Het financieel beleid in relatie tot het inhoudelijk beleid van een

advertisement
Het financieel beleid in relatie tot
het inhoudelijk beleid van een organisatie
1
Naar dit document wordt verwezen in Hoofdstuk 1
Profit- en not-for-profitorganisaties
Organisaties die diensten of producten verkopen met het doel winst te maken, worden profit­
organisaties genoemd. Er wordt dan ook wel gesproken over ‘commerciële’ organisaties.
Winst is het verschil tussen datgene wat een dienst of product daadwerkelijk gekost heeft om
het te produceren (de kostprijs) en de prijs die de dienst of product heeft opgeleverd (verkoop­
prijs).
Voor profitorganisaties geldt dat de verkoopprijs altijd hoger moet zijn dan de kostprijs, anders
kan er geen sprake zijn van winst.
De hoogte van de winst is bij deze organisaties de graadmeter voor het functioneren. Bij een
hoge winst is de organisatie zeer succesvol.
Organisaties die diensten of producten aanbieden zonder winstoogmerk, worden non-profi­
torganisaties genoemd. Zij hebben primair het profijt voor de samenleving voor ogen in plaats
van het behalen van winst. De doelstelling van een non-profitorganisatie is dus de ondersteu­
ning van private of publieke aangelegenheden voor niet-commerciële, maatschappelijke doel­
einden zoals onderwijs, welzijn, zorg, kunst, politiek of onderzoek.
Hoewel deze organisaties niet naar winst streven, hebben zij wel inkomsten nodig. Zij zijn daar­
voor aangewezen op verschillende financieringsbronnen, zoals:
■eigen bijdragen van klanten of gebruikers (het kan zijn dat degenen die gebruikmaken van
de diensten van een non-profitorganisatie daarvoor moeten betalen, meestal dekken deze
inkomsten niet volledig de kostprijs);
■giften van sympathisanten;
■bijdragen van de overheid (subsidies);
■sponsoring door profitorganisaties;
■extra gelden uit commerciële activiteiten;
■fondsen (voor een bijzonder doel vastgelegd kapitaal, waarop men een beroep kan doen als
de kosten voor zo’n specifiek doel niet elders niet vergoeding in aanmerking komen).
Non-profitorganisaties die gesubsidieerd zijn door de overheid worden ook door de overheid
op kwaliteit gecontroleerd. Als de organisatie niet aan de kwaliteitseisen van de overheid vol­
doet, kan de subsidie worden stopgezet.
Het financiële beleid van non-profitorganisaties kenmerkt zich door het feit dat zij bij de rea­
lisatie van hun doel een evenwicht moeten zien te bereiken tussen inkomsten en uitgaven.
Daarvoor is het nodig dat de begroting sluitend is: de inkomsten moeten voldoende zijn om de
uitgaven te financieren.
u i t g e v e r ij
coutinho
c
Extra informatie bij Hoofdstuk 1 van Kwaliteit met beleid — 1/2
Beter is dan ook te spreken van not-for-profitorganisaties, want ook al streven zij niet naar
winst, de kosten moeten uiteraard wel zo veel mogelijk worden terugverdiend.
Ook bij in deze organisaties moet net als in de commerciële sector, effectief en efficiënt worden
gewerkt.
Functies van een begroting/budget
Het budget en de begroting hebben een aantal belangrijke functies in een organisatie:
Bezinning op de toekomst
Het maken van een begroting dwingt de leiding van een organisatie na te denken over de toe­
komst. De voornaamste functie van het werken met begrotingen en budgetten is dat de leiding
van een organisatie zich vooraf realiseert wat de financiële toekomst brengt en of iets makkelijk
of moeilijk (financieel) haalbaar is.
Het machtigen van de budgethouder
Een budget geeft de budgethouder (de leiding van de organisatie, de projectleider, teamleider)
de bevoegdheid om bepaalde financiële beslissingen te nemen in het kader van het uitvoeren
van het beleid(splan).
Het verstrekken van een taakopdracht
De begroting en het budget verstrekken als het ware een opdracht aan de budgethouder om
het beleid(splan) binnen de financiële grenzen uit te voeren. Met andere woorden: het budget
geeft de grenzen aan tot waar de (financiële) verantwoordelijkheid van de budgethouder reikt.
Het toetsen van het beleid(splan)
De begroting en het budget zijn een controlemiddel waarmee gemeten kan worden op welke
manier het beleid wordt uitgevoerd.
De cijfers uit de begroting worden vergeleken met de werkelijk behaalde resultaten. Het
belangrijkste is niet dat de begroting en/of het budget klopt met de werkelijkheid, maar dat
het inzicht geeft in:
- de oorzaken zijn van de verschillen;
- wie verantwoordelijk is of zijn voor de geconstateerde verschillen;
- welke oplossingen er zijn om de vastgestelde gebreken te verbeteren en de zwakke plekken
van de organisatie aan te pakken.
Deze verschillenanalyse vormt de basis voor het leren van de organisatie. (Zie ook paragraaf
1.2.5 De (lerende) organisatie.)
Met behulp van de informatie uit de verschillenanalyse kan het beleid worden bijgestuurd en
kan verantwoording worden afgelegd aan zowel de interne als de externe belanghebbenden
van de organisatie. (Zie paragraaf 1.2.3 en hoofdstuk 6.)
u i t g e v e r ij
coutinho
c
Extra informatie bij Hoofdstuk 1 van Kwaliteit met beleid — 2/2
Download