ADVIESNOTA AAN DE GEMEENTERAAD Voorstel Agendanummer Datum raadsvergadering Registratienummer : : 30-6-2011 : 2011005942 10 juni 2010 M.F. Vermaat Financiën en Control Planning en Control Onderwerp: Kadernota 2012 Gevraagde Te besluiten om beslissing: in te stemmen met de kadernota 2012 en een discussie te starten over collectieve en individuele voorzieningen. Aan de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel Krimpen aan den IJssel, 21 juni 2011 Inleiding De kadernota wordt jaarlijks in het voorjaar aangeboden. De raad krijgt langs deze weg de gelegenheid om kaders te stellen voor de begroting 2012 en de meerjarenperiode 20132015. In de kadernota worden naast een voorlopig beeld van de meerjarenbegroting ook onze voorstellen voor nieuw beleid en intensiveringen aan uw raad voorgelegd en geven richtingen aan voor benodigde ombuigingen. Beoogd effect Kaders vastleggen voor de meerjarenbegroting 2012-2015, waarbij uiterlijk in 2015 materieel evenwicht wordt bereikt. Argumenten 1.1 Kaderstelling vooraf geeft meer mogelijkheden De raad heeft door de kaderstelling een aantal maanden voor de begrotingsbehandeling te houden meer mogelijkheden om te beïnvloeden en te sturen. 1.2 Afstemming tussen college en raad Door reeds voor de zomer overeenstemming te bereiken over de kaders, kan het college de begroting samenstellen in de wetenschap dat de raad het met de grote lijnen eens is. 1.3 Financieel evenwicht op lange termijn In de kadernota kiezen wij voor het bereiken van structureel financieel evenwicht uiterlijk in 2015. Daarmee wordt ruimte gecreëerd om processen van ombuiging zorgvuldig te laten verlopen en waar nodig discussies over nut en noodzaak van gemeentelijke taken te voeren. Kanttekeningen Nog veel cijfers zijn in beweging. Uiteraard geldt dit voor de begroting die nog opnieuw wordt samengesteld en voor de ontwikkeling van de algemene uitkering, maar ook voor de ombuigingen. Deze laatste voorstellen moeten daarom vooral als richtinggevend worden gezien. Financiën In de kadernota wordt een aantal voorstellen gedaan met financiële gevolgen: U wordt gevraagd in te stemmen met de bestemming van het rekeningsaldo 2010 naar de Algemene reserve (€ 77.000), de bestemmingsreserve Centrum (€ 150.000), de reserve Tijdelijke kosten personeel (€ 100.000), de reserve Nieuw Beleid (€ 200.000) en de reserve Dekking tijdelijke tekorten structurele posten (€ 229.889,88), De reserve Centrum kan worden ingezet om de geactiveerde boekwaarde van het Centrum te dekken. Naast deze specifiek financiële voorstellen wordt u gevraagd in te stemmen met de prioritering voor nieuw beleid op grond van ons collegeprogramma en het starten van een discussie over collectieve en individuele voorzieningen zoals in de kadernota wordt voorgesteld. Tenslotte vragen wij u om in te stemmen met het uitwerken van ombuigingen in de richtingen die wij in de kadernota schetsen. Bijlagen Kadernota 2012 In de vergadering van de commissie bestuur en middelen van 20 juni 2011 is dit voorstel aan de orde geweest. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel, mr. A. Boele secretaris L.M. Huizer burgemeester Ontwerp-besluit De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 juni 2011 besluit: in te stemmen met de kadernota 2012 en een discussie te starten over collectieve en individuele voorzieningen. Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 30 juni 2011 De griffier, De voorzitter, KADERNOTA 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding ............................................................................................................................ 5 2. Financiële ontwikkelingen en voorlopig saldo ongewijzigd beleid............................... 8 3. Nieuw beleid, intensiveringen en ombuigingen ........................................................... 12 4. Financieel perspectief .................................................................................................... 19 5. Discussie over collectieve en individuele voorzieningen? ......................................... 21 6. Financiële positie ........................................................................................................... 23 7. Slot .................................................................................................................................. 25 Bijlagen ............................................................................................................................... 26 3 4 1. Inleiding In juni 2010 hebben wij in ons collegeprogramma integraal inzicht gegeven in onze doelen en acties voor de periode van 2010 tot en met 2014. Ons programma staat in het teken van het toewerken naar een nieuw evenwicht. Niet alleen naar een (materieel) evenwicht in financiële termen van inkomsten en uitgaven van de 'normale' gemeentelijke bedrijfsvoering, maar ook naar evenwicht tussen de eigen verantwoordelijkheid van burgers en de (wettelijke) verantwoordelijkheid van onze gemeente om collectieve en individuele voorzieningen aan te bieden. In de Kadernota 2011 en de meerjarenbegroting 2011-2014 hebben wij vervolgens onze ambities geconfronteerd met de financiële positie van onze gemeente. Zoals u weet, heeft dat (aanvankelijk) geleid tot een sluitende begroting voor het jaar 2011. Daarvoor was wel een omvangrijke bezuinigingsoperatie noodzakelijk, waarvoor - soms pijnlijke politieke keuzes noodzakelijk waren. Wel hebben we deze keuzes zoveel mogelijk proberen te maken in het licht van de uitgangspunten van ons collegeprogramma. Verder is van belang dat we het jaar 2011 van start zijn gegaan in de wetenschap dat de economische situatie zou kunnen leiden tot aanzienlijk hogere uitgaven in de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Ook werd verwacht dat het dividend van Eneco lager zou uitvallen. Inmiddels is in de Voorjaarsnota 2011 duidelijk geworden dat het financiële beeld voor de gemeente ondanks de grotendeels geslaagde bezuinigingsoperatie - aan het verslechteren is. Hogere uitgaven in de sfeer van de WWB en het lagere dividend waar we in de risicoparagraaf al rekening mee hadden gehouden, maar ook (forse) tegenvallers in het leerlingenvervoer en bij de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteunng (WMO). Ook deze Kadernota zal daarom in het teken staan van een bezuinigingsoperatie. Wij streven daarbij naar het bereiken van materieel evenwicht in het laatste jaar van de meerjarenbegroting 2012-2015. De uitgaven uit de normale gemeentelijke bedrijfsvoering moeten vanaf dat jaar worden gedekt uit de structurele inkomsten van de gemeente, waarvan de algemene uitkering, de lokale belastingen en heffingen en de specifieke uitkeringen van het Rijk de belangrijkste zijn. Wel kan het dan nog zo zijn dat incidentele baten of lasten dat beeld verstoren. Daarin proberen wij zoveel mogelijk te voorzien door de inzet van (bestemmings)reserves. Visie en strategie collegeprogramma is uitgangspunt Het zal u niet verbazen dat wij bij ons streven naar materieel financieel evenwicht de visie van ons collegeprogramma primair als leidraad gebruiken. Die visie luidt op hoofdlijnen als volgt: 1. Wij beheren de woon- en leefomgeving op een duurzame manier en zodanig dat die omgeving een veilige plek voor iedereen is. Dit is in de begroting primair uitgewerkt in de programma’s Veiligheid en Beheer Buitenruimte. 2. Wij voeren onze (wettelijke) taken als 'eerste overheid' op een klantgerichte en efficiënte wijze uit. Dit is in de begroting primair uitgewerkt in het programma Bestuur en Dienstverlening. 3. Wij creëren - binnen de beschikbare financiële marges - een aanbod van (collectieve) voorzieningen dat voor iedere Krimpenaar bereikbaar is. Dit is in de begroting primair 5 uitgewerkt in de programma’s Jeugd en Onderwijs, Sport en Cultuur en Maatschappelijke Ondersteuning. In het programma Duurzaam wonen en werken zijn dan nog de volgende ambities van het collegeprogramma uitgewerkt. 1. Wij streven naar een woningvoorraad met een voldoende en gevarieerd aanbod. Duurzame kwaliteit is daarbij leidend. 2. Wij streven naar een economische structuur met een voldoende en gevarieerd aanbod van werkgelegenheid. 3. Wij streven - binnen onze beïnvloedingsmogelijkheden en de beschikbare financiële marges naar een goede bereikbaarheid van onze gemeente die ruimte biedt voor de duurzame mobiliteit van burgers en bedrijven. Dit alles heeft tot doel dat alle Krimpenaren zelfstandig vorm kunnen geven aan hun eigen leven en kunnen meedoen in de (lokale) samenleving. Bijzondere aandacht hebben wij daarbij voor de Krimpense jeugd. Wij blijven ons inzetten voor het welzijn van onze jongeren. Door het aanbrengen van de gewenste samenhang in het jeugd- en jongerenbeleid willen wij effectiever en efficiënter werken. Ook Krimpenaren die om financiële of andere redenen moeite hebben om op eigen kracht hun weg te vinden, kunnen rekenen op onze ondersteuning. 'Work first' is daarbij ons uitgangspunt. Verder is onze ondersteuning zoveel mogelijk tijdelijk en gericht op het uiteindelijk weer zelf vorm kunnen geven van het eigen leven. Dit is primair in de begroting uitgewerkt in het programma Werk en Inkomen. Bij dit alles nemen wij in acht dat onze (financiële) middelen beperkt zijn. Ook houden we rekening met de nodige (financiële) onzekerheid die te maken heeft met macro-economische ontwikkelingen en het kabinetsbeleid. Tenslotte hebben wij nadrukkelijk oog voor de beheersing van de lokale lastendruk. In principe gaan wij uit van een niet meer dan trendmatige verhoging van tarieven. Hiervan zonderen wij die heffingen uit die de kosten van de betreffende gemeentelijke taken moeten dekken. Uitgangspunt is dat de totale lokale lastendruk niet meer dan trendmatig stijgt en zo mogelijk gelijk blijft of daalt. Bestuursakkoord Op 21 april jl. is het onderhandelaarsakkoord tussen het Rijk en de gemeenten openbaar gemaakt. Dit akkoord heeft langer op zich laten wachten dan vooraf gepland en het resultaat is niet onomstreden. Als u deze kadernota leest is de uitkomst van de VNG ledenvergadering op 8 juni reeds bekend. Omdat we op het moment van schrijven alleen beschikken over het onderhandelaarsakkoord wordt in deze kadernota ingegaan op de resultaten uit dat stuk. Belangrijk onderdeel van het akkoord zijn de omvangrijke decentralisaties op de beleidsterreinen Werk, AWBZ en Jeugdzorg. Deze decentralisaties gaan uiteraard gepaard met de overheveling van middelen, maar de verdeling en toereikendheid van die middelen zijn nog niet duidelijk. Wel zijn efficiencykortingen aangekondigd. De onzekerheden geven aanleiding tot zorgen over de financiële consequenties van de decentralisaties. Gezien de financiële situatie van de gemeente is het onwenselijk dat het oppakken van deze nieuwe taken, in financiële zin, ten koste gaat van bestaande taken. 