2011005942 - Gemeente Krimpen aan den IJssel

advertisement
ADVIESNOTA AAN DE GEMEENTERAAD
Voorstel
Agendanummer
Datum
raadsvergadering
Registratienummer
:
: 30-6-2011
: 2011005942
10 juni 2010
M.F. Vermaat
Financiën en Control
Planning en Control
Onderwerp:
Kadernota 2012
Gevraagde
Te besluiten om
beslissing:
in te stemmen met de kadernota 2012 en een discussie te starten over
collectieve en individuele voorzieningen.
Aan de gemeenteraad
van
Krimpen aan den IJssel
Krimpen aan den IJssel, 21 juni 2011
Inleiding
De kadernota wordt jaarlijks in het voorjaar aangeboden. De raad krijgt langs deze weg de
gelegenheid om kaders te stellen voor de begroting 2012 en de meerjarenperiode 20132015. In de kadernota worden naast een voorlopig beeld van de meerjarenbegroting ook
onze voorstellen voor nieuw beleid en intensiveringen aan uw raad voorgelegd en geven
richtingen aan voor benodigde ombuigingen.
Beoogd effect
Kaders vastleggen voor de meerjarenbegroting 2012-2015, waarbij uiterlijk in 2015 materieel
evenwicht wordt bereikt.
Argumenten
1.1 Kaderstelling vooraf geeft meer mogelijkheden
De raad heeft door de kaderstelling een aantal maanden voor de begrotingsbehandeling te
houden meer mogelijkheden om te beïnvloeden en te sturen.
1.2 Afstemming tussen college en raad
Door reeds voor de zomer overeenstemming te bereiken over de kaders, kan het college de
begroting samenstellen in de wetenschap dat de raad het met de grote lijnen eens is.
1.3 Financieel evenwicht op lange termijn
In de kadernota kiezen wij voor het bereiken van structureel financieel evenwicht uiterlijk in
2015. Daarmee wordt ruimte gecreëerd om processen van ombuiging zorgvuldig te laten
verlopen en waar nodig discussies over nut en noodzaak van gemeentelijke taken te voeren.
Kanttekeningen
Nog veel cijfers zijn in beweging. Uiteraard geldt dit voor de begroting die nog opnieuw wordt
samengesteld en voor de ontwikkeling van de algemene uitkering, maar ook voor de
ombuigingen. Deze laatste voorstellen moeten daarom vooral als richtinggevend worden
gezien.
Financiën
In de kadernota wordt een aantal voorstellen gedaan met financiële gevolgen:
 U wordt gevraagd in te stemmen met de bestemming van het rekeningsaldo 2010 naar
de Algemene reserve (€ 77.000), de bestemmingsreserve Centrum (€ 150.000), de
reserve Tijdelijke kosten personeel (€ 100.000), de reserve Nieuw Beleid (€ 200.000) en
de reserve Dekking tijdelijke tekorten structurele posten (€ 229.889,88),
 De reserve Centrum kan worden ingezet om de geactiveerde boekwaarde van het
Centrum te dekken.
Naast deze specifiek financiële voorstellen wordt u gevraagd in te stemmen met de
prioritering voor nieuw beleid op grond van ons collegeprogramma en het starten van een
discussie over collectieve en individuele voorzieningen zoals in de kadernota wordt
voorgesteld. Tenslotte vragen wij u om in te stemmen met het uitwerken van ombuigingen in
de richtingen die wij in de kadernota schetsen.
Bijlagen
Kadernota 2012
In de vergadering van de commissie bestuur en middelen van 20 juni 2011 is dit voorstel
aan de orde geweest.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel,
mr. A. Boele
secretaris
L.M. Huizer
burgemeester
Ontwerp-besluit
De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 juni 2011
besluit:
in te stemmen met de kadernota 2012 en een discussie te starten over collectieve en
individuele voorzieningen.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare
vergadering van 30 juni 2011
De griffier,
De voorzitter,
KADERNOTA 2012
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding ............................................................................................................................ 5
2. Financiële ontwikkelingen en voorlopig saldo ongewijzigd beleid............................... 8
3. Nieuw beleid, intensiveringen en ombuigingen ........................................................... 12
4. Financieel perspectief .................................................................................................... 19
5. Discussie over collectieve en individuele voorzieningen? ......................................... 21
6. Financiële positie ........................................................................................................... 23
7. Slot .................................................................................................................................. 25
Bijlagen ............................................................................................................................... 26
3
4
1. Inleiding
In juni 2010 hebben wij in ons collegeprogramma integraal inzicht gegeven in onze doelen en acties
voor de periode van 2010 tot en met 2014. Ons programma staat in het teken van het toewerken naar
een nieuw evenwicht. Niet alleen naar een (materieel) evenwicht in financiële termen van inkomsten
en uitgaven van de 'normale' gemeentelijke bedrijfsvoering, maar ook naar evenwicht tussen de eigen
verantwoordelijkheid van burgers en de (wettelijke) verantwoordelijkheid van onze gemeente om
collectieve en individuele voorzieningen aan te bieden.
In de Kadernota 2011 en de meerjarenbegroting 2011-2014 hebben wij vervolgens onze ambities
geconfronteerd met de financiële positie van onze gemeente. Zoals u weet, heeft dat (aanvankelijk)
geleid tot een sluitende begroting voor het jaar 2011.
Daarvoor was wel een omvangrijke bezuinigingsoperatie noodzakelijk, waarvoor - soms pijnlijke politieke keuzes noodzakelijk waren. Wel hebben we deze keuzes zoveel mogelijk proberen te maken
in het licht van de uitgangspunten van ons collegeprogramma.
Verder is van belang dat we het jaar 2011 van start zijn gegaan in de wetenschap dat de economische
situatie zou kunnen leiden tot aanzienlijk hogere uitgaven in de uitvoering van de Wet Werk en
Bijstand (WWB). Ook werd verwacht dat het dividend van Eneco lager zou uitvallen.
Inmiddels is in de Voorjaarsnota 2011 duidelijk geworden dat het financiële beeld voor de gemeente ondanks de grotendeels geslaagde bezuinigingsoperatie - aan het verslechteren is. Hogere uitgaven
in de sfeer van de WWB en het lagere dividend waar we in de risicoparagraaf al rekening mee hadden
gehouden, maar ook (forse) tegenvallers in het leerlingenvervoer en bij de uitvoering van de Wet
Maatschappelijke Ondersteunng (WMO).
Ook deze Kadernota zal daarom in het teken staan van een bezuinigingsoperatie. Wij streven daarbij
naar het bereiken van materieel evenwicht in het laatste jaar van de meerjarenbegroting 2012-2015.
De uitgaven uit de normale gemeentelijke bedrijfsvoering moeten vanaf dat jaar worden gedekt uit de
structurele inkomsten van de gemeente, waarvan de algemene uitkering, de lokale belastingen en
heffingen en de specifieke uitkeringen van het Rijk de belangrijkste zijn. Wel kan het dan nog zo zijn
dat incidentele baten of lasten dat beeld verstoren. Daarin proberen wij zoveel mogelijk te voorzien
door de inzet van (bestemmings)reserves.
Visie en strategie collegeprogramma is uitgangspunt
Het zal u niet verbazen dat wij bij ons streven naar materieel financieel evenwicht de visie van ons
collegeprogramma primair als leidraad gebruiken. Die visie luidt op hoofdlijnen als volgt:
1. Wij beheren de woon- en leefomgeving op een duurzame manier en zodanig dat die
omgeving een veilige plek voor iedereen is. Dit is in de begroting primair uitgewerkt in de
programma’s Veiligheid en Beheer Buitenruimte.
2. Wij voeren onze (wettelijke) taken als 'eerste overheid' op een klantgerichte en efficiënte wijze
uit. Dit is in de begroting primair uitgewerkt in het programma Bestuur en Dienstverlening.
3. Wij creëren - binnen de beschikbare financiële marges - een aanbod van (collectieve)
voorzieningen dat voor iedere Krimpenaar bereikbaar is. Dit is in de begroting primair
5
uitgewerkt in de programma’s Jeugd en Onderwijs, Sport en Cultuur en Maatschappelijke
Ondersteuning.
In het programma Duurzaam wonen en werken zijn dan nog de volgende ambities van het
collegeprogramma uitgewerkt.
1. Wij streven naar een woningvoorraad met een voldoende en gevarieerd aanbod. Duurzame
kwaliteit is daarbij leidend.
2. Wij streven naar een economische structuur met een voldoende en gevarieerd aanbod van
werkgelegenheid.
3. Wij streven - binnen onze beïnvloedingsmogelijkheden en de beschikbare financiële marges naar een goede bereikbaarheid van onze gemeente die ruimte biedt voor de duurzame
mobiliteit van burgers en bedrijven.
Dit alles heeft tot doel dat alle Krimpenaren zelfstandig vorm kunnen geven aan hun eigen leven en
kunnen meedoen in de (lokale) samenleving. Bijzondere aandacht hebben wij daarbij voor de
Krimpense jeugd. Wij blijven ons inzetten voor het welzijn van onze jongeren. Door het aanbrengen
van de gewenste samenhang in het jeugd- en jongerenbeleid willen wij effectiever en efficiënter
werken.
Ook Krimpenaren die om financiële of andere redenen moeite hebben om op eigen kracht hun weg te
vinden, kunnen rekenen op onze ondersteuning. 'Work first' is daarbij ons uitgangspunt. Verder is
onze ondersteuning zoveel mogelijk tijdelijk en gericht op het uiteindelijk weer zelf vorm kunnen geven
van het eigen leven. Dit is primair in de begroting uitgewerkt in het programma Werk en Inkomen.
Bij dit alles nemen wij in acht dat onze (financiële) middelen beperkt zijn. Ook houden we rekening
met de nodige (financiële) onzekerheid die te maken heeft met macro-economische ontwikkelingen en
het kabinetsbeleid.
Tenslotte hebben wij nadrukkelijk oog voor de beheersing van de lokale lastendruk. In principe gaan
wij uit van een niet meer dan trendmatige verhoging van tarieven. Hiervan zonderen wij die heffingen
uit die de kosten van de betreffende gemeentelijke taken moeten dekken. Uitgangspunt is dat de
totale lokale lastendruk niet meer dan trendmatig stijgt en zo mogelijk gelijk blijft of daalt.
Bestuursakkoord
Op 21 april jl. is het onderhandelaarsakkoord tussen het Rijk en de gemeenten openbaar gemaakt. Dit
akkoord heeft langer op zich laten wachten dan vooraf gepland en het resultaat is niet onomstreden.
Als u deze kadernota leest is de uitkomst van de VNG ledenvergadering op 8 juni reeds bekend.
Omdat we op het moment van schrijven alleen beschikken over het onderhandelaarsakkoord wordt in
deze kadernota ingegaan op de resultaten uit dat stuk.
Belangrijk onderdeel van het akkoord zijn de omvangrijke decentralisaties op de beleidsterreinen
Werk, AWBZ en Jeugdzorg. Deze decentralisaties gaan uiteraard gepaard met de overheveling van
middelen, maar de verdeling en toereikendheid van die middelen zijn nog niet duidelijk. Wel zijn
efficiencykortingen aangekondigd. De onzekerheden geven aanleiding tot zorgen over de financiële
consequenties van de decentralisaties. Gezien de financiële situatie van de gemeente is het
onwenselijk dat het oppakken van deze nieuwe taken, in financiële zin, ten koste gaat van bestaande
taken.
