Groei van de industriële stad

advertisement
Engeland
29-10-2012 10:31:00
stedenbouw van improvisatie en discipline
focussen op de stad
de stad groeit niet enkel maar gaat zich totaal metamorfiseren en oefent een grote
aantrekkingskracht uit op de mensen van het platteland. de groei in de 19 de eeuw is zeer
wild. in de tweede helft van de 19de eeuw gaat de stad zich organiseren en gaat de
stedenbouw een waardevolle discipline worden.
Stedenbouw
Groei van de steden
Extreme toestanden genereren
De stad zal zich beginnen organiseren
Ruimteordening … gaat leiden tot een discipline…
Londen
De stad bij uitstek in de 19e E: Londen, weer start in Engeland, omdat Engeland het land
van de industrie is dus de industrialisatie ging er van start en ontwikkelt zich er. Londen
ook hoofdstad van heel het koloniale imperium van Engeland dat zich over de wereld
uitstrekt (Canada, Afrika,…)  Londen is het centrum van de wereldmacht, maar ook
van de economie. Londen als stad die mensen aantrekt. Het is de grootste stad ter
wereld tussen 1800-1925 (zie grafiek). Foto: kern in rood is de stad in 1800 in heb
blauw 1840 ….
Londen is de eerste stad die een miljoen inwoners bereikt.
Een uitbereiding van de stad door uitdijing van grenzen. Dit zonder totaaloverzicht of
planning. Een reden omdat de groei er zo wild uitziet: topografie (bergen minder
bijvoorbeeld gemakkelijk bewoonbaar dan het platteland). De verbinding van de
spoorwegen (zwarte lijnen).
Spoorweg
Spoorwegen waren in het begin privé, mensen die kapitaal gingen besteden aan een lijn
die de gronden van zichzelf – de beleggers en wilden ze valideren. Soms zijn de lijnen
daardoor niet rationeel; Ze zijn bedoeld om bepaalde gebieden te valideren door in
contact te brengen met bepaalde andere punten + grote lijnen die 2 verschillende
steden verbinden. De maatschappijen gaan netwerken ontwikkelen. Stations zijn als het
ware nieuwe stadspoorten  steden gaan zich ontwikkelen rond de stations; In Londen
begint spoorweg in 1825 (10j voor België) en die berust op concurrentie tussen privémaatschappijen. Het liberaal economisch systeem rust op privé-initiatief. Omwille van de
concurrentie is het onmogelijk om een totaaloverzicht te houden op schaal van de stad.
Aanpak van de stad is altijd fragmentarisch. Spoorwegen nauw verbonden aan
vastgoedmarkten.
Er was toen nog geen sprake van tunnels of ondergrondse stations o.w.v.
stoomlocomotieven. Zie tekening rechts boven het aanleggen van een lijn in openlucht
door landschap, aanpassen aan topografie.
Groei van de industriële stad
Steden gaan zich concentreren in steden en specifiek rond plaatsen waar water was in
de stad: rond rivieren, … Dat was noodzakelijk voor stoommachines. Daar gaat zich
steeds groeiende industrie ontwikkelen.
Tekening van Schinkel (neoclassicistische architect, zie vorige lessen) reist ook naar
Engeland en hij maakt tekeningen van Engelse industriestad. Grote gebouwen
(bouwblokken met bouwlagen) met fabrieken met schoorsteen. Dit kende hij niet en
fascineerde hem. Ook de sociale transformaties.
Tekening Pugin in zijn boek Contrasts: in een van zijn plaatsjes vergelijkt hij de
middeleeuwse stad en nieuwe industriestad.
De moderne stad is een chaos, is een stad waar de speculatie alles beslist en niet meer
de traditionele waarden van de christelijke maatschappij. het is een stad met
criminaliteit; gevangenis gebouwd. het is een stad die alle evenwicht en kwaliteit
verloren is.
Middeleeuwen: goede stadsomwalling, gedomineerd door kerken – kerken voor Pugin de
elementen die de maatschappij structureert en een aantal waardes zoals solidariteit
vanaf hangen. Nieuwe stad: stad waar de speculatie alles beslist, en niet meer de vaste
waardes van de katholieke maatschappij. Het is een stad waar criminaliteit aanwezig is.