6 De gevolgen van het akkoord voor de algemene uitkering zijn nog erg onzeker. Voor zover het de decentralisaties betreft is daarom nog geen inschatting gemaakt. Anders gezegd: ons college wil zich in beginsel bij de invulling van nieuwe gedecentraliseerde taken beperken tot de inzet van de middelen die het Rijk daartoe overhevelt. In het akkoord zijn wel afspraken gemaakt over het herstel van de trap-op/trap-af methode op basis van het niveau 2011. Wat dat betekent voor de komende jaren is nog niet duidelijk en zal naar verwachting pas in de septembercirculaire worden toegelicht. In de paragraaf over de algemene uitkering wordt verder ingegaan op de gehanteerde uitgangspunten. Tevens wordt daar vertaling gegeven aan de afspraak uit het akkoord dat gemeenten een maximaal negatief herverdeeleffect van € 15 per inwoner mogen ondervinden. Dat is dus exclusief de kortingen die het Rijk toepast op de over te hevelen middelen. Toezicht provincie Jaarlijks geeft de provincie in het voorjaar via een circulaire aan hoe het financieel toezicht op de komende (meerjaren)begroting wordt ingericht. Daarbij worden zowel algemene aandachtspunten als bijzondere accenten toegelicht. Voor de begroting 2012-2015 zijn de volgende punten van belang: Materieel evenwicht is in 2012 vereist, of indien dat niet het geval is uiterlijk in 2015. De accressen van de algemene uitkering bevatten een indexeringspercentage. In de lasten van de begroting moet daarom ook rekening worden gehouden met indexering. De raad moet uitspraken doen over de werkwijze ten aanzien van taakstellingen, zodat voldoende is vastgelegd op welke terreinen en langs welk proces deze worden ingevuld. Het onderzoeksthema voor de begroting 2012 is het grondbeleid. Tevens wordt aandacht gevraagd voor de teruglopende activiteiten binnen grondexploitaties en daarmee samenhangende verschuiving van kosten zoals inzet van medewerkers. In deze kadernota wordt aan de genoemde punten aandacht besteed. De doelstelling om in 2015 materieel evenwicht te bereiken spoort met de criteria voor repressief toezicht. De circulaire is als bijlage bij deze kadernota gevoegd. 7 2. Financiële vooruitzichten en voorlopig saldo ongewijzigd beleid In dit hoofdstuk presenteren wij u het voorlopig saldo op basis van de meest actuele gegevens met betrekking tot het bestaande beleid uit de begroting 2011 en de daarop door uw raad aangebrachte wijzigingen. Voor het jaar 2015 is als vertrekpunt het saldo van de jaarschijf 2014 genomen. De bijstelling van de indexeringen via onze interne begrotingsrichtlijnen 2012-2015 leidt tot financiële effecten voor de meerjarige saldi. Tenslotte worden ontwikkelingen benoemd met een autonoom karakter, zoals de algemene uitkering en enkele nog niet eerder aan uw raad voorgelegde financiële effecten van het bestaande beleid. De optelling van deze gegevens leidt tot een voorlopig saldo zonder beleidswijzigingen. Alle bedragen in deze kadernota zijn in duizendtallen opgenomen en steeds geldt dat negatieve bedragen een voordeel betekenen. Saldo bestaand beleid 2012-2015 Verwerkt zijn de begrotingswijzigingen tot en met de raadsvergadering van 19 mei 2011. 2012 Saldo t/m raad 19 mei 2011 2013 1.011 2014 1.027 2015 1.651 1.651 De bezuinigingsoperatie van de begroting 2011 is bij de voorjaarsnota afgerond. Er resteren nog enkele stelposten, die nog onderdeel uitmaken van deze saldi. Deze onderwerpen worden door ons college ingevuld en indien nodig ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd. Indexering In februari 2011 zijn de richtlijnen voor het opstellen van de begroting 2012 door ons college vastgesteld. In deze richtlijnen is onder andere opgenomen welke trendpercentages worden gehanteerd bij het maken van de ramingen. De afgelopen jaren is de inflatiecorrectie in de begroting op de nullijn gezet. Deze methodiek blijft natuurlijk niet zonder gevolgen voor de toereikendheid van de budgetten. Overigens is na een periode van zeer lage inflatie ook de werkelijke en verwachte geldontwaarding weer op een normaal niveau terecht gekomen. Het logische gevolg is dat ook het indexeringspercentage in de gemeentelijke begroting weer op een realistische hoogte wordt gebracht. LASTEN Algemene inflatie Subsidies instellingen (niet-budgetsubsidies) Budgetsubsidies Bijdragen gemeenschappelijke regelingen Salarissen BATEN Belastingen, heffingen en overige baten Tarieven gemeentelijke accommodaties Tarieven muziekschool 2012 1,5% 1,5% -1,25% 0% 1% 2013 1,5% 1,5% -1,25% 1,5% 0% 2014 1,5% 1,5% -1,25% 1,5% 0% 2015 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% 0% 1,5% 4% 1% 1,5% 3% 2,5% 1,5% 1,5% 2,5% 1,5% 1,5% 1,5% Het hanteren van deze percentages leidt tot verschillen met de jaarschijven uit de begroting 20112014. In die begroting was namelijk met lagere percentages rekening gehouden. De effecten op het voorlopige saldo 2012-2105 zijn als volgt: 8 Indexering conform richtlijnen 2012 - 2015 2012 - algemene inflatie lasten 2013 2014 2015 170 257 352 1 3 4 57 - salarissen agv CAO 2011 (+ 1% in 2011) 111 111 111 111 - salarissen agv CAO 2011 (+ 1% in 2012) 111 111 111 111 - algemene inflatie baten -39 -39 -80 -80 - tarieven accommodaties -22 -46 -59 -98 - subsidies - tarieven muziekschool Totaaleffect indexering 623 0 -3 -6 -10 332 394 433 714 Autonome ontwikkelingen Er doen zich steeds nieuwe ontwikkelingen voor waarop de gemeente weinig of geen invloed heeft. Deze ontwikkelingen hebben wel gevolgen voor de financiële positie van de gemeente. Omdat bij de voorjaarsnota nog allerlei ontwikkelingen financieel meerjarig zijn vertaald betreft het hier slechts de ontwikkeling van de bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Vooralsnog wordt terughoudend omgegaan met het inboeken van de opgelegde taakstelling, omdat van een gemeenschappelijke regelingen nog niet duidelijk is of deze taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Wij blijven van mening dat het redelijk is om van het verlengd lokaal bestuur te vragen dat zijn een aandeel hebben in het oplossen van de financiële tekorten waarmee gemeenten geconfronteerd worden. Indien nodig zullen wij u bij de behandeling van begrotingsstukken van verbonden partijen voorstellen doen om deze taakstelling te benadrukken. Het effect dat op dit moment in de cijfers wordt meegenomen heeft betrekking op de reeds ingediende begrotingen. Er is sprake van een gering voordeel ten opzichte van de bijdragen waarmee in onze begroting rekening is gehouden. Dit gaat echter niet op voor Promen. De financiële situatie van het schap is dermate zorgwekkend dat verhoging van de gemeentelijke bijdrage onvermijdelijk lijkt. Daarmee wordt nu dan ook rekening gehouden in 2012. Met ingang van 2013 is naar het zich laat aanzien sprake van de Wet Werken Naar Vermogen. Promen heeft, vanwege de onzekerheden rondom de nieuwe wet, in haar cijfers vanaf dat jaar de gemeentelijke bijdragen teruggebracht naar het niveau van 2010. Wij achten het verstandig om ook in 2013 en verder rekening te houden met een hogere bijdrage en stellen voor 50% van de verhoging in 2012 als structureel te beschouwen. Autonome effecten 2012 Promen Overige gemeenschappelijke regelingen Extra bezuiniging op abonnementen Totaal autonome effecten 126 10 -11 125 2013 65 -12 -11 42 2014 65 -34 -11 20 2015 65 -58 -11 -4 Algemene uitkering In de begroting 2011 is rekening gehouden met een forse daling van de algemene uitkering, gebaseerd op het rapport van de commissie Kalden en de mogelijke gevolgen van het regeerakkoord. Inmiddels zijn er andere aanknopingspunten die het verlaten van deze lijn rechtvaardigen. In deze kadernota is daarom een herberekening van de algemene uitkering opgenomen die uitgaat van de recente mei-circulaire. Tevens zijn geactualiseerde prognoses met betrekking tot woningen, inwoners en leerlingen verwerkt. 9 In de recent ontvangen meicirculaire heeft, zoals verwacht, nog geen financiële vertaling van het Bestuursakkoord plaatsgevonden. Wanneer het akkoord wordt getekend, zal dit pas bij de septembercirculaire plaatsvinden. Ook dan is nog de vraag in hoeverre de uitwerking van alle verschillende decentralisatieoperaties al bekend zijn. In ieder geval is bij de nieuwe berekening van deze meicirculaire uitgegaan van de meest recente informatie over de mogelijke gevolgen van het Bestuursakkoord voor individuele gemeenten. Dat betekent een maximaal negatief herverdeeleffect van € 15 per inwoner voor alle decentralisaties en herverdelingsoperaties tezamen (in 2012 € 438.000 oplopend tot € 440.000 in 2015). Los hiervan vinden efficiencykortingen plaats op de over te hevelen budgetten voor decentralisaties. Vooralsnog verwachten wij de nieuwe taken uit te voeren met de daarvoor door het rijk beschikbaar te stellen middelen. Op basis van deze laatste circulaire zijn alle stelposten uit de huidige berekeningen verdwenen en is alleen die van de mogelijke herverdeeleffecten daarvoor in de plaats gekomen. Deze nieuwe berekeningen leiden tot onderstaand resultaat op de huidige meerjarige ramingen, waarbij de conclusie is, dat naast het voordeel van de stelpost “Kalden” ook de meicirculaire zelf voordelig uitpakt en een belangrijke bijdrage levert aan het begrotingsevenwicht: Mei-circulaire Effecten mei-circulaire Aframen stelpost Kalden/regeerakkoord Nieuwe stelpost herverdeelrisico Totaal effect algemene uitkering 2012 2013 2014 2015 -285 -378 -655 -490 -615 438 -462 -1.200 437 -1.141 -1.800 439 -2.016 -1.800 440 -1.850 Een tweetal onderwerpen binnen de algemene uitkering geeft nog wel enige onzekerheid. Sinds 2006 wordt door Krimpen een bedrag van ± € 468.000 ontvangen als (tijdelijke) suppletie-uitkering voor het vervallen van de OZB op gebruikers van woningen. Er is een wijziging in de systematiek in voorbereiding om ingaande 2013 het verloop van deze tijdelijke uitkering eenvoudiger te maken en naar een meer voorspelbaar einde te leiden. Het is dus nog de vraag welke gevolgen dat voor Krimpen heeft. Daarnaast worden de middelen voor de brede doeluitkering centra voor jeugd en gezin met ingang van 2012 toegevoegd aan de algemene uitkering via een decentralisatie-uitkering. De verdeling daarvan is thans nog niet bekend. Feit is wel, dat de door de gemeente thans ontvangen BDUuitkering dan komt te vervallen. Ook daarvan is dus nog de vraag wat het effect voor de gemeente Krimpen is. Beide effecten zouden bij de septembercirculaire bekend moeten zijn, zodat ze nog betrokken kunnen worden bij de vaststelling van de begroting 2012-2015. 