6
De gevolgen van het akkoord voor de algemene uitkering zijn nog erg onzeker. Voor zover het de
decentralisaties betreft is daarom nog geen inschatting gemaakt. Anders gezegd: ons college wil zich
in beginsel bij de invulling van nieuwe gedecentraliseerde taken beperken tot de inzet van de
middelen die het Rijk daartoe overhevelt. In het akkoord zijn wel afspraken gemaakt over het herstel
van de trap-op/trap-af methode op basis van het niveau 2011. Wat dat betekent voor de komende
jaren is nog niet duidelijk en zal naar verwachting pas in de septembercirculaire worden toegelicht. In
de paragraaf over de algemene uitkering wordt verder ingegaan op de gehanteerde uitgangspunten.
Tevens wordt daar vertaling gegeven aan de afspraak uit het akkoord dat gemeenten een maximaal
negatief herverdeeleffect van € 15 per inwoner mogen ondervinden. Dat is dus exclusief de kortingen
die het Rijk toepast op de over te hevelen middelen.
Toezicht provincie
Jaarlijks geeft de provincie in het voorjaar via een circulaire aan hoe het financieel toezicht op de
komende (meerjaren)begroting wordt ingericht. Daarbij worden zowel algemene aandachtspunten als
bijzondere accenten toegelicht. Voor de begroting 2012-2015 zijn de volgende punten van belang:

Materieel evenwicht is in 2012 vereist, of indien dat niet het geval is uiterlijk in 2015.

De accressen van de algemene uitkering bevatten een indexeringspercentage. In de lasten van
de begroting moet daarom ook rekening worden gehouden met indexering.

De raad moet uitspraken doen over de werkwijze ten aanzien van taakstellingen, zodat voldoende
is vastgelegd op welke terreinen en langs welk proces deze worden ingevuld.

Het onderzoeksthema voor de begroting 2012 is het grondbeleid. Tevens wordt aandacht
gevraagd voor de teruglopende activiteiten binnen grondexploitaties en daarmee samenhangende
verschuiving van kosten zoals inzet van medewerkers.
In deze kadernota wordt aan de genoemde punten aandacht besteed. De doelstelling om in 2015
materieel evenwicht te bereiken spoort met de criteria voor repressief toezicht. De circulaire is als
bijlage bij deze kadernota gevoegd.
7
2. Financiële vooruitzichten en voorlopig saldo ongewijzigd beleid
In dit hoofdstuk presenteren wij u het voorlopig saldo op basis van de meest actuele gegevens met
betrekking tot het bestaande beleid uit de begroting 2011 en de daarop door uw raad aangebrachte
wijzigingen. Voor het jaar 2015 is als vertrekpunt het saldo van de jaarschijf 2014 genomen. De
bijstelling van de indexeringen via onze interne begrotingsrichtlijnen 2012-2015 leidt tot financiële
effecten voor de meerjarige saldi. Tenslotte worden ontwikkelingen benoemd met een autonoom
karakter, zoals de algemene uitkering en enkele nog niet eerder aan uw raad voorgelegde financiële
effecten van het bestaande beleid. De optelling van deze gegevens leidt tot een voorlopig saldo
zonder beleidswijzigingen. Alle bedragen in deze kadernota zijn in duizendtallen opgenomen en
steeds geldt dat negatieve bedragen een voordeel betekenen.
Saldo bestaand beleid 2012-2015
Verwerkt zijn de begrotingswijzigingen tot en met de raadsvergadering van 19 mei 2011.
2012
Saldo t/m raad 19 mei 2011
2013
1.011
2014
1.027
2015
1.651
1.651
De bezuinigingsoperatie van de begroting 2011 is bij de voorjaarsnota afgerond. Er resteren nog
enkele stelposten, die nog onderdeel uitmaken van deze saldi. Deze onderwerpen worden door ons
college ingevuld en indien nodig ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd.
Indexering
In februari 2011 zijn de richtlijnen voor het opstellen van de begroting 2012 door ons college
vastgesteld. In deze richtlijnen is onder andere opgenomen welke trendpercentages worden
gehanteerd bij het maken van de ramingen. De afgelopen jaren is de inflatiecorrectie in de begroting
op de nullijn gezet. Deze methodiek blijft natuurlijk niet zonder gevolgen voor de toereikendheid van
de budgetten. Overigens is na een periode van zeer lage inflatie ook de werkelijke en verwachte
geldontwaarding weer op een normaal niveau terecht gekomen. Het logische gevolg is dat ook het
indexeringspercentage in de gemeentelijke begroting weer op een realistische hoogte wordt gebracht.
LASTEN
Algemene inflatie
Subsidies instellingen (niet-budgetsubsidies)
Budgetsubsidies
Bijdragen gemeenschappelijke regelingen
Salarissen
BATEN
Belastingen, heffingen en overige baten
Tarieven gemeentelijke accommodaties
Tarieven muziekschool
2012
1,5%
1,5%
-1,25%
0%
1%
2013
1,5%
1,5%
-1,25%
1,5%
0%
2014
1,5%
1,5%
-1,25%
1,5%
0%
2015
1,5%
1,5%
1,5%
1,5%
0%
1,5%
4%
1%
1,5%
3%
2,5%
1,5%
1,5%
2,5%
1,5%
1,5%
1,5%
Het hanteren van deze percentages leidt tot verschillen met de jaarschijven uit de begroting 20112014. In die begroting was namelijk met lagere percentages rekening gehouden. De effecten op het
voorlopige saldo 2012-2105 zijn als volgt:
8
Indexering conform richtlijnen 2012 - 2015
2012
- algemene inflatie lasten
2013
2014
2015
170
257
352
1
3
4
57
- salarissen agv CAO 2011 (+ 1% in 2011)
111
111
111
111
- salarissen agv CAO 2011 (+ 1% in 2012)
111
111
111
111
- algemene inflatie baten
-39
-39
-80
-80
- tarieven accommodaties
-22
-46
-59
-98
- subsidies
- tarieven muziekschool
Totaaleffect indexering
623
0
-3
-6
-10
332
394
433
714
Autonome ontwikkelingen
Er doen zich steeds nieuwe ontwikkelingen voor waarop de gemeente weinig of geen invloed heeft.
Deze ontwikkelingen hebben wel gevolgen voor de financiële positie van de gemeente. Omdat bij de
voorjaarsnota nog allerlei ontwikkelingen financieel meerjarig zijn vertaald betreft het hier slechts de
ontwikkeling van de bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Vooralsnog wordt terughoudend
omgegaan met het inboeken van de opgelegde taakstelling, omdat van een gemeenschappelijke
regelingen nog niet duidelijk is of deze taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Wij blijven van
mening dat het redelijk is om van het verlengd lokaal bestuur te vragen dat zijn een aandeel hebben in
het oplossen van de financiële tekorten waarmee gemeenten geconfronteerd worden. Indien nodig
zullen wij u bij de behandeling van begrotingsstukken van verbonden partijen voorstellen doen om
deze taakstelling te benadrukken.
Het effect dat op dit moment in de cijfers wordt meegenomen heeft betrekking op de reeds ingediende
begrotingen. Er is sprake van een gering voordeel ten opzichte van de bijdragen waarmee in onze
begroting rekening is gehouden. Dit gaat echter niet op voor Promen. De financiële situatie van het
schap is dermate zorgwekkend dat verhoging van de gemeentelijke bijdrage onvermijdelijk lijkt.
Daarmee wordt nu dan ook rekening gehouden in 2012. Met ingang van 2013 is naar het zich laat
aanzien sprake van de Wet Werken Naar Vermogen. Promen heeft, vanwege de onzekerheden
rondom de nieuwe wet, in haar cijfers vanaf dat jaar de gemeentelijke bijdragen teruggebracht naar
het niveau van 2010. Wij achten het verstandig om ook in 2013 en verder rekening te houden met een
hogere bijdrage en stellen voor 50% van de verhoging in 2012 als structureel te beschouwen.
Autonome effecten
2012
Promen
Overige gemeenschappelijke regelingen
Extra bezuiniging op abonnementen
Totaal autonome effecten
126
10
-11
125
2013
65
-12
-11
42
2014
65
-34
-11
20
2015
65
-58
-11
-4
Algemene uitkering
In de begroting 2011 is rekening gehouden met een forse daling van de algemene uitkering,
gebaseerd op het rapport van de commissie Kalden en de mogelijke gevolgen van het regeerakkoord.
Inmiddels zijn er andere aanknopingspunten die het verlaten van deze lijn rechtvaardigen. In deze
kadernota is daarom een herberekening van de algemene uitkering opgenomen die uitgaat van de
recente mei-circulaire. Tevens zijn geactualiseerde prognoses met betrekking tot woningen, inwoners
en leerlingen verwerkt.
9
In de recent ontvangen meicirculaire heeft, zoals verwacht, nog geen financiële vertaling van het
Bestuursakkoord plaatsgevonden. Wanneer het akkoord wordt getekend, zal dit pas bij de
septembercirculaire plaatsvinden. Ook dan is nog de vraag in hoeverre de uitwerking van alle
verschillende decentralisatieoperaties al bekend zijn. In ieder geval is bij de nieuwe berekening van deze
meicirculaire uitgegaan van de meest recente informatie over de mogelijke gevolgen van het
Bestuursakkoord voor individuele gemeenten. Dat betekent een maximaal negatief herverdeeleffect van
€ 15 per inwoner voor alle decentralisaties en herverdelingsoperaties tezamen (in 2012 € 438.000
oplopend tot € 440.000 in 2015). Los hiervan vinden efficiencykortingen plaats op de over te hevelen
budgetten voor decentralisaties. Vooralsnog verwachten wij de nieuwe taken uit te voeren met de
daarvoor door het rijk beschikbaar te stellen middelen. Op basis van deze laatste circulaire zijn alle
stelposten uit de huidige berekeningen verdwenen en is alleen die van de mogelijke herverdeeleffecten
daarvoor in de plaats gekomen.
Deze nieuwe berekeningen leiden tot onderstaand resultaat op de huidige meerjarige ramingen, waarbij
de conclusie is, dat naast het voordeel van de stelpost “Kalden” ook de meicirculaire zelf voordelig uitpakt
en een belangrijke bijdrage levert aan het begrotingsevenwicht:
Mei-circulaire
Effecten mei-circulaire
Aframen stelpost
Kalden/regeerakkoord
Nieuwe stelpost herverdeelrisico
Totaal effect algemene uitkering
2012
2013
2014
2015
-285
-378
-655
-490
-615
438
-462
-1.200
437
-1.141
-1.800
439
-2.016
-1.800
440
-1.850
Een tweetal onderwerpen binnen de algemene uitkering geeft nog wel enige onzekerheid. Sinds 2006
wordt door Krimpen een bedrag van ± € 468.000 ontvangen als (tijdelijke) suppletie-uitkering voor het
vervallen van de OZB op gebruikers van woningen. Er is een wijziging in de systematiek in
voorbereiding om ingaande 2013 het verloop van deze tijdelijke uitkering eenvoudiger te maken en
naar een meer voorspelbaar einde te leiden. Het is dus nog de vraag welke gevolgen dat voor
Krimpen heeft.
Daarnaast worden de middelen voor de brede doeluitkering centra voor jeugd en gezin met ingang
van 2012 toegevoegd aan de algemene uitkering via een decentralisatie-uitkering. De verdeling
daarvan is thans nog niet bekend. Feit is wel, dat de door de gemeente thans ontvangen BDUuitkering dan komt te vervallen. Ook daarvan is dus nog de vraag wat het effect voor de gemeente
Krimpen is.
