Editoriaal df 47 (G)EEN GELUKKIG 2006? De Vlaamse begroting 2006 voor welzijn biedt weinig reden om te feesten… Welzijn en gezondheid is met 2,7 miljard euro op een totaal van 20 miljard, na onderwijs de tweede grootste uitgavenpost op de Vlaamse begroting 2006. Terwijl de Vlaamse begroting een stijging van het beleidskrediet voorziet met 4,7 procent, stijgen de cijfers voor welzijn slechts met 4,2 procent; in het betaalkrediet gaat het om een stijging met 3,8 procent in de globale begroting en 4,1 procent voor welzijn. Een belangrijke inspanning van 189 miljoen euro wordt in de periode 2006-2010 besteed aan de nieuwe CAO voor de non-profit. Een evenwichtig akkoord met drie grote luiken: uitbreidingsbeleid, koopkracht en kwaliteit, met onder meer een belangrijk luik van 16 miljoen voor management. De eerste schijf aan middelen is voorzien op de begroting 2006, zodat de uitvoering volgend jaar start. Daarnaast is er echter geen ruimte voor nieuw beleid in 2006. Nieuwe initiatieven moeten hun (laatste beetje) hoop stellen op de budgetcontrole in het voorjaar van 2006 en op de plannen die minister Vervotte voorbereidt, of worden verwezen naar 2007 of later... De meerjarenbegroting, waaraan de Vlaamse regering werkte, wekte bij ons de verwachting dat er eindelijk werk zou gemaakt worden van bijvoorbeeld een meerjarenplan voor het wegwerken van de wachtlijsten, onder meer voor de personen met een handicap. Deze programmatie kwam er, voor zover ons bekend, echter niet. Voor de gehandicaptenzorg worden de kredieten, die in het najaar van 2005 voorzien werden voor een volgende fase in het wegwerken van de wachtlijsten (7,5 miljoen euro), op jaarbasis gebracht door het budget in 2006 met 15 miljoen euro te verhogen. Middelen voor een volgende fase zijn echter niet voorzien, terwijl uit de centrale zorgregistratie blijkt dat er nog 6.000 personen met een handicap en hun gezin wachten op een min of meer dringende oplossing. Ook het voorziene groeipad voor de centra voor ontwikkelingsstoornissen is niet begroot. Er zijn geen extra-middelen boven de normale jaarlijkse dotatie voor het VIPA, terwijl nu reeds kan voorzien worden dat er een groot tekort zal ontstaan in 2006. En dan spreken we nog niet over de noodzakelijke vervanging van afgeschreven en totaal afgeleefde gebouwen… Gemiddeld wordt vandaag tussen de 95 en 98% van de subsidies via de maandelijkse voorschotten aan de voorzieningen uitbetaald. De afrekening van de dagprijzen gebeurt slechts binnen de 2,5 jaar na datum. Een snellere administratieve afhandeling door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een handicap (VFSIPH) moet het mogelijk maken dit te realiseren binnen de 2 jaar, zoals eerder aanbevolen door het Rekenhof. De budgettaire middelen voor deze inhaaloperatie ontbreken echter! En tenslotte moeten we vaststellen dat een verhoging van de werkingsmiddelen niet voorzien is. Voor Kind & Gezin komt er 2 miljoen euro extra voor de consultatiebureau’s en de uitvoering van het adoptiedecreet. Eind oktober 2005 maakte minister Vervotte bovendien haar plan bekend om 3.000 extra plaatsen te voorzien in de kinderopvang in 2006 en 2007. Een plan met een kostenplaatje van 6,6 miljoen euro en een belangrijke stap in de richting van de realisatie van de binnen deze regeerperiode beloofde 5.000 extra plaatsen. De middelen die worden uitgetrokken voor de werkdruk bij de diensten voor opvanggezinnen zijn totaal ontoereikend om het probleem op te lossen. De aangekondigde kwalitatieve en kwantitatieve uitbreiding van de CKG’s (Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning) en DGOP’s (Diensten voor Gezinsondersteunende Pleegzorg) werden vooralsnog niet begroot. Voor de bijzondere jeugdbijstand werd 1,5 miljoen euro extra voorzien, te besteden aan de niet geprogrammeerde subsectoren zoals pleegzorg, plaatsingen in ziekenhuizen en internaten, en de zogenaamde preventieve sociale acties. Nieuw beleid in de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand is niet voorzien. En ook voor de verhoging van de werkingsmiddelen is er zowel in de begroting 2005 als in die voor 2006 niets voorzien. Een eerdere studie van de Vlaamse administratie geeft nog steeds een tekort aan van 1,3 miljoen euro. Wel kreeg minister Vervotte van de Vlaamse regering de opdracht een ‘globaal plan jeugdzorg’ op te maken, onder meer naar aanleiding van de signalen van toenemende druk op de hulpverlening en voor de uitvoering van het hulpverleningsluik naar aanleiding van de nakende goedkeuring van de gewijzigde wet op de jeugdbescherming. Sluitstuk van dit plan is een nauwkeurige becijfering van de effecten op de begroting... De sector kijkt met belangstelling uit naar het resultaat, maar nu reeds is duidelijk dat zonder een bijkomende financiële inspanning dit plan dode letter blijft… Wellicht is ook hier de budgetcontrole 2006 een eerste toets! Wat het vrijwilligerswerk betreft moeten we vaststellen dat het budget gelijk blijft, maar wel moet verdeeld worden over meer verenigingen. Als de aanvragen de laatste jaren met de helft toenemen, zou ook het budget moeten volgen. De overheid stelt – terecht – meer eisen aan de verenigingen, maar vermindert tegelijkertijd de toelagen… Volgend jaar ontsnappen we wel aan een aantal kleine besparingen. Zoals in de regeringsverklaring van Leterme I was opgenomen kregen we als initiatiefnemers in 2005 de zekerheid dat de aangegane engagementen correct worden nagekomen. Deze elementaire regel van goed bestuur mag nooit meer in discussie komen: de Vlaamse overheid moet aan zijn ‘partners in welzijn’ correct en tijdig de voorziene subsidies uitbetalen! De middelen die voorzien worden voor het noodzakelijke uitbreidingsbeleid zijn echter onvoldoende, en wat de werkingsmiddelen betreft, blijven de meeste sectoren totaal op hun honger zitten. Als we de Vlaamse begroting 2006 voor welzijn nader bekijken, is er dan ook weinig reden tot feesten! Theo Rombouts Algemeen voorzitter Frank Cuyt Algemeen directeur