RZL: examenvragen

advertisement
RZL: examenvragen:
1) Waarom spreekt K. Armstrong van een axiale tijd rond 600 v.C.?
Het Axiale tijdperk verstreek origineel van de achtste tot de twede eeuw voor
Christus. Karen Armstrong schreef een boek genaamd ‘De grote transformatie’,
dat gaat over het axiale tijdperk, of het spiltijdperk. Het Axiale tijdperk steelt zijn
naam van axiaal, wat een wending betekend op wiskundig gebied. In onze
geschiedenis vond er dus in het axiale tijdperk een belangrijke wending plaats,
deze hield in dat de mens verlangde naar een soort van verklaring voor ons
bestaan. Hierdoor begonnen dus religies te ontstaan, die allen op een andere
manier een Goddelijke verklaring vertegenwoordigen. Natuurlijk kwam er daarna
het post-axiale tijdperk waarin de verlichting plaatsnam, de periode dat de
mensen verlangden naar een wetenschappelijke verklaring. De non Karen
Armstrong schreef het boek om de hedendaagse mens te tonen hoe religies zijn
ontstaan en wat de waarden ervan zijn, omdat ze zo zijn geëvolueerd.
Axiale tijd= een tijd van zoeken. Mensen gaan zelf opzoek naar het ware.
2) Waarom wint in het post-modernistische westen het hindoeïsme en
boeddhisme aan interesse?
Postmodernisten geloven dat de beweringen van Westerse landen, dat zij vrijheid
en welvaart bieden, niets meer zijn dan loze beloften en dat zij niet in de
behoeften van de mensheid hebben voorzien. Zij geloven dat de waarheid relatief
is en dat elk individu voor zichzelf kan bepalen wat de waarheid is.
Postmodernisten zijn normaalgesproken atheïsten of agnostici, hoewel sommigen
de voorkeur geven aan oosterse religieuze gedachten en gebruiken. Zij dagen de
voornaamste religieuze en kapitalistische waarden van de Westerse wereld uit en
streven naar veranderingen in de richting van een nieuw tijdperk van vrijheid
binnen een wereldwijde gemeenschap en de ideëen van het hindoeïsme en het
boeddhisme zijn aansluitender aan deze manier van denken. De meeste
postmodernisten hebben dus geen geloof, maar als ze toch aangesloten zijn tot
een religie zijn het de oosterse religies.
Mensen hebben meer en meer vragen, ze vinden geen goede levenswijze,
ze zoeken naar waarheden, zekerheden, nieuwe dingen zoals boeddhisme…
3) Waarom is Aristoteles een empirist?
Voor Aristoteles is het denken een mengelmoes van waarneming en verstand. De
belangrijkste deugd (in de praktijk) is voor hem het inzicht dat zorgt voor het
kiezen van de ‘goede’ handeling en het bepalen van het ‘midden’ tussen
verstand en gevoel, de morele verstandigheid dus. Empirisme is een filosofische
stroming waarin gesteld wordt dat kennis uit de ervaring voortkomt. Aristoteles’
stelling luidt dat iedere mens zijn natuurlijke aanleg tot ontwikkeling, tot ontpooïng
brengt (ook door ervaring dus). Aristoteles ging ervan uit dat het oog de dingen
ziet zoals zij zijn, dat het gehoor de werkelijke geluiden hoort, enz., en dat een
theorie gebaseerd móét zijn op de zintuiglijk waarneembare en aantoonbare
werkelijkheid, de empirische werkelijkheid dus. Zo wordt dus bewezen dat
Aristoteles een empirist is.
Aristoteles is een filosoof die kennis stelt dat uit ervaring voortkomt. Echte kennis
de Idee, het algemene, de morphe in dit verband betreft.
4) Maakt de hedendaagse milieuproblematiek de visie van aristoteles
actueel?