Beide effecten zouden bij de septembercirculaire bekend moeten zijn, zodat ze nog betrokken kunnen
worden bij de vaststelling van de begroting 2012-2015.
10
Voorlopig saldo ongewijzigd beleid
De hierboven beschreven ontwikkelingen en voorstellen leiden tot het volgende meerjarenbeeld op
basis van ongewijzigd beleid:
Opbouw voorlopig saldo
2012
2013
2014
2015
Saldo begroting 2011-2014 t/m raad 19-5-11
Richtlijnen 2012-2015 (indexering)
Autonome effecten
Algemene uitkering
1.011
332
125
-462
1.027
394
42
-1.141
1.651
433
20
-2.016
1.651
714
-4
-1.850
Voorlopig saldo
1.006
322
88
511
Dit betekent na de bezuinigingsronde van de vorige begroting opnieuw een forse opgave. Zoals
eerder aangegeven willen wij ons richten op een sluitende begroting met materieel evenwicht in 2015.
Dit betekent een dekkingsopgave van € 0,5 miljoen. Daarin is nog geen nieuw beleid opgenomen.
Een belangrijke kanttekening bij het voorlopige saldo is de onzekerheid van de ramingen. Zoals
bekend zijn de gevolgen van de decentralisaties en de rijksbezuinigingen nog onvoldoende vertaald in
de raming van de algemene uitkering. Dat is een risico. Een tweede punt is dat het opstellen van de
begrotingsramingen vaak leidt tot een nadeliger saldo, omdat op gedetailleerd niveau wordt nagegaan
of beschikbare bedragen nog toereikend worden geacht.. Ook andere nu nog onbekende
ontwikkelingen kunnen en zullen invloed hebben op het saldo van de begroting 2012-2015. Daarom
benadrukken wij dat de genoemde bedragen indicatief zijn. Desalniettemin zijn deze saldi het
vertrekpunt waarop de kaders voor de begroting 2012-2015 worden gebaseerd. In het volgende
hoofdstuk van deze kadernota gaan wij in op de afwegingen en intenties ten aanzien van het beleid op
de diverse programma’s, waarbij wij naast nieuw beleid en intensiveringen ook voorstellen doen en
richtingen aangeven om tot dekking van het tekort te komen.
11
3. Nieuw beleid, intensiveringen en ombuiging
In het voorgaande hebben wij de (verwachte) ontwikkelingen van het begrotingssaldo toegelicht. Zoals
gezegd staan wij op basis van bestaand beleid al gesteld voor een nieuwe bezuinigingsoperatie. Een
operatie die groter zou worden, wanneer nieuw beleid – en dan vooral nieuw beleid met een
structureel karakter – aan de begroting 2012-2015 zou worden toegevoegd.
Bij de voorbereiding van deze Kadernota hebben wij daarom als college het uitgangspunt genomen
dat nieuw beleid of intensivering van beleid met structurele lasten binnen een programma mogelijk is,
maar dat de dekking van die extra lasten zo (veel) mogelijk binnen dat zelfde programma gevonden
moet worden. Nieuw beleid met een incidenteel karakter wordt volgens de geldende gedragslijn ten
laste van een reserve gebracht.
Anders dan u van ons gewend bent, geven wij in dit hoofdstuk daarom per programma inzicht in zowel
onze voorstellen tot nieuw beleid c.q. beleidsintensivering als in onze voorstellen tot ombuiging c.q.
beleidsextensivering. Op deze manier proberen wij u op programmaniveau ook op een meer
beleidsmatig niveau inzicht te geven in de consequenties. Per programma is steeds aangegeven wat
het totaal van de ombuigingsvoorstellen is (negatief) en tevens voor welk bedrag nieuw beleid wordt
voorgesteld met effecten voor de begroting. Na de programma’s gaan wij nog in op een aantal
onderwerpen dat in zijn uitwerking (financiële) consequenties heeft voor meerdere programma’s.
Programma Veiligheid
Wij zijn recent gestart met de evaluatie van het veiligheidsbeleid. De eerste uitkomsten laten zien dat
wij met de inzet van de thans beschikbare structurele middelen ook in de toekomst adequaat
veiligheidsbeleid kunnen uitvoeren.
Wel achten wij het nodig om in 2012 eenmalig te investeren in het actualiseren c.q. vernieuwen van
het verkeers(veiligheids)beleid. Wij schatten in dat het opnieuw en transparant vastleggen van het
beleid uiteindelijk in de uitvoering tot efficiencywinst kan leiden.
In het verlengde van de invoering van de WABO hebben wij integraal handhavingsbeleid in
voorbereiding. In dit verband denken wij ook aan het intensiveren van handhaving door het opleggen
en innen van dwangsommen.
Programma Veiligheid
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-10
0
-10
2013
-10
0
-10
2014
-10
0
-10
2015
-10
0
-10
Programma Jeugd en Onderwijs
In ons collegeprogramma hebben wij al aangekondigd dat wij door het aanbrengen van verdere
samenhang in het jeugd- en jongerenbeleid effectiever én efficiënter willen werken. Daarom willen wij
in 2012 starten met een onderzoek dat er concreet op gericht is om het jeugd- en jongerenwerk beter
in te bedden in ons gemeentelijk jeugdbeleid. Wij verwachten hiermee vanaf 2014 een besparing te
realiseren.
Eind 2010 is het CJG operationeel geworden. Dat heeft o.a. tot gevolg gehad dat de vraag naar
opvoedingsondersteuning is toegenomen. Hierdoor ontstaan wachtlijsten. Vooralsnog willen wij het
budget echter nog niet verhogen.
12
Wij hebben een wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Het is ook één van de speerpunten
van ons collegeprogramma. Recent is de PCBS Kompas opgeleverd. Dit jaar wordt gestart met de
bouw van de Admiraal de Ruyterschool.
In de vergadering van 19 mei heeft de raad besloten om vervangende nieuwbouw voor het
Krimpenerwaard College in het onderwijshuisvestingsprogramma op te nemen. In deze Kadernota is
dat financieel vertaald.
In het programma buitenruimte tenslotte hebben wij voor 2012 een eenmalige extra investering
voorzien ter uitvoering van het Speelruimtebeleid dat wij later dit jaar ter vaststelling voorleggen.
Programma Jeugd en Onderwijs
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-7
0
-7
2013
-7
0
-7
2014
-57
0
-57
2015
-57
67
10
Programma Sport en Cultuur
Op het gebied van sport en cultuur streven wij naar een samenhangend en toegankelijk lokaal aanbod
dat is afgestemd op het regionale aanbod. Wij streven daarbij naar multifunctionaliteit van gebouwen
en accommodaties. In dit verband doet zich in het kader van de nieuwbouw van het Krimpenerwaard
College een kans voor.
Via nieuw beleid doen wij daarom voorstellen om financieel rekening te houden met de verhuizing van
KOAG en het realiseren van een sporthal die zowel voor de school als voor de binnensport
beschikbaar komt. Wij doen uw raad hier later afzonderlijk een concreet voorstel voor.
Mogelijke ombuigingen binnen de sportsector zien wij in de mogelijkheid om 19% BTW op
investeringen terug te vragen. Rente en afschrijving op grote investeringen worden daardoor lager.
Daar staat echter een afdracht van 6% BTW op huuropbrengsten tegenover.
Tenslotte willen we met ingang van 2015 de jeugdsportsubsidies afschaffen. Via de inzet van de
combinatiefunctionarissen streven wij immers naar een toename van het aantal actieve sporters.
In 2011 ronden wij op het gebied van cultuur een aantal acties af (kwaliteitsimpuls muziekschool,
denktank kunst- en cultuurbeleid en monumentenzorg). Voor 2012 is geen nieuw beleid voorzien. Wij
doen thans ook geen specifieke voorstellen voor ombuigingen.
Programma Sport en Cultuur
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-20
15
-5
2013
-30
15
-15
2014
-40
15
-25
2015
-145
101
-44
Programma Maatschappelijke Ondersteuning
In het kader van nieuw beleid 2011-2014 is budget beschikbaar voor woonzorgzonering. Wij doen
geen nieuwe voorstellen voor intensivering. Aangezien dit één van de speerpunten van ons
collegeprogramma is, doen wij ook geen voorstellen voor ombuigingen. Wel willen wij m.i.v. 2014
bezuinigen op het ontwikkelingsbudget dat wij beschikbaar stellen aan het Meldpunt.
13
In de nieuwe nota Volksgezondheid die wij dit jaar opstellen, willen wij de samenwerking met publieke
en private partners centraal stellen. Wij hebben de intentie om als gemeente minder projecten te
financieren en meer in samenwerking met derden uit te voeren. Dat betekent vanaf 2014 een
besparing.
Programma Maatschappelijke
Ondersteuning
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
2013
0
0
0
2014
0
0
0
-24
0
-24
2015
-24
0
-24
Programma Werk en Inkomen
In de Voorjaarsnota zijn wij al ingegaan op het nadelige saldo op de bijstandsuitgaven. Dit nadelige
saldo is veroorzaakt door verlaging van de financiering van rijkswege en door een stijging van het
bijstandsbestand als gevolg van de stijging van de werkloosheid. Wij hebben in de Voorjaarsnota al
een plan van aanpak aangekondigd, dat ertoe leidt dat het nadelige effect vanaf 2013 is weggewerkt.
Dit is nu als zodanig in de Kadernota overgenomen.
In het kader van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening die naar verwachting in 2011 in werking
treedt, zijn gemeenten verplicht om uitvoering te geven aan schuldhulpverlening. Daarvoor is een
nieuw budget nodig in aanvulling op de bedragen die al via nieuw beleid in de begroting 2011-2014
zijn opgenomen. Het is nog onduidelijk of deze extra kosten door een aanvullende uitkering van het
rijk kunnen worden gedekt.
Wij zien mogelijkheden om structureel te bezuinigen op ons minimabeleid, oplopende tot € 50.000 in
2015. Teneinde de effecten van de armoedeval te verkleinen en de eigen verantwoordelijkheid te
vergroten wordt onderzocht, in aanvulling op de reeds aangebrachte bezuinigingen, hoe een prikkel
richting werkaanvaarding beter kan worden in gezet. Gedacht wordt o.a. aan verdere verlaging van de
langdurigheidstoeslag.
Programma Werk en Inkomen
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-20
52
32
2013
-30
52
22
2014
-40
52
12
2015
-50
52
2
Programma Beheer Buitenruimte
Het onderhoud van de buitenruimte is te splitsen in dagelijks onderhoud en groot onderhoud.
Dagelijks onderhoud komt ten laste van de exploitatie. In het kader van de bezuinigingsoperatie van
2011 hebben wij hier al besparingen weten te realiseren door het sluiten van meerjarige
onderhoudscontracten. Wij verwachten dat we dit voor een aantal andere beheercontracten voor 2012
en volgende jaren ook nog kunnen doen.
Gelet op de hoogte van de voorzieningen voor groot onderhoud (herstraten en riolering) willen wij
nogmaals kijken naar de huidige werkwijze en wijze van financiële dekking. Wij zijn tot de conclusie
gekomen dat een groter deel van de kosten van herstrating het gevolg is van de uitvoering van het
Gemeentelijk Rioleringsplan.
