Gejuich over de economie zegt niets over welbevinden

advertisement
28­12­2016
Gejuich over de economie zegt niets over welbevinden
Drukte in de winkelstraten, de economie trekt aan, maar het zegt niet alles.
Gejuich over de economie zegt niets over
welbevinden
Nadruk op groei van nationaal inkomen is misleidend
De groei van het nationaal inkomen isniet zozeer terecht gekomen bij de
'hardwerkende middenklasser', maar vooral bij het inkomen van kapitaaleigenaren.
De reële lonen zijn nauwelijks gestegen.
NIC DOUBEN
De laatste maanden wordt vooral door ministers en politici in ons land hoog van de toren geblazen over
de aantrekkende economische groei. Na een periode daling van het nationaal inkomen ­ die na de crisis
van 2008/2009 een aantal jaren optrad ­ wordt met pretoogjes gemeld, dat het weer goed gaat met de
Nederlandse economie. En volgens de zegslieden is dat te danken aan het gevoerde overheidsbeleid. De
kiezer moet mentaal voorbereid worden op een nog betere toekomst, want er zijn in maart volgend jaar
verkiezingen. Het nieuws over de gunstige economische ontwikkeling komt dan ook goed van pas in de
verkiezingsretoriek die overal de kop opsteekt.
Het lijkt erop, dat de onvrede die veel vaderlandse burgers uiten over hun gevoel van welbevinden, in
zekere zin misplaatst is. Want het gaat de laatste tijd en in 2017 toch beter met ons collectieve inkomen.
Zeker, de prognoses van het Centraal Planbureau zijn voor een aantal variabelen niet negatief, maar dat
zijn macro­cijfers. En die zeggen weinig of niks over de situatie bij de mensen thuis. Daar komt bij, dat
de verdeling van de inkomensgroei niet hoeft te sporen met de inkomens van personen en gezinnen. Je
moet je ook afvragen naar wie die groei van het nationaal inkomen gaat.
De bijna mechanische toepassing van deze macro­economische meetlat in het overheidsbeleid heeft van
meet af aan onder kritiek gestaan. De bekende Engelse economiste uit de jaren zestig en zeventig van de
twintigste eeuw Joan Robinson noemde het begrip 'een vat vol tegenstellingen'. Het sommeren van de
meest uiteenlopende economische activiteiten tot één macro­economisch getal zegt immers nog niets
over het gevoel van welvaart dat de bevolking ervaart.
In mijn verleden jaar verschenen publicatie 'Solidaire economie' heb ik de volgende kritiek aangehaald
van senator Robert Kennedy op het gebruik van dit begrip in de politiek: 'Het bruto binnenlands product
(equivalent van het nationaal inkomen, N.D.) omvat luchtvervuiling en reclame voor sigaretten en de
ambulances die op de snelwegen verkeersslachtoffers weghalen. Het rekent de speciale sloten voor onze
deuren mee en ook de gevangenissen voor de mensen die deze stukmaken. Het bruto binnenlands product
omvat de vernietiging van de cederwouden en de dood van Lake Superior. Het neemt toe met de
productie van napalm en raketten en kernkoppen. Het houdt geen rekening met de gezondheid van onze
about:blank
1/2
28­12­2016
Gejuich over de economie zegt niets over welbevinden
gezinnen, de kwaliteit van het onderwijs of het genoegen dat we aan spelen beleven. Het is net zo
onverschillig voor de properheid van onze fabrieken als voor de veiligheid van onze straten. Het telt niet
de schoonheid van onze poëzie mee of de kracht van onze huwelijken, noch de intelligentie van het
publieke debat of de integriteit van ambtenaren... het meet kortom alles, behalve dat wat het leven de
moeite waard maakt."
Enkele dagen geleden heeft de Rabobank in samenwerking met onderzoekers van de Universiteit van
Utrecht een rapport naar buiten gebracht waarin wordt geconcludeerd, dat de juichkreten over de
economische groei niet sporen met het welbevinden van zeer veel Nederlanders. De onderzoekers hebben
een brede welvaartsindex gecomponeerd uit elf verschillende elementen van het welbevinden. Aan de
hand van het verloop van deze index over de laatste twaalf jaar mag de conclusie worden getrokken, dat
vanaf 2009 het nationaal product per hoofd van de bevolking zich steeds verder verwijdert van het
welbevinden. Zaken als toenemende onzekerheid over inkomen, banen, huisvesting, onderwijs en kosten
van gezondheidszorg dragen samen bij aan de onlustgevoelens. Daarnaast is de groei van het nationaal
inkomen niet zozeer terecht gekomen bij de 'hardwerkende middenklasser', maar vooral bij het inkomen
van kapitaaleigenaren. En de reële lonen zijn in die periode nauwelijks gestegen.
Het wordt de hoogste tijd, dat degenen die ons land besturen zich eens meer gaan bezighouden met de
factoren die het welbevinden van de bevolking werkelijk bepalen. Natuurlijk is de omvang van ons
collectieve inkomen een basis waarop ook welvaart moet berusten. Maar het getuigt van grote
maatschappelijk­economische bijziendheid als te veel waarde wordt gehecht aan de ontwikkeling van
bepaalde macro­economische grootheden. Daardoor verliest de beleidsverantwoordelijke het contact met
de alledaagse burger en dat is de doodsteek voor een democratische samenleving.Burgerlijke
ontevredenheid en politiek populisme kunnen niet worden afgeremd met geconcentreerde aandacht op de
voor velen nietszeggende macro­economie. De brede welvaartsindex alleen biedt geen oplossing voor
alle kwalen. Een eerste handreiking is het wel.
about:blank
2/2
Download