WIJSBEGEERTE: H1: Op zoek naar een stabiele werkelijk

advertisement
WIJSBEGEERTE: H2: Geloof en weten: De middeleeuwen
(5de Eeuw – 15de Eeuw)
1 Inleiding
 Romeinse Rijk: succesvol
· Pol. Eenheid
· Hoge culturele graad
 Toch al vroeg mislukking:
· Expansie onder Trajanus: toenemende CRISIS
· Expansie houdt op  centrifugale krachten bovenhand
· Eco. stokt, zware crisis
 Ontstaan van kleine economietjes
· Ruilhandel ↑ (geen betrouwbaar geld meer)
· Landbouw verwaarloosd (geen veiligheid)
 Ontstaan van systeem van samenhorigheid
· Grondbezitters en kleine boeren
· Economie gebaseerd op bezit
 Romeinse Rijk: KWETSBAAR!
· Germaanse volksverhuizingen
· Vestigen ook eco. van grondbezit
· Groeit uit tot feodaliteit
· Harmonieuze relatie tussen leenman en leenheer
 Geleidelijk ontstaan van nationale staten
 Nog niet totaal vervallen:
· Stabiele factor = KERK
2 De vroege middeleeuwen: Augustinus
 Christelijke leer:
· voortzetting van antieke debatten
· kritiek op ‘pretentie’ van heidenen
 gelukzaligheid bereiken door kracht van de rede
· Augustinus:
 verlossing niet in menselijke rede!!
 Verlossing slechts mogelijk door de goddelijke genade
 Alles wat bestaat = uiting van Gods schepkracht
· Eerst gepland (God = architect, ontwerper)
· Modellen (exemplaria, ontwerpen) van alles aanwezig in Goddelijke geest
 verwezenlijking van plannen = SCHEPPING
· Mens steekt er boven uit
 Vrijheid (“beeld van God”)  Ligt in redelijkheid en wil (alleen
mens hebben deze 2 vermogens!)
 Wil: leidt ons handelen
 Augustinus: wantrouwt nieuwsgierigheid (keuzes maken die
best zijn voor goddelijke heilsplan  nieuwsgierigheid brengt
ziel op foute pad)
1
 goede redelijke kennis = NOODZAKELIJK
· Modellen proberen te achterhalen (goddelijke geest)
· Toch effectief eeuwige waarheden kennen:
 Zien van het onstoffelijke in het stoffelijke
 Zien van het tijdloze in het tijdelijke
 Individuele in het universele
 ...
 Alleen zichtbaar als verstand ‘verlicht’ wordt door
geestelijk, tijdloos, universeel licht
 DUS: goddelijke licht maakt het ons verstand
mogelijk om de waarheid te zien
Johannesevangelie: Vader door bemiddeling van Zoon oorzaak van zijn en kennen
· Zoon = woord (logos) dat als licht in de wereld kwam
· Dit goddelijke licht noodzakelijk voor elke KENNIS
 Kerkvaders: heidense filosofie opnieuw interpreteren!
· Geloof in persoonlijke god
· Die god grijpt in in geschiedenis (lot v.d. mens)
· PHYLOSOPHIA CHRISTIANA
 Nieuwe perspectieven
 Interpretatie van de wereld in het licht van
onomkeerbaar proces
 Gericht op einddoel
 Begint bij schepping
 Mens, bestemming en waarde centraal
 ( al reeds antropocentrisme)
 Middeleeuwers: leven gericht op einddoel
· = gelukzalige schouwen (bezichtigen) van God
· Details van het leven ondergeschikt aan goddelijke heilsplan
· Filosofie: geloofovertuiging, op zoek naar rationele verantwoording
 Denken = aanvulling bij geloof
 Middeleeuwse wereldbeschouwing:
· Homogeen
· Kenmerken: streven naar orde, evenwicht en synthese
· Harmonie tussen openbaring v.h. schrift en openbaring in geschapen
natuur
· Natuur openbaart Gods macht en goedheid
 Wereld opnieuw gesacraliseerd
 Verschil Grieken:
 Grieken: onpersoonlijke kosmische kracht
 Romeinen: persoonlijke scheppende god
 Verwoestingen 4de en 5de Eeuw:
· Toch continuïteit in geestesleven
· Niet vanzelfsprekend:
 Begin ME: bronnen antieke filosofie afgesloten
 Plato: enkele werken in Latijn vertaald
 Aristoteles: enkele werken over logica
 TOCH GROTE INVLOED!
2
 Augustinus: aansluiten bij platoonse filosofie, daarbinnen al
reeds invloed van Aristoteles (studie fysieke realiteit)
Toch: onderwijs en kennis SLECHT
· Opnieuw beginnen
· Zoektocht naar info (geen materiële kennis!)
· Elk nieuw spoor GROOT gezag!
 Auctoritates (gezaghebbende auteurs)
 Auctoritates
·
·
·
Verwijt van Descartes en bacon: Mensen denken zelf niet, luisteren naar
autoriteiten in ME
 Onterecht
 Auctoritates: ‘blootleggende rationele waarheid,
neergeschreven voor nageslacht (Thomas van Aquino)
 Hun gezag = gezag van waarheid zelf (echtheid, juistheid)
Gezag niet overdrijven
 Gezag = slechtste argument
 Gezag: WEL WETEN, GEEN INZICHT!!!
Alanus van Lille: ‘‘auctoritas = wassen neus, draaibaar in alle richtingen’’
3 De volle middeleeuwen: de herontdekking van
Aristoteles
 13de Eeuw: ME cultuur in bloei
· Kathedralen
· Handel, eco., landbouw terug redelijk peil
· Nieuwe richting van denken:
 Herontdekking Aristoteles
 Ethiek en politiek
 Fysica, biologie, metafysica
 Rol van Arabieren: onvervangbaar
· Vanaf 7de Eeuw: stukken Griekenland veroverd
· Contact met Griekse wijsbegeerte
 Vertalen Grieks  Arabisch
· Uitbreiding islam tot westen:
 Vertalen Arabisch  Latijn
 Aristoteles komt in Westen terecht
· Zoektocht naar Grieks origineel
· Oost-Romeinse bibs bewaard door Byzantijnen
 Wantrouwend (heidense filosofie)
 Sceptisch
· Westen:
 Zeer positief over filosofie
 Schokgolf (door info)
 In collegezalen op nieuwe unifs
 Conflict onvermijdelijk  niet verzoenbaar met geloof...
· Zonder referentie aan waarheid van christendom een wijsgerig systeem
ontwikkelen!
· Thomas van Aquino: probeert het te verzoenen
 Tegenspraak bestaat niet tussen waarheid van rede en
waarheid van Openbaring
3
·
Anderen: geen poging tot verzoenen
 Kerkelijke veroordelingen
 evolutie niet meer te stuiten
· Autonomie van menselijke rede
· 14de – 15de Eeuw: scheiding geloof/rede
· Theologie/filosofie
4
Download