14
Voor de begroting kan dit een voordeel opleveren, omdat de jaarlijkse dotatie aan de voorziening
herstraten verlaagd kan worden. Ook onderzoeken wij nog een aantal kleinere ombuigingen én de
mogelijkheid om extra inkomsten te genereren.
Programma Beheer Buitenruimte
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-208
0
-208
2013
-212
0
-212
2014
-215
0
-215
2015
-238
0
-238
Programma Duurzaam Wonen en Werken
Binnen dit programma ligt de nadruk op het ontwikkelen van beleid en het begeleiden van de
uitvoering van dat beleid door het inzetten van eigen personeel. Door incidenteel extra middelen in te
zetten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en mobiliteit, proberen wij nieuwe
ontwikkelingen op gang te krijgen en initiatieven in het veld te ondersteunen.
Wij zien binnen dit programma maar zeer beperkte mogelijkheden tot ombuigingen. Waar mogelijk
zullen deze posten worden benut.
Wij stellen voor om de beleidsintensiveringen in duurzaamheid conform de Duurzaamheidsvisie voort
te zetten zonder te bezuinigen op de reeds beschikbare incidentele budgetten, d.w.z. subsidies van
derden (SloK) en ten laste van de reserve nieuw beleid. Om het beleid te evalueren stellen wij voor
om in de tweede helft van 2012 een evaluatie uit te voeren.
Als uitvloeisel van ons collegeprogramma heeft u voor de jaren 2011-2013 ieder jaar € 50.000,beschikbaar gesteld onder de noemer ‘Bereikbaarheidsmakelaar’. Uiteindelijk doel van deze
middelen, die worden gedekt uit de Reserve hoofdinfrastructuur, is om een nieuw impuls te geven aan
het zoeken van oplossingen voor de problematiek in de ‘Algeracorridor’.
Gelet op de ontwikkelingen en uitkomsten van RotterdamVooruit stellen wij voor om deze middelen in
2012 in te zetten voor het doen van onderzoek naar maatregelen die op korte termijn tot verlichting
van de problematiek kunnen leiden. Meer concreet gaat het om haalbaarheidsonderzoeken naar een
autoveer tussen de Krimpenerwaard en Ridderkerk en fietsveren tussen de Stormpolder en
Bolnes/IJsselmonde en tussen Capelle en Krimpen aan den IJssel.
De achterliggende jaren is het economisch beleid van de gemeente geïntensiveerd. Dat begint
langzaam maar zeker vruchten af te werpen. De structureel beschikbare middelen worden inmiddels
geheel besteed. Daarbij merken wij op dat in de eerdere bezuinigingsoperatie op het eerder
beschikbaar gestelde budget is gekort. Middelen die wij in de uitvoering nu ‘tekort’ komen. Daarom
willen wij in de jaren 2012-2014 toch meer (incidentele) middelen beschikbaar hebben om het
economisch beleid juist in deze jaren een extra impuls te geven.
Programma Duurzaam Wonen en Werken
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-5
10
5
15
2013
-5
10
5
2014
-32
10
-22
2015
-32
10
-22
Programma Bestuur en Dienstverlening / Bedrijfsvoering
Jaarlijks brengen wij in de paragraaf bedrijfsvoering van de programmabegroting integraal in beeld
welke ambities wij hebben op het gebied van de gemeentelijke bedrijfsvoering. De kosten die hiermee
gepaard gaan worden verantwoord in het Programma Bestuur en Dienstverlening.
Personeel en Organisatie
In de bezuinigingsoperatie voor de begroting 2011-2014 is al een fors aandeel geleverd door verlaging
van het budget voor salariskosten met in totaal circa € 900.000. Voor de begroting 2012-2015 zien wij
desalniettemin nog nieuwe mogelijkheden om te bezuinigen op de personeelsbudgetten.
Deels is dit mogelijk door slimme(re) inzet van ICT. Verder geven wij dit jaar een concrete
bestuursopdracht voor de vorming van een Shared Service Center met Capelle aan den IJssel (en
wellicht nog andere gemeenten). Wij gebruiken zoveel mogelijk het natuurlijk verloop om de
bezuinigingen op de formatie te realiseren.
Mede ingegeven door de werkkostenregeling willen wij de secundaire arbeidsvoorwaarden tegen het
licht houden. Wij verwachten hier een voordeel te realiseren, dat wij voorlopig inschatten op € 50.000.
Informatisering en automatisering
In aanvulling op de reguliere budgetten is voor 2012 en 2013 nog extra geld voor afronding van het
project digitaliseren bouwvergunningen-archief. De kosten drukken op programma 2, onderdeel
vergunningverlening en handhaving, en worden betrokken bij de vaststelling van de legestarieven.
Met de invoering van de WABO is de digitale aanvraag mogelijk gemaakt. Op termijn is zodoende het
proces van de omgevingsvergunning volledig gedigitaliseerd. Dit zal uiteindelijk tot efficiencyvoordeel
in de front- en backoffices kunnen leiden. Bovendien zal de kwaliteit van dienstverlening toenemen.
Vastgoedmanagement
Voor het vastgoedmanagement streven wij naar een efficiënte beheervorm, al dan niet in de vorm van
een 'shared service center'. Ook denken wij aan het afbouwen van onze vastgoedportefeuille conform
de Kadernota vastgoed.
Op korte termijn wordt onderzocht welke financiële voordelen zijn te behalen als gevolg van het in
rekening brengen van kostprijs dekkende huren. Dit inzicht zal worden betrokken bij het opstellen van
de begroting 2012-2015.
Bestuurskosten
Gelet op de forse opgave zijn wij van mening dat ook binnen de budgetten voor bestuurlijke kosten
opnieuw naar bezuinigingsmogelijkheden moet worden gekeken. Daarbij gaat in ieder geval de
aandacht uit naar de representatiekosten, waarop wij € 10.000 willen bezuinigen.
Programma Bestuur en Dienstverlening /
Bedrijfsvoering
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-142
0
-142
16
2013
-242
40
-202
2014
-342
40
-302
2015
-570
50
-520
Algemene dekkingsmiddelen
Aanbesteding afvalverwerking
Als gevolg van het openbreken van de overeenkomst met de MAK zullen de kosten voor de
afvalverwerking naar verwachting structureel naar beneden kunnen met een bedrag van tussen de
€ 350.000 en € 500.000. Omdat op diverse posten, onder meer vanwege het opnemen van een jaarlijks
bijdrage voor de realisatie van ondergrondse afvalcontainers, in totaal € 100.000 extra nodig is resteert
een voordeel van € 250.000 tot € 400.000. Dit leidt conform het beleid en gemaakte afspraken tot een
verlaging van de tarieven en een voordeel van € 20 tot € 32 per huishouden.
Onroerend Zaak Belasting (OZB)
Mede vanwege de verlaging van de afvalstoffenheffing achten wij een verhoging van de OZB met 3%
boven de trend verantwoord. Dit betekent een extra inkomst van € 165.000 structureel. Onder de
huidige (financiële) omstandigheden is dit in onze ogen een noodzakelijke maatregel.
Het Rijk blijft via de zogenaamde macronorm toezicht houden op de hoogte van de OZB stijging. Voor
2012 is deze bepaald op 3,75%, inclusief indexering. Mogelijk dat deze in de septembercirculaire nog
wordt aangepast, omdat in het mogelijk af te sluiten Bestuursakkoord is afgesproken dat de grondslag
van deze macronorm vereenvoudigd zou moeten worden. Als gemeente hebben wij overigens de
afgelopen jaren aan de veilige kant van die norm geopereerd.
Uitbreiding belastingcapaciteit
Bij het maken van keuzes voor het sluitend maken van de begroting dient ook gekeken te worden
naar de mogelijkheid van het benutten van nieuwe belastingcapaciteit, die tot nu toe buiten beeld was.
Het heffen van precariobelasting over kabels en leidingen kan zo’n inkomstenbron zijn. Echter, niet
zondermeer staat vast dat het heffen van precariobelasting tot de mogelijkheden behoord. In verband
hiermee is een onderzoek gestart om op de relevante vragen een antwoord te geven. Het onderzoek
kan binnen enkele weken zijn afgerond.
Een tweede mogelijk nieuwe belasting betreft de invoering van betaald parkeren in het centrum. Ook
hiernaar wordt onderzoek gedaan.
Afhankelijk van de uitkomsten van deze onderzoeken doen wij u meer concrete voorstellen met
betrekking tot de mogelijke invoering van nieuwe belastingen of een verdere verhoging van de OZB.
Wij richten ons daarbij op het jaar 2015.
Algemene dekkingsmiddelen
totaal ombuigingsvoorstellen
totaal nieuw beleid (netto lasten begroting)
saldo voorstellen
2012
-165
0
-165
2013
-165
0
-165
2014
-165
0
-165
2015
-165
0
-165
Rente
Sinds 2008 berekent de gemeente Krimpen geen rente meer over investeringen. Dit betekent dat
kapitaallasten die aan de programma’s worden toegerekend uitsluitend bestaan uit afschrijvingslasten.
Dit wil echter niet zeggen dat er geen rentelasten zijn. De rentelasten en –baten lopen wel mee in het
totale begrotings- en rekeningresultaat. Omdat de gemeente in de nabije toekomst voor enkele grote
17
investeringsbeslissingen staat is opnieuw bezien op welke wijze de rente een rol moet spelen in de
afwegingen.
Wanneer de gemeente voor de financiering van investeringen geld moet aantrekken worden uiteraard
rentekosten gemaakt. Vaak worden investeringen niet volledig met vreemd geld gefinancierd, omdat
ook beschikbare liquide saldi kunnen worden ingezet. Het verdient daarom de voorkeur om de rente
als totaal in beeld te brengen en niet per investering. De gemeente past totaalfinanciering toe, wat
betekent dat niet iedere investering apart wordt gefinancierd, maar geld wordt aangetrokken wanneer
de gemeentelijke liquiditeitspositie ontoereikend is.
Om beter inzicht in de te verwachten rentelasten te krijgen wordt gewerkt aan een
liquiditeitenbegroting voor de komende jaren, waarin alle belangrijke kasstromen zijn opgenomen.
Door in deze prognose ook nieuwe investeringen op te nemen kan een betrouwbare raming van de te
verwachten financieringslasten worden gemaakt. De verwachting is dat bij het opstellen van de
begroting 2012 van dit nieuwe instrument gebruik kan worden gemaakt.
In deze kadernota wordt over nieuwe investeringen gerekend met de gemiddelde rentelast gedurende
de afschrijvingstermijn van 2,5%. Ook in de berekening van het voorlopig meerjarig saldo is dit
uitgangspunt gehanteerd.
