Powerpoints

advertisement
Hoofdstuk 10
Vrij dienstenverkeer
De vrijheid van diensten wordt gewaarborgd door artikel
49, lid 1, van het Verdrag:
In het kader van de volgende bepalingen zijn de
beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen
de Gemeenschap verboden ten aanzien van de
onderdanen der lidstaten die in een ander land van de
Gemeenschap zijn gevestigd dan dat, waarin degene is
gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht.
(2/17)
Het verbod om het vrije dienstenverkeer te hinderen omvat:
I. Belemmeringen als gevolg van maatregelen met onderscheid.
Voorbeeld:
Engelse maatregel die, in Duitsland gevestigde organisatoren van
lottospelen, verbiedt in Engeland hun diensten aan te bieden.
II. Belemmeringen als gevolg van maatregelen zonder
onderscheid.
Voorbeeld:
Frans verbod aan televisiezenders om sportevenementen te tonen,
als daarbij alcoholreclame in beeld komt. Deze maatregel beperkt
organisatoren van sportevenementen die buiten Frankrijk
plaatsvinden, in hun mogelijkheden om doorgifterechten aan
Franse zenders verkopen.
(3/17)
Wie moeten het vrije dienstenverkeer te respecteren?
• Lidstaten
De Nederlandse wet mag niet het vrije dienstenverkeer
belemmeren door in België gevestigde reisbureaus te
verbieden hun diensten in Nederland aan te bieden.
• Particuliere organisaties en verenigingen
Een Nederlandse brancheorganisatie mag de
aangesloten reisbureaus niet verbieden om hun
diensten in België aan te bieden. Een dergelijk verbod
van een particuliere organisatie is in strijd met het vrije
dienstenverkeer.
(4/17)
Wie ontlenen rechten aan het vrije dienstenverkeer?
Volgens Artikel 50, derde alinea:
• Personen (natuurlijke personen en rechtspersonen),
afkomstig uit lidstaat A, die
• tijdelijke activiteiten uitoefenen in lidstaat B
• zonder een vaste basis in lidstaat B.
(5/17)
In werkelijkheid omvat het vrije dienstenverkeer vier
categorieën van tijdelijke activiteiten in een andere
lidstaat:
• Diensten naar een andere lidstaat brengen.
• Diensten in een andere lidstaat in ontvangst nemen.
• Het ontvangen en/of verlenen van diensten in een
andere lidstaat, zonder dat dienstverlener of
dienstontvanger zich verplaatsen.
• Het ontvangen en/of verlenen van diensten, terwijl
zowel dienstverlener als dienstontvanger zich naar
een andere lidstaat verplaatsen.
(6/17)
Diensten naar een andere lidstaat brengen:
• Belgisch reisbureau biedt op een beurs in Nederland
een nieuwe formule groepsreizen aan.
Diensten in een andere lidstaat in ontvangst nemen:
• Een Nederlander gaat naar België om in Antwerpen
bij een Belgisch reisbureau een reis te boeken.
(7/17)
Het ontvangen en/of verlenen van diensten in een andere
lidstaat, zonder dat dienstverlener of dienstontvanger
zich verplaatsen:
• Een Belgisch reisbureau biedt de mogelijkheid om
via een op Nederlandse klanten gerichte website een
reis te boeken. Een Nederlander boekt via deze
website een reis bij dit reisbureau.
Het ontvangen en/of verlenen van diensten, terwijl zowel
dienstverlener als dienstontvanger zich naar een andere
lidstaat verplaatsen:
• Een zelfstandig werkende Nederlandse reisleider
gaat voor een Belgisch reisbureau een reis leiden in
Griekenland.
(8/17)
Uitzonderingen op het vrije dienstenverkeer:
• Uitzonderingen gebaseerd op doelstellingen in het
Verdrag (artikel 46, lid 1 is van toepassing als gevolg
van artikel 55).
• Uitzonderingen gebaseerd op doelstellingen
binnen de rule of reason.
(9/17)
Voorwaarden voor uitzonderingen gebaseerd op
doelstellingen in het Verdrag (artikel 46, lid 1):
A. De maatregel is gericht is op een doelstelling vermeld
in het Verdrag (in dit geval artikel 46, lid 1).
B. De maatregel leidt niet tot willekeurige discriminatie.
I. Er gaan geen economische motieven achter het
gestelde doel schuil.