Ja, Aristoteles bestudeerde bewegingen in de natuur en de biologie. Hij vond
hierin ordening en doelmatigheid en zei dat ‘de natuur niets vergeefs doet’. De
uitspraak van Aristoteles verteld dus dat hij ofwel vond dat alles wat er in de
natuur gebeurd, de natuur dat doet om ons iets te vertellen. Ik denk dat dit
toepasselijk zou zijn als we erop wijzen dat hetgeen er nu aan de hand is in ons
milieu, wij toch duidelijk zelf in de hand hebben gewerkt en onze huidige
natuurproblematiek zelf hebben veroorzaakt. Aristoteles zal dus met zijn uitspraak
bedoeld hebben dat de natuur ons waarschuwd dat als we zo blijven vervuilen, de
aarde zal vergaan op een of andere manier.
We zijn een deel van de natuur, maar hebben er geen respect voor.
als men tegen het milieu en tegen de natuur ingaat is dit een bewuste keuze en
gaat men eigenlijk tegen de natuurwet in en zodus ook tegen God
5) De mens is een “politiek dier”. Wat betekent dat volgens Aristoteles voor
ons bestaan?
Aristoteles’ stellingen over de mens in de politiek luidden dat de mens van nature
een sociaal, communicerend wezen is en alleen in een polis(stadstaat)gemeenschap zijn voldoening vind. Er is géén "ideale" staat: de "beste
staatsvorm" verschilt naargelang de concrete, lokale omstandigheden, als hij
maar het welzijn van al zijn onderdanen nastreeft. De mens moet dus om te
streven naar een perfecte staat, zorgen dat zijn volk gelukkig is. Wij hebben
allemaal vaak politieke gedachten door het streven naar geluk dus dat is dan ook
hetgeen dat ons echt onderscheidt van dieren, daarom zou je de mens een
politiek dier kunnen noemen.
Met behulp van de Rede zijn wereld inricht. We zijn pas echt mens wanneer we
met anderen samen leven. Aristote Meerwaarde van politiek = goed leven.. weg
van de chaos.. Door samen te leven ontwikkelen we onze ware aard en worden
we dus op deze manier een politikon zoon, daar hij pas in een gemeenschap zijn
vervolmaking kan vinden
6) Aristoteles doet in de late middeleeuwen de wetenschap heropleven.
Verklaar.
Aristoteles mag beschouwd worden als grootste geleerde uit de Klassieke
Oudheid, maar in de late middeleeuwen begonnen geleerden de theorieën van de
wetenschap en de fysica van Aristoteles terug te onderzoeken en aan te tonen
dat ze niet geldig waren! Zo werd door Nicolaas van Oresme aangeduid dat het
niet de hemel is die beweegt, maar de Aarde. Ook Johannes Buridan begon te
twijfelen aan de overgeleverde wijsheid van Aristoteles’ mechanica.
De inductieve methode : Met inductie wordt, zowel in de huidige filosofische en
wetenschappelijke betekenis, een manier van redeneren bedoeld, die dient als
bewijstechniek. Bij inductief redeneren komt men tot een algemene regel,
generalisatie geheten, op grond van een aantal specifieke waarnemingen =>
empirisme, de waarneming is de ware wetenschap
7) Alle dingen streven naar hun vervolmaking. Leg uit.
In het leven wordt als belangrijkste het perfectionisme nagestreeft, deze als
vervolmaking naar het geluk. Alle mensen streven dus naar het perfectionisme en
dingen streven naar hun vervolmaking ter voldoening voor de mens.
Het hebben van een doel brengt een geest met zich mee die het doel stelt (God).
Bloemen willen bloeien en hun zaden verspreiden, dieren zich voortplanten, de
mens wil zich verrijken met kennis en middelen, zich voortplanten en een doel in
het leven en de samenleving hebben.
8) Waarom is Plato een ide-alist?