18
4. Financieel perspectief
In het voorgaande hoofdstuk is in grote lijnen per programma geschetst hoe wij willen komen tot een
sluitende begroting voor het jaar 2015. Daarbij denken wij door ombuigingen te realiseren niet alleen
het tekort op het bestaande beleid te kunnen neutraliseren, maar ook ruimte te maken voor nieuw
beleid in lijn met ons collegeprogramma. Dit leidt tot de volgende voorlopige cijfers:
Ombuigingsvoorstellen per programma
Veiligheid
Jeugd en Onderwijs
Sport en Cultuur
Maatschappelijke dienstverlening
Werk en Inkomen
Beheer buitenruimte
Duurzaam wonen en werken
Bestuur en dienstverlening / bedrijfsvoering
Algemene dekkingsmiddelen
TOTAAL OMBUIGINGSVOORSTELLEN
2012
2013
2014
2015
10
10
10
10
7
7
57
57
20
30
40
145
0
0
24
24
20
30
40
50
208
212
215
238
5
5
32
32
142
242
342
570
165
165
165
165
577
701
925
1.291
De financiële effecten van het voorgestelde nieuw beleid treft u hieronder aan. Voor meer
gedetailleerde informatie per onderwerp en een inhoudelijke toelichting per onderwerp verwijzen wij
naar de betreffende bijlage. Zoals gebruikelijk wordt voor incidentele lasten een beroep gedaan op de
reserves. De overige (structurele) lasten zijn onderdeel van het voorlopig saldo waarvoor via deze
kadernota dekkingsrichtingen worden aangegeven. Dit leidt tot de volgende lasten:
Overzicht dekking lasten NB & I
2012
- ten laste van programma's / exploitatie
- ten laste van reserve nieuw beleid
2013
2014
77
117
390
45
- ten laste van Hoofdinfrastructuur
2015
117
279
55
- ten laste van reserve onderwijshuisvestingsvoorzieningen
800
TOTAAL Nieuw beleid en intensiveringen
522
162
117
1.079
In het voorgaande hoofdstuk is toegelicht dat met de voorgenomen investeringen ook rentelasten
samenhangen:
Overzicht rentelasten van de investeringsbedragen
nieuw beleid
2012
structureel nadelig effect exploitatie agv aantrekken
geldleningen tbv investeringen (2,5% rente = gemidd)
2013
2014
104
19
2015
208
417
Op basis van het bestaande ongewijzigde beleid, de voorgenomen ombuigingen en de voorstellen
voor nieuw beleid komen wij tot het volgende voorlopige meerjarenbeeld:
Meerjarig saldo na kadernota
2012
2013
2014
2015
Saldo ongewijzigd beleid
Nieuw beleid en intensiveringen
Rente effecten nieuw beleid en intensiveringen
1.006
77
0
322
117
104
88
117
208
511
279
417
Voorlopig saldo incl nieuw beleid
Totaal ombuigingsvoorstellen
1.083
-577
543
-701
413
-925
1.207
-1.291
Voorlopig saldo incl nieuw beleid
506
-158
-512
-84
In deze kadernota beperken wij ons tot een aanduiding van de ombuigingsrichting en een inschatting
van het mogelijke effect in 2015 per programma. Indien uw raad instemt met de richtingen die wij
voorstellen beschouwen wij deze cijfers als kaderstellend. In het najaar wordt u in de begroting 2012
een meer uitgewerkt ombuigingspakket voorgelegd, op basis van deze kaders.
De ontwikkeling van het meerjarig saldo leidt tot begrotingsevenwicht op termijn. Vooralsnog lijkt
alleen het begrotingsjaar 2012 geen materieel evenwicht te vertonen. Wanneer dit beeld in de
meerjarenbegroting 2012-2015 wordt doorgezet, stellen wij voor om het tekort in 2012 te dekken uit de
reserve “Dekking tijdelijke tekorten op structurele posten”.
20
5. Discussie over collectieve en individuele voorzieningen?
In ons collegeprogramma hebben wij al aangegeven dat wij streven naar een nieuw evenwicht tussen
de eigen verantwoordelijkheid van burgers om hun leven vorm te geven en de wettelijke of politiek
gevoelde verantwoordelijkheid van ons gemeentebestuur om collectieve en/of individuele
voorzieningen aan te bieden. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota in de gemeenteraad van 19
mei hebben wij sommige fracties ook al de wens horen uiten om een (kern)takendiscussie te voeren.
Wij stellen niet voor om dit nu uitvoerig bij de behandeling van deze Kadernota te doen. Wij vinden
echter wel dat er alle aanleiding is om ons gemeentelijk profiel en de bijbehorende ambtelijke
organisatie scherp te definiëren. Wat doen we zelf, waar werken we met anderen samen, waar
besteden we uit en wat doen we niet meer of minder? Steeds weer met ons doel voor ogen: burgers
worden – tijdelijk en indien nodig – geholpen om hun leven zélf vorm te geven.
In dit verband constateren wij dat in de achterliggende jaren – vaak mede op initiatief van de
gemeente – veel voorzieningen zijn gerealiseerd. Veel van deze voorzieningen vloeien niet voort uit
een directe wettelijke verplichting van het gemeentebestuur.
Dat betekent ook dat er voor dit type voorzieningen geen aanwijsbare inkomstenbron is in bijv. de
Algemene Uitkering. Het zijn voorzieningen die deels via tarieven of een eigen bijdrage en deels via
eigen algemene dekkingsmiddelen, zoals de OZB bekostigd moeten worden.
Deze voorzieningen hebben bovendien het karakter dat het – als het alleen om het creëren of het
behouden van die specifieke voorziening gaat – in de politieke discussie van dat moment vaak wordt
bepaald door de actualiteit van de problematiek. De nieuwe voorziening wordt als het ware aan het
bestaande pakket toegevoegd zonder dat wordt bezien of een andere op een vergelijkbare
problematiek gerichte voorziening dan wellicht kan worden beëindigd of aangepast. Bovendien lijkt het
wel of een nieuwe voorziening die een oplossing moet zijn voor een op dat moment gevoeld
probleem, later niet nog eens (integraal) ter discussie mag worden gesteld. Bijna sluipenderwijs wordt
een voorziening structureel en daarmee als ‘verworven’ recht gezien.
Dit alles gezegd hebbend zien wij dat de gemeente een aantal rollen kan spelen om een aantrekkelijk
aanbod van voorzieningen te realiseren. Zo treedt de gemeente op als verstrekker van subsidies aan
die instanties die een voorziening aanbieden waarmee een bijdrage wordt geleverd aan door het
gemeentebestuur gewenste beleidseffecten. Dat kunnen budgetsubsidies zijn, zoals aan de
bibliotheek en het jeugd- en jongerenwerk. Maar de gemeente geeft ook subsidies aan tal van
culturele en sportieve initiatieven.
Bij de bezuinigingsoperatie van 2011-2014 heeft hier al een stevige generieke ombuiging
plaatsgevonden. Met het huidige financiële beeld lijkt het echter onvermijdelijk om ook in 2015 nog
geen indexering toe te passen. Tenzij wij in staat zijn om scherpe politieke keuzes te maken.
In dit verband is ook relevant dat, met name de laatste jaren, (mede) door toedoen van de gemeente
en – met op het moment van invoering – een deugdelijke onderbouwing ook een aantal nieuwe
voorzieningen tot stand is gebracht. Wij noemen, zonder uitputtend te willen zijn, buurtcoach, intensief
casemanager,
opvoedingsondersteuning,
combinatiefunctionarissen.
seniorenadviseur,
21
buurtbemiddeling
en
de
Inmiddels gaan hier structureel relatief grote (subsidie)bedragen in om, waarbij het de vraag is welk
eindbeeld wij voor ogen hebben. Hoe verhouden al deze nieuwe professionals zich tot ons
uitgangspunt dat burgers zelf verantwoordelijk zijn?
Verder investeert de gemeente in gebouwen en accommodaties die aan verenigingen en instanties
worden verhuurd. Daarbij streven wij op lange termijn naar buurtgerichte, zoveel mogelijk
multifunctionele accommodaties die voldoen aan de beleidsmatig gewenste functionele wensen en
aan de eisen op het gebied van duurzaamheid en efficiënt beheer. In principe zoeken wij daarbij
aansluiting bij investeringen op het gebied van onderwijshuisvesting.
De financiering en dekking van de exploitatielasten van nieuwe gebouwen of accommodaties moet
duurzaam zijn. Dat betekent dat boekwaarden van de te slopen gebouwen of accommodaties
eenmalig als 'verlies' worden genomen. Voor schoolgebouwen wordt daar de Reserve
onderwijshuisvestingsvoorzieningen voor ingezet, maar deze reserve is niet onuitputtelijk. Tegenover
afschrijving, rente en onderhoud van nieuwe kapitaalgoederen moeten structurele inkomsten staan,
voor zover mogelijk in de vorm van een kostprijs dekkende huur. Dat geldt niet voor
onderwijshuisvesting. Voor de structurele lasten daarvan ontvangt de gemeente in beginsel een
vergoeding via de Algemene Uitkering.
Tenslotte exploiteert de gemeente van oudsher ook zelf een aantal voorzieningen. Voor wat betreft de
exploitatie van deze voorzieningen (muziekschool, kinderboerderij, zwembad, Tuyter, sporthal en
sportzalen, markt, haven, begraafplaats) blijven wij streven naar verlaging van de exploitatietekorten.
Dat kan feitelijk echter alleen door bezuiniging op personeels- of andere exploitatielasten, verhoging
van tarieven of het zoeken naar een nieuwe (private) beheersvorm die wellicht efficiënter en meer
marktconform is.
Bij dit alles speelt steeds weer de vraag of wij voldoende middelen hebben om dit scala aan
voorzieningen in stand te houden. Bottom line gaat het steeds om de vraag of wij de gebruikers van
deze voorzieningen zelf voor de voorziening willen laten betalen of dat wij algemene
dekkingsmiddelen, zoals de OZB of andere lokale belastingen, willen inzetten om de tarieven of eigen
bijdrage laag te houden. Daarbij is ook aan de orde of wij bijvoorbeeld het bieden van
parkeergelegenheid als een specifieke voorziening willen beschouwen, waarvoor door de gebruikers
betaald moet worden.
Wij constateren dat het hier om het wezen van de politiek gaat: het maken van keuzes. W ij zijn bereid
om als bestuur zo’n discussie voor te bereiden. Het is aan u als raad, als volksvertegenwoordiging en
hoogste politieke orgaan, om zo’n discussie te voeren en af te ronden.
22
6. Financiële positie
In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op de ontwikkeling van het begrotingssaldo. Bij het
beoordelen van de financiële positie van de gemeente spelen ook de risico’s en het
weerstandsvermogen een belangrijke rol. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan
achtereenvolgens de risico’s, de reservepositie en de bestemming van het rekeningsaldo 2010.
Risico’s
De gemeente Krimpen hanteert al jaren een overzicht van de belangrijkste risico’s. Dit overzicht wordt
jaarlijks enkele malen geactualiseerd ten behoeve van de kadernota, begroting en jaarrekening. De
komende tijd willen wij inzetten op een verbetering van de inschatting van de hoogte de risico’s en de
kans dat de risico’s zich voordoen. De verbetering van dat inzicht staat in relatie tot de bepaling van
het benodigde weerstandsvermogen. Tevens is er een onderscheid aan te brengen tussen risico’s
met een eenmalige financiële impact en risico’s met structurele gevolgen. Deze laatste categorie
risico’s kan niet worden opgevangen door de inzet van reserves. Daardoor leidt het zich voordoen van
zo’n risico tot een structureel financieel probleem, waarvoor geen dekking is.
Grondbeleid
Ook in de sfeer van de grondexploitaties worden risico’s gelopen. Investeringen van de gemeente in
(woning)bouwprojecten vinden plaats in het kader van het gemeentelijk grondbeleid. Dat betekent dat
de resultaten, positief of negatief, niet direct van invloed zijn op het saldo van de begroting. Wel is het
in algemene zin zo dat de lopende en geplande projecten, o.a. door de crisis op de woningmarkt,
minder eenvoudig gerealiseerd kunnen worden. Het principe dat ieder project op zich financieel
sluitend moet kunnen worden ontwikkeld, kan daarmee onder druk komen te staan. Zeker ook omdat
in een aantal projecten is voorzien in sloop en nieuwbouw van maatschappelijk vastgoed (onderwijs,
sport, zorg). Wij zullen daarom nog meer dan in het verleden alert moeten zijn en waar nodig
herprioriteren.
