HOOFDSTUK 1 – EEN JONGE NATIE EN HAAR GRONDWET (1776-1865) Intropagina's (pagina 8-9) 1 Waarom eisen de inwoners van Boston dat het Britse schip met thee aan boord vertrekt? Volgens een nieuwe wet van het Britse parlement moet er voor het invoeren van deze Britse thee voortaan belasting worden betaald (invoerrechten). Veel Amerikanen zijn daar fel op tegen. 2 Waarom zijn de mannen uit Boston die in actie komen verkleed als Indianen? Daarmee willen ze duidelijk maken dat ze onderdrukt worden, net als de indianen. (En waarschijnlijk wilden ze ook niet herkend worden.) 3 Waarom weigeren de Amerikanen al tien jaar lang om belasting te betalen aan de Britse overheid? Ze vinden dat de Britse regering niet het recht heeft belastingen op te leggen, omdat zij in het Britse parlement niet vertegenwoordigd zijn. 4 Hoe ‘eindigde’ het conflict tussen de Amerikaanse kolonisten en de Engelse regering? De Amerikaanse kolonisten verklaren zich in 1776 onafhankelijk; ze zetten de Britse regering dus aan de kant en kiezen zelf een regering. Oriëntatiekennis (pagina 10-11) 1 Leg uit welk verband er is tussen de Verlichting en de democratische revoluties die rond 1800 uitbraken. Verlichte denkers verspreidden ideeën over gelijkheid en vrijheid, die de kritiek op de politieke en sociale verhoudingen versterkte en zo de gevestigde orde ondermijnde. Waar die gevestigde orde weigerde hervormingen door te voeren (zoals de Franse © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 1 1 koning, die als absoluut vorst bleef regeren), werd zij met een revolutie omvergeworpen. 2 Waarom verzetten vooral de zuidelijke staten van Amerika zich fel tegen een verbod op slavernij? Omdat zij na 1800 steeds afhankelijker waren geworden van slavenarbeid op hun katoenplantages, en de verkoop van katoen was hun voornaamste inkomstenbron. 3 Welk verband is er tussen slavernij en de industriële revolutie? Door de industriële revolutie ontstond de textielindustrie. De vraag naar katoen (als grondstof voor die textielindustrie) nam sterk toe, en daarmee ook de behoefte aan goedkope arbeid om de katoen te plukken. Slavernij leverde die goedkope arbeid. Je kunt dus zeggen dat de industriële revolutie een prikkel gaf om slavernij in stand te houden. 1.1 De staatsinrichting van de VS (pagina 12-13) De Amerikaanse grondwet 1 Waarom wilden de Amerikanen na hun onafhankelijkheid geen sterke regering? Ze hadden slechte ervaringen met de Britse regering en hadden moeten vechten voor hun vrijheid. Een sterke overheid zou de Amerikanen opnieuw allerlei regels en belastingen kunnen opleggen. Dat wilden ze niet, ze wilden hun eigen zaken regelen, vrij van overheidsbemoeienis. 2 Waarom kwamen in 1787 afgevaardigden bijeen om een nieuwe grondwet te maken? De losse samenwerking van de staten, zonder een duidelijk centraal gezag, bleek niet goed te werken. Er waren nieuwe afspraken nodig over de verdeling van macht tussen de centrale regering en de deelstaten. In de grondwet werden die afspraken vastgelegd. 3 Wat hield de ‘Bill of Rights’ in? © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 1 2 De ‘Bill of Rights’ was een aanvulling op de grondwet, waarin de rechten van de Amerikaanse burgers zijn vastgelegd, zoals de vrijheid van meningsuiting en het recht op wapenbezit. 4 Waren de Verenigde Staten vanaf het begin een democratie? Nee. Eerst konden alleen mannen met een zeker bezit hun stem uitbrengen. Pas later werd het kiesrecht uitgebreid tot eerst alle blanke mannen, daarna alle mannen (ook voormalige slaven), en ten slotte, in 1920, ook vrouwen. Scheiding der machten 5 Over welke zaken beslist de federale overheid? De federale overheid beslist over buitenlandse politiek, defensie, financiën en het economisch verkeer tussen de deelstaten. 6 Leg uit wat de essentie is van de ‘trias politica’. De essentie van de ‘trias politica’ is dat er drie soorten macht zijn: wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtsprekende macht. Die machten moeten niet in handen van één persoon of groep zijn; ze moeten elkaar juist kunnen controleren. 7 Wie heeft in de Verenigde Staten de uitvoerende macht? De president. Die stelt een regering samen en benoemt de belangrijkste ambtenaren. Ook is hij opperbevelhebber van het leger. 8 Wie heeft in de Verenigde Staten de wetgevende macht? Het Congres. Dat bestaat uit de Senaat, waarin elke deelstaat twee vertegenwoordigers heeft, en het Huis van Afgevaardigden, waarin het aantal vertegenwoordigers per staat afhangt van het inwonertal. 