Een stad die al haar kwaliteit verloren is. Zij zien deze transformaties en vragen zichzelf
af waar het naartoe gaat.
Eerste fase van de groei van de stad die zeer wild is was dit. Gebaseerd op een theorie
van Adam Smith. Alle fenomenen zoals migratie, vervuiling, hygiëne komen
tevoorschijn.
economische theorie van adam smith; een Brit uit de 2de helft van de 18de eeuw  de
Wealth of Nations. Grondlegger van liberalisme/liberale economische theorie, lokale
liberale theorie. Hij pleit enerzijds voor de open markt: er mogen geen regels zijn, geen
protectionisme, vorm van vrije concurrentie. Ten 2e dat er een minimaal aan regels zijn.
Dus de staat moet zich met de economie niet bemoeien. Bv geen wetten die arbeiders
verdedigen. Zo kan het kapitaal investeren, en investeringen zullen geld en werk
genereren. Zo groeit de economie + zo gaat de economie gebruik maken van de
industrie om te groeien/geld te genereren. er komen cyclussen met grote welvaart,
grote boom met daarnaast crisissen.
Huisjesmelken
Bedrijven gaan ontwikkelen en heeft arbeiders nodig. De arbeiders komen van het
platteland en zijn aangetrokken door de industrie en verhuizen zich naar het gebied van
de industrie omwille van het mobiliteitsprobleem. Boorheen: soms woonden arbeiders in
de industrie of gebouwen ter beschikking gesteld door de industrie, om arbeiders aan te
trekken en dag en nacht ter beschikking zijn van de industrie. Dit zal een beweging
veroorzaken naar de plekken waar werk is: de mijn, haven, fabriek, stad. Dit gaat
golven van migratie veroorzaken en nieuwe vormen van mobiliteit op een schaal die
nooit gekend geweest was. in In Engeland vooral migratie uit Ierland. Ierland landelijk
land zonder industrie. Grote hongernoden daar op het einde van de 19e E, geen
industrie, geen werk daar. Kleinere bevolking daar dan in Engeland doordat er minder
werk is.
Mobiliteit en migratie genereren meer fenomenen; instabiliteit, verandering,
methamorfose.
Liberaal systeem: de mensen gaan gewoon waar er werk is of geld te verdienen. mensen
bewegen maar niemand weet waar het naartoe leidt omdat er geen planning is. De
mensen gaan gewoon naar de plaatsen waar werk is om te kunnen overleven.
Het is ook een systeem met gemengde belangen tussen kapitaal van de industrie en de
politiek (vandaag: corruptie). In de politiek speculatie op de spoorweg, op industriële
concessies.
De mensen gaan wonen in mietskasernen = kamer waarin 10-20 of 30 mensen wonen
waar mensen enkel zijn om te slapen en dan gaan werken. Fenomenen die (illegaal) nog
bestaan. Zonder enige vorm van bescherming of hygiëne. Andere mensen die er veel
geld aan verdienen. Migratie bevat ook migratie naar de nieuwe wereld, nieuwe steden
zoals de VS.
De mensen moeten zelf hun weg vinden.
Ontstaan van nieuwe vormen van netwerken, mafieuze netwerken. En ook epidemieën,
zoals cholera. Daardoor veel geweld criminaliteit, alcohol prostitutie en bovendien is er
te weinig politie in Engeland/Londen. Zie foto: zwarte bolletjes waren allemaal
sterfgevallen, de rode waterpomp was besmet). Gezondheidsprobleem door hygiëne, te
weinig riolen. Geen straatverlichting dus het is gevaarlijk op straat. Hygiëne: theorieën
over lucht of licht op brede straten, via bepaalde richtingen georiënteerd, maar in de
praktijk geldt dat niet. Omdat met de regels geen rekening gehouden wordt (de
middeleeuwse stad nog, wilde groei). Te weinig woningen ook, slechte wegen, te weinig
openbaar vervoer  de mensen concentreren zich waar werk te vinden is.
