De taalproef als toelatingsvoorwaarde gewoon lager onderwijs We krijgen steeds meer vragen over de afschaffing van de taalproef als toelatingsvoorwaarde voor het eerste leerjaar en over de nieuwe toelatingsvoorwaarde die deze proef vervangt. Tegelijkertijd bestaat er enige verwarring over de plaats van de taalscreening in dit ganse plaatje. We volgen de ontwikkelingen op de voet en zetten, in afwachting van de omzendbrief, de informatie waarover we beschikken op een rij. In eerste instantie willen we focussen op de taalproef als toelatingsvoorwaarde. De taalscreening maakt geen deel uit van de toelatingsvoorwaarden en is bedoeld voor alle kinderen. De informatie over de taalscreening komt verder in deze tekst niet aan bod en zal in een volgende nota volledig worden toegelicht. De informatie die wij u bezorgen over de gewijzigde toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs, zal nog geen antwoord bieden op alle onduidelijkheden, maar het is een eerste stap. Bijkomende vragen mogen altijd gemaild worden. We engageren ons om samen met de vraagstellers naar antwoorden te zoeken. De situatie tot en met schooljaar 2013-2014 De volledige toelatingsvoorwaarden zijn terug te vinden in de omzendbrief BaO/2001/101. Om toegelaten te worden tot het eerste leerjaar moet een kind 6 jaar zijn voor 1 januari van het lopend schooljaar. Daarnaast moet het 220 halve dagen aanwezigheid tellen in het Nederlandstalig kleuteronderwijs of een bewijs hebben dat buiten België Nederlandstalig onderwijs gevolgd werd. Indien de kleuter onvoldoende aanwezig was in de school, moet die slagen op een taalproef. Kinderen die 5 jaar worden voor 1 januari van het lopend schooljaar kunnen eveneens ingeschreven worden in het lager onderwijs. De ouders beslissen hierover na advies van de klassenraad en het CLB. Maar ook hier speelt de aanwezigheid een rol. Indien deze kleuters geen 185 halve dagen aanwezig waren dan moesten ook zij deze taalproef afleggen. Zij-instromers van 7 jaar en ouder moeten geen taalproef afleggen Conclusies: De taalproef blijft voor het schooljaar 2013-2014 een toelatingsvoorwaarde voor kinderen die niet voldoen aan de aanwezigheidsvereiste. Voor de volgende weken zal deze regel nog maar slechts zéér uitzonderlijk toegepast moeten worden. Voor een anderstalige nieuwkomer die nu nog zou instappen in het eerste leerjaar en die voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde kan dit evenwel van toepassing zijn! De situatie vanaf schooljaar 2014-2015 1 Toelatingsvoorwaarden voor leerlingen in het gewoon onderwijs, omzendbrief BaO/2001/10 http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13126 1 Alle toelatingsvoorwaarden blijven bestaan behalve de taalproef. Deze is geen toelatingsvoorwaarde meer voor kinderen die vanaf 1 september 2014 instappen in het eerste leerjaar. In plaats van deze proef beslist de klassenraad autonoom of kinderen, die niet voldoen aan de aanwezigheidsvoorwaarde, mogen starten in het lager onderwijs. De klassenraad heeft hier volledige vrijheid. Er is geen procedure voorzien en er zijn geen minimumeisen opgelegd. De klassenraad kan advies inwinnen bij de vorige school, kan de taalproef afnemen, kan een advies vragen aan het CLB, kan een gesprek aangaan met de ouders. Het gaat hier duidelijk over kunnen en er is geen verplichting om een bepaald traject of stappenplan te volgen. Bij het niet toelaten tot het eerste leerjaar moet de klassenraad zijn beslissing schriftelijk motiveren aan de ouders. Er is blijkbaar geen beroepsmogelijkheid voorzien voor ouders! De samenstelling van de klassenraad: In het basisonderwijs is de directie voorzitter en is er de algemene bepaling dat de personeelsleden (teamleden) die zullen instaan voor het onderwijs en de begeleiding van de kinderen in de school de klassenraad vormen. De beslissing is enkel geldig voor de school waar de klassenraad de beslissing nam en geldt niet voor andere scholen. Niets belet echter dat een andere school de beslissing overneemt van de vorige! Dit moet dan evenwel een beslissing zijn van die nieuwe klassenraad die deze beslissing schriftelijk moet motiveren ingeval van weigering. Een inschrijving in een school gebeurt steeds onder opschortende voorwaarde dat de leerling bij de instap aan de toelatingsvoorwaarden voldoet. Voor kleuters waarvan men nu reeds weet dat ze niet voldoende dagen aanwezigheid tellen, kan men dit trimester reeds de beslissing nemen. Voor leerlingen die pas op 1 september voor de schooldeur staan, heeft men een beperkt aantal schooldagen om te beslissen (nachecken in de omzendbrief: 10 schooldagen). In de regelgeving vinden we enkel een adviserende rol weggelegd voor het CLB bij de 5-jarigen die vervroegd willen overstappen naar het lager onderwijs. Voor de 6-jarigen is er hier op basis van het decreet geen rol weggelegd. Scholen mogen evenwel beroep doen op onze ondersteuning. Het lijkt ons dat dit materie is voor overleg tussen school en CLB, overleg waarbij de afspraken terug te vinden zijn in de bijzonder bepalingen. Conclusies: Voor kleuters die in het voorgaande schooljaar onvoldoende aanwezig waren in de kleuterschool en die willen instappen in het eerste leerjaar, moet de klassenraad toestemming geven. De klassenraad beslist autonoom. Een weigering moet schriftelijk gemotiveerd worden aan de ouders. Deze maatregel is van toepassing voor kinderen die vanaf schooljaar 2014-2015 starten in het lager onderwijs. In het decreet basisonderwijs wordt voor het CLB geen rol aangegeven. Marleen Van den Mooter – [email protected] Luc Driesmans – [email protected] Verantwoordelijken VCLB- kansenbevordering 2