Hoofdstuk 6 Leidinggeven Managementvaardigheden, 2/e editie door Phillip L. Hunsaker Copyright © 2005 Prentice-Hall 16-1 Leerdoelen • Onderscheid maken tussen kansen voor management en kansen voor leiderschap • Bepalen hoe en wanneer je moet optreden als transactioneel leider of transformationeel leider • Je leiderschap afstemmen op de behoeften van je medewerkers • Medewerkers faciliteren om doelstellingen te bereiken • Charisma gebruiken om anderen te beïnvloeden • Ondersteunend leiderschap hanteren 16-2 Copyright © 2005 Prentice-Hall Leiders • Leiders kunnen organisaties maken, laten groeien en transformeren 16-3 Copyright © 2005 Prentice-Hall Wat doen leiders? • Ze geven leiding aan veranderingsprocessen en zorgen ervoor dat mensen zich volledig kunnen concentreren op de transformatie van producten, technologieën en werkwijzen om tot groei te komen 16-4 Copyright © 2005 Prentice-Hall Managers • Order te handhaven • Productiviteit te bevorderen • Efficiëntie te waarborgen 16-5 Copyright © 2005 Prentice-Hall Wat is leiderschap? • Het proces waarbij supervisie wordt geboden, anderen worden gemotiveerd en mensen ertoe worden aangezet zich vrijwillig bij de visie van de leider aan te sluiten 16-6 Copyright © 2005 Prentice-Hall Wat is het verschil tussen leider en managers • Managers oefenen gezag uit • Leiders beïnvloeden anderen zodat die hen volgen • Managers doen de dingen goed, leiders doen de goede dingen 16-7 Copyright © 2005 Prentice-Hall Gezag – Het recht om beslissingen te nemen en middelen van de organisatie in te zetten op basis van de positie die de gezagdrager inneemt in de organisatiehiërarchie 16-8 Copyright © 2005 Prentice-Hall • Transformationele leiders hebben Transactionele leiders houden zich bezig met: • Een organisatie zo soepel en efficiënt mogelijk te maken • Handhaven de stabiliteit binnen de organisatie gewoonlijk meer visie en formuleren graag missies en richtingen 16-9 Copyright © 2005 Prentice-Hall Eigenschappen van leiders • • • • • • Stuwende kracht Leiderschapsmotivatie Eerlijkheid en integriteit Zelfvertrouwen Cognitieve vaardigheden Kennis van het bedrijf 16-10 Copyright © 2005 Prentice-Hall Leidersgedrag • Taakgericht gedrag • Structuren creëren • Werknemergericht gedrag • Inlevingsvermogen 16-11 Copyright © 2005 Prentice-Hall Vier besluitvormingsstijlen van leiders • • • • Autocratische Democratische Laissez-faire Parcticiperende 16-12 Copyright © 2005 Prentice-Hall Leidersgedrag 16-13 Copyright © 2005 Prentice-Hall Het model voor situationeel leiderschap • Taakgedrag • Relatiegedrag • Afhankelijk van de motivatie van volgers om de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het bereiken van doelstellingen 16-14 Copyright © 2005 Prentice-Hall Pad-doeltheorie 16-15 Copyright © 2005 Prentice-Hall Leiderschapsstijlen • • • • Richtinggevend Prestatiegericht Participerend Ondersteunend 16-16 Copyright © 2005 Prentice-Hall Charismatisch leiderschap • Charismatische leiders hebben het vermogen om mensen te inspireren en motiveren om meer te doen dan ze normaal zouden doen 16-17 Copyright © 2005 Prentice-Hall Charismatisch leiderschap • Ethische Leiders • JFK • Martin Luther King • Onethische Leiders • Hitler • Jonestown 16-18 Copyright © 2005 Prentice-Hall Vijf methoden van charismatische leiders 1) 2) 3) 4) 5) Het proces uitdagen Een gedeelde visie uitdragen Anderen in stata stellen te handelen Model staan Het hart aanmoedigen 16-19 Copyright © 2005 Prentice-Hall Dienend leiderschap • Dienende leiders zetten hun eigenbelang opzij om de belangen van anderen te dienen, anderen te helpen groeien en zich te ontwikkelen 16-20 Copyright © 2005 Prentice-Hall Dienende leiders 1) Ze plaatsen hun dienende rol voor eigenbelang 2) Ze luisteren eerst om anderen te bevestigen 3) Ze wekken vertrouwen door betrouwbaar te zijn 4) Ze ondersteunen anderen en helpen anderen zich te ontwikkelen 16-21 Copyright © 2005 Prentice-Hall