De stad met de mooie gebouwen, het parlement met Big Ben, wereldtentoonstellingen,…
tegelijk zag de stad er zo slecht en somber uit (zie plaatjes).
poverty, crime, gin  bepalen alles
geweld, prostitutie, alcoholisme door te weinig politie, er zijn gezondsheidproblemen, te
weinig riolen, criminaliteit door geen stadsverlichting
voor de hygiene zijn er theorieen zoals breedte maar london houdt geen er geen
rekening mee
er zijn geen riolen
te weinig woningen, slechte wegen, te weinig openbaar vervoer.
dus de mensen komen zich concentreren waar werk te vinden is.
londen de grootste stad had veel last van vervuiling, polutie, kou -> great stink;
Ze kunnen zelfs niet meer bouwen aan gotische kathedraal door de stank. De Great
Stink was een keerpunt: liberaal systeem kon niet meer blijven bestaan, er zijn regels
nodig, systeem zonder regels veroorzaakt gewoon armoede; Daarom beslissing om
gecentraliseerde macht te voorzien, de staat. Er moeten regels zijn om van een stad een
leefbare veilige stad te maken.
Stadsdiensten
Londen gaat op een paar jaar tijd een paar administraties stichten; een centrale
administratie voor openbare werken wordt voorzien (metropool is stad met
aantrekkingskracht). Wonen gaat niet meer op niveau van verschillende wijken beheerd
worden, maar op niveau van de grootstad. Het is zeer moeilijk om een totaalpolitiek te
hebben in een stad die nog zo gefragmenteerd is. Na de Great Stink gaat men een
nieuwe riolendienst stichten. Een ingenieur gaat de stad redden - Joseph Bazalgette gaat
het grote rioleersysteem van Londen bedenken op de schaal van de grootstad.
Donkerblauw: nieuwe riolen die parallel met de rivier lopen en het vuile water
stroomafwaarts zullen brengen, zodat het vuile water niet terug in de stad terecht kan
komen. Buiten de monding van Themes zal het in de zee terecht komen, waardoor het
niet meer terug zal vloeien. 10km van riolen. Gigantisch project. Voor riolen moet een
speciale vorm getekend worden, nl. een ovale vorm. Er moet een cement uitgevonden
worden die tegen het bijten van het rioolwater kunnen. de buizen bestaan uit bakstenen
met cement. Onder het maaiveld en in de bodem van de stad passeren een aantal
leidingen. Ook de spoorwegen worden op het niveau van een grootstad aangepast:
metropolitan railway.
London councy council: gezag op niveau van de stad; beheersorgaan van een grootstad.
1863: eerste ondergrondse spoorweg aanleggen.
Dit is een zeer moeilijke opgave voor stoommachines  men moet ventilatiesystemen
uitvinden. Men doet aan ‘cut-en-cover’ systeem. Cut: men legt eerst alles open; grond
uitgraven; en dan lijn ondiep aanleggen en dan terug bedekken. Cover: wegdek
enzoverder erover leggen. Het stadsweefsel krijgt littekens. Een ander systeem: de e
tune/tube: via schachten gaat men heel diep en men maakt schachten tot onder
bestaande wijken; zo kan men onder bestaande wijken gaan zonder bovenstaande
gebouwen te vernielen. De tube.
Dankzij beter beheer spoorwegen zal het mogelijk zijn om nieuwe gronden ver buiten de
stad te ontsluiten en daar nieuwe woonwijken voor arbeiders te ontwikkelen. Gevolg:
arbeider moet niet meer in of naast fabriek wonen, maar in woonwijken. Nieuwe en
monofunctionele wijken. Deze wijken worden door bepaalde maatschappijen
bebouwd/verkaveld. Arbeiders moeten lang pendelen, maar wel niet te duur om er te
wonen. Rijhuisjes, dit zijn industriële huisjes, hier heb je geen architect voor nodig.