9 Welke rol en welke macht heeft het Hooggerechtshof? Het Hooggerechtshof is de hoogste rechterlijke macht. Het kan wetten en besluiten verbieden die volgens de opperrechters in strijd zijn met de grondwet. Ze controleren © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 1 3 dus de president, die de uitvoerende macht heeft, en het Congres, die samen met de president wetten opstelt. 10 Wat wordt bedoeld met ‘imperial presidency’? Daarmee wordt bedoeld dat de president teveel macht heeft gekregen en als een soort keizer (min of meer een alleenheerser dus) kan regeren. Sommige Amerikanen vinden dat. 11 Welke argumenten pleiten tegen de bewering dat de president ‘keizerlijke’ macht heeft? Deelstaten kunnen met eigen wetgeving de gevolgen van federale wetten (van de president dus) beperken. Bovendien kan een president zonder medewerking van het Congres maar weinig uitrichten, vooral in de binnenlandse politiek niet. Republikeinen en Democraten 12 Leg uit dat de Democratische Partij en Republikeinse Partij veel lossere organisaties zijn dan politieke partijen in Europa. Politici die in het Congres gekozen worden, vertegenwoordigen vooral het district of de staat die ze afvaardigt; er is geen partijleider die één centrale koers uitzet. Binnen beide partijen zitten dus zowel behoudende als radicale Congresleden. 13 Leg uit dat de rol van de twee partijen in de loop der tijd veranderde. In de 19e eeuw was de Republikeinse Partij de meest progressieve partij (tegen slavernij, voor gelijke rechten), vanaf de jaren 1930 was de Democratische Partij dat (voor sociale wetgeving, voor een overheid die ingrijpt in de economie); de Republikeinse Partij werd de partij die opkwam voor de belangen van het bedrijfsleven en de conservatieve burgers. 1.2 Van grondwet tot burgeroorlog (pagina 14-15) © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 1 4 De groei van Amerika 1 Hoe zag de Amerikaanse samenleving er rond 1800 uit? De VS waren aan agrarische samenleving van vier miljoen blanke, meestal protestantse en van oorsprong Engelse of Ierse inwoners die op een relatief smalle strook langs de oostkust leefden. 2 Hoe zag de Amerikaanse samenleving er uit ten tijde van de burgeroorlog? De VS waren nog steeds een overwegend agrarische samenleving, maar er was meer commerciële landbouw en in het noorden waren er fabrieken en steden. De bevolking was vooral door immigratie gegroeid tot 30 miljoen, die zich over een groot deel van het continent hadden verspreid, daarbij geholpen door de ontwikkeling van de spoorwegen. Manifest Destiny 3 Wat wordt bedoeld met ‘Manifest Destiny’? De overtuiging dat het de (door God opgedragen) taak van de Amerikanen was om het hele continent in westelijke richting in bezit te nemen en te beschaven. 4 Wat hield de ‘Monroe-doctrine’ in? Het door president Monroe in 1823 geformuleerde uitgangspunt dat de Amerikanen als enigen zeggenschap hadden over Amerika; Europa mocht zich daar niet mee bemoeien (zoals de VS zich omgekeerd ook niet met Europa zou bemoeien). De Amerikaanse Burgeroorlog 5 Waarom leidde het heffen van hoge invoerrechten tot spanningen binnen de VS? Het geïndustrialiseerde noorden had voordeel van die invoertarieven, het agrarische zuiden had er alleen maar last van (hogere prijzen bijvoorbeeld). 6 Waarom nam in de zuidelijke staten de vraag naar slavenarbeid toe? © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 1 5 Aan de snel groeiende Britse textielindustrie kon veel katoen verkocht worden. Het zware werk op de katoenplantages werd gedaan door slaven; daarvan waren er dus meer nodig. 7 Waarom verklaarden de zuidelijke deelstaten zich in 1860 onafhankelijk? Omdat de nieuw gekozen president Lincoln een tegenstander van slavernij was. De zuidelijke staten wilden voorkomen dat hij ook in het zuiden de slavernij kon afschaffen, en scheidden zich af. 8 Wat was de inzet van de Amerikaanse burgeroorlog en hoe eindigde deze? De zuidelijke staten wilden onafhankelijk zijn en de slavernij handhaven; de noordelijke staten wilden de opstandige staten – zonder slavernij – laten terugkeren in de VS. De burgeroorlog eindigde in een overwinning van het noorden en daarmee de afschaffing van de slavernij in heel de VS. President Lincoln werd uit wraak voor die maatregel vermoord. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De VS 1865-1965 / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 1 6