In de filosofie is het bedrip idealisme terug te voeren tot Plato die de algemene
begrippen (ideeën) als belangrijker en van een hogere orde beschouwt dan de
bijzondere of particuliere dingen. Als men de vraag stelt: "Wat is het zijn?", dan is
Plato's antwoord (het benadrukken van de werkelijkheid van universalia)
kenmerkend voor het idealisme; het andere mogelijke antwoord (het benadrukken
van de werkelijkheid van de dingen zelf) is het realisme. Of, om het met andere
woorden te zeggen, Plato beschouwt de ideeën of begrippen als realistisch, zijn
idealisme is dus in feite een begripsrealisme. Kenmerkend voor Plato’s idealisme
is dat de abstracte wereld van de Ideeën meer realiteit bezit dan de materiële
wereld van de tastbare dingen.
Hij is gericht op het goede, de waarheid. Hoe leven om beter te zijn..
 Door de ideeënleer : Waarnemen is slechts de veranderlijke schijn der dingen;
achter de zintuiglijke wereld ligt de echte realiteit in eeuwige, onveranderlijke,
bovenzintuiglijke en zelfstandige ideeën.
9) Wat betekent rechtvaardigheid voor het individu, voor de staat?
Rechtvaardigheid houd het evenwicht tussen vrijheid en verplichtingen in en
vertegenwoordigt eerlijkheid. Rechtvaardigheid is daarom essentieel voor een
staat want het controleert de burgers op overtreding van de opgelegde wetten,
maar zorgt er ook voor dat de mensen eerlijk worden behandeld.
Rechtvaardigheid is dus het evenwicht tussen rechten en plichten, zoals Vrouw
Justitiae afbeeld (weegschaal).
De ene persoon is geschikter voor de ene taak, een andere persoon voor een
andere taak. Ieder moet die taak vervullen en vervolmaken waarvoor hij het
meest geschikt is
De staat (politica) is de bron van de rechtvaardigheid: een evenwichtige verdeling
van de noodzakelijke gemeenschapstaken volgens de natuurlijke aanleg van de
burgers; Voor het ontwikkelen van de deugd is allereerst een goede opleiding
nodig. De belangrijkste voorwaarde van een rechtvaardige staat is bijgevolg een
goede opvoeding: het bijbrengen van de belangrijkste beginselen van een
tuchtvol en rechtvaardig leven.
10) Vind je vandaag nog staatsvisies die gelijkenissen vertonen met Plato’s
staat?
Plato’s staatsvisie hield in dat hij vond dat het volk moet worden voorgelegd wat
goed en wat fout is, want dat ze anders als kinderen zijn die nog niet hebben
geleerd hun begeerten te beheersen en de democratie lost dit niet op, maar
versterkt dit juist door de wil van het (onvolwassen) volk wet te laten zijn. Dit wijst
er dus op dat de staatsvisie van Plato duidelijk het tegenovergestelde
verantwoord dan een democratie zoals degene die wij in België hebben. Dan lijkt
Plato’s visie meer op de ‘democratie’ die heerst in landen als Rusland en
Singapore, die een democratie hebben waarin toch opvoedkundig het volk wordt
opgelegd wat juist is en wat fout. Geen echte democratie is dit dus, want de
vrijheid van het volk wordt grotendeels ontnomen. Deze staatsvisies van Rusland,
Singapore, VS (onder het bewind van Bush!), enz.. hebben dus gelijkenissen met
de staatsvisies van Plato.
Met een dictator aan het hoofd : Cuba ; Korea
11) Is er een verband tussen religie en Plato’s filosofie?
Ja, vooral dan tussen Plato en de Griekse religie: Plato's opvattingen over
de onsterfelijkheid van de ziel en de mogelijkheid voor de mens om de afstand
naar 'het goddelijke' te overbruggen hielden in dat hij - voor de filosoof althans - de
methode van rationaliteit boven die van de (volkse) emotionaliteit verkoos. Hij
geloofde dus niet in het idee dat de afstand tussen het goddelijke en het
menselijke te overbruggen was.