Overal hetzelfde plan gebruikt. Op de meest rationele manier georganiseerd. Zeer
goedkoop gebouwd, 1 verdieping. Ze kunnen ook een familieleven hebben. Enorme
vooruitgang t.o.v. slums, enz. Eerste sociale projecten. Mensen die hierin investeren
doen dat ook vanuit een sociaal standpunt. Zie standpunten Pugin ook: de familie is de
kern van de maatschappij. Men woont er samen met z’n familie en niet met nog anderen
erbij. Er zit een sociaal project achter: de familie wordt hechter door een eigen huisje.
Bouwvoorschriften
Men gaat ook oude wijken saneren waardoor er re-development ontstaat. Wijken waar
krotwoningen waren/worden gesloopt en heringericht op basis van normen en regels.
Die regels worden gedefinieerd door de stad, de nieuwe centrale administratie (beslist
om de hoeveel meter een school,… moet gebouwd worden). Er komt een schone stad:
hygiëne en esthetiek.
een andere dergelijke stad is icaris in Texas; wordt ook een grote flop.
Utopieën
Op de plekken waar de industrie zich bevindt ontwikkelen zich ook nieuwe
nederzettingen. Pittvillage: stad die langs de mijnschachten ontstaan (bv Waterschei).
Pittvillages zijn aangelegd op het model van de tuinsteden maar in 19e eeuw bestond
model van de tuinstad nog niet. Enkele paternalistische steden wilden iets anders dan
het liberaal systeem; daardoor nieuwe vormen steden ontstaan.
Deze wijken naast fabriek tegengestelde van de chaos.
Neoclassicistische fabriek met grote binnenplaats en errond huizen voor de arbeiders
(traktaat van Durand). De eigenaar heeft goede leefomstandigheden aan de arbeiders
met de bedoeling families te vriend te houden en hopelijk vader op zoon ook in de
fabriek zal gaan werken, want families blijven meestal in dezelfde fabriek werken voor
generaties lang.
Fabriek omsloten door een spoorweg.
Arbeiderswoningen rond fabriek (carrée).
Hiernaast ook enkele utopieën ontstaan: ideaalsteden. Kritisch kijken naar de wereld en
ze gaan denken dat de wereld beter zou kunnen zijn, ze gaan oftewel een boek
schrijven, of sommige architecten gaan beginnen tekeningen maken (architecten &
filosofen). Alle problemen van de grootstad, gaan een aantal sociale filosofen ideale
steden en samenlevingen bedenken. Robert Owen (geen architect, soort filosoof) stichter
Owenisme, en dat is voorganger van het socialisme. Hij begrijpt dat het sociaal
systeem niet werkt omdat alles op eigen hebzucht, kapitaal en eigen belangen rust. Hij
gaat maatschappij bedenken waar er geen privé-eigendom is, waar het geld van de
mensen gezamenlijk is. Een plek waar er evenwicht en harmonie is en waar de mensen
gelukkig zijn. Owen vraagt aan Britse staat om de wetgeving aan te passen en scholen
overal te openen en zijn model toe te passen, maar hij wordt uitgelachen. Ten slotte
verhuist hij naar de verenigde staten. In de VS gaat hij een ideale stad stichten, de stad
Indiana(harmony in Indiana). Maar het wordt een grote flop. Samenvloeiing van alle
soorten: dit is 19e E. Romantiek, neoclassicistische structuur, industrie aanwezig,…
Fransman gaat stad zonder kroegen, alcohol bedenken. Zeer militair, georganiseerd.
Stichtte hij in Texas, wordt een grote flop. Nog een andere theorie van Fourier: het
fourierisme, later het socialisme en communisme. Fourier bedenkt wat hij het
phalanstère noemt; hij is filosoof en politicus en zijn idee is het gemeenschapsleven,
gebaseerd is coöperatief eigendom. Coöperatieven als model al alternatieven van het
liberalisme. Hij is politicus, hij neemt het plan van Versailles. Het is een paleis voor
arbeiders: een groot complex waar mensen samenwonen. Alles heel goed
georganiseerd, kinderen wonen gemeenschappelijk op begane grond en volwassenen op
verdiepingen. Het organiseren van een nieuw woonsysteem. Zijn coöperatie systeem is
gebaseerd op collectief eigendom t.o.v. het liberalisme waar alles individueel en privé is.
