ADHD Ik word onderzocht op ADHD, wat is dat precies? ADHD is een afkorting uit het Engelse: Attention Deficit and Hyperactivity Disorder. In het Nederlands is dat aandachtstekort stoornis met hyperactiviteit. Of makkelijker: Alle Dagen Heel Druk. Maar al die termen kloppen niet helemaal. Er zijn vormen waarbij er helemaal geen hyperactiviteit is, waar mensen juist wat stilletjes zijn. Dat wordt ook wel met ADD aangeduid. En de term aandachtstekort suggereert dat kinderen die dat hebben aandacht tekort zijn gekomen en daar voelen ouders zich dan ten onrechte schuldig over. Het betekent iets heel anders: dat ze moeilijk hun aandacht bij een bepaald onderwerp kunnen houden. Het komt ook bij ouderen voor, hoe komt het dat dit als een jongerenkwaal gezien wordt? Bij kinderen valt het erg op. Als ze naar de basisschool gaan moeten ze opeens stilzitten en werkjes doen. Of luisteren naar de juf en andere kinderen aan het woord laten. Zo’n drie tot vijf procent van de kinderen heeft daar moeite mee en heeft uiteindelijk de diagnose ADHD. De laatste jaren is bekend dat de kwaal bij een derde van die kinderen niet overgaat in de volwassenheid. Bij volwassenen ziet we het bij een procent van de mensen. Die zitten als volwassenen misschien niet meer zo te friemelen en wiebelen en breken de tent niet meer af, maar ze hebben wel moeite op zich op hun taak te richten. En klagen over onrust in hun hoofd. Zijn er verschillen? ADHD bij kinderen zien we vaker bij jongens. Het begint soms al in de wieg, waar ze al heel snel achterstevoren in liggen. Sommige moeders herinneren zich dat ze in de buik al druk waren. En moeilijk stil konden liggen als ze een schone luier kregen. Ze lopen vaak al vroeg, zijn koppig en lastig in de supermarkt. Op volwassen leeftijd komt het bijna net zoveel bij vrouwen voor. Hoewel die laatsten wat vaker alleen de concentratieproblemen hebben en minder die hyperactiviteit. Ze kunnen zich vaak moeilijk ontspannen. Natuurlijk geeft zo’n gedrag ook problemen op andere terreinen, bij het afmaken van een opleiding, bij het vinden van werk. Sommigen krijgen er psychische kwalen bij, worden depressief, angstig of vluchten in de alcohol. Waar komt het eigenlijk door. Is er een test waarmee je het kan aantonen? Het is iets in de hersenen. Eerlijk gezegd weten we niet waar in de hersenen het zit. Het heeft iets te maken met de overdracht van prikkels van de ene hersencel naar de andere. Daar is kennelijk wat mis mee en die afwijking is ook wat erfelijk. Het komt vaak voor dat een kind de diagnose ADHD krijgt en dat de vader dan pas de symptomen bij zichzelf herkent. We denken dat 80 procent van de oorzaak in erfelijkheid en twintig procent in de omgeving moet worden gezocht. Er is geen eenvoudige bloedtest of foto waarmee je het kunt bewijzen. Je moet kijken naar het gedrag, in verschillende omstandigheden. En vooral ook uitzoeken hoe het als kind was; aan volwassenen wordt vaak gevraagd hun ouders mee te nemen zodat die wat kunnen vertellen over het vroegere gedrag als kind. Hoe herken je het? Wat zijn de symptomen? Gebrek aan concentratie, veel fouten maken, slecht luisteren, je werk niet afmaken, steeds praten, snel afgeleid, moeilijk op je beurt kunnen wachten, impulsief iets ondernemen. Ze hebben moeite met de dagindeling en voelen zich rusteloos of praten aan een stuk door. Ze storten zich vaak in gevaarlijke situaties. Daar staat wel wat tegenover: Volwassen patiënten zijn vaak ook heel spontaan, energiek, creatief, doortastend. Ze nemen het initiatief. ADHD kan dus ook heel positieve kanten hebben! En dat ADD? Dat is dus die vorm waarbij je helemaal niet druk bent, maar juist stilletjes. De onrust zit dan wel in het hoofd, maar komt niet zo duidelijk naar buiten. Die mensen hebben wel ergens last van, maar het wordt minder vlug als ADHD herkend. En zelfs heel drukke kinderen kunnen zich bij bepaalde dingen juist heel goed concentreren, in stress omstandigheden bijvoorbeeld. Bij het doen van een spannend computerspel of wanneer ze in een vreemde omgeving komen. Voor het eerst bij de dokter bijvoorbeeld, dan kunnen ze heel rustig zijn en lijkt het gedrag dus mee te vallen. En geloven anderen de ouders soms niet. Maar zodra ze in een vertrouwde omgeving zijn, zijn de problemen weer even duidelijk aanwezig. Kun je er iets tegen doen? Heel belangrijk is het bieden van structuur. ADHD patiënten krijgen vaak een coach die ze uitlegt wat de kwaal inhoudt en hoe ze er het beste mee kunnen omgaan. Ze leren dan tijdsplanning, hoe met geld om te gaan, opruimen van hun huis. Daarnaast helpen medicijnen goed. Ritalin is de bekendste: vorig jaar zijn er 500.000 recepten voor Ritalin geschreven. Als je dat inneemt wordt je rustiger, kun je je beter concentreren en ben je minder snel afgeleid. Gezonde mensen worden er juist heel hyper van. Maar de prestaties van ADHD-patiënten wordt veel beter en je bent aangenamer voor je omgeving. Ritalin werkt maar een paar uur en je moet dus tijdig weer een tablet nemen. Er zijn langer werkende medicijnen in de handel, die je dus niet zo frequent hoeft in te nemen, maar die zijn vaak duurder en worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. Moet je die je hele leven slikken? Daarvoor hebben die middelen toch nog wel veel nadelen. De bedoeling is dat door coaching, je betere gewoonten aanleert, en dan langzaam kunt stoppen met de medicijnen. Maar wetenschappelijk onderzoek gaat wellicht nog een veel beter begrip opleveren en dan zie je vaak een hele waaier aan medicijnen komen.