In deze kadernota wordt geen expliciete aandacht gegeven aan dit onderwerp. Op basis van de
jaarrekening 2010 en de meest recente actualisaties van de prognoses zijn de risico’s beperkt en
voldoende afgedekt. In het najaar geven wij in het kader van de hercalculaties meer inzicht in deze
materie.
Reservepositie
De reservepositie van Krimpen is op het eerste gezicht gezond. De totale omvang van de reserves
neemt op basis van bestaand beleid de komende jaren slechts beperkt af, van € 20,3 miljioen per 1-12011 tot € 18,7 miljoen in 2015. In die periode worden weliswaar enkele substantiële onttrekkingen
gedaan, maar vinden ook toevoegingen plaats, zoals het eindresultaat van Lansingh-Zuid.
Algemene reserve
De omvang van de algemene reserve de laatste jaren in de buurt van het plafond (€ 5 miljoen). Het
saldo zal de komende jaren licht dalen, maar ver boven de bodem van € 2 miljoen blijven. Wel doet
zich de vraag voor of de benodigde omvang beter onderbouwd kan worden, in relatie tot de risico’s.
Deze onderbouwing kan de basis zijn voor het vrijmaken van extra middelen voor de bufferfunctie van
de algemene reserve, of om overtollige middelen anders in te zetten. Bij deze afweging moeten ook
de saldi van de algemene reserve bouwgrondexploitatie en de reserve nieuw beleid worden
23
betrokken. Zoals onder “Risico’s” reeds aangegeven besteden wij de komende maanden aandacht
aan dit vraagstuk.
Reserve Centrum
De financiële vooruitzichten met betrekking tot de ontwikkeling van het Centrum zijn nog onduidelijk.
Vorig jaar is om deze reden de boekwaarde ten laste van de bestemmingsreserve Centrum gebracht.
Omdat de situatie ongewijzigd is wat betreft het totaalbeeld stellen wij voor om ook dit jaar het saldo
ad € 180.681 ten laste van de daarvoor bestemde reserve te brengen.
Reserve dekking tijdelijke tekorten op structurele posten
Vorig jaar is met het oog op de gefaseerde realisering van bezuinigingen deze reserve gevormd. Tot
op heden is slechts beperkt gebruik gemaakt van de daarin gestorte middelen. Het vrij aanwendbare
saldo van de reserve bedraagt bijna € 900.000. In deze kadernota doen wij nog geen voorstellen om
deze middelen in te zetten. Door de ombuigingsinspanningen te richten op materieel evenwicht in
2015 kan het echter zijn dat in de tussenliggende jaren incidentele dekking uit deze reserve nodig is.
Bij de aanbieding van de begroting 2012 zullen wij u indien nodig voorstellen daartoe doen.
Bestemming rekeningsaldo 2010
Het positieve saldo van de jaarrekening 2010 bedraagt € 756.889,88. Wij stellen u voor dit overschot
als volgt te bestemmen:
 € 77.000 toevoegen aan de Algemene reserve;
Hiermee komt de omvang van de Algemene Reserve weer op het plafond van € 5 miljoen.
 € 150.000 toevoegen aan de bestemmingsreserve Centrum;
Om de reserve weer op peil te brengen en enige armslag voor de ontwikkeling van het Centrum te
behouden is deze toevoeging nodig.
 € 100.000 toevoegen aan de bestemmingsreserve Tijdelijke kosten personeel;
Om via deze bestemmingsreserve voorzienbare frictiekosten in de komende jaren te kunnen dekken
is een toevoeging noodzakelijk.
 € 200.000 toevoegen aan de reserve Nieuw Beleid;
Door diverse onttrekkingen voor eenmalige lasten van nieuw beleid ontstaat een tekort in de reserve
Nieuw Beleid. Met deze toevoeging is er weer een kleine marge.
 € 229.889,88 toevoegen aan de reserve Tijdelijke tekorten op structurele posten;
Gezien het uitgangspunt om in 2015 materieel evenwicht te bereiken ligt het voor de hand dat deze
reserve in de tussenliggende jaren moet worden aangesproken. Een aanvulling van het saldo is
daarom verstandig.
24
7. Slot
De voorlopige cijfers voor 2012-2015 op basis van bestaand en ongewijzigd beleid geven aan dat
ombuigingen nodig zijn om tot een sluitend begroting te komen. Met de voorstellen die in deze
kadernota worden gedaan geven wij aan in welke richting dat begrotingsevenwicht moet worden
gezocht. Daarbij creëren wij voldoende ruimte om nieuw beleid en intensiveringen van bestaand
beleid door te kunnen voeren, door bestaand beleid te heroverwegen.
Het is onvermijdelijk dat tussen de behandeling van de kadernota en die van de begroting ook
invloeden van buitenaf bepalen hoe het financieel perspectief zich ontwikkeld. Het is daarom
verstandig om terughoudend om te gaan met nieuwe wensen en deze slechts in te vullen indien
daarvoor direct aanwijsbare dekking kan worden ingezet. Dit geldt gezien de financiële krapte op
grond van deze kadernota tevens voor het schrappen van voorgestelde ombuigingen.
In de komende maanden zijn de kaders die u via deze kadernota vaststelt leidend bij het opstellen van
de begroting 2012-2015. Genoemde onderzoeken worden uitgewerkt en in indien nodig in september
tussentijds aan uw raad voorgelegd. Het uitgangspunt dat in 2015 de begroting weer structureel
sluitend moet zijn zou kunnen leiden tot het op de lange baan schuiven van mogelijk ingewikkelde
onderwerpen. Wij willen echter benadrukken dat om in 2015 een stabiel begrotingsevenwicht te
bereiken, belangrijke discussies in 2012 of eerder gestart moeten worden.
25
Bijlagen
1.
2.
3.
4.
Nieuw beleid en intensiveringen
Overzicht risico’s
Overzicht reserves
Circulaire Provincie Zuid-Holland
26
BIJLAGE 1: NIEUW BELEID EN INTENSIVERINGEN
OVERZICHT NIEUW BELEID & INTENSIVERINGEN 2012 - 2015
afschrijvin
g termijn /
ten laste
van
1-1
Ontw ikkelingen ICT modernisering GBA
I&F
50.000
2014
i
5
10.000
1-1
Ontw ikkelingen ICT vervanging financieel pakket
I&F
125.000
2015
i
5
25.000
1-1
Ontw ikkelingen ICT uitbreiding digitale dienstverlening
I&F
40.000
2013
s
1-2
Gebruiksvergunning gemeentelijke gebouw en
I&F
175.000
2012
i
NB
175.000
Omschrijving NB & I
Bedrag
Bandbreedte
jaar
I/S
maxi
mum
mini
mum
Afdeling
afschr.
bedrag
Nr.
jaarlasten; rente 0 %
2012
2013
2014
2015
Bestuur en dienstverlening
10.000
40.000
40.000
40.000
Veiligheid
2-1
Actualisatie verkeers(veiligheids)beleid
Ruimte
37.500
2012
i
NB
37.500
2-2
Het digitaliseren bouw vergunningen
Ruimte
90.000
2012
i
NB
90.000
Jeugd en onderw ijs
3-1 Vervangende nieuw bouw Krimpenerw aard College (KWC)
25.000
50.000
SL
11.815.000
2012
i
40
3-1
Afschrijving boekw aarde bestaand geb. mbt NB KWC
SL
800.000
2014
i
OHV
3-1
Wegvallende kapitaallasten en huurvergoeding oude KWC
SL
-244.331
2014
s
3-2
Infrastructuur & buitengebied KWC
SL
2.200.000
2012
i
ntb
Sport en cultuur
4-1 Vervangende huisvesting Concordia en Big Band Crimpen
45.000
310.761
310.761
800.000
-244.331
SL
175.000
100.000
250.000
2012
i
25
7.000
4-2
Vervangende nieuw bouw KWC : Aanleg sportvelden.
SL
525.000
450.000
600.000
2015
i
15
35.000
4-3
Multifunctioneel maken sporthal en geïntegreerde kantine
SL
1.900.000
2012
i
40
47.500
4-3
Multifunctioneel maken sporthal exploitatie
SL
31.000
2015
s
4-4
Evenementenbeleid
SL
15.000
2012
s
15.000
15.000
15.000
15.000
SL
52.300
2012
s
52.300
52.300
52.300
52.300
Ruimte
50.000
-
25.000
2012
i
VVD
0
0
0
10.000
10.000
10.000
10.000
522.300
162.300
117.300
1.079.230
Werk en inkom en
6-1 Schuldhulpverlening
Beheer buitenruim te
7-1 Uitvoering Speelruimtebeleid en Speelruimteplan
7-2
Oplaadpunt elektrische auto's
Duurzaam w onen en w erken
8-1 Evaluatie Duurzaamheidsvisie
75.000
7.000
47.500
31.000
NB
2012
50.000
0
Ruimte
37.500
25.000
50.000
2012
i
NB
37.500
8-2
Haalbaarheidsonderzoek autoveer
Ruimte
30.000
10.000
50.000
2012
i
HIS
30.000
8-3
Haalbaarheidsonderzoek voet-fietsveer Capelle - Krimpen
Ruimte
12.500
5.000
20.000
2012
i
HIS
12.500
8-4
Haalbaarheidsonderzoek voet/fietsveer Stormp.-Bolnes
Ruimte
12.500
5.000
20.000
2012
i
HIS
12.500
8-5
Extra impuls economisch beleid
Ruimte
10.000
2012
s
TOTAAL LASTEN Nieuw beleid & intensiveringen
27
TOELICHTINGEN NIEUW BELEID EN INTENSIVERINGEN
1.1 Ontwikkelingen ICT (intensivering)
- (onuitstelbaar / wettelijk verplicht)
De digitale dienstverlening wordt elk jaar verder uitgebreid, terwijl hiervoor vanaf 2013 geen middelen
beschikbaar zijn. Naast een algemene uitbreiding van de digitale dienstverlening is het in 2014 de
bedoeling dat de modernisering van het GBA in Krimpen een feit is (is overigens een wettelijke
verplichting), terwijl in 2015 het financiële systeem zal worden vervangen.
In het collegeprogramma is ook de verdere ontwikkeling van de dienstverlening opgenomen, waarbij
de doelstelling is dat de Krimpense gemeenschap gebruik kan maken van nieuwe en/of vernieuwde
informatiekanalen om producten en diensten van de gemeente af te nemen.
1.2 Gebruiksvergunning gemeentelijke gebouwen (nieuw beleid)
De gemeente Krimpen aan den IJssel is eigenaar van een groot aantal vastgoedobjecten, in gebruik
voor allerlei doeleinden zoals de huisvesting van verenigingen, instellingen en de ambtelijke en
bestuurlijke organisatie.
Als eigenaar is de gemeente Krimpen aan den IJssel verantwoordelijk voor het veilig ter beschikking
stellen van vastgoed dat voldoet aan de eisen zoals aangegeven in het besluit brandveilig gebruik
bouwwerken, ook wel bekend als het Gebruiksbesluit. Daarnaast heeft de gemeente Krimpen aan den
IJssel, als werkgever, verantwoordelijkheden op het gebied van ARBO-wetgeving.