Fourier gaat mensen kunnen beïnvloeden, waaronder Godin – hij maakt kachels. Hét
verwarmingssysteem in die tijd. Godin wordt overtuigd door de theorie van fourier en
gaat de phalanstère toepassen en noemt het familstère; 3 grote woonblokken met
verschillende verdiepen, 1 grote open centrale gemeenschappelijke ruimte en een aantal
open loopgangen met trappartijen in de hoeken en appartementjes voor de families.
Blokken vormen een vorm van gemeenschapsleven. Individueel appartementje dat deel
uitmaakt van een geheel. Grote open ruimte is een plek voor gemeenschapsleven.
Glazen dak omdat in N-Frankrijk. Iets totaal anders dan rijhuizen en terraces, omdat
hier een bepaald sociaal project achter zit. Families die individueel boven elkaar wonen –
i.p.v. individueel naast elkaar – en individueel een geheel vormen, veroorzaakt andere
gevoelens bij het samenleven. Familistère bestaat nog steeds en is werelderfgoed. Godin
bouwt een tweede familistère in Brussel recht tegenover het paleis van Laken. Brussel
tegenover paleis van laken eis er zo ok een van godin. 2 experimenten in de
wereldgeschiedenis van dit type collectieve woning. Buiten de woonblokken heeft men
ook collectieve scholen, winkels, toneel. Nog gene sprake van sportinfrastructuur.
Parijs
29-10-2012 10:31:00
Winkelgalerijen
Parijs is helemaal anders dan Londen. Engeland tot op de dag van vandaag een erg
liberaal systeem met zo weinig mogelijk regels en waar de staat zo min mogelijk
investeringen wil doen. Frankrijk is een zeer gecentraliseerd georganiseerde staat met
gecentraliseerde macht. Parijs gaat zich ook metamorfoseren in de 19 e E. Een van de
eerste ingrepen zijn de winkelpassages, winkelgalerijen.
De winkelpassages of galerijen = nieuwe privé-winkelstraten die overdekt zijn en
verbinding vormen tussen 2 straten. Bv de koning en koningen galerij. Parijs vol met
passages, maar nogal verloederd, want ze hebben vandaag geen aantrekkingskracht
meer omdat er grootwarenhuizen ontstaan zijn en die zullen meer aantrekkingskracht
hebben. Passages bedoeld om veilig te kunnen winkelen, mensen ontmoeten, voor
vitrines staan,.. omdat er toen geen trottoirs bestonden; de straat was eigendom van
iedereen, de paarden karren voetgangers,..  straat was onveilig en men kon niet voor
een vitrine kunnen staan, die ontstonden eigenlijk pas in de passages.
Verbindingspunten in strategische plekken. 1 miljoen inwoners in stad: mensen moeten
eten. Bevoorrading van stad zeer complex, moet op een zeer rationele manier
georganiseerd worden.
Hallen
Een hal dient voor eten, het is de buik van de stad; georganiseerd op een rationele
manier. Er zijn geen frigo’s tot 1880. Midden 19e E: grote infrastructuren bedenken:
hallen, slachthuizen, markten. Voor de goede bevolking en arbeiders. Men gaat een
groot hallencomplex ontwikkelen, centrale hal, pal in het midden van de stad gebouwd.
Blokken huizen worden gesloopt om die hallen te bouwen. Er komen overdekte staten.
Hallen is een wereld op zich, elke hal is gespecialiseerd door een rationele ordening, er is
er een voor vis, vlees, groenten,…. Zo kan de stad bevoorraad worden. Groen aan de
rand van de stad kan zo naar de stad gebracht worden en bewaard: “de bui van de
stad”. Hallen bestaan nu niet meer wegens niet meer gebruikt, gesloopt in 1970. Nu
staat er een groot park. In Brussel had men iets gelijkaardigs met pool noord en pool
zuid. Meeste grote steden gaan zo’n hallen hebben.
Parijs haussmanisation
In Parijs gaat grote saneringsoperatie plaatsvinden die gepaard gaat met speculaties.