II. Er bestaat geen (volledige) harmonisatie inzake het
gestelde doel.
III. De maatregel is geschikt voor het gestelde doel.
IV. De maatregel levert het minst belemmerende alternatief
op om het gestelde doel te bereiken.
(10/17)
Voorwaarde A
De maatregel is gericht is op een doelstelling vermeld
in het Verdrag (in dit geval artikel 46, lid 1):
Deze doelstellingen zijn:
• Openbare orde
• Openbare veiligheid
• Volksgezondheid
(11/17)
Voorwaarde III
De maatregel is geschikt voor het gestelde doel:
Is een Frans verbod aan televisiezenders om
sportevenementen te tonen, als daarbij alcoholreclame
in beeld komt, geschikt voor het gestelde doel?
• Het doel van het Franse verbod is bescherming van
de volksgezondheid.
• Dit doel wordt inderdaad bereikt. Met een verbod
van alcoholreclame op televisie wordt bereikt dat
televisiekijkers minder stimulansen tot consumptie
van alcoholhoudende dranken krijgen. Daarmee is dit
verbod geschikt om de volksgezondheid te
beschermen.
(12/17)
Voorwaarde IV
De maatregel levert het minst belemmerende alternatief op om
het gestelde doel te bereiken:
Voldoet het Franse verbod aan televisiezenders om
sportevenementen te tonen, als daarbij alcoholreclame in beeld
komt, aan de eis dat geen minder belemmerend alternatief voor
handen is?
• Het doel van het Franse verbod is bescherming van de
volksgezondheid.
• Er is inderdaad gekozen voor het minst belemmerende
alternatief:
- Het verbod geldt niet voor alle sportevenementen.
Multinationale evenementen (die een hoge kijkdichtheid
hebben) zijn wel toegestaan.
- Reclameborden voor alcoholhoudende dranken, die
niet in Frankrijk verhandeld worden, zijn toegestaan.
(13/17)
Voorwaarden voor uitzonderingen gebaseerd op
doelstellingen binnen de rule of reason:
A. De maatregel is gericht is op een doelstelling
voortvloeiend uit een dwingende reden van algemeen
belang.
I. Er gaan geen economische motieven achter het
gestelde doel schuil.
II. Er bestaat geen (volledige) harmonisatie inzake het
gestelde doel.
III. De maatregel is geschikt voor het gestelde doel.
IV. De maatregel levert het minst belemmerende
alternatief op om het gestelde doel te bereiken.
(14/17)
Voorwaarde A
De maatregel is gericht is op een doelstelling
voortvloeiend uit een dwingende reden van algemeen
belang:
Zulke doelstellingen zijn bijvoorbeeld:
• Regels van beroepsethiek ter bescherming van
ontvangers van diensten;
• Bescherming van intellectuele eigendom;
• Bescherming van werknemers;
• Bescherming van consumenten;
• Behoud van nationale historisch en artistiek bezit;
• Cultuurbeleid;
• Enzovoort.
(15/17)
Voorwaarde III
De maatregel is geschikt voor het gestelde doel:
Is een Nederlandse maatregel, waarbij Alpine Investments
een verbod van ‘cold calling’ wordt opgelegd, geschikt voor
het gestelde doel?
• Het doel van de Nederlandse maatregel is de reputatie
van de Nederlandse financiële markten en het beleggend
publiek te beschermen.
• Dit doel wordt inderdaad bereikt. Nederland kan de
gewenste bescherming van het vertrouwen van beleggers
niet overlaten aan de lidstaten waar de personen wonen
die aan ‘cold calling’ worden onderworpen.
(16/17)
Voorwaarde IV
De maatregel levert het minst belemmerende alternatief op
om het gestelde doel te bereiken:
Voldoet de Nederlandse maatregel, waarbij Alpine
Investments een verbod van ‘cold calling’ wordt opgelegd,
aan de eis dat geen minder belemmerend alternatief voor
handen is?
• Het doel van de Nederlandse maatregel is de reputatie
van de Nederlandse financiële markten en het
beleggend publiek te beschermen.
• Er is inderdaad gekozen voor het minst belemmerende
alternatief: het verbod is uitsluitend gericht tot Alpine
Investments en is pas uitgevaardigd nadat klachten van
beleggers waren binnengekomen.
(17/17)
Download