Genetische counseling Dementie Desiderius Erasmus Alois Alzheimer Erfelijkheid en Dementie Genen in Alzheimer en Frontotemporale Dementie Genetische counseling : waarom, wie, wat, wanneer, hoe? • Welk nut heeft DNA diagnostiek? • Wat is de indicatie? • welke genen worden getest? • Welk tijdstip? • Welk specialisme, mededelen van de uitslag Overzicht erfelijke dementie Welke overervingspatronen? • Autosomaal dominant • APP, PSEN1 bij Alzheimer • MAPtau, Progranuline, en C9orf72 bij FTD Variatie in beginleeftijd • 40 – 60 jaar • < 40 jaar • > 65 jaar • 40 – 80 jaar Mutatie‐specifieke klinische presentatie • Alzheimer presentatie, primair progressieve afasie • Parkinsonisme , corticobasaal syndroom • ALS, primair lateraalsclerose • Alle presentaties mogelijk Ziekte‐specifieke biomarkers (liquor/neuroimaging) APP en PSEN1 mutaties in Alzheimer • Klinische presentatie APP en PSEN1 mutaties APP mutaties o dementie, epilepsie o recidiverende bloedingen /unspecified stroke (25%) Preseniline 1 mutaties o Korte termijn geheugenstoornissen o Agitatie, wanen en hallucinaties o Extrapyramidaal syndroom in 50% o Myoclonus, epilepsie Genetica van FTD Positieve familie‐anamnese in ca. 40 % (SD en PNFA < 5 procent) autosomaal dominant in 25% Drie genetische afwijkingen • MAPT (5 ‐ 10%), PGRN (5 ‐10%). • C9orf72 (10%) : PPA, bv‐FTD, ALS, parkinsonisme • Incomplete pentrantie MAP tau mutaties Tau-positieve inclusies 80‐jarige gezonde mutatiedrager Incomplete penetrantie Liquor: geen verhoogde total / phospho‐ tau Kliniek MAPT mutaties Geen motorisch voorhoornlijden • 45 ‐65 jaar, zelden < 40 jaar, of > 70 jaar • dementie-dominant: ontremming, obsessief-compulsief • Parkinsonisme-dominant : PSP, CBS • Epilepsie, psychiatrische symptomen Progranuline mutaties 45 65 78 74 73 60 62 60 46 45 81 59 62 56 83 71 69 60 <60 66 70 63 73 67 53 80 76 69 77 71 78 68 71 70 48 76 78 75 54 60 Kliniek PGRN mutaties • Geen motorisch voorhoornlijden • tussen 45-85 jaar • Apathie, amnesie, non-fluent aphasia, Alzheimer • hallucinaties, wanen, apraxie/ dyscalculie • Extrapyramidaal syndroom, levodopa respons ± • Corticobasaal syndroom – dystonie C9orf72 repeat expansie Meest voorkomende erfelijke eigenschap bij dementie en ALS Kliniek C9orf72 repeat expansies FTD, ALS of beiden 20 - 30% in familiaire FTD of familiaire ALS Gedragsveranderingen Geheugenst., onduidelijker spreken, slikstoornissen cognitieve stoornissen, dysarthrie, Zwakte, atrofie, fasciculaties, hyperreflexie Overlijden binnnen 1- 2 jaar Gedragsvariant FTD, PNFA, Parkinsonisme zonder tremor/levodopa-repsons Psychosis: wanen/ hallucinaties Genetische counseling waarom, wie, wat, wanneer, hoe? • Welk nut heeft DNA diagnostiek? • Wat is de indicatie? • welke genen worden getest? • Welk tijdstip? • Welk specialisme, mededelen van de uitslag Waarom genetische counseling Het stellen van een correcte klinische diagnose •Alzheimer versus FTD, familiaire CJD, C9orf72 vs psychiatrie •eerste symptomen bij personen uit bekende familie Het bepalen van risico’s van gezonde familieleden •familie‐anamnese overtuigend of twijfelachtig •Levensbepalende beslissingen Wie : wat is de indicatie? Patienten met klinische diagnose dementie Positieve familie‐ananmese • Andere 1e graads familieleden met dementie/ verwante aandoening • Beginleeftijd in de familie Negatieve familie‐anamnese • DNA diagnostiek alleen als sterke wens om erfelijkheid uit te sluiten Wat : welke genen getest 1 heel specifiek gen • Bekend genetische defect in de familie • Zeer karakteristiek klinisch beeld : bijvoorbeeld ALS Alle ziekte‐specifieke genen • PSEN1, PSEN2 en APP genen in Alzheimer • MAPT, PGRN, C9orf72 genen in FTD Panel van dementie genen • Atypische klinische presentatie Wanneer en hoe DNA diagnostiek • Pas na het stellen van de klinische diagnose • Wens van de patient en familie besproken • Eventuele consequenties van een ongunstige uitslag besproken • Presymptomatische DNA diagnostiek: altijd door klinisch geneticus Conclusies • Autosomaal dominante overerving, maar incomplete penetrantie • Sterke variatie in beginleeftijd, intrafamiliaire klinische symptomatologie • Geen ALS bij MAPT of PGRN mutaties • Voorzichtigheid met uitspraken over “geen” erfelijkheid • • onduidelijke familie‐anamnese / sterke variatie beginleeftijd ouder‐kind Voorzichtigheid met uitspraken over “wel” erfelijkheid impact op kinderen van patienten • Diagnose dementie‐type voorafgaande aan genetisch testen (obductie)