Onder Napoleon III (piefor laten restaureren), die vost) gaat van Parijs een moderne
stad willen maken. Hij vraagt aan prefect Georges-Eugeyne Hausman om de stad te
hertekenen = gigantische saneringsoperatie, gepaard gaand met speculatie;
Middeleeuwse stadsdelen doen verdwijnen door grote boulevards te trekken door oude
stadsweefsels; Geel: boulevards voor 1850. Oranje: boulevards 1860-1870. Op een heel
korte tijd – 20 jaar zoiets - gaat totaalstad zich metamorfoseren door het trekken van
rechte lanen tot de verbindingspunten tussen spoorwegstations, grote lanen die licht en
luchtig zijn, maar ook waar grote legers zich kunnen verplaatsen, om revoluties in kleine
straatjes te breken (in brede lanen kan je met kanonnen schieten). Lanen en blokken
tussen lanen worden gesloopt.
Foto rechtsboven: hartje van Parijs; men trekt er 3 lanen door met bruggen. De blokken
tussen de lanen worden modernen instellingen gebouwd zoals hospitalen en
gerechtsgebouw.
Op blauwe plek bevond zich een hospitaal en er komt een modern hospitaal.
Het gebouw de opera al gezien, maar nu de context van de opera eens bekijken. Opera
als centraal gebouw voor kunst als sociale leven van de elite van Parijs. Bevindt zich in
een oude wijk, een oude wijk die helemaal hertekend wordt voor de opera die optreedt
als een gebouw als focuspunt op een perspectief. L’avenue de opera. Recht en breed,
doorheen het oude stadsweefsel. Rechte lijn gaat ook blokken genereren die een
driehoekige vorm hebben. Dit is typisch in Parijs: blokken met spitse hoeken. Gevolg
van rechte lanen die door oudere straten passeren. Moeten zich proberen aan te sluiten
op nieuwe stadsweefsel.
De ster .. aangelegd waar een aantal lanen samenkomen. Eerste luchtfoto’s van Paris
gemaakt met lege blokken omdat ze nog leeg zijn. Boulevard Saint-Germain: 10-tallen
duizenden woningen worden gesloopt en vervangen door appartementsgebouwen.
Rond-point rond de Arc de Triomf. Er komen een aantal lanen aan op een perfect
gelande manier.
Parijs type appartement
In Parijs wordt fors gespeculeerd, gaat men appartementsgebouwen bouwen. Nieuwe
manier van samenleven: mensen wonen boven elkaar i.p.v. langs elkaar. Dit zijn geen
slums of (die andere dingen), maar chique appartementen. Nieuwe vorm van sociaal
leven zal hier ontstaan dat zeer Frans of Parijs is: verschillende sociale standen wonen in
hetzelfde gebouw maar boven elkaar. Vaak winkel beneden, daarboven verdieping waar
familie van winkelier woont. Bel etage waar de rijkste mensen wonen.
foto: winkel, 1ste verdieping
wonen de eigenaars van de winkel, 2de verdieping is bel-etage waar rijken mensen
wonen, 3de verdieping is voor jonge gezinnen, 4de verdieping voor arbeiders, 5de
verdieping is voor kunstenaars.
Al die mensen komen elkaar tegen in de trap. De trap is en plek van sociale contacten.
Sociale ladder: jong koppel op 2e verdieping wil zakken. Erboven woont de kleine
ambtenaar. Helemaal vanboven onder het lekkend dak de kunstenaar. Soms binnen de
blok andere gebouwen van mindere waarden  hiërarchie verticaal alsook in de diepte.
Laat toe een grote concentratie aan bevolking te hebben. Dit is het Parijse model dat
men een beetje overal in Europa is gaan imiteren (Parijs was mooiste stad van Europa).
Stad van feest, show, opera, grootwarenhuizen,.. stad met grote aantrekkingskracht tot
op de dag van vandaag. In België werkt dit niet: niemand wil in zo’n gebouw wonen. De
burgers willen in individuele huizen wonen. Appartementsgebouwen komen in België pas
na WOI.
Spanje
29-10-2012 10:31:00
Barcelona: urbanizacion
Urbanisatie bestond nog niet in Spanje?
Cerda schijft een traktaat in 1867 (dezelfde tijd als metamorfose van Parijs en Londen).