ARBO
In het besluit van februari 2009, nr 2009001307, heeft het college kennis genomen van de resultaten
van de uitgevoerde RI&E in het kader van de ARBO. De resultaten uit de RI&E worden in onderhavig
advies aangeduid als noodzakelijke maatregelen die nodig zijn om aan te voldoen aan de eisen van
die betreffende wetgeving. De uitvoering betreft slechts een deel van de resultaten uit de RI&E omdat
niet alle maatregelen aanpassingen zijn die leiden tot kosten. Soms betreft het ook het invoeren van
een proces. Andere zaken vergen nog verder onderzoek en beleidskeuzes.
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksbesluit)
Gebouwen moeten brandveilig worden gebruikt. De brandveiligheidsvoorschriften verschilden per
gemeente maar zijn per 1 november 2008 geüniformeerd in het Besluit brandveilig gebruik gebouwen,
ook wel bekend als het “Gebruiksbesluit”. Deze voorschriften werken rechtstreeks en gelden voor elke
vorm van gebruik. Uitgevoerde controles door de brandweer bij een groot aantal gemeentelijke
vastgoedobjecten is geconstateerd hebben uitgewezen dat diverse aanpassingen en maatregelen
noodzakelijk zijn om te voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften. In de huidige situatie kan de
brandweer hier geen goedkeuring op geven, zijn we als eigenaar van het vastgoed feitelijk in
overtreding en voldoen de gebouwen niet aan de brandveiligheidsvoorschriften.
2.1 Actualisatie verkeers(veiligheids)beleid (intensivering) - (wens / uitstelbaar)
Er is behoefte aan het actualiseren c.q. vernieuwen van het verkeers(veiligheids)beleid. Het huidige
verkeersveiligheidsplan dateert van 2000. Daarmee kan worden voorkomen dat voor teveel zaken ad
hoc een advies van de Coördinatie Commissie Verkeer (CCV) moet worden gevraagd. Op basis van
het nieuwe/geactualiseerde beleid kan ook een (verdere) opschoning van de verkeerstekens
plaatsvinden.
De doelstelling van deze actualisatie is een goed functionerend wegenstelsel met het oog op
bereikbaarheid en (verkeers)veiligheid, waarbij een score van tenminste een 7,0 (waar in 2010 de
verkeersveiligheid nog met een 6,6 werd beoordeeld) het doel is. Door personele wisselingen in de
loop van 2011 ontstaat de mogelijkheid om verkeer(veiligheid) een helderder plek in de organisatie te
geven. Een geactualiseerd / vernieuwd beleid biedt de nieuwe medewerker verkeer meer houvast om
het werk efficiënt uit te voeren.
2.2 Het digitaliseren bouwvergunningen (intensivering)
- (lopend project)
Het gaat hier om een lopend project, waarbij het bouwvergunningenarchief van 1919 t/m 1970
inmiddels gedigitaliseerd is. De verwachting is dat het project medio 2013 kan worden afgerond. Om
28
het project af te ronden zijn nadere middelen voor inhuur nodig voor het opschonen en samenvoegen
van het Krimpense en het TBK archief.
3.1 Vervangende nieuwbouw Krimpenerwaard College (nieuw beleid)
Dit betreft de vervangende huisvesting van het schoolgebouw en 3 gymnastieklokalen voor het
Krimpenerwaard College inclusief locatie gebonden kosten (rijwielberging onder het gebouw).
Tevens zullen de boekwaarden op de bestaande gebouwen, de te verwerven grondkosten en de
vermoedelijke boekwaarde van de C-vleugel worden afgeschreven ten laste van de reserve
onderwijshuisvesting voorzieningen.
Optioneel wordt in plaats van 3 gymzalen een sporthal NOC/NSF gerealiseerd. De meerkosten
daarvan inclusief de kosten van een geïntegreerd clubhuis en buitenberging voor KOAG en de kosten
van aanleg van 2 nieuwe kunstgrasvelden en een grasveld en infrastructuur worden separaat in beeld
gebracht.
Conform de onderwijshuisvestingsverordening en de volgens het collegeprogramma gemeentelijke
zorgplicht voor onderwijshuisvesting wordt vervangende nieuwbouw opgenomen.
3.2 Infrastructuur & buitengebied Krimpenerwaard College (nieuw beleid)
Bij de realisatie van het nieuwe Krimpenerwaard College zijn er ook (noodzakelijke en bijkomende)
kosten voor de gemeente die verband houden met sloop van de bestaande gebouwen, bouwrijp
maken, aanleg wegen en parkeerplaatsen, afwerking, toezicht, etc. Deze kosten worden via nieuw
beleid inzichtelijk gemaakt en aangevraagd en bedragen vermoedelijk zo’n € 2.200.000.
4.1 Vervangende huisvesting Muziekvereniging Concordia en Big Band Crimpen (nieuw beleid)
Door de voorgenomen vervangende huisvesting van het Krimpenerwaard College ontstaat er een
probleem in de huisvesting van muziekvereniging Concordia / Big Band Cirmpen. De huidige
huisvesting heeft een omvang van 455 m² en gedurende 4 avonden per week wordt deze gebruikt
voor repetities. In de huidige huisvesting (voormalig gymnastieklokaal) is ook een mogelijkheid van
instrumentenopslag, muziekbibliotheek, bestuurskamer en bar/pantry opgenomen.
In overleg met de vereniging en de gemeente wordt gezocht naar mogelijke vervanging in een
bestaand gebouw, maar er zullen altijd aanpassingskosten zijn.
4.2 Aanleg sportvelden (nieuw beleid)
Bij de verhuizing van KOAG wordt tevens rekening gehouden met de aanleg van nieuwe kunstgras
korfbalvelden. De verwachting is dat de huidige velden rond de opleveringsperiode van 2015/2016
vervangen zouden moeten worden (zijn dan bijna 16 jaar oud). Ook hier ontstaat een multifunctioneel
gebruik tussen het Krimpenerwaard College en de aan te leggen buitensportaccommodatie
(korfbalvelden KOAG). Daarnaast dient er een goede vervanging van het huidige schoolsportveld
gerealiseerd te worden. De aan te leggen korfbalvelden zullen ook door het Krimpenerwaard College
gebruikt gaan worden.
In het collegeprogramma is opgenomen, dat er op langere termijn gestreefd wordt naar buurtgerichte,
multifunctionele accommodaties. De accommodaties bieden zo mogelijk daarnaast ook ruimte aan
buurt- of wijkgerichte activiteiten in het kader van cultuur, sport en welzijn. Waar mogelijk worden de
accommodaties daarom voorzien van een gymnastieklokaal. Wanneer aangehaakt wordt bij de
realisatie van het Krimpenerwaard College zijn deze kosten noodzakelijk.
4.3 Multifunctioneel maken sporthal en geïntegreerde kantine (nieuw beleid)
De capaciteit van de binnensportaccommodaties is ronduit nijpend. Bij de vervangende nieuwbouw
van het Krimpenerwaard College wordt rekening gehouden met de realisatie van 3 gymlokalen. In uw
collegeprogramma heeft u aangegeven in te willen zetten op multifunctioneel gebruik van
accommodaties en wordt het KWC in combinatie met KOAG als mogelijk voorbeeld genoemd. De winwin-situatie voor de gemeente komt er op neer dat er voor relatief weinig meerkosten een oplossing is
29
voor dit probleem. Er zijn wel kosten voor de gemeente, maar deze zijn lager dan bij een solistische
oplossing voor het binnensportprobleem.
Bijkomend voordeel is dat de kantine geïntegreerd in het schoolgebouw opgenomen wordt. Dit kan
gezien worden als meerwaarde, zeker in combinatie met de sportvelden en de invulling van het
gebied.
Ook nu kan de link gelegd worden met het collegeprogramma als het gaat om het op termijn streven
naar buurtgerichte, multifunctionele accommodaties.
4.4 Evenementenbeleid (nieuw beleid)
(wens / uitstelbaar)
Voor het evenementenbeleid zal naast de extra gemeentelijke inspanning, die een meer pro-actieve
houding vraagt, ook een budget nodig zijn voor de implementatie van het evenementenbeleid. Te
denken valt aan bijvoorbeeld cofinanciering van evenementen in de aanloopfase of andere uitgaven,
die er voor moeten zorgen dat er in Krimpen aan den IJssel voor de verschillende doelgroepen
evenementen zijn.
6.1 Schuldhulpverlening (nieuw beleid)
- (onuitstelbaar / wettelijk verplicht)
In het kader van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening, welke binnenkort in werking zal treden,
zijn gemeenten verplicht om uitvoering te geven aan de schuldhulpverlening. Dit betreft een
takenpakket dat breder is dan voorheen. In de aanloop van deze wet zijn er van rijkswege gelabelde
gelden aan de gemeenten beschikbaar gesteld, om hen te stimuleren aanvullende activiteiten te
ontwikkelen op het vlak van schuldhulpverlening. Zo ook voor onze gemeente. Deze middelen zijn
ingezet om een externe kracht voor 32 uur in te huren die zich puur bezighoudt met schuldhulpverlening.
Dit heeft tot gevolg gehad dat het aantal budgeteringsklanten en het aantal klanten voor een complete
schuldhulpverlening aanzienlijk is toegenomen.
Aangezien het nog onduidelijk c.q. onzeker is of voor 2012 en volgende jaren ook aanvullende
middelen van rijkswege zullen worden ontvangen, maar de wettelijke taak wel uitgevoerd zal moeten
worden, wordt voorgesteld om 1 Fte aanvullend op te nemen in de formatie.
7.1 Uitvoering Speelruimtebeleid en Speelruimteplan (intensivering)
In het kader van de Agenda Jeugd en Onderwijs wordt Speelruimtebeleid ontwikkeld. Later dit jaar zal
dat ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. Het is gebruikelijk dat speelplaatsen 'meelopen'
in de reguliere herstratings- en rioleringsplanning. Ter ondersteuning van het nieuwe beleid wordt
voorgesteld om extra geld beschikbaar te stellen zodat, indien gewenst, ook buiten deze planning om
investeringen in (nieuwe) speelplaatsen kunnen worden gedaan.
In het collegeprogramma vormt speelruimtebeleid een onderdeel van de Agenda Jeugd en onderwijs,
onderdeel 'Meedoen en ontmoeten' met als doelstelling voldoende en veilige speelplaatsen in de
openbare ruimte. De reden om dit extra geld te vragen is omdat het de mogelijkheid biedt omin 2012
uitvoering te geven aan het in 2011 vast te stellen beleid.
7.2 Het nieuwe duurzame rijden (nieuw beleid
(wens / uitstelbaar)
Aangedragen door de VVD-fractie.
Voor de realisatie van twee laadpunten worden op korte termijn afspraken gemaakt.
Energiemaatschappijen werken samen om die oplaadpunten te realiseren. Hiervoor is geen financiële
bijdrage van de gemeente nodig. De palen moeten worden ingezet voor het leveren van stroom aan
voertuigen, vallend onder de term: “Het nieuwe duurzame rijden”:
8.1 Evaluatie Duurzaamheidvisie (nieuw beleid)
Duurzaamheid is één van de prioriteiten van het college. De huidige duurzaamheidvisie heeft een
looptijd t/m 2012. Voorgesteld wordt om eind 2012 een evaluatie uit te voeren als input voor een
nieuw actieplan (en eventueel bijstelling van de visie), waarvoor geld nodig is.