Ja,
•
•
het verhaal van Er, mensen hebben een goddelijke ziel gekregen ; ziel was
onsterfelijk en reïncarneerde na de dood van het lichaam. Wie tijdens zijn
leven het goddelijke in zichzelf verzorgde, klom op naar het goddelijke. Wie
het goddelijke verwaarloosde, daalde af naar de dieren.
Plato definieert filosofie als de studie van het goddelijke. Filosofen staan in
contact met de goddelijke wereld en willen hun kennis van het goddelijke
vergroten
Plato ziet filosofie als de wetenschap van het goddelijke.(God)
12) Is waarheid een universeel begrip volgens plato?
Nee, Plato zegt dat alle waarheid subjectief is. Plato heeft met name door zijn
overpeinzingen dat ‘de waarheid’ niet bestaat een grondgedachte gelegd onder
de filosofie en het denken sindsdien. Simpelweg door alle kennis door mensen
bedacht en dus subjectief te noemen, is ‘de altijd en overal geldende waarheid’
door mensen niet te kennen.
Alle waarheid komt vanbinnen, vanuit de ziel. De onsterfelijke ziel van een
persoon is geboren met de waarheid, de ziel heeft de pure vormen aanschouwd
van geboorte.
Plato heeft met name door zijn overpeinzingen dat ‘de waarheid’ niet bestaat een
grondgedachte gelegd onder de filosofie en het denken sindsdien. Simpelweg
door alle kennis door mensen bedacht en dus subjectief te noemen, is ‘de altijd
en overal geldende waarheid’ door mensen niet te kennen.
13) Kan je Plato verzoenen met de hedendaagse reclamewereld?
Ik denk dat Plato tegen reclame zou zijn omdat dit het objectieve beeld zou
wegnemen van het individu en dus ook de objectieve waarheid
14) Hoe geeft T. van Aquino uiting aan de ‘eeuwige wet’ van Aristoteles?
De eeuwige wet is het Goddelijke verstand dat het universum bestuurd.
Daaronder vinden we de natuurwet als eeuwige participatie aan de eeuwige wet
door rationele schepselen. Thomas van Aquino vind dat de natuurwet centraal
staat en dat dit de spil is waar alles om draait. De natuurwet kan men zien als een
brug tussen God en mens. T. van Aquino is van gelijke mening met Aristoteles
dat ieder ding van nature streeft naar zijn eigen perfectie, maar voor Thomas is
van belang dat die natuur door God is geschapen en deel heeft aan de ideeën in
Zijn verstand.
De eeuwige wet is God en de natuurlijke zedenwet. De mens kan krachten zijn
participatie de door hem de te volgen weg aflezen.(vervolmaking van de dingen)
15) Wat betekent de natuurwet voor het economische leven volgens T. van
Aquino?
Via de Rede, reflecteren over menselijke natuur om God’s wil te kennen.
Privé eigendom is natuurlijk gegeven maar onbeperkte drang is zondig
De rijken moesten zolang ze verder konden leven op hun stand aalmoezen geven
aan de noodlijdenden. Wie in ergste nood was mocht zelfs een diefstal plegen.
(bij ons is dat systeem vervangen door sociale zekerheid)
Handelaar mocht een rechtvaardige prijs vragen Hiermee herkende Van Aquino
het nut van de handel Geen intrestvergoedingen Het werd dus verboden voor
christenen om geld uit te lenen tegen intresten gevolg was dat de joden deze
functie gingen overnemen.
16) T. van Aquino zou de hedendaagse hongersnoden veroordelen omdat hij
ze in strijd acht met de ‘eeuwige wet’. Verklaar.
Iemand die beter gesteld was moest de minderen helpen en dit zou leiden tot een
vervolmaking en geen hongersnood. En als iedereen volledig gelovig was zou
iedereen de armen moeten voeden en zou er geen hongersnood heersen.