Barcelona is industriestad- een project om de stad uit te breiden.
In 1859 gaat Cerda - een ingenieur - een stadsplan tekenen voor de Barcelona in
ontwikkeling, eicample, gevormd door blokken die allemaal hetzelfde zijn die allen
schuine hoeken heeft zodat elke kruising een pleintje is. Hij gaat op basis van een
rationeel raster een rationele stadsuitbreiding bedenken. Totaal systematisch. Er is geen
hiërarchie van straten, allemaal hetzelfde, behalve enkele boulevards. Maar geen
zijstraten en hoofdstraten. De 4 gevels van het blok zijn gelijk. Achter dat project staat
een theorie: de urbanisation. Gebaseerd op 4 punten
1) Voorstudies. Voor men zoiets start is er een methode en voorstudies nodig, zoals een
topografie als een sociale studie.
2) Een aangepaste wetgeving moet bestaan (wetgeving van eixample nog steeds van
toepassing, er moeten regels zijn)
3) Project gebaseerd op democratisch denken, vorm van egalitarisme, dat iedereen recht
heeft op dezelfde infrastructuren; er zijn riolen, een vorm van mobiliteit.
4) Theorie gebaseerd op netwerken. Hij is visionair omdat hij ook denkt in termen van
interne (?) mobiliteit. Verschillende vormen van mobiliteit die op elkaar getoetst worden,
dat past in zijn rationele denkbeeld.
New York
In andere steden zijn andere rationele ontwikkelingen op te merken. Vgl. Manhattan met
Barcelona:
Manhattan = ook gebaseerd op een raster. Het grote verschil met Barcelona:
Barcelona = groter vierkant zonder hiërarchie.
In new York = rechthoeken; avenues zijn brede lanen die langs korte kanten van
rechthoekige blokken passeren. Streets zijn transversaal = langs de lange kant van de
rechthoekige blokken. In de streets de minder mooie gebouwen omdat ze veel smaller
zijn. In de avenues de mooiste gebouwen. Ontstaan in 1811 (zeer vroeg, wordt de
spoorweg).
Het stadsweefsel in de put van Manhattan is onregelmatig, er zijn steeds verschillende
speculaties geweest.
De stad gaat een plan uittekenen voor heel de stad Manhattan zodat ze wel regelmatig
wordt. Ze projecteren het op het hele gebied wat ook het reliëf wordt op het
schiereiland. Later komen er bovengrondse spoorwegen voor privé, waren
privémaatschappijen.
Avenues hebben cijfer. En Streets ook. Ik woon in avenue x, street y  fantastische
rationeel systeem.
Om aan de onveiligheid van de stad een oplossing te bieden bouwt men Central Park.
Central Park is een ruimte waar niet gebouwd mag worden het is een publieke ruimte
met strenge regels, en het wordt de tuin voor alle mensen die in New York wonen. Een
plek waar iedereen iedereen tegenkomt (park wordt ook gesloten ‘s nachts). Geen privé
square die gesloten is. Omdat het publiek is komen mensen uit alle steden er samen en
leren ze er met elkaar samen leven.
Wenen
Een stad met versterkingen. Werd 2x door Ottomanen bezet. Omwalling nodig, opbouw
geduurd tot diep in de 19e E; de stad heeft zich buiten de omwalling ontwikkeld. Tussen
de nieuwe ontwikkelingen en de stadswand is er een niemandsland, een lege zone
(nummer 2).
1= middellandse stad.
3 en 4 = stadsuitbreidingen in 19e E
2 = leegte tussen oude stad en nieuwe stadsuitbreiding.
In jaren 50 (1857) beslist stad dat de gordel niet meer nodig is en de gordel gaat
bebouwen. Architectuurwedstrijd. Men gaat het project van de ringstrabe ontwikkelen.
Het is een waanzinnig brede boulevard. Rond deze boulevard komen alle moderne
gebouwen die van een hoofdstad gebouwd worden (opera, museum, parlement,…).
