(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Commissie voor
cultuur, onderwijs en stedelijke vernieuwing
Datum commissievergadering:
DIS-stuknummer
Secretaris
Doorkiesnummer
Behandelend ambtenaar
Dienst/afdeling
Nummer commissiestuk
Status
Datum
Bijlagen
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
750629
H.J.I.M. Wouters
073 6812875
M. Post
MCO/S&P
COS-0258
ter advisering
ter bespreking
ter kennisneming
ter vaststelling
24 april 2001
1 (notitie)
Onderwerp:
Grotestedenbeleid: Wijkexperimenten ABCD.
Voorstel aan commissie:
Kennisnemen van bijgevoegde notitie.
Eventuele nadere opmerkingen:
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
H.J.I.M. Wouters, secretaris
Commissie voor cultuur, onderwijs en
stedelijke vernieuwing
Bijlage:
1. Notitie inzake wijkexperimenten ABCD
in het kader van het grotestedenbeleid
(digitaal beschikbaar)
317484254
Notitie ten behoeve van de commissie voor cultuur, onderwijs en stedelijke
vernieuwing inzake wijkexperimenten ABCD in het kader van het grotestedenbeleid.
Inleiding.
In 1999 hebben gedeputeerde Van Harten en de projectleider GSB samen met andere
vertegenwoordigers van steden (G21), provincies en departementen in het kader
van het grotestedenbeleid een studiereis gemaakt naar de Verenigde Staten van
Amerika. In de USA is kennis gemaakt met Asset Based Community Developement
(ABCD), ontwikkeld door prof. John McKnight van de Northwestern University of
Chicago.
Asset Based Community Developement (ABCD).
Deze benadering gaat er vanuit dat veel (westerse) samenlevingen onvoldoende het
zelforganiserend potentieel van wijken erkennen en benutten en te eenzijdig
inzetten op het oplossen van problemen door instituties. Instituties gaan
daarbij uit van de behoeften en de problemen van de wijk (het halflege glas).
Voor het versterken van het zelforganiserend vermogen is het cruciaal om uit te
gaan van de kwaliteiten en talenten (assets) van individuen, wijkgroepen,
scholen en bedrijven in de wijk (het halfvolle glas). Aanspreken van personen op
hun talenten (gifts), gebruik maken van het sociale kapitaal uit de wijken, is
de basis voor een productief burgerschap.
Conferentie Zelforganiserend Vermogen van Wijken, 10 april 2000.
Op 10 april 2000 is door de G21, mede met steun van de provincie Noord-Brabant,
als uitvloeisel van de studiereis naar de USA een conferentie gehouden in
's-Hertogenbosch over het ‘Zelforganiserend Vermogen van Wijken’. Op de
conferentie werden inhoudelijke bijdragen geleverd door prof. McKnight (ABCDmethode), J.W. Duyvendak (Wijkontwikkeling in Nederland) en prof. dr.
P.E.W.M. Tops respectievelijk drs. A.C.M. Breij (De bestuurder en professional
en wijkontwikkeling).
Het doel van de conferentie was om als steden een inspirerende gedachtewisseling
te hebben over de potentie van het zelforganiserend vermogen van wijken. Gezien
de respons (meer dan 200 deelnemers) en het verloop van de dag zelf mag gesteld
worden dat er een verdere betrokkenheid (inhoudelijk en actief) op de ABCDgedachte is gegroeid.
Op het einde van de conferentie is bij de deelnemers de uitdaging neergelegd om
zelf binnen hun eigen stad een proef te starten met de toepassing van de ABCDaanpak in de Nederlandse situatie. Om zo de behoefte aan concretisering die op
de conferentie werd verwoord en na afloop geproefd, in te vullen. Belangrijke
start daarbij zal zijn om eerst op zoek te gaan naar (informele) organisaties en
sociale verbanden in de wijken. En als ze er zijn, te bezien of deze dan in
staat zijn om mensen daadwerkelijk te mobiliseren.
De uitdaging die werd geformuleerd is de werkelijkheid van sociale verbanden in
wijken opnieuw te onderzoeken en de dynamiek daarvan te ontdekken. Alleen zo kan
duidelijk worden waar de mogelijke verbindingen liggen tussen de abstracties van
het beleid en de concrete leefwereld waarop deze organisaties en sociale
verbanden zich richten.
Provinciaal beleid.
Om deze uitdaging in de Brabantse grote steden te stimuleren en te ondersteunen
is in de Voorjaarsnota 2000 een bedrag gereserveerd van ƒ 1 miljoen.
In overleg met de steden zijn de randvoorwaarden opgesteld voor de inzet van de
middelen.
Conform de uitgangspunten van het raamconvenant grotestedenbeleid willen wij
niet te veel regels vaststellen als het gaat om de aanwending van deze middelen.
Met de steden zijn uiteraard wel randvoorwaarden, aandachtspunten en elementen
afgesproken die bij de uitwerking van de experimenten moeten worden betrokken.
317484254
- 2 Het betreft de volgende zaken:
 Toetsing praktijkbestendigheid van de ABCD-methodiek
 Koppeling aan doelen van het GSB-beleid
 Een extra uitdaging ligt in het feit dat bij het ‘aanboren van sociaal
kapitaal’ het toch vooral zal gaan om groepen en individuen die veelal buiten
het gebruikelijke gezichtsveld van de gemeente en de officiële instanties
liggen
 Het gegeven dat in achterstandswijken vaak sprake is van een grote
concentratie allochtonen.
 De ABCD-methodiek heeft ook consequenties voor de rolverdeling tussen
bewoners en de officiële instanties. Zelforganisatie betekent voor de
bestaande instituties dat ze vertrouwen ontwikkelen in de kracht van burgers
en loskomen van cliënt- en probleemdenken. Dit betekent ook dat het overgrote
deel van onze bijdrage ter beschikking dient te komen van bewoners(-groepen),
die over de besteding ervan zelf beslissen. Uiteraard kunnen instituties
daarbij wel een adviserende rol vervullen. Interventies van overheden en
instellingen dienen natuurlijke relaties en netwerken in de buurten en wijken
te versterken.
 Gezien de deelname van het LSA (Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken) aan genoemd congres en het enthousiasme waarmee men met het
gedachtegoed aan de slag is gegaan, hebben wij de steden in overweging
gegeven te bezien of het LSA bij de vormgeving en uitvoering van projecten te
betrekken is.
De steden zijn gevraagd om binnen de boven omschreven punten en in overleg met
één of meerdere buurten, wijken of stadsdelen te komen tot een concreet project.
Conform de uitgangspunten van ons grotestedenbeleid leggen de steden na afloop
van het project verantwoording af over de geboekte resultaten en ervaringen,
waar mogelijk gekoppeld aan de momenten van verantwoording die in het kader van
onze eerdere algemene GSB-bijdrage zijn afgesproken.
In het kader van onze intentie om ‘samen te leren door doen’ hebben wij de
steden voorgesteld de door bewoners/buurten opgezette plannen te volgen in de
B5-portefeuillehoudersoverleggen GSB en Zorg-Welzijn-Jeugd, zodat van elkaars
ervaringen kan worden geleerd.
Wij hebben besloten om elke stad voor het uitvoeren van een ABCD-pilot een
bijdrage te verstrekken van ƒ 200.000,-- (89.401,46 euro).
Over de uitkomsten van de pilots zullen wij u uiteraard informeren.
's-Hertogenbosch, 24 april 2001
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.
Download