17) Wat is ‘natuurwet’ volgens T. van Aquino?
Thomas van Aquino vind dat de natuurwet centraal staat en dat dit de spil is waar
alles om draait. De natuurwet kan men zien als een brug tussen God en mens. T.
van Aquino is van gelijke mening met Aristoteles dat ieder ding van nature streeft
naar zijn eigen perfectie, maar voor Thomas is van belang dat die natuur door
God is geschapen en deel heeft aan de ideeën in Zijn verstand.
- Grondlegger van het idee van de natuurwetten
- Heilig verklaard
- Zijn leer = Uitgeroepen tot officiële leer van de kerk
- Gaat oplossing zoeken tussen het christelijk denken (Plato) en wetenschappen
(Aristoteles)  Hoe toch wetenschap bedrijven en geloven? Geloven in God
blijft belangrijk, maar men gaat Godsbewijzen maken
18) Het individu en het individualisme is sterk naar voor gekomen in de
verlichting.
Kan je dat verklaren vanuit verschillende paradigma’s voor die tijd ?
Mensen leren zelf denken, zijn tolerant tegenover andersdenkenden, respecteren
vrijheid van meningsuiting, staat onafhankelijk van kerk en visa versa.
4 invalshoeken om de werkelijkheid te benaderen:
* Socio – politiek
* Geloof en mensbeeld
* Bedrijfsvoering
* Techniek – wetenschap
19) John Locke's politieke filosofie is een voorbode van wat na 1830 onze
Belgische grondwet wordt. Leg uit.
(liberalisme, scheidingen van machten) Soevereiniteit: volk kiest en om x
aantal jaren worden verkiezingen gehouden=> federalisme.
Wet: uitvoerende, federatieve macht.
20) Rousseau is de filosoof die de Franse revolutie voorbereidde. Leg uit.
Kan zijn filosofie aanleiding geven tot dictaturen?
De vooruitgang van kennis had regeringen sterker gemaakt en de individuele
vrijheid geknecht, bovendien nam de ongelijkheid sterk toe. Rousseau
concludeerde dat materiële vooruitgang de mogelijkheid van oprechte
vriendschap had ondermijnd en vervangen door jaloezie, angst en wantrouwen.
Hierin toonde hij zich voor het eerst een tegenstander van de vooruitgang die zo
door zijn vrienden van de Encyclopédie en de Verlichting werd nagestreefd. De
grondlaag van de FR bestond ook uit deze ingrediënten.
Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid… Gemeenschappelijke WIL = Collectieve persoon
 Dezelfde term als J.Locke maar andere uitwerking: Van vorsten af geraken
en ervoor zorgen dat de leiding in handen komt van de gemeenschappelijke
wil (voor Locke: politiekers) = 1 verlichte heerser, iemand die door het volk tot
leider wordt uitgeroepen-> dictatuur!
21) Verklaar de categorische imperatief van Kant als basis voor ons
handelen.
(Onvoorwaardelijk, absoluut en dwingend) Je moet handelen op de manier
waarvan je zou willen dat iedereen je zo behandeld. Je moet ook de mensheid
nooit slechts als middel maar ook als doel beschouwen.
22) Volgens Kant leggen wij de natuurwetten op aan de werkelijkheid. Leg
uit.
Het gaat hier om de causaliteit; de verbinding tussen natuur en werkelijkheid als
oorzaak en gevolg. Wij zien dus als vanzelfsprekend dat de natuur heeft gezorgd
voor onze wereld. Er is hier dus een causaal verband tussen de twee
‘gebeurtenissen’.
Besluit: Dingen op zichzelf kunnen we niet kennen, enkel door bril die we
opzetten om te kijken naar de werkelijkheid, maar werkelijkheid op zich kennen
we niet
- Oplossing tussen dilemma leren met verstand of door ervaringen?