10 Voorlopig saldo ongewijzigd beleid De hierboven beschreven ontwikkelingen en voorstellen leiden tot het volgende meerjarenbeeld op basis van ongewijzigd beleid: Opbouw voorlopig saldo 2012 2013 2014 2015 Saldo begroting 2011-2014 t/m raad 19-5-11 Richtlijnen 2012-2015 (indexering) Autonome effecten Algemene uitkering 1.011 332 125 -462 1.027 394 42 -1.141 1.651 433 20 -2.016 1.651 714 -4 -1.850 Voorlopig saldo 1.006 322 88 511 Dit betekent na de bezuinigingsronde van de vorige begroting opnieuw een forse opgave. Zoals eerder aangegeven willen wij ons richten op een sluitende begroting met materieel evenwicht in 2015. Dit betekent een dekkingsopgave van € 0,5 miljoen. Daarin is nog geen nieuw beleid opgenomen. Een belangrijke kanttekening bij het voorlopige saldo is de onzekerheid van de ramingen. Zoals bekend zijn de gevolgen van de decentralisaties en de rijksbezuinigingen nog onvoldoende vertaald in de raming van de algemene uitkering. Dat is een risico. Een tweede punt is dat het opstellen van de begrotingsramingen vaak leidt tot een nadeliger saldo, omdat op gedetailleerd niveau wordt nagegaan of beschikbare bedragen nog toereikend worden geacht.. Ook andere nu nog onbekende ontwikkelingen kunnen en zullen invloed hebben op het saldo van de begroting 2012-2015. Daarom benadrukken wij dat de genoemde bedragen indicatief zijn. Desalniettemin zijn deze saldi het vertrekpunt waarop de kaders voor de begroting 2012-2015 worden gebaseerd. In het volgende hoofdstuk van deze kadernota gaan wij in op de afwegingen en intenties ten aanzien van het beleid op de diverse programma’s, waarbij wij naast nieuw beleid en intensiveringen ook voorstellen doen en richtingen aangeven om tot dekking van het tekort te komen. 11 3. Nieuw beleid, intensiveringen en ombuiging In het voorgaande hebben wij de (verwachte) ontwikkelingen van het begrotingssaldo toegelicht. Zoals gezegd staan wij op basis van bestaand beleid al gesteld voor een nieuwe bezuinigingsoperatie. Een operatie die groter zou worden, wanneer nieuw beleid – en dan vooral nieuw beleid met een structureel karakter – aan de begroting 2012-2015 zou worden toegevoegd. Bij de voorbereiding van deze Kadernota hebben wij daarom als college het uitgangspunt genomen dat nieuw beleid of intensivering van beleid met structurele lasten binnen een programma mogelijk is, maar dat de dekking van die extra lasten zo (veel) mogelijk binnen dat zelfde programma gevonden moet worden. Nieuw beleid met een incidenteel karakter wordt volgens de geldende gedragslijn ten laste van een reserve gebracht. Anders dan u van ons gewend bent, geven wij in dit hoofdstuk daarom per programma inzicht in zowel onze voorstellen tot nieuw beleid c.q. beleidsintensivering als in onze voorstellen tot ombuiging c.q. beleidsextensivering. Op deze manier proberen wij u op programmaniveau ook op een meer beleidsmatig niveau inzicht te geven in de consequenties. Per programma is steeds aangegeven wat het totaal van de ombuigingsvoorstellen is (negatief) en tevens voor welk bedrag nieuw beleid wordt voorgesteld met effecten voor de begroting. Na de programma’s gaan wij nog in op een aantal onderwerpen dat in zijn uitwerking (financiële) consequenties heeft voor meerdere programma’s. Programma Veiligheid Wij zijn recent gestart met de evaluatie van het veiligheidsbeleid. De eerste uitkomsten laten zien dat wij met de inzet van de thans beschikbare structurele middelen ook in de toekomst adequaat veiligheidsbeleid kunnen uitvoeren. Wel achten wij het nodig om in 2012 eenmalig te investeren in het actualiseren c.q. vernieuwen van het verkeers(veiligheids)beleid. Wij schatten in dat het opnieuw en transparant vastleggen van het beleid uiteindelijk in de uitvoering tot efficiencywinst kan leiden. In het verlengde van de invoering van de WABO hebben wij integraal handhavingsbeleid in voorbereiding. In dit verband denken wij ook aan het intensiveren van handhaving door het opleggen en innen van dwangsommen. Programma Veiligheid totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -10 0 -10 2013 -10 0 -10 2014 -10 0 -10 2015 -10 0 -10 Programma Jeugd en Onderwijs In ons collegeprogramma hebben wij al aangekondigd dat wij door het aanbrengen van verdere samenhang in het jeugd- en jongerenbeleid effectiever én efficiënter willen werken. Daarom willen wij in 2012 starten met een onderzoek dat er concreet op gericht is om het jeugd- en jongerenwerk beter in te bedden in ons gemeentelijk jeugdbeleid. Wij verwachten hiermee vanaf 2014 een besparing te realiseren. Eind 2010 is het CJG operationeel geworden. Dat heeft o.a. tot gevolg gehad dat de vraag naar opvoedingsondersteuning is toegenomen. Hierdoor ontstaan wachtlijsten. Vooralsnog willen wij het budget echter nog niet verhogen. 12 Wij hebben een wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Het is ook één van de speerpunten van ons collegeprogramma. Recent is de PCBS Kompas opgeleverd. Dit jaar wordt gestart met de bouw van de Admiraal de Ruyterschool. In de vergadering van 19 mei heeft de raad besloten om vervangende nieuwbouw voor het Krimpenerwaard College in het onderwijshuisvestingsprogramma op te nemen. In deze Kadernota is dat financieel vertaald. In het programma buitenruimte tenslotte hebben wij voor 2012 een eenmalige extra investering voorzien ter uitvoering van het Speelruimtebeleid dat wij later dit jaar ter vaststelling voorleggen. Programma Jeugd en Onderwijs totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -7 0 -7 2013 -7 0 -7 2014 -57 0 -57 2015 -57 67 10 Programma Sport en Cultuur Op het gebied van sport en cultuur streven wij naar een samenhangend en toegankelijk lokaal aanbod dat is afgestemd op het regionale aanbod. Wij streven daarbij naar multifunctionaliteit van gebouwen en accommodaties. In dit verband doet zich in het kader van de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College een kans voor. Via nieuw beleid doen wij daarom voorstellen om financieel rekening te houden met de verhuizing van KOAG en het realiseren van een sporthal die zowel voor de school als voor de binnensport beschikbaar komt. Wij doen uw raad hier later afzonderlijk een concreet voorstel voor. Mogelijke ombuigingen binnen de sportsector zien wij in de mogelijkheid om 19% BTW op investeringen terug te vragen. Rente en afschrijving op grote investeringen worden daardoor lager. Daar staat echter een afdracht van 6% BTW op huuropbrengsten tegenover. Tenslotte willen we met ingang van 2015 de jeugdsportsubsidies afschaffen. Via de inzet van de combinatiefunctionarissen streven wij immers naar een toename van het aantal actieve sporters. In 2011 ronden wij op het gebied van cultuur een aantal acties af (kwaliteitsimpuls muziekschool, denktank kunst- en cultuurbeleid en monumentenzorg). Voor 2012 is geen nieuw beleid voorzien. Wij doen thans ook geen specifieke voorstellen voor ombuigingen. Programma Sport en Cultuur totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -20 15 -5 2013 -30 15 -15 2014 -40 15 -25 2015 -145 101 -44 Programma Maatschappelijke Ondersteuning In het kader van nieuw beleid 2011-2014 is budget beschikbaar voor woonzorgzonering. Wij doen geen nieuwe voorstellen voor intensivering. Aangezien dit één van de speerpunten van ons collegeprogramma is, doen wij ook geen voorstellen voor ombuigingen. Wel willen wij m.i.v. 2014 bezuinigen op het ontwikkelingsbudget dat wij beschikbaar stellen aan het Meldpunt. 13 In de nieuwe nota Volksgezondheid die wij dit jaar opstellen, willen wij de samenwerking met publieke en private partners centraal stellen. Wij hebben de intentie om als gemeente minder projecten te financieren en meer in samenwerking met derden uit te voeren. Dat betekent vanaf 2014 een besparing. Programma Maatschappelijke Ondersteuning totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 2013 0 0 0 2014 0 0 0 -24 0 -24 2015 -24 0 -24 Programma Werk en Inkomen In de Voorjaarsnota zijn wij al ingegaan op het nadelige saldo op de bijstandsuitgaven. Dit nadelige saldo is veroorzaakt door verlaging van de financiering van rijkswege en door een stijging van het bijstandsbestand als gevolg van de stijging van de werkloosheid. Wij hebben in de Voorjaarsnota al een plan van aanpak aangekondigd, dat ertoe leidt dat het nadelige effect vanaf 2013 is weggewerkt. Dit is nu als zodanig in de Kadernota overgenomen. In het kader van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening die naar verwachting in 2011 in werking treedt, zijn gemeenten verplicht om uitvoering te geven aan schuldhulpverlening. Daarvoor is een nieuw budget nodig in aanvulling op de bedragen die al via nieuw beleid in de begroting 2011-2014 zijn opgenomen. Het is nog onduidelijk of deze extra kosten door een aanvullende uitkering van het rijk kunnen worden gedekt. Wij zien mogelijkheden om structureel te bezuinigen op ons minimabeleid, oplopende tot € 50.000 in 2015. Teneinde de effecten van de armoedeval te verkleinen en de eigen verantwoordelijkheid te vergroten wordt onderzocht, in aanvulling op de reeds aangebrachte bezuinigingen, hoe een prikkel richting werkaanvaarding beter kan worden in gezet. Gedacht wordt o.a. aan verdere verlaging van de langdurigheidstoeslag. Programma Werk en Inkomen totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -20 52 32 2013 -30 52 22 2014 -40 52 12 2015 -50 52 2 Programma Beheer Buitenruimte Het onderhoud van de buitenruimte is te splitsen in dagelijks onderhoud en groot onderhoud. Dagelijks onderhoud komt ten laste van de exploitatie. In het kader van de bezuinigingsoperatie van 2011 hebben wij hier al besparingen weten te realiseren door het sluiten van meerjarige onderhoudscontracten. Wij verwachten dat we dit voor een aantal andere beheercontracten voor 2012 en volgende jaren ook nog kunnen doen. Gelet op de hoogte van de voorzieningen voor groot onderhoud (herstraten en riolering) willen wij nogmaals kijken naar de huidige werkwijze en wijze van financiële dekking. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat een groter deel van de kosten van herstrating het gevolg is van de uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan. 14 Voor de begroting kan dit een voordeel opleveren, omdat de jaarlijkse dotatie aan de voorziening herstraten verlaagd kan worden. Ook onderzoeken wij nog een aantal kleinere ombuigingen én de mogelijkheid om extra inkomsten te genereren. Programma Beheer Buitenruimte totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -208 0 -208 2013 -212 0 -212 2014 -215 0 -215 2015 -238 0 -238 Programma Duurzaam Wonen en Werken Binnen dit programma ligt de nadruk op het ontwikkelen van beleid en het begeleiden van de uitvoering van dat beleid door het inzetten van eigen personeel. Door incidenteel extra middelen in te zetten, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en mobiliteit, proberen wij nieuwe ontwikkelingen op gang te krijgen en initiatieven in het veld te ondersteunen. Wij zien binnen dit programma maar zeer beperkte mogelijkheden tot ombuigingen. Waar mogelijk zullen deze posten worden benut. Wij stellen voor om de beleidsintensiveringen in duurzaamheid conform de Duurzaamheidsvisie voort te zetten zonder te bezuinigen op de reeds beschikbare incidentele budgetten, d.w.z. subsidies van derden (SloK) en ten laste van de reserve nieuw beleid. Om het beleid te evalueren stellen wij voor om in de tweede helft van 2012 een evaluatie uit te voeren. Als uitvloeisel van ons collegeprogramma heeft u voor de jaren 2011-2013 ieder jaar € 50.000,beschikbaar gesteld onder de noemer ‘Bereikbaarheidsmakelaar’. Uiteindelijk doel van deze middelen, die worden gedekt uit de Reserve hoofdinfrastructuur, is om een nieuw impuls te geven aan het zoeken van oplossingen voor de problematiek in de ‘Algeracorridor’. Gelet op de ontwikkelingen en uitkomsten van RotterdamVooruit stellen wij voor om deze middelen in 2012 in te zetten voor het doen van onderzoek naar maatregelen die op korte termijn tot verlichting van de problematiek kunnen leiden. Meer concreet gaat het om haalbaarheidsonderzoeken naar een autoveer tussen de Krimpenerwaard en Ridderkerk en fietsveren tussen de Stormpolder en Bolnes/IJsselmonde en tussen Capelle en Krimpen aan den IJssel. De achterliggende jaren is het economisch beleid van de gemeente geïntensiveerd. Dat begint langzaam maar zeker vruchten af te werpen. De structureel beschikbare middelen worden inmiddels geheel besteed. Daarbij merken wij op dat in de eerdere bezuinigingsoperatie op het eerder beschikbaar gestelde budget is gekort. Middelen die wij in de uitvoering nu ‘tekort’ komen. Daarom willen wij in de jaren 2012-2014 toch meer (incidentele) middelen beschikbaar hebben om het economisch beleid juist in deze jaren een extra impuls te geven. Programma Duurzaam Wonen en Werken totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -5 10 5 15 2013 -5 10 5 2014 -32 10 -22 2015 -32 10 -22 Programma Bestuur en Dienstverlening / Bedrijfsvoering Jaarlijks brengen wij in de paragraaf bedrijfsvoering van de programmabegroting integraal in beeld welke ambities wij hebben op het gebied van de gemeentelijke bedrijfsvoering. De kosten die hiermee gepaard gaan worden verantwoord in het Programma Bestuur en Dienstverlening. Personeel en Organisatie In de bezuinigingsoperatie voor de begroting 2011-2014 is al een fors aandeel geleverd door verlaging van het budget voor salariskosten met in totaal circa € 900.000. Voor de begroting 2012-2015 zien wij desalniettemin nog nieuwe mogelijkheden om te bezuinigen op de personeelsbudgetten. Deels is dit mogelijk door slimme(re) inzet van ICT. Verder geven wij dit jaar een concrete bestuursopdracht voor de vorming van een Shared Service Center met Capelle aan den IJssel (en wellicht nog andere gemeenten). Wij gebruiken zoveel mogelijk het natuurlijk verloop om de bezuinigingen op de formatie te realiseren. Mede ingegeven door de werkkostenregeling willen wij de secundaire arbeidsvoorwaarden tegen het licht houden. Wij verwachten hier een voordeel te realiseren, dat wij voorlopig inschatten op € 50.000. Informatisering en automatisering In aanvulling op de reguliere budgetten is voor 2012 en 2013 nog extra geld voor afronding van het project digitaliseren bouwvergunningen-archief. De kosten drukken op programma 2, onderdeel vergunningverlening en handhaving, en worden betrokken bij de vaststelling van de legestarieven. Met de invoering van de WABO is de digitale aanvraag mogelijk gemaakt. Op termijn is zodoende het proces van de omgevingsvergunning volledig gedigitaliseerd. Dit zal uiteindelijk tot efficiencyvoordeel in de front- en backoffices kunnen leiden. Bovendien zal de kwaliteit van dienstverlening toenemen. Vastgoedmanagement Voor het vastgoedmanagement streven wij naar een efficiënte beheervorm, al dan niet in de vorm van een 'shared service center'. Ook denken wij aan het afbouwen van onze vastgoedportefeuille conform de Kadernota vastgoed. Op korte termijn wordt onderzocht welke financiële voordelen zijn te behalen als gevolg van het in rekening brengen van kostprijs dekkende huren. Dit inzicht zal worden betrokken bij het opstellen van de begroting 2012-2015. Bestuurskosten Gelet op de forse opgave zijn wij van mening dat ook binnen de budgetten voor bestuurlijke kosten opnieuw naar bezuinigingsmogelijkheden moet worden gekeken. Daarbij gaat in ieder geval de aandacht uit naar de representatiekosten, waarop wij € 10.000 willen bezuinigen. Programma Bestuur en Dienstverlening / Bedrijfsvoering totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -142 0 -142 16 2013 -242 40 -202 2014 -342 40 -302 2015 -570 50 -520 Algemene dekkingsmiddelen Aanbesteding afvalverwerking Als gevolg van het openbreken van de overeenkomst met de MAK zullen de kosten voor de afvalverwerking naar verwachting structureel naar beneden kunnen met een bedrag van tussen de € 350.000 en € 500.000. Omdat op diverse posten, onder meer vanwege het opnemen van een jaarlijks bijdrage voor de realisatie van ondergrondse afvalcontainers, in totaal € 100.000 extra nodig is resteert een voordeel van € 250.000 tot € 400.000. Dit leidt conform het beleid en gemaakte afspraken tot een verlaging van de tarieven en een voordeel van € 20 tot € 32 per huishouden. Onroerend Zaak Belasting (OZB) Mede vanwege de verlaging van de afvalstoffenheffing achten wij een verhoging van de OZB met 3% boven de trend verantwoord. Dit betekent een extra inkomst van € 165.000 structureel. Onder de huidige (financiële) omstandigheden is dit in onze ogen een noodzakelijke maatregel. Het Rijk blijft via de zogenaamde macronorm toezicht houden op de hoogte van de OZB stijging. Voor 2012 is deze bepaald op 3,75%, inclusief indexering. Mogelijk dat deze in de septembercirculaire nog wordt aangepast, omdat in het mogelijk af te sluiten Bestuursakkoord is afgesproken dat de grondslag van deze macronorm vereenvoudigd zou moeten worden. Als gemeente hebben wij overigens de afgelopen jaren aan de veilige kant van die norm geopereerd. Uitbreiding belastingcapaciteit Bij het maken van keuzes voor het sluitend maken van de begroting dient ook gekeken te worden naar de mogelijkheid van het benutten van nieuwe belastingcapaciteit, die tot nu toe buiten beeld was. Het heffen van precariobelasting over kabels en leidingen kan zo’n inkomstenbron zijn. Echter, niet zondermeer staat vast dat het heffen van precariobelasting tot de mogelijkheden behoord. In verband hiermee is een onderzoek gestart om op de relevante vragen een antwoord te geven. Het onderzoek kan binnen enkele weken zijn afgerond. Een tweede mogelijk nieuwe belasting betreft de invoering van betaald parkeren in het centrum. Ook hiernaar wordt onderzoek gedaan. Afhankelijk van de uitkomsten van deze onderzoeken doen wij u meer concrete voorstellen met betrekking tot de mogelijke invoering van nieuwe belastingen of een verdere verhoging van de OZB. Wij richten ons daarbij op het jaar 2015. Algemene dekkingsmiddelen totaal ombuigingsvoorstellen totaal nieuw beleid (netto lasten begroting) saldo voorstellen 2012 -165 0 -165 2013 -165 0 -165 2014 -165 0 -165 2015 -165 0 -165 Rente Sinds 2008 berekent de gemeente Krimpen geen rente meer over investeringen. Dit betekent dat kapitaallasten die aan de programma’s worden toegerekend uitsluitend bestaan uit afschrijvingslasten. Dit wil echter niet zeggen dat er geen rentelasten zijn. De rentelasten en –baten lopen wel mee in het totale begrotings- en rekeningresultaat. Omdat de gemeente in de nabije toekomst voor enkele grote 17 investeringsbeslissingen staat is opnieuw bezien op welke wijze de rente een rol moet spelen in de afwegingen. Wanneer de gemeente voor de financiering van investeringen geld moet aantrekken worden uiteraard rentekosten gemaakt. Vaak worden investeringen niet volledig met vreemd geld gefinancierd, omdat ook beschikbare liquide saldi kunnen worden ingezet. Het verdient daarom de voorkeur om de rente als totaal in beeld te brengen en niet per investering. De gemeente past totaalfinanciering toe, wat betekent dat niet iedere investering apart wordt gefinancierd, maar geld wordt aangetrokken wanneer de gemeentelijke liquiditeitspositie ontoereikend is. Om beter inzicht in de te verwachten rentelasten te krijgen wordt gewerkt aan een liquiditeitenbegroting voor de komende jaren, waarin alle belangrijke kasstromen zijn opgenomen. Door in deze prognose ook nieuwe investeringen op te nemen kan een betrouwbare raming van de te verwachten financieringslasten worden gemaakt. De verwachting is dat bij het opstellen van de begroting 2012 van dit nieuwe instrument gebruik kan worden gemaakt. In deze kadernota wordt over nieuwe investeringen gerekend met de gemiddelde rentelast gedurende de afschrijvingstermijn van 2,5%. Ook in de berekening van het voorlopig meerjarig saldo is dit uitgangspunt gehanteerd. 