Vormt een soort grote promenade waar de burger of de toerist de kracht en de machten
en pracht en praal van een hoofdstad kan zien. Op die ring gezet, moeten de stad
versieren en imponeren. Grote stedenbouwkundige projecten die door de staat
gelanceerd worden (men ziet hetzelfde fenomeen in Antwerpen). Elke grote stad doet dit
op een andere manier. Heeft ook invloed gehad op Antwerpen: ook boulevard waar de
opera enzo op geplaatst is. Nu helemaal geïntegreerd in de staat als een boulevard.
Wenen
29-10-2012 10:31:00
Tram en lijnstad
1e industriële revolutie was de revolutie van stoom.
2e industriële revolutie: revolutie van elektriciteit.
Begin jaren 80. De revolutie van elektriciteit gaat invloed hebben op nieuwe vormen van
mobiliteit: de elektrische tram, de elektrische motor (ondergrondse treinverbinding),
metro. In Spanje een ingenieur – arhituro – begreep dat de elektrische tram nieuw type
kan genereren. Hij neemt trein als as voor de ontwikkeling van wat hij een lijnstad
noemt. De as van de lijnstad is een tram. De lijnstad zelf is maar 2 blokken breed; er
zijn blokken met zeer sterke regels om speculatie te vermijden. De blokken zijn in het
open landschap aangelegd. De natuur moet gaaf blijven. Door de elektrische verbinding
kunnen mensen van plek1 om te wonen naar plek2 om te werken. In België een van de
minste voorbeeld van een lijnstad . Aan de kust ontwikkeld door Leopold I (de Belgische
kust is een van de mooiste lijnsteden). Tramlijnen hebben alle badplaatsen mogelijk
gemaakt (voordat auto ontstond). Dit is ook het typisch denken van ingenieurs: strook
door het landschap is 500 m breed. 48 km waarvan slechts 5 km gerealiseerd werd.
Utopisch maar toch gerealiseerd.
monumenten en plaatsen
Er zijn ook nog kunsthistorici die een mening hebben over de stad: maakt een
historische studie over plaatsen. Hij vindt dat plaatsen fundamentele stukken zijn in
steden. Hij stelt er een boek mee samen (met tekeningen van plaatsen die hij bezoekt).
Hoe straten uitkomen op plaatsen en welke monumenten zich bevinden op die plaatsen;
hoe kerken/monumenten georganiseerd zijn daar. Hij gaat zien wat de kwaliteit is en
hoe men kan leren uit de stedenbouw van het verleden. Om er iets van te maken. Voor
hem zijn de agorea in Athene de plaats bij uitstek van democratie waar de mensen
samenkomen om te discussiëren. In Wenen gaat hij ringstratte voorstellen om
gebouwen tot hun rcht te laten komen (niet uitgevoerd).
verkeer en mobiliteit
in 1910 neemt in londen het eerste congres van stedenbouw plaats. ze gaan er samen
rond stedenbouw denken.
Een visie van het einde van de 19e E. Fransman ziet in Parijs iets groeien; Henard is
ingenieur die als 1 van de eerste ziet dat de auto de stad gaat bepalen/veranderen.
Volgens hem moet men nog grotere boulevards maken omdat de auto’s overal zullen
rijden. Hij denkt in enkel termen van verkeer. Henard voorziet om alle vormen van
mobiliteit te stapelen om zo minder openbare ruimte in te nemen.; Hij anticipeert wat le
Corbusier in de 20e E zullen zijn, is sterk beïnvloed door Henard (maar zal het nooit
toegeven). De verschillende lagen van mobiliteit onderscheiden (zie lagen). Hier
plotseling scheiding van gebruikers van de straat. De auto’s, de fiets, voetgangers (nu
wel ontstaan van trottoirs, wat vroeger er niet was). Hij introduceerde/bedacht ook het
eenrichtingsverkeer en het rond punt. Ideeën om de mobiliteit te vergemakkelijken. En
eenrichtingsverkeer.
Foto rechtsboven: de technologische droom, utopie van zijn moderne stad; vliegtuigen
die op gebouwen landen; auto’s die op platen draaien om alles op een rationele manier
te kunnen stalleren. Laat zien dat ingenieurs ook kunnen dromen. Hier anticipeert men
de 20e E.
Download