Eigenlijk allebei doen, verstand gebruiken we en ervaring kan enkel tot stand
komen door dit mechanisme
23) Het 'verlichtingsdenken' is basis voor onze democratie en
wetenschapsbeoefening in het westen vandaag. Leg uit.
Verlichting is vooral een ontvoogdingsstrijd waardoor de mens een autonoom
denkend individu wordt vrij van vorst, staat en kerk en hierdoor tolerant wordt
tegenover andersdenkenden. Dit zijn ook de basisprincipes die leiden tot een
democratie en zonder de vrijheid van de verlichting en de revolutie in de
wetenschap toen, zou onze wetenschapsbeoefening nooit zo ver zijn
geëvolueerd.
24) Beschrijf de evolutie van natuurwet naar natuurrecht naar naturalistisch
recht.
Natuurwet of natuurrecht staat voor een geheel van principes en regels die
universele geldigheid zouden hebben en mede daarom boven de regels van het
positieve recht zouden gaan. In de gangbare opvatting slaan deze termen
uitdrukkelijk niet op de natuur in de zin van de planten- en dierenwereld, maar op
de menselijke natuur, die gekenmerkt wordt door het verstand (de rede).
Het naturalistische probeerd al het bovennatuurlijke uit te sluiten.
- Rede = Slaaf van de hartstochten
- Probleem: Hoe leven als er geen god is (bij de vorigen was het duidelijk)?
- Natuurrecht valt weg, want God bestaat niet en mens is er zogezegd door
25) Het liberale economische denken is gebaseerd op het verlichtingsideaal
: de vrijheden van het individu. Geef voor- en nadelen hiervan.
Voordelen: vrijheid laat de mensen zelf denken en verantwoordelijkheden opnemen.
Ze durven uitkomen voor hun eigen mening en respecteren die van
anderen.
Nadelen: verplichtingen zijn hoofdzakelijk in een maatschappij, zeker in de economie.
Door mensen volledig vrij te laten ontstaat er geen onderscheid tussen
criminaliteit en iets wat goed. Er moet altijd een beperking op de vrijheden
liggen.
- Vrijheid en vrije wil
* Individuele vrijheid = Enorm belangrijk
* Je kan niet vrij zijn als je geen vrije wil hebt
* Als je de vrije wil uitschakelt = Kan niet meer spreken over vrijheid en niet
meer over individu
* Vrije wil betekent dat je kan kiezen tussen goed en kwaad (eigen keuze!)
- Onsterfelijkheid
* Ziel = Onsterfelijk
* Ervan overtuigd toch liegen en bedriegen en succesvol zijn = Afstraffing na de
dood
- Bestaan van God
* Met praktisch verstand kan men niet anders dan dit aanvaarden.
26) Verklaar het begrip institutionele imperatief van Gehlen.
Institutie = samenhangend geheel van sociale handelingen schrijven ons gedrag
voor
cultuur wordt imperatief (gebiedend, dwingend en bindend)-> wij bouwen in groep
onze cultuur, daardoor heeft de mens de wereld veroverd (=>Mängelwessen)
• Kat en muis -> ‘inwendige stem’ = instinct UMWELT
• 2 geliefden -> ‘inwendige stem’ = 2de natuur WELT : cultuur
27) Worden regels in de MIJ altijd bewust opgedrongen ?
Nee, de MIJ is individueel, maar wordt sterk beïnvloed door de maatschappij en
onbewust kan die invloed van de maatschappij op een persoon een sterk effect
hebben dat het bepalend is voor zijn regels en leefgewoonten.
Een persoon volgt dus onbewust de invloed van de maatschappij, bijvoorbeeld:
modetrends. Meestal gebeurd dit allemaal onbewust maar het kan natuurlijk ook
bewust zijn dat een persoon een bepaalde bestaande stijl wilt aannemen.
28) Hoe denkt Durkheim te kunnen aantonen dat een strakke regelgeving in
een samenleving de deelnemers rust brengt.