18 4. Financieel perspectief In het voorgaande hoofdstuk is in grote lijnen per programma geschetst hoe wij willen komen tot een sluitende begroting voor het jaar 2015. Daarbij denken wij door ombuigingen te realiseren niet alleen het tekort op het bestaande beleid te kunnen neutraliseren, maar ook ruimte te maken voor nieuw beleid in lijn met ons collegeprogramma. Dit leidt tot de volgende voorlopige cijfers: Ombuigingsvoorstellen per programma Veiligheid Jeugd en Onderwijs Sport en Cultuur Maatschappelijke dienstverlening Werk en Inkomen Beheer buitenruimte Duurzaam wonen en werken Bestuur en dienstverlening / bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen TOTAAL OMBUIGINGSVOORSTELLEN 2012 2013 2014 2015 10 10 10 10 7 7 57 57 20 30 40 145 0 0 24 24 20 30 40 50 208 212 215 238 5 5 32 32 142 242 342 570 165 165 165 165 577 701 925 1.291 De financiële effecten van het voorgestelde nieuw beleid treft u hieronder aan. Voor meer gedetailleerde informatie per onderwerp en een inhoudelijke toelichting per onderwerp verwijzen wij naar de betreffende bijlage. Zoals gebruikelijk wordt voor incidentele lasten een beroep gedaan op de reserves. De overige (structurele) lasten zijn onderdeel van het voorlopig saldo waarvoor via deze kadernota dekkingsrichtingen worden aangegeven. Dit leidt tot de volgende lasten: Overzicht dekking lasten NB & I 2012 - ten laste van programma's / exploitatie - ten laste van reserve nieuw beleid 2013 2014 77 117 390 45 - ten laste van Hoofdinfrastructuur 2015 117 279 55 - ten laste van reserve onderwijshuisvestingsvoorzieningen 800 TOTAAL Nieuw beleid en intensiveringen 522 162 117 1.079 In het voorgaande hoofdstuk is toegelicht dat met de voorgenomen investeringen ook rentelasten samenhangen: Overzicht rentelasten van de investeringsbedragen nieuw beleid 2012 structureel nadelig effect exploitatie agv aantrekken geldleningen tbv investeringen (2,5% rente = gemidd) 2013 2014 104 19 2015 208 417 Op basis van het bestaande ongewijzigde beleid, de voorgenomen ombuigingen en de voorstellen voor nieuw beleid komen wij tot het volgende voorlopige meerjarenbeeld: Meerjarig saldo na kadernota 2012 2013 2014 2015 Saldo ongewijzigd beleid Nieuw beleid en intensiveringen Rente effecten nieuw beleid en intensiveringen 1.006 77 0 322 117 104 88 117 208 511 279 417 Voorlopig saldo incl nieuw beleid Totaal ombuigingsvoorstellen 1.083 -577 543 -701 413 -925 1.207 -1.291 Voorlopig saldo incl nieuw beleid 506 -158 -512 -84 In deze kadernota beperken wij ons tot een aanduiding van de ombuigingsrichting en een inschatting van het mogelijke effect in 2015 per programma. Indien uw raad instemt met de richtingen die wij voorstellen beschouwen wij deze cijfers als kaderstellend. In het najaar wordt u in de begroting 2012 een meer uitgewerkt ombuigingspakket voorgelegd, op basis van deze kaders. De ontwikkeling van het meerjarig saldo leidt tot begrotingsevenwicht op termijn. Vooralsnog lijkt alleen het begrotingsjaar 2012 geen materieel evenwicht te vertonen. Wanneer dit beeld in de meerjarenbegroting 2012-2015 wordt doorgezet, stellen wij voor om het tekort in 2012 te dekken uit de reserve “Dekking tijdelijke tekorten op structurele posten”. 20 5. Discussie over collectieve en individuele voorzieningen? In ons collegeprogramma hebben wij al aangegeven dat wij streven naar een nieuw evenwicht tussen de eigen verantwoordelijkheid van burgers om hun leven vorm te geven en de wettelijke of politiek gevoelde verantwoordelijkheid van ons gemeentebestuur om collectieve en/of individuele voorzieningen aan te bieden. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota in de gemeenteraad van 19 mei hebben wij sommige fracties ook al de wens horen uiten om een (kern)takendiscussie te voeren. Wij stellen niet voor om dit nu uitvoerig bij de behandeling van deze Kadernota te doen. Wij vinden echter wel dat er alle aanleiding is om ons gemeentelijk profiel en de bijbehorende ambtelijke organisatie scherp te definiëren. Wat doen we zelf, waar werken we met anderen samen, waar besteden we uit en wat doen we niet meer of minder? Steeds weer met ons doel voor ogen: burgers worden – tijdelijk en indien nodig – geholpen om hun leven zélf vorm te geven. In dit verband constateren wij dat in de achterliggende jaren – vaak mede op initiatief van de gemeente – veel voorzieningen zijn gerealiseerd. Veel van deze voorzieningen vloeien niet voort uit een directe wettelijke verplichting van het gemeentebestuur. Dat betekent ook dat er voor dit type voorzieningen geen aanwijsbare inkomstenbron is in bijv. de Algemene Uitkering. Het zijn voorzieningen die deels via tarieven of een eigen bijdrage en deels via eigen algemene dekkingsmiddelen, zoals de OZB bekostigd moeten worden. Deze voorzieningen hebben bovendien het karakter dat het – als het alleen om het creëren of het behouden van die specifieke voorziening gaat – in de politieke discussie van dat moment vaak wordt bepaald door de actualiteit van de problematiek. De nieuwe voorziening wordt als het ware aan het bestaande pakket toegevoegd zonder dat wordt bezien of een andere op een vergelijkbare problematiek gerichte voorziening dan wellicht kan worden beëindigd of aangepast. Bovendien lijkt het wel of een nieuwe voorziening die een oplossing moet zijn voor een op dat moment gevoeld probleem, later niet nog eens (integraal) ter discussie mag worden gesteld. Bijna sluipenderwijs wordt een voorziening structureel en daarmee als ‘verworven’ recht gezien. Dit alles gezegd hebbend zien wij dat de gemeente een aantal rollen kan spelen om een aantrekkelijk aanbod van voorzieningen te realiseren. Zo treedt de gemeente op als verstrekker van subsidies aan die instanties die een voorziening aanbieden waarmee een bijdrage wordt geleverd aan door het gemeentebestuur gewenste beleidseffecten. Dat kunnen budgetsubsidies zijn, zoals aan de bibliotheek en het jeugd- en jongerenwerk. Maar de gemeente geeft ook subsidies aan tal van culturele en sportieve initiatieven. Bij de bezuinigingsoperatie van 2011-2014 heeft hier al een stevige generieke ombuiging plaatsgevonden. Met het huidige financiële beeld lijkt het echter onvermijdelijk om ook in 2015 nog geen indexering toe te passen. Tenzij wij in staat zijn om scherpe politieke keuzes te maken. In dit verband is ook relevant dat, met name de laatste jaren, (mede) door toedoen van de gemeente en – met op het moment van invoering – een deugdelijke onderbouwing ook een aantal nieuwe voorzieningen tot stand is gebracht. Wij noemen, zonder uitputtend te willen zijn, buurtcoach, intensief casemanager, opvoedingsondersteuning, combinatiefunctionarissen. seniorenadviseur, 21 buurtbemiddeling en de Inmiddels gaan hier structureel relatief grote (subsidie)bedragen in om, waarbij het de vraag is welk eindbeeld wij voor ogen hebben. Hoe verhouden al deze nieuwe professionals zich tot ons uitgangspunt dat burgers zelf verantwoordelijk zijn? Verder investeert de gemeente in gebouwen en accommodaties die aan verenigingen en instanties worden verhuurd. Daarbij streven wij op lange termijn naar buurtgerichte, zoveel mogelijk multifunctionele accommodaties die voldoen aan de beleidsmatig gewenste functionele wensen en aan de eisen op het gebied van duurzaamheid en efficiënt beheer. In principe zoeken wij daarbij aansluiting bij investeringen op het gebied van onderwijshuisvesting. De financiering en dekking van de exploitatielasten van nieuwe gebouwen of accommodaties moet duurzaam zijn. Dat betekent dat boekwaarden van de te slopen gebouwen of accommodaties eenmalig als 'verlies' worden genomen. Voor schoolgebouwen wordt daar de Reserve onderwijshuisvestingsvoorzieningen voor ingezet, maar deze reserve is niet onuitputtelijk. Tegenover afschrijving, rente en onderhoud van nieuwe kapitaalgoederen moeten structurele inkomsten staan, voor zover mogelijk in de vorm van een kostprijs dekkende huur. Dat geldt niet voor onderwijshuisvesting. Voor de structurele lasten daarvan ontvangt de gemeente in beginsel een vergoeding via de Algemene Uitkering. Tenslotte exploiteert de gemeente van oudsher ook zelf een aantal voorzieningen. Voor wat betreft de exploitatie van deze voorzieningen (muziekschool, kinderboerderij, zwembad, Tuyter, sporthal en sportzalen, markt, haven, begraafplaats) blijven wij streven naar verlaging van de exploitatietekorten. Dat kan feitelijk echter alleen door bezuiniging op personeels- of andere exploitatielasten, verhoging van tarieven of het zoeken naar een nieuwe (private) beheersvorm die wellicht efficiënter en meer marktconform is. Bij dit alles speelt steeds weer de vraag of wij voldoende middelen hebben om dit scala aan voorzieningen in stand te houden. Bottom line gaat het steeds om de vraag of wij de gebruikers van deze voorzieningen zelf voor de voorziening willen laten betalen of dat wij algemene dekkingsmiddelen, zoals de OZB of andere lokale belastingen, willen inzetten om de tarieven of eigen bijdrage laag te houden. Daarbij is ook aan de orde of wij bijvoorbeeld het bieden van parkeergelegenheid als een specifieke voorziening willen beschouwen, waarvoor door de gebruikers betaald moet worden. Wij constateren dat het hier om het wezen van de politiek gaat: het maken van keuzes. W ij zijn bereid om als bestuur zo’n discussie voor te bereiden. Het is aan u als raad, als volksvertegenwoordiging en hoogste politieke orgaan, om zo’n discussie te voeren en af te ronden. 22 6. Financiële positie In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op de ontwikkeling van het begrotingssaldo. Bij het beoordelen van de financiële positie van de gemeente spelen ook de risico’s en het weerstandsvermogen een belangrijke rol. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan achtereenvolgens de risico’s, de reservepositie en de bestemming van het rekeningsaldo 2010. Risico’s De gemeente Krimpen hanteert al jaren een overzicht van de belangrijkste risico’s. Dit overzicht wordt jaarlijks enkele malen geactualiseerd ten behoeve van de kadernota, begroting en jaarrekening. De komende tijd willen wij inzetten op een verbetering van de inschatting van de hoogte de risico’s en de kans dat de risico’s zich voordoen. De verbetering van dat inzicht staat in relatie tot de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. Tevens is er een onderscheid aan te brengen tussen risico’s met een eenmalige financiële impact en risico’s met structurele gevolgen. Deze laatste categorie risico’s kan niet worden opgevangen door de inzet van reserves. Daardoor leidt het zich voordoen van zo’n risico tot een structureel financieel probleem, waarvoor geen dekking is. Grondbeleid Ook in de sfeer van de grondexploitaties worden risico’s gelopen. Investeringen van de gemeente in (woning)bouwprojecten vinden plaats in het kader van het gemeentelijk grondbeleid. Dat betekent dat de resultaten, positief of negatief, niet direct van invloed zijn op het saldo van de begroting. Wel is het in algemene zin zo dat de lopende en geplande projecten, o.a. door de crisis op de woningmarkt, minder eenvoudig gerealiseerd kunnen worden. Het principe dat ieder project op zich financieel sluitend moet kunnen worden ontwikkeld, kan daarmee onder druk komen te staan. Zeker ook omdat in een aantal projecten is voorzien in sloop en nieuwbouw van maatschappelijk vastgoed (onderwijs, sport, zorg). Wij zullen daarom nog meer dan in het verleden alert moeten zijn en waar nodig herprioriteren. In deze kadernota wordt geen expliciete aandacht gegeven aan dit onderwerp. Op basis van de jaarrekening 2010 en de meest recente actualisaties van de prognoses zijn de risico’s beperkt en voldoende afgedekt. In het najaar geven wij in het kader van de hercalculaties meer inzicht in deze materie. Reservepositie De reservepositie van Krimpen is op het eerste gezicht gezond. De totale omvang van de reserves neemt op basis van bestaand beleid de komende jaren slechts beperkt af, van € 20,3 miljioen per 1-12011 tot € 18,7 miljoen in 2015. In die periode worden weliswaar enkele substantiële onttrekkingen gedaan, maar vinden ook toevoegingen plaats, zoals het eindresultaat van Lansingh-Zuid. Algemene reserve De omvang van de algemene reserve de laatste jaren in de buurt van het plafond (€ 5 miljoen). Het saldo zal de komende jaren licht dalen, maar ver boven de bodem van € 2 miljoen blijven. Wel doet zich de vraag voor of de benodigde omvang beter onderbouwd kan worden, in relatie tot de risico’s. Deze onderbouwing kan de basis zijn voor het vrijmaken van extra middelen voor de bufferfunctie van de algemene reserve, of om overtollige middelen anders in te zetten. Bij deze afweging moeten ook de saldi van de algemene reserve bouwgrondexploitatie en de reserve nieuw beleid worden 23 betrokken. Zoals onder “Risico’s” reeds aangegeven besteden wij de komende maanden aandacht aan dit vraagstuk. Reserve Centrum De financiële vooruitzichten met betrekking tot de ontwikkeling van het Centrum zijn nog onduidelijk. Vorig jaar is om deze reden de boekwaarde ten laste van de bestemmingsreserve Centrum gebracht. Omdat de situatie ongewijzigd is wat betreft het totaalbeeld stellen wij voor om ook dit jaar het saldo ad € 180.681 ten laste van de daarvoor bestemde reserve te brengen. Reserve dekking tijdelijke tekorten op structurele posten Vorig jaar is met het oog op de gefaseerde realisering van bezuinigingen deze reserve gevormd. Tot op heden is slechts beperkt gebruik gemaakt van de daarin gestorte middelen. Het vrij aanwendbare saldo van de reserve bedraagt bijna € 900.000. In deze kadernota doen wij nog geen voorstellen om deze middelen in te zetten. Door de ombuigingsinspanningen te richten op materieel evenwicht in 2015 kan het echter zijn dat in de tussenliggende jaren incidentele dekking uit deze reserve nodig is. Bij de aanbieding van de begroting 2012 zullen wij u indien nodig voorstellen daartoe doen. Bestemming rekeningsaldo 2010 Het positieve saldo van de jaarrekening 2010 bedraagt € 756.889,88. Wij stellen u voor dit overschot als volgt te bestemmen: € 77.000 toevoegen aan de Algemene reserve; Hiermee komt de omvang van de Algemene Reserve weer op het plafond van € 5 miljoen. € 150.000 toevoegen aan de bestemmingsreserve Centrum; Om de reserve weer op peil te brengen en enige armslag voor de ontwikkeling van het Centrum te behouden is deze toevoeging nodig. € 100.000 toevoegen aan de bestemmingsreserve Tijdelijke kosten personeel; Om via deze bestemmingsreserve voorzienbare frictiekosten in de komende jaren te kunnen dekken is een toevoeging noodzakelijk. € 200.000 toevoegen aan de reserve Nieuw Beleid; Door diverse onttrekkingen voor eenmalige lasten van nieuw beleid ontstaat een tekort in de reserve Nieuw Beleid. Met deze toevoeging is er weer een kleine marge. € 229.889,88 toevoegen aan de reserve Tijdelijke tekorten op structurele posten; Gezien het uitgangspunt om in 2015 materieel evenwicht te bereiken ligt het voor de hand dat deze reserve in de tussenliggende jaren moet worden aangesproken. Een aanvulling van het saldo is daarom verstandig. 24 7. Slot De voorlopige cijfers voor 2012-2015 op basis van bestaand en ongewijzigd beleid geven aan dat ombuigingen nodig zijn om tot een sluitend begroting te komen. Met de voorstellen die in deze kadernota worden gedaan geven wij aan in welke richting dat begrotingsevenwicht moet worden gezocht. Daarbij creëren wij voldoende ruimte om nieuw beleid en intensiveringen van bestaand beleid door te kunnen voeren, door bestaand beleid te heroverwegen. Het is onvermijdelijk dat tussen de behandeling van de kadernota en die van de begroting ook invloeden van buitenaf bepalen hoe het financieel perspectief zich ontwikkeld. Het is daarom verstandig om terughoudend om te gaan met nieuwe wensen en deze slechts in te vullen indien daarvoor direct aanwijsbare dekking kan worden ingezet. Dit geldt gezien de financiële krapte op grond van deze kadernota tevens voor het schrappen van voorgestelde ombuigingen. In de komende maanden zijn de kaders die u via deze kadernota vaststelt leidend bij het opstellen van de begroting 2012-2015. Genoemde onderzoeken worden uitgewerkt en in indien nodig in september tussentijds aan uw raad voorgelegd. Het uitgangspunt dat in 2015 de begroting weer structureel sluitend moet zijn zou kunnen leiden tot het op de lange baan schuiven van mogelijk ingewikkelde onderwerpen. Wij willen echter benadrukken dat om in 2015 een stabiel begrotingsevenwicht te bereiken, belangrijke discussies in 2012 of eerder gestart moeten worden. 25 Bijlagen 1. 2. 3. 4. Nieuw beleid en intensiveringen Overzicht risico’s Overzicht reserves Circulaire Provincie Zuid-Holland 26 BIJLAGE 1: NIEUW BELEID EN INTENSIVERINGEN OVERZICHT NIEUW BELEID & INTENSIVERINGEN 2012 - 2015 afschrijvin g termijn / ten laste van 1-1 Ontw ikkelingen ICT modernisering GBA I&F 50.000 2014 i 5 10.000 1-1 Ontw ikkelingen ICT vervanging financieel pakket I&F 125.000 2015 i 5 25.000 1-1 Ontw ikkelingen ICT uitbreiding digitale dienstverlening I&F 40.000 2013 s 1-2 Gebruiksvergunning gemeentelijke gebouw en I&F 175.000 2012 i NB 175.000 Omschrijving NB & I Bedrag Bandbreedte jaar I/S maxi mum mini mum Afdeling afschr. bedrag Nr. jaarlasten; rente 0 % 2012 2013 2014 2015 Bestuur en dienstverlening 10.000 40.000 40.000 40.000 Veiligheid 2-1 Actualisatie verkeers(veiligheids)beleid Ruimte 37.500 2012 i NB 37.500 2-2 Het digitaliseren bouw vergunningen Ruimte 90.000 2012 i NB 90.000 Jeugd en onderw ijs 3-1 Vervangende nieuw bouw Krimpenerw aard College (KWC) 25.000 50.000 SL 11.815.000 2012 i 40 3-1 Afschrijving boekw aarde bestaand geb. mbt NB KWC SL 800.000 2014 i OHV 3-1 Wegvallende kapitaallasten en huurvergoeding oude KWC SL -244.331 2014 s 3-2 Infrastructuur & buitengebied KWC SL 2.200.000 2012 i ntb Sport en cultuur 4-1 Vervangende huisvesting Concordia en Big Band Crimpen 45.000 310.761 310.761 800.000 -244.331 SL 175.000 100.000 250.000 2012 i 25 7.000 4-2 Vervangende nieuw bouw KWC : Aanleg sportvelden. SL 525.000 450.000 600.000 2015 i 15 35.000 4-3 Multifunctioneel maken sporthal en geïntegreerde kantine SL 1.900.000 2012 i 40 47.500 4-3 Multifunctioneel maken sporthal exploitatie SL 31.000 2015 s 4-4 Evenementenbeleid SL 15.000 2012 s 15.000 15.000 15.000 15.000 SL 52.300 2012 s 52.300 52.300 52.300 52.300 Ruimte 50.000 - 25.000 2012 i VVD 0 0 0 10.000 10.000 10.000 10.000 522.300 162.300 117.300 1.079.230 Werk en inkom en 6-1 Schuldhulpverlening Beheer buitenruim te 7-1 Uitvoering Speelruimtebeleid en Speelruimteplan 7-2 Oplaadpunt elektrische auto's Duurzaam w onen en w erken 8-1 Evaluatie Duurzaamheidsvisie 75.000 7.000 47.500 31.000 NB 2012 50.000 0 Ruimte 37.500 25.000 50.000 2012 i NB 37.500 8-2 Haalbaarheidsonderzoek autoveer Ruimte 30.000 10.000 50.000 2012 i HIS 30.000 8-3 Haalbaarheidsonderzoek voet-fietsveer Capelle - Krimpen Ruimte 12.500 5.000 20.000 2012 i HIS 12.500 8-4 Haalbaarheidsonderzoek voet/fietsveer Stormp.-Bolnes Ruimte 12.500 5.000 20.000 2012 i HIS 12.500 8-5 Extra impuls economisch beleid Ruimte 10.000 2012 s TOTAAL LASTEN Nieuw beleid & intensiveringen 27 TOELICHTINGEN NIEUW BELEID EN INTENSIVERINGEN 1.1 Ontwikkelingen ICT (intensivering) - (onuitstelbaar / wettelijk verplicht) De digitale dienstverlening wordt elk jaar verder uitgebreid, terwijl hiervoor vanaf 2013 geen middelen beschikbaar zijn. Naast een algemene uitbreiding van de digitale dienstverlening is het in 2014 de bedoeling dat de modernisering van het GBA in Krimpen een feit is (is overigens een wettelijke verplichting), terwijl in 2015 het financiële systeem zal worden vervangen. In het collegeprogramma is ook de verdere ontwikkeling van de dienstverlening opgenomen, waarbij de doelstelling is dat de Krimpense gemeenschap gebruik kan maken van nieuwe en/of vernieuwde informatiekanalen om producten en diensten van de gemeente af te nemen. 