A6 166 opdr - WordPress.com

advertisement
Naam: Lotte van den Heuvel
Datum: 14-11-2014
Opdracht 4
A
De binnenstad is het historisch deel van de stad, het stadscentrum is het de
sterkste concentratie van diensten.
B
Een historische stad in meerdere stijlen gebouwd: de binnenstad is gebouwd
in het verleden, soms al ten tijde van het Romeinse Rijk. Daarna is de stad
gegroeid en zijn er moderne wijken omheen gekomen, zoals tijdens de
interbellum. Na de Tweede Wereldoorlog tot nu zijn ook weer nieuwe wijken
bijgebouwd in andere stijlen.
Bij een beleidsstad zijn alle wijken ontworpen, vaak in dezelfde stijl omdat ze
in eenzelfde periode gebouwd worden.
Opdracht 5
A
Donkergroen
B
Er is veel industrie aanwezig tussen woonwijken. De woonwijken omringen
de industrie.
C
Woonwijken die na 1950 zijn gebouwd liggen veelal ver weg van de industrie,
met eigen buurtwinkels.
Opdracht 6
A
Er is een ronde binnenstad, waar dus waarschijnlijk een gracht of muur
omheen heeft gelegen. Verder is er een hoge concentratie openbare
gebouwen in het centrum. Dit wijst er allebei op dat Enschede een historische
stad is.
Het zou ook een industriestad kunnen zijn omdat de industriële gebieden
dicht langs de binnenstad liggen. Dat betekent dat er nadat het eerste deel
van de stad was gebouwd, de industrie opkwam en veel fabrieken werden
gebouwd met woonwijken eromheen. De stad is dus gaan groeien door de
industrie.
B
Beide steden hadden meer dan 2.000 werknemers in de textielindustrie.
C
Links van Heerlen ligt een grote snelweg, waardoor de nieuwe woonwijken
aan de rechterkant van de binnenstad werden (en worden) gebouwd.
Opdracht 7
A
Door suburbanisatie komen er kleine dorpen/steden vlakbij een grote stad.
Deze kleine steden gaan ook weer groeien, totdat ze een agglomeratie
vormen met de originele ‘grote stad’.
B
Er zijn vooral groeikernen in en rond de randstad, omdat daar de meeste
industrie en werkgelegenheid is. De randstad groeit nog steeds en daarom de
steden die zich daar bevinden ook. Groeisteden liggen meer verspreid, want
die groeien doordat mensen naar de steden toe verhuizen.
C
Ze liggen op gunstige plekken (bijvoorbeeld bij een rivier) en zijn al
geïndustrialiseerd en dus ook bekender.
Opdracht 8
A
Omdat ze ontworpen zijn door de overheid en daardoor niet bij elkaar
worden gebouwd, maar juist verspreid om de economie ook in andere
gebieden behalve de randstad te stimuleren.
B
De Maas stroomt door Noord-Brabant, wat een voordeel is voor o.a. handel.
C
Omdat Almere nog groeit doordat het een gunstigere legging heeft: dichter
bij de randstad en in het midden van Nederland.
Opdracht 9
A
Bij een stadsgewest liggen steden (of een agglomeratie) omringd door
kleinere steden en dorpen. Het geürbaniseerde gebied ligt dus vol met
steden. Je zou dus kunnen spreken van een veld met steden (urban field).
B
De steden kunnen taken verdelen en handel drijven. De ene stad
concentreert zich bijvoorbeeld op de dienstensector en een andere op
industrie. Zo kunnen de steden elkaar versterken en de concurrentiepositie
verbeteren.
Opdracht 10
A
Er zal meer verschil ontstaan in economische voorzieningen en activiteiten
omdat er veel en sterke relaties tussen de steden zijn, waardoor het
makkelijk is de ‘taken te verdelen’ zodat steden zich specialiseren in bepaalde
voorzieningen.
B
Er is veel tussengemeentelijke verplaatsing en er zijn nog meer
tussengemeentelijke relaties. Mensen kunnen dus makkelijk van
voorzieningen en activiteiten van verschillende steden gebruik maken.
Download