30
De doelstelling van de duurzaamheidvisie is dat milieuproblemen zoveel mogelijk voorkomen moeten
worden en/of in het hier en nu opgelost worden in plaats van ze door te schuiven naar elders of naar
de toekomst.
8.2 Haalbaarheidsonderzoek autoveer (intensivering)
Eén van de mogelijke korte termijn maatregelen volgens project Rotterdam Vooruit, onderdeel
Herontwerp Algera- en Brienenoord Corridor is een autoveer tussen de Krimpenerwaard en
Ridderkerk. Dit alles in nauw overleg tussen de gemeenten Nederlek, Krimpen aan den IJssel en
Ridderkerk.
Dit heeft een raakvlak met de doelstelling in het collegeprogramma op het terrein van de mobiliteit en
het wonen, waarbij zoveel mogelijk mensen van de Algeracorridor afgehaald moeten worden.
8.3 Haalbaarheidsonderzoek voet/fietsveer Capelle - Krimpen (intensivering)
Eén van de andere maatregelen volgens het project Rotterdam Vooruit, onderdeel Herontwerp Algeraen Brienenoord Corridor is een voet/fietsveer tussen Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den
IJssel. In opdracht van de Stadsregio is een conceptrapportage opgesteld. Nader onderzoek naar
haalbaarheid en financiële gevolgen hiervan voor beide gemeenten is wenselijk.
Ook dit heeft een raakvlak met genoemd programmaonderdeel uit het collegeprogramma, waarbij in
dit geval de doelstelling is een korte en aantrekkelijke fiets-verbinding tussen Capelle en Krimpen, die
tevens een onderdeel vormt van de regionale/recreatieve fietsroute.
8.4 Haalbaarheidsonderzoek voet/fietsveer Stormpolder - Bolnes (intensivering)
Naar verwachting woont een behoorlijk deel van de werknemers van de bedrijven IHC Krimpen
Shipyard en Hollandia ten zuiden van de Nieuwe Maas.
Het is de moeite waard te onderzoeken of een veerverbinding kan bewerkstelligen dat deze
werknemers de omtrekkende beweging via Brienenoord- en Algerabrug niet meer hoeven te maken
door het bieden van een directe veerverbinding vanaf (de omgeving van) Bolnes naar de Stormpolder.
Ook dit heeft een raakvlak met de doelstelling in het collegeprogramma op het terrein van de mobiliteit
en het wonen, waarbij zoveel mogelijk mensen van de Algeracorridor afgehaald moeten worden.
8.5 Extra impuls economisch beleid (intensivering)
De achterliggende jaren is het economisch beleid van de gemeente geïntensiveerd. Zo is begonnen
met parkmanagement en neemt de gemeente deel aan het IJssel Business Magazine. De structureel
in de begroting beschikbare middelen worden daarmee (grotendeels) besteed. In een eerdere
bezuinigingsronde is het budget gekort. Hierdoor is er naast de structurele uitgaven (te) weinig ruimte
om te werken aan de college doelstelling voor vergroting van het aantal arbeidsplaatsen..
Omdat in 2011 het Parkmanagement geëvalueerd wordt en gestart wordt met de Herstructurering van
de Stormpolder is de verwachting dat hier zaken uit naar voren komen die extra structurele middelen
vergen.
31
BIJLAGE 2: OVERZICHT RISICO’S
omschrijving van het risico
1.
2.
3.
4.
Algemene uitkering / gemeentefonds
De ontwikkeling van het gemeentefonds is een onzekere
factor.
Nog te realiseren bezuinigingen 2011
De cijfers bevatten nog een aantal stelposten die
voortkomen uit de bezuinigingsoperatie 2011. De
realisatie van de taakstelling is nog niet zeker.
portefeuillehouder
Prins
allen
F&C
allen
F&C
6.
Stand van zaken /
Ontwikkelingen
In 2012 treedt de ‘trap op, trap af"systematiek’ weer in werking.
Het onderhandelaarsakkoord is inmiddels getekend. De gevolgen
voor Krimpen blijven moeilijk te kwantificeren. Op 31 mei wordt de
meicirculaire verwacht. Maar zal naar verwachting ook niet de
uitwerking van alle afspraken bevatten, omdat het
bestuursakkoord pas begin juni wordt vastgesteld.
50.000 – 200.000
0 - 250.000
Structureel
nadelig
Incidenteel
nadelig
Grondverwervingen
In de achterliggende periode zijn een aantal
grondposities verworven. Gelet op de economische
situatie kunnen deze investeringen voor financieel
nadeel zorgen.
Blankenberg Ruimte
Onderhoudstoestand constructie C.G. Roosweg
Over de onderhoudstoestand van de constructie onder
de C.G. Roosweg tussen het kruispunt en de aanbrug
van de Algerabrug is een rapportage verschenen.
Prins
Bij de opstelling van ramingen is zo veel mogelijk rekening
gehouden met de recente ontwikkelingen. Toch loopt de
gemeente risico’s door bv. afname groei, toename inflatie, minder
dividend, verdere decentralisatie van rijkstaken.
0 – 1.400.000
Blankenberg Ruimte
Garantie ISV-subsidie QuaWonen voor het project
Rondweg-Middenwetering.
5.
Financiële
bandbreedte
150.000 – 400.000
Structureel
nadelig
Alhoewel de invulling nog steeds gestaag verloopt , moet er wel
rekening gehouden worden dat een deel van de voorgenomen
bezuinigingen in 2012 en volgende jaren niet wordt gerealiseerd
Macro-economische ontwikkelingen
Prins
De macro-economische ontwikkelingen kunnen nadelige
gevolgen hebben voor de inkomsten en uitgaven die in
de begroting zijn opgenomen.
Garantie ISV-subsidie QuaWonen
Afdeling
0 -500.000
Incidenteel
nadelig
0 – 10.000.000
Incidenteel
nadelig
Ruimte
32
Het college heeft besloten om QuaWonen de garantie te geven
dat de ISV-subsidie die door de SR is toegezegd voor het project
Rondweg-Middenwetering zal worden doorbetaald, óók als de SR
de subsidie (deels) terugvordert.
Als de financiële crisis aanhoudt, kan het nadelige gevolgen
hebben voor het ontwikkelen van (woningbouw) plannen.
Projectontwikkelaars kunnen terughoudend zijn om de plannen
samen met de gemeente te verwezenlijken.
De rapportage geeft aanleiding tot verder onderzoek en overleg
met de provincie. Het overleg is inmiddels gestart.
7.
Wet Werk en Bijstand
Blankenberg ASL
0-450.000
Recentelijk leidt een prognose van de te verwachten
bijstandsuitgaven voor 2011, onder aftrek van de
vergoeding van rijkswege tot een geschat nadelig
resultaat van ca. € 1.000.000. Gestart is met een
aanzienlijke ombuiging om het nadeel volledig weer
teniet te doen.
8.
9.
Structureel
nadelig
Nieuwe CAO-afspraken
Prins
De laatste nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren heeft
afspraken gelden tot juni 2011. Met deze uitkomsten is
structureel rekening gehouden. Voor 2012 worden de
salarissen verhoogd met 1 %, ofwel € 111.000.
BMO
Niet halen bezuinigingsdoelstelling
gemeenschappelijke regeling OGZ RR
SL
Aeyelts
AverinkWinsemius
45.000 – 300.000
Structureel
nadelig
Werkplein IJsselgemeenten
Structureel
nadelig
Aeyelts
AverinkWinsemius
Het is niet logisch om verder vooruit te lopen op de resultaten van
toekomstige CAO-onderhandelingen. Er zijn teveel onzekere
afhankelijkheden om een goede inschatting te doen.
0 – 70.000
De vaststelling van de begroting gemeenschap-pelijke
regeling OGZ RR is sterk vertraagd en heeft de
vastgestelde termijn van 1 juli 2010 niet gehaald.
Achtergrond van de vertraging is tweeledig. Een nieuwe
kostentoerekening door de GGD waardoor de kostprijs
sterk werd verhoogd en daarnaast uitplaatsing van taken
jeugdgezond-heidszorg 4-19 jarigen naar Centrum voor
Jeugd en Gezin Rijnmond met eveneens
kostenstijgingen.
10
Gelet op het feit dat er sprake is van een hele grote inspanning,
dient er rekening meegehouden te worden dat niet de gehele
bezuiniging voor de komende jaren kan worden ingeboekt.
SL
Stadregionaal vindt nog overleg plaats met als doel de OGZ RR
begroting op het niveau 2010 min 5 % te krijgen voor alle
basistaken in het kader van de uitvoering van de Wet Publieke
Gezondheid. Er bestaat een risico dat deze bezuinigingsopdracht
niet wordt gehaald. De meerkosten voor de producten jeugdgezondheidszorg 4 – 19 jarigen komt mogelijk € 30.000 hoger uit.
Voor decentrale huisvestingskosten jeugd-gezondheidszorg wordt
nog rekening gehouden met een p.m. post van € 20.000.
Het basistakenpakket GGD komt mogelijk € 20.000 hoger uit ten
opzichte de in de begroting opgenomen taakstelling.
0-
In april 2011 is besloten deel te nemen aan het
Werkplein IJsselgemeenten.
Structureel
nadelig
33
Onderhandelingen over de financiële gevolgen moeten nog
starten.
BIJLAGE 3: OVERZICHT RESERVES
Overzicht reserves
1-jan-11
Algem ene reserve
Algemene Dienst
Bouw grondexploitatie
Nieuw Beleid
Meerjaren Prognose
Mutaties
1-1-2015
5.011.530 -1.139.545
2.884.262 2.965.659
974.599
-965.339
8.870.391
860.775
3.871.985
5.849.921
9.260
9.731.166
Bestem m ingsreserves
BTW-compensatiefonds
920.749
-60.000
Dekking tijdelijke tekorten op structurele lasten
780.586
338.890
Vorming en opleiding
258.465
-253.238
Tijdelijke kosten personeel
352.978
-217.166
Onderw ijshuisvestingsvoorzieningen
2.197.050
-635.764
Afschrijvingen
329.035
-226.424
Raadhuis
1.000.000
-75.000
Bijzondere Doeleinden
0
0
Erfpachtsgronden
0
0
Centrum
239.511
-30.681
Hoofdinfrastructuur
1.000.000
-69.172
7.078.375 -1.228.555
860.749
1.119.476
5.227
135.812
1.561.286
102.611
925.000
0
0
208.830
930.828
5.849.820
Egalisatiereserves
Reiniging
Riolering
RO-projecten
Bouw leges
3.955.513 -1.241.498
270.767
0
138.019
-99.782
0
107.741
4.364.299 -1.233.539
TOTAAL
2.714.015
270.767
38.237
107.741
3.130.760
20.313.064 -1.601.319 18.711.745
34
BIJLAGE 4: CIRCULAIRE PROVINCIE ZUID-HOLLAND
35
Kadernota 2012
ERRATUM
Pagina 8
In de tabel met indexeringspercentages is abusievelijk een te hoog percentage voor de
tarieven van de muziekschool opgenomen in de jaren 2013 en 2014. In plaats van 2,5% had
hier moeten staan: 1,5%.
De financiële gevolgen voor het saldo zijn als volgt:
2013: € 2.000 nadelig
2014: € 4.000 nadelig
2015: € 4.000 nadelig
36
Download