1.2 Gebruiksvergunning gemeentelijke gebouwen (nieuw beleid) De gemeente Krimpen aan den IJssel is eigenaar van een groot aantal vastgoedobjecten, in gebruik voor allerlei doeleinden zoals de huisvesting van verenigingen, instellingen en de ambtelijke en bestuurlijke organisatie. Als eigenaar is de gemeente Krimpen aan den IJssel verantwoordelijk voor het veilig ter beschikking stellen van vastgoed dat voldoet aan de eisen zoals aangegeven in het besluit brandveilig gebruik bouwwerken, ook wel bekend als het Gebruiksbesluit. Daarnaast heeft de gemeente Krimpen aan den IJssel, als werkgever, verantwoordelijkheden op het gebied van ARBO-wetgeving. ARBO In het besluit van februari 2009, nr 2009001307, heeft het college kennis genomen van de resultaten van de uitgevoerde RI&E in het kader van de ARBO. De resultaten uit de RI&E worden in onderhavig advies aangeduid als noodzakelijke maatregelen die nodig zijn om aan te voldoen aan de eisen van die betreffende wetgeving. De uitvoering betreft slechts een deel van de resultaten uit de RI&E omdat niet alle maatregelen aanpassingen zijn die leiden tot kosten. Soms betreft het ook het invoeren van een proces. Andere zaken vergen nog verder onderzoek en beleidskeuzes. Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksbesluit) Gebouwen moeten brandveilig worden gebruikt. De brandveiligheidsvoorschriften verschilden per gemeente maar zijn per 1 november 2008 geüniformeerd in het Besluit brandveilig gebruik gebouwen, ook wel bekend als het “Gebruiksbesluit”. Deze voorschriften werken rechtstreeks en gelden voor elke vorm van gebruik. Uitgevoerde controles door de brandweer bij een groot aantal gemeentelijke vastgoedobjecten is geconstateerd hebben uitgewezen dat diverse aanpassingen en maatregelen noodzakelijk zijn om te voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften. In de huidige situatie kan de brandweer hier geen goedkeuring op geven, zijn we als eigenaar van het vastgoed feitelijk in overtreding en voldoen de gebouwen niet aan de brandveiligheidsvoorschriften. 2.1 Actualisatie verkeers(veiligheids)beleid (intensivering) - (wens / uitstelbaar) Er is behoefte aan het actualiseren c.q. vernieuwen van het verkeers(veiligheids)beleid. Het huidige verkeersveiligheidsplan dateert van 2000. Daarmee kan worden voorkomen dat voor teveel zaken ad hoc een advies van de Coördinatie Commissie Verkeer (CCV) moet worden gevraagd. Op basis van het nieuwe/geactualiseerde beleid kan ook een (verdere) opschoning van de verkeerstekens plaatsvinden. De doelstelling van deze actualisatie is een goed functionerend wegenstelsel met het oog op bereikbaarheid en (verkeers)veiligheid, waarbij een score van tenminste een 7,0 (waar in 2010 de verkeersveiligheid nog met een 6,6 werd beoordeeld) het doel is. Door personele wisselingen in de loop van 2011 ontstaat de mogelijkheid om verkeer(veiligheid) een helderder plek in de organisatie te geven. Een geactualiseerd / vernieuwd beleid biedt de nieuwe medewerker verkeer meer houvast om het werk efficiënt uit te voeren. 2.2 Het digitaliseren bouwvergunningen (intensivering) - (lopend project) Het gaat hier om een lopend project, waarbij het bouwvergunningenarchief van 1919 t/m 1970 inmiddels gedigitaliseerd is. De verwachting is dat het project medio 2013 kan worden afgerond. Om 28 het project af te ronden zijn nadere middelen voor inhuur nodig voor het opschonen en samenvoegen van het Krimpense en het TBK archief. 3.1 Vervangende nieuwbouw Krimpenerwaard College (nieuw beleid) Dit betreft de vervangende huisvesting van het schoolgebouw en 3 gymnastieklokalen voor het Krimpenerwaard College inclusief locatie gebonden kosten (rijwielberging onder het gebouw). Tevens zullen de boekwaarden op de bestaande gebouwen, de te verwerven grondkosten en de vermoedelijke boekwaarde van de C-vleugel worden afgeschreven ten laste van de reserve onderwijshuisvesting voorzieningen. Optioneel wordt in plaats van 3 gymzalen een sporthal NOC/NSF gerealiseerd. De meerkosten daarvan inclusief de kosten van een geïntegreerd clubhuis en buitenberging voor KOAG en de kosten van aanleg van 2 nieuwe kunstgrasvelden en een grasveld en infrastructuur worden separaat in beeld gebracht. Conform de onderwijshuisvestingsverordening en de volgens het collegeprogramma gemeentelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting wordt vervangende nieuwbouw opgenomen. 3.2 Infrastructuur & buitengebied Krimpenerwaard College (nieuw beleid) Bij de realisatie van het nieuwe Krimpenerwaard College zijn er ook (noodzakelijke en bijkomende) kosten voor de gemeente die verband houden met sloop van de bestaande gebouwen, bouwrijp maken, aanleg wegen en parkeerplaatsen, afwerking, toezicht, etc. Deze kosten worden via nieuw beleid inzichtelijk gemaakt en aangevraagd en bedragen vermoedelijk zo’n € 2.200.000. 4.1 Vervangende huisvesting Muziekvereniging Concordia en Big Band Crimpen (nieuw beleid) Door de voorgenomen vervangende huisvesting van het Krimpenerwaard College ontstaat er een probleem in de huisvesting van muziekvereniging Concordia / Big Band Cirmpen. De huidige huisvesting heeft een omvang van 455 m² en gedurende 4 avonden per week wordt deze gebruikt voor repetities. In de huidige huisvesting (voormalig gymnastieklokaal) is ook een mogelijkheid van instrumentenopslag, muziekbibliotheek, bestuurskamer en bar/pantry opgenomen. In overleg met de vereniging en de gemeente wordt gezocht naar mogelijke vervanging in een bestaand gebouw, maar er zullen altijd aanpassingskosten zijn. 4.2 Aanleg sportvelden (nieuw beleid) Bij de verhuizing van KOAG wordt tevens rekening gehouden met de aanleg van nieuwe kunstgras korfbalvelden. De verwachting is dat de huidige velden rond de opleveringsperiode van 2015/2016 vervangen zouden moeten worden (zijn dan bijna 16 jaar oud). Ook hier ontstaat een multifunctioneel gebruik tussen het Krimpenerwaard College en de aan te leggen buitensportaccommodatie (korfbalvelden KOAG). Daarnaast dient er een goede vervanging van het huidige schoolsportveld gerealiseerd te worden. De aan te leggen korfbalvelden zullen ook door het Krimpenerwaard College gebruikt gaan worden. In het collegeprogramma is opgenomen, dat er op langere termijn gestreefd wordt naar buurtgerichte, multifunctionele accommodaties. De accommodaties bieden zo mogelijk daarnaast ook ruimte aan buurt- of wijkgerichte activiteiten in het kader van cultuur, sport en welzijn. Waar mogelijk worden de accommodaties daarom voorzien van een gymnastieklokaal. Wanneer aangehaakt wordt bij de realisatie van het Krimpenerwaard College zijn deze kosten noodzakelijk. 4.3 Multifunctioneel maken sporthal en geïntegreerde kantine (nieuw beleid) De capaciteit van de binnensportaccommodaties is ronduit nijpend. Bij de vervangende nieuwbouw van het Krimpenerwaard College wordt rekening gehouden met de realisatie van 3 gymlokalen. In uw collegeprogramma heeft u aangegeven in te willen zetten op multifunctioneel gebruik van accommodaties en wordt het KWC in combinatie met KOAG als mogelijk voorbeeld genoemd. De winwin-situatie voor de gemeente komt er op neer dat er voor relatief weinig meerkosten een oplossing is 29 voor dit probleem. Er zijn wel kosten voor de gemeente, maar deze zijn lager dan bij een solistische oplossing voor het binnensportprobleem. Bijkomend voordeel is dat de kantine geïntegreerd in het schoolgebouw opgenomen wordt. Dit kan gezien worden als meerwaarde, zeker in combinatie met de sportvelden en de invulling van het gebied. Ook nu kan de link gelegd worden met het collegeprogramma als het gaat om het op termijn streven naar buurtgerichte, multifunctionele accommodaties. 4.4 Evenementenbeleid (nieuw beleid) (wens / uitstelbaar) Voor het evenementenbeleid zal naast de extra gemeentelijke inspanning, die een meer pro-actieve houding vraagt, ook een budget nodig zijn voor de implementatie van het evenementenbeleid. Te denken valt aan bijvoorbeeld cofinanciering van evenementen in de aanloopfase of andere uitgaven, die er voor moeten zorgen dat er in Krimpen aan den IJssel voor de verschillende doelgroepen evenementen zijn. 6.1 Schuldhulpverlening (nieuw beleid) - (onuitstelbaar / wettelijk verplicht) In het kader van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening, welke binnenkort in werking zal treden, zijn gemeenten verplicht om uitvoering te geven aan de schuldhulpverlening. Dit betreft een takenpakket dat breder is dan voorheen. In de aanloop van deze wet zijn er van rijkswege gelabelde gelden aan de gemeenten beschikbaar gesteld, om hen te stimuleren aanvullende activiteiten te ontwikkelen op het vlak van schuldhulpverlening. Zo ook voor onze gemeente. Deze middelen zijn ingezet om een externe kracht voor 32 uur in te huren die zich puur bezighoudt met schuldhulpverlening. Dit heeft tot gevolg gehad dat het aantal budgeteringsklanten en het aantal klanten voor een complete schuldhulpverlening aanzienlijk is toegenomen. Aangezien het nog onduidelijk c.q. onzeker is of voor 2012 en volgende jaren ook aanvullende middelen van rijkswege zullen worden ontvangen, maar de wettelijke taak wel uitgevoerd zal moeten worden, wordt voorgesteld om 1 Fte aanvullend op te nemen in de formatie. 7.1 Uitvoering Speelruimtebeleid en Speelruimteplan (intensivering) In het kader van de Agenda Jeugd en Onderwijs wordt Speelruimtebeleid ontwikkeld. Later dit jaar zal dat ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. Het is gebruikelijk dat speelplaatsen 'meelopen' in de reguliere herstratings- en rioleringsplanning. Ter ondersteuning van het nieuwe beleid wordt voorgesteld om extra geld beschikbaar te stellen zodat, indien gewenst, ook buiten deze planning om investeringen in (nieuwe) speelplaatsen kunnen worden gedaan. In het collegeprogramma vormt speelruimtebeleid een onderdeel van de Agenda Jeugd en onderwijs, onderdeel 'Meedoen en ontmoeten' met als doelstelling voldoende en veilige speelplaatsen in de openbare ruimte. De reden om dit extra geld te vragen is omdat het de mogelijkheid biedt omin 2012 uitvoering te geven aan het in 2011 vast te stellen beleid. 