie Auditieve analyse Auditief dictee Aanleren van de letter ‘h’. - De leerlingen doen mee met de letter h. X (opnemen/ervaren) - De leerlingen schrijven de letter in een werkschrift met hulplijnen. X (ervaren) Visuele discriminatie - De leerlingen maken de werkbladen. X doen Auditievee synthese (het in goede volgorde kunnen samenvoegen van klanken tot een woord). - De leerlingen zeggen het gezongen woord. X (bewerken) Woorden lezen. - De bordrijwoorden ‘mooi, zingend’ lezen. X (doen) - De leerlingen lezen in duo’s om en om een woordje uit het woordrijboekje. X (doen) - Individuele beurten X (doen) - Weer in duo’s voorbereiden X (doen) - Hardop. X (doen/ delen) Zinnen lezen, lezen van boeken. - Leerlingen luisteren naar het bespreken van de pictogrammen. X (opnemen) - Leerling leest zingend het verhaal. X (doen) - Alle leerlingen lezen dezelfde zin nog een keer X (doen) - Als het hele verhaaltje gelezen is, leest een kind de hele tekst. X (doen) Auditieve discriminatie (het kunnen horen of een klank wel of niet hetzelfde klinkt als de aangeboden klank). De leerlingen maken het gebaar van de ‘h’ wanneer de klank wordt gezegd. X (doen) Auditieve analyse (het in goede volgorde onderscheiden van klanken in een woord). Een leerling krijgt de beurt om het woord te hakken, de anderen hakken altijd zachtjes mee. X (bewerken, van het woord). Samen hakken we het woord nog een keer. X (doen) Auditief dictee – letters en woorden schrijven (het goed schrijven van woorden die auditief worden aangeboden). - De leerlingen schrijven de letters op. X (voorkennis openen) - De leerlingen hakken het woord X (bewerken) -De leerlingen schrijven het woord op. X(doen) Zinnen schrijven . De leerlingen luisteren naar de zin en tellen de woorden. X (opnemen). De leerlingen zeggen de zin na. De leerlingen schrijven de hele zin zelfstandig op. X (doen) X (doen) Ideale les. Inleiding: Kern Afsluiting Terugblikken Aanleren ‘h’ Teken-klank koppeling Klank-gebaar koppeling Direct schrijven van de letter Verwerking aan de hand van werkbladen. Herhalen gebaar, klank en schrijfwijze ‘h’