Durkheim’s theorie luid als volgt: sommige zelfmoorden zijn een gevolg van
revoluties, door het gewicht van de vrijheid dat ze zo plots niet aankunnen.
Daarom vind hij een iets strengere regelgeving beter voor de maatschappij en dit
gaat hij verklaren in strikt sociologische zin adhv zelfmoordcijfers.
Vrijheid van het individu, beperkt door de MIJ waarin hij leeft, het individu is
gedetermineerd door die MIJ. Deze determinatie schept vrijheden voor het
individu.
29) Verklaar : het begrip sociale rol van H. Mead.
Een verzameling individuen die zich georganiseerd hebben ten einde bepaalde
veranderingen na te streven.
30) Volgens H. Mead bestaat het Self uit I and Me. Leg uit.
Self is uw identiteit, I zijn de rollen die je hanteert en Me zijn je geïnternaliseerde
rollen. (Je verwachtingen) De mens is een vrijwillend wezen, een organisme dat
beschikt over een eigen identiteit.
31) K. Marx noemt ideologie de bovenbouw , de economische orde de
onderbouw. Leg uit.
Gods, recht en wetenschap=> staan ten dienste van de onderbouw.
32) Referentiegroepen spelen een belangrijke rol bij de socialisering van het
individu. Verklaar.
Wij nemen onze rollen en onze kennis over van groepen waar we toe behoren of
toe willen behoren. Referentiegroepen kan men vergelijken met subculturen. Als
een individu ziet dat een groep mensen hard gelijken op hem, of als hij op hun wil
lijken, dan zal deze individu zich zeer sociaal opstellen t.o.v. deze
referentiegroep. Dus het individu gelijkt op deze groep of wilt erbij horen. 
sociaal contact leggen.
Doorgeven van cultuur aan een volgende generatie, nieuwelingen,
Individu wordt gesocialiseerd
33) Speelt het gegeven van referentiegroepen een belangrijke rol in de
marketing?
Ja dit speelt zeker een grote rol. Doordat er referentiegroepen zijn ontstaan er veel hypes.
Deze hype’s hebben meestal te maken met mode of high-technology, denk maar aan de
iPhone en de Eastpak. Marketeers spelen in op deze referentiegroepen. Dit kan men doen
a.d.h.v trendwatchers op bijvoorbeeld middelbare scholen. Men richt zich dan op deze
(vatbare) referentiegroepen om hun product bij te sturen.
Ja
34) Het experiment van Harlow 'the nature of love' met resus-babyaapjes is
een behavioristisch experiment. Leg uit.
Behaviorisme wilt zeggen dat men het gedrag bestudeerd waarbij men het uiterlijk
waarneembaar gedrag gaat meten. Men gaat op zoek naar prikkels van buitenaf die een
bepaalde reactie oproepen.
Bij Harlow’s experiment met de aapjes is men ook het gedrag van de aapjes gaan
bestuderen. Door 2 verschillende nepmoeders in een kooi te plaatsen (1 uit ijzerdraad, 1
uit ijzerdraad maar omgewikkeld door een doek + ijzer geeft warmte) heeft men de reactie
van het aapje bestudeerd. Nu de minst aantrekkelijke nepmoeder kon melk geven, de
aantrekkelijke niet. Nu bleek dat de aapjes meestal bij de aantrekkelijke nepmoeder waren
en alleen als ze honger hadden gingen ze naar de nepmoeder die alleen uit ijzerdraad
bestond. Dit experiment is behavioristisch omdat men een levend wezen gaat stimuleren
om zo een bepaalde reactie uit te lokken, wat dus ook gebeurt is.
35) Voor neo-behavioristen volstaat het om bij de behandeling van
depressies een juiste medicatie te geven. Ben je hiermee akkoord ?
Neen, medicatie kan helpen en de innerlijke pijn verzachten maar men moet volgens mij naar
deze persoon luisteren en het gevoel geven dat ze wel belangrijk zijn en niet alles negatief is.