7.2 Het nieuwe duurzame rijden (nieuw beleid (wens / uitstelbaar) Aangedragen door de VVD-fractie. Voor de realisatie van twee laadpunten worden op korte termijn afspraken gemaakt. Energiemaatschappijen werken samen om die oplaadpunten te realiseren. Hiervoor is geen financiële bijdrage van de gemeente nodig. De palen moeten worden ingezet voor het leveren van stroom aan voertuigen, vallend onder de term: “Het nieuwe duurzame rijden”: 8.1 Evaluatie Duurzaamheidvisie (nieuw beleid) Duurzaamheid is één van de prioriteiten van het college. De huidige duurzaamheidvisie heeft een looptijd t/m 2012. Voorgesteld wordt om eind 2012 een evaluatie uit te voeren als input voor een nieuw actieplan (en eventueel bijstelling van de visie), waarvoor geld nodig is. 30 De doelstelling van de duurzaamheidvisie is dat milieuproblemen zoveel mogelijk voorkomen moeten worden en/of in het hier en nu opgelost worden in plaats van ze door te schuiven naar elders of naar de toekomst. 8.2 Haalbaarheidsonderzoek autoveer (intensivering) Eén van de mogelijke korte termijn maatregelen volgens project Rotterdam Vooruit, onderdeel Herontwerp Algera- en Brienenoord Corridor is een autoveer tussen de Krimpenerwaard en Ridderkerk. Dit alles in nauw overleg tussen de gemeenten Nederlek, Krimpen aan den IJssel en Ridderkerk. Dit heeft een raakvlak met de doelstelling in het collegeprogramma op het terrein van de mobiliteit en het wonen, waarbij zoveel mogelijk mensen van de Algeracorridor afgehaald moeten worden. 8.3 Haalbaarheidsonderzoek voet/fietsveer Capelle - Krimpen (intensivering) Eén van de andere maatregelen volgens het project Rotterdam Vooruit, onderdeel Herontwerp Algeraen Brienenoord Corridor is een voet/fietsveer tussen Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel. In opdracht van de Stadsregio is een conceptrapportage opgesteld. Nader onderzoek naar haalbaarheid en financiële gevolgen hiervan voor beide gemeenten is wenselijk. Ook dit heeft een raakvlak met genoemd programmaonderdeel uit het collegeprogramma, waarbij in dit geval de doelstelling is een korte en aantrekkelijke fiets-verbinding tussen Capelle en Krimpen, die tevens een onderdeel vormt van de regionale/recreatieve fietsroute. 8.4 Haalbaarheidsonderzoek voet/fietsveer Stormpolder - Bolnes (intensivering) Naar verwachting woont een behoorlijk deel van de werknemers van de bedrijven IHC Krimpen Shipyard en Hollandia ten zuiden van de Nieuwe Maas. Het is de moeite waard te onderzoeken of een veerverbinding kan bewerkstelligen dat deze werknemers de omtrekkende beweging via Brienenoord- en Algerabrug niet meer hoeven te maken door het bieden van een directe veerverbinding vanaf (de omgeving van) Bolnes naar de Stormpolder. Ook dit heeft een raakvlak met de doelstelling in het collegeprogramma op het terrein van de mobiliteit en het wonen, waarbij zoveel mogelijk mensen van de Algeracorridor afgehaald moeten worden. 8.5 Extra impuls economisch beleid (intensivering) De achterliggende jaren is het economisch beleid van de gemeente geïntensiveerd. Zo is begonnen met parkmanagement en neemt de gemeente deel aan het IJssel Business Magazine. De structureel in de begroting beschikbare middelen worden daarmee (grotendeels) besteed. In een eerdere bezuinigingsronde is het budget gekort. Hierdoor is er naast de structurele uitgaven (te) weinig ruimte om te werken aan de college doelstelling voor vergroting van het aantal arbeidsplaatsen.. Omdat in 2011 het Parkmanagement geëvalueerd wordt en gestart wordt met de Herstructurering van de Stormpolder is de verwachting dat hier zaken uit naar voren komen die extra structurele middelen vergen. 31 BIJLAGE 2: OVERZICHT RISICO’S omschrijving van het risico 1. 2. 3. 4. Algemene uitkering / gemeentefonds De ontwikkeling van het gemeentefonds is een onzekere factor. Nog te realiseren bezuinigingen 2011 De cijfers bevatten nog een aantal stelposten die voortkomen uit de bezuinigingsoperatie 2011. De realisatie van de taakstelling is nog niet zeker. portefeuillehouder Prins allen F&C allen F&C 6. Stand van zaken / Ontwikkelingen In 2012 treedt de ‘trap op, trap af"systematiek’ weer in werking. Het onderhandelaarsakkoord is inmiddels getekend. De gevolgen voor Krimpen blijven moeilijk te kwantificeren. Op 31 mei wordt de meicirculaire verwacht. Maar zal naar verwachting ook niet de uitwerking van alle afspraken bevatten, omdat het bestuursakkoord pas begin juni wordt vastgesteld. 50.000 – 200.000 0 - 250.000 Structureel nadelig Incidenteel nadelig Grondverwervingen In de achterliggende periode zijn een aantal grondposities verworven. Gelet op de economische situatie kunnen deze investeringen voor financieel nadeel zorgen. Blankenberg Ruimte Onderhoudstoestand constructie C.G. Roosweg Over de onderhoudstoestand van de constructie onder de C.G. Roosweg tussen het kruispunt en de aanbrug van de Algerabrug is een rapportage verschenen. Prins Bij de opstelling van ramingen is zo veel mogelijk rekening gehouden met de recente ontwikkelingen. Toch loopt de gemeente risico’s door bv. afname groei, toename inflatie, minder dividend, verdere decentralisatie van rijkstaken. 0 – 1.400.000 Blankenberg Ruimte Garantie ISV-subsidie QuaWonen voor het project Rondweg-Middenwetering. 5. Financiële bandbreedte 150.000 – 400.000 Structureel nadelig Alhoewel de invulling nog steeds gestaag verloopt , moet er wel rekening gehouden worden dat een deel van de voorgenomen bezuinigingen in 2012 en volgende jaren niet wordt gerealiseerd Macro-economische ontwikkelingen Prins De macro-economische ontwikkelingen kunnen nadelige gevolgen hebben voor de inkomsten en uitgaven die in de begroting zijn opgenomen. Garantie ISV-subsidie QuaWonen Afdeling 0 -500.000 Incidenteel nadelig 0 – 10.000.000 Incidenteel nadelig Ruimte 32 Het college heeft besloten om QuaWonen de garantie te geven dat de ISV-subsidie die door de SR is toegezegd voor het project Rondweg-Middenwetering zal worden doorbetaald, óók als de SR de subsidie (deels) terugvordert. Als de financiële crisis aanhoudt, kan het nadelige gevolgen hebben voor het ontwikkelen van (woningbouw) plannen. Projectontwikkelaars kunnen terughoudend zijn om de plannen samen met de gemeente te verwezenlijken. De rapportage geeft aanleiding tot verder onderzoek en overleg met de provincie. Het overleg is inmiddels gestart. 7. Wet Werk en Bijstand Blankenberg ASL 0-450.000 Recentelijk leidt een prognose van de te verwachten bijstandsuitgaven voor 2011, onder aftrek van de vergoeding van rijkswege tot een geschat nadelig resultaat van ca. € 1.000.000. Gestart is met een aanzienlijke ombuiging om het nadeel volledig weer teniet te doen. 8. 9. Structureel nadelig Nieuwe CAO-afspraken Prins De laatste nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren heeft afspraken gelden tot juni 2011. Met deze uitkomsten is structureel rekening gehouden. Voor 2012 worden de salarissen verhoogd met 1 %, ofwel € 111.000. BMO Niet halen bezuinigingsdoelstelling gemeenschappelijke regeling OGZ RR SL Aeyelts AverinkWinsemius 45.000 – 300.000 Structureel nadelig Werkplein IJsselgemeenten Structureel nadelig Aeyelts AverinkWinsemius Het is niet logisch om verder vooruit te lopen op de resultaten van toekomstige CAO-onderhandelingen. Er zijn teveel onzekere afhankelijkheden om een goede inschatting te doen. 0 – 70.000 De vaststelling van de begroting gemeenschap-pelijke regeling OGZ RR is sterk vertraagd en heeft de vastgestelde termijn van 1 juli 2010 niet gehaald. Achtergrond van de vertraging is tweeledig. Een nieuwe kostentoerekening door de GGD waardoor de kostprijs sterk werd verhoogd en daarnaast uitplaatsing van taken jeugdgezond-heidszorg 4-19 jarigen naar Centrum voor Jeugd en Gezin Rijnmond met eveneens kostenstijgingen. 10 Gelet op het feit dat er sprake is van een hele grote inspanning, dient er rekening meegehouden te worden dat niet de gehele bezuiniging voor de komende jaren kan worden ingeboekt. SL Stadregionaal vindt nog overleg plaats met als doel de OGZ RR begroting op het niveau 2010 min 5 % te krijgen voor alle basistaken in het kader van de uitvoering van de Wet Publieke Gezondheid. Er bestaat een risico dat deze bezuinigingsopdracht niet wordt gehaald. De meerkosten voor de producten jeugdgezondheidszorg 4 – 19 jarigen komt mogelijk € 30.000 hoger uit. Voor decentrale huisvestingskosten jeugd-gezondheidszorg wordt nog rekening gehouden met een p.m. post van € 20.000. Het basistakenpakket GGD komt mogelijk € 20.000 hoger uit ten opzichte de in de begroting opgenomen taakstelling. 0- In april 2011 is besloten deel te nemen aan het Werkplein IJsselgemeenten. Structureel nadelig 33 Onderhandelingen over de financiële gevolgen moeten nog starten. BIJLAGE 3: OVERZICHT RESERVES Overzicht reserves 1-jan-11 Algem ene reserve Algemene Dienst Bouw grondexploitatie Nieuw Beleid Meerjaren Prognose Mutaties 1-1-2015 5.011.530 -1.139.545 2.884.262 2.965.659 974.599 -965.339 8.870.391 860.775 3.871.985 5.849.921 9.260 9.731.166 Bestem m ingsreserves BTW-compensatiefonds 920.749 -60.000 Dekking tijdelijke tekorten op structurele lasten 780.586 338.890 Vorming en opleiding 258.465 -253.238 Tijdelijke kosten personeel 352.978 -217.166 Onderw ijshuisvestingsvoorzieningen 2.197.050 -635.764 Afschrijvingen 329.035 -226.424 Raadhuis 1.000.000 -75.000 Bijzondere Doeleinden 0 0 Erfpachtsgronden 0 0 Centrum 239.511 -30.681 Hoofdinfrastructuur 1.000.000 -69.172 7.078.375 -1.228.555 860.749 1.119.476 5.227 135.812 1.561.286 102.611 925.000 0 0 208.830 930.828 5.849.820 Egalisatiereserves Reiniging Riolering RO-projecten Bouw leges 3.955.513 -1.241.498 270.767 0 138.019 -99.782 0 107.741 4.364.299 -1.233.539 TOTAAL 2.714.015 270.767 38.237 107.741 3.130.760 20.313.064 -1.601.319 18.711.745 34 BIJLAGE 4: CIRCULAIRE PROVINCIE ZUID-HOLLAND 35 Kadernota 2012 ERRATUM Pagina 8 In de tabel met indexeringspercentages is abusievelijk een te hoog percentage voor de tarieven van de muziekschool opgenomen in de jaren 2013 en 2014. In plaats van 2,5% had hier moeten staan: 1,5%. De financiële gevolgen voor het saldo zijn als volgt: 2013: € 2.000 nadelig 2014: € 4.000 nadelig 2015: € 4.000 nadelig 36