Als_ik_toch_eens_rijk_was

advertisement
“Als ik toch eens rijk was…”
Passage avond 19 september ’11
Zingen: Psalm 139: vers 1,2.
(God kent ons in alles, weet wat we deze zomer zoal meegemaakt hebben en hoe we nu weer een nieuw
seizoen zullen gaan beginnen met Passage)
Jezus kende ook de gemeenten uit de tijd van Johannes op Patmos en liet een brief van Hem
schrijven door Johannes aan de gemeente van Smyrna, waar de kerk het niet gemakkelijk had.
We wandelen eerst even door Smyrna, over geplaveide straten, om te zien wat voor stad het was.
Smyrna was een rijke handels en havenstad met bijna net zoveel inwoners als de stad Groningen van
nu. Er zijn verschillende tempels met hun goden, maar de grootste tempel is die van de godin Roma,
de moedergodin van de Romeinen. Verderop zie je een theater, gebouwd tegen een heuvel aan, met
wel 20.000 zitplaatsen en daarbij een renbaan. Er zijn rijke koopmanshuizen, maar ook sloppen en
stegen waar de armen wonen. Er was belangstelling voor wetenschap, kunst, sport en religie.
De meeste inwoners bestaan uit Grieken en Romeinen, maar er wonen ook veel joden, vandaar dat
we ook een synagoge tegenkomen. Maar als je goed oplet, je moet het weten, zie je de ingang van
een piepklein christelijke kerkje. Te herkennen aan het “Ichtusteken” (visje).
Door een lastercampagne van de joden zijn de christelijke zakenlieden failliet gegaan. Daardoor wil
er niemand zaken met ze doen en zijn ze straatarm. Nu hebt u een beetje een voorstelling hoe de
christenen daar leven.
Lezen: Openbaring 2: 8 t/m 11.
We lezen dat Jezus dus precies weet hoe het met hen is en wat ze meemaken en ook wat ze nog gaan
meemaken. Dat ze vanwege hun belijdenis van Jezus als Heer misschien gedood zullen worden. Hij
wil hen gaan bemoedigen; Houd moed en wees trouw. Jezus doet hen een belofte dat ze als
lauwerkrans, als overwinning, het Eeuwige Leven krijgen.
Ook in ons geloofsleven kan angst, twijfel en zorg de boventoon voeren, maar houd moed en wees
trouw.
Jezus schrijft naar de gemeente van Smyrna: “Jullie zijn rijk”. Dat schrijft Hij omdat ze
Koningskinderen zijn in het Koninkrijk van God. Ze zijn rijk door het geloof in de God van de Bijbel.
In het wereldse hadden ze een armoedig bestaan, maar ze waren rijk in Gods liefde en zorg ….. in het
heden.
Rijk in de erfenis, die voor je is weggelegd…………in de toekomst.
Een ieder die Jezus Christus wil volgen en Hem volkomen vertrouwt, is een rijk mens. Nu al: rijk in Zijn
liefde en rijk in Zijn zorg. Wie deze Jezus trouw blijft tot de dood….ontvangt straks uit de handen van
deze Heiland de overwinningskroon. Een eeuwig leven in heerlijkheid.
“Als ik toch eens rijk was…..” Je bent rijk als je op God Zijn Woord vertrouwt!
Zingen: Gezang 400: vers 1,3,11,12.
Gebed.
Download