Men kan dus beter opteren naar een CLIENT-CENTERED THERAPY waarbij men positieve
boodschappen doorstuurt waardoor het “slachtoffer” een positiever zelfbeeld krijgt. Men moet
er voor zorgen dat men terug in zichzelf gelooft.
36) Volgens neo-behavioristen is liefde 'pure chemie'. Leg uit en
becommentarieer.
Het behaviorisme onderscheidt zich van andere stromingen in de psychologie doordat het
observeerbare, respectievelijk registreerbare, gedrag als enige geldige onderzoeksobject voor
psychologische theorievorming wordt beschouwd. Het stelt zich daarbij uitdrukkelijk tegen
allerlei richtingen die gedachten en emoties tot object van onderzoek nemen (via introspectie)
zoals ook de psychoanalyse. Neo-behavioristen geloven dus dat liefde enkel voorkomt als
bepaalde chemische stoffen in je lichaam activeren.
Ik ben persoonlijk van mening dat dit klopt. Men leert iemand kennen en er ontstaat
verliefdheid maar na verloop van tijd zal deze verliefdheid weggaan en blijft het enkel
“houden van”. Dit kan zijn doordat de chemische stoffen in je hersenen afnemen of volledig
wegzijn.
37) Beschrijf het wereldbeeld van de behavioristen zoals het o.a. Skinner
werd voorgesteld ?
Skinner geloofde dat elk figuur aangepast kan worden aan de maatschappij en dit door
operante conditionering. D.w.z. dat men door beloning of straf dingen gaat aanleren. Skinner
deed dit met muizen in een kooi, als de muis op de juiste knop drukte, kreeg het een beloning.
Als het fout was, werd het afgestraft. Om dit te vergelijken met onze maatschappij kan men
concluderen dat we in een maakbare samenleving leven waarbij iedereen via goede
conditioneringen zijn plaats in de samenleving met plezier kan invullen om storend gedrag te
vermijden.
Vrije wil is een nevenverschijnsel bij herconditionering (denk aan “A Clockwork Orange”)
38) Kan je de behavioristische psychologie gebruiken om het gedrag van
consumenten te beïnvloeden ?
Dit kan zeker. Een consument wordt dagelijks meer dan 3000 prikkels uitgezonden aan de
hand van reclame voor producten. Reclame zorgt ervoor dat een consument geprikkeld wordt
door een product. In de werkelijkheid is behaviorisme een zeer belangrijke factor bij
marketeers omdat ze het gedrag van de consument bestuderen wanneer de consument
geprikkeld of juist niet genoeg geprikkeld wordt bij een reclame. Men probeert de consument
zodanig te stimuleren dat hij uiteindelijk gaat consumeren.
39) Verklaar Freud's begrippen Es, Über-ich en het Ich.
Es: het oudste deel van de persoonlijkheid. De pasgeborene heeft alleen nog maar een
Es. Het Es is een reservoir van impulsen, energie, libido. Het redeneert niet. Het gaat
blindelings te werk volgens het principe: Ik wil wat ik wil wanneer ik het wil (oerdrift)
Über-ich: ook het superego genoemd, functioneert in de theorieën van Sigmund Freud
als een censurerende kracht t.o.v. het Es. Het ontstaat door een identificatieproces met
de sanctionerende (= belonende en straffende) ouders. De ouderlijke attitudes en
gedragsregels worden overgenomen (=introjectie), voornamelijk gedurende de
fallische fase. Het Über-ich is dus het innerlijke, verbiedende aspect van de
persoonlijkheid (= geweten).
Ich: ook het ego genoemd, het regulerend deel van de persoonlijkheid dat zich al gauw
na de geboorte gaat ontwikkelen. Het Ich heeft als taak te zorgen voor het zelfbehoud
van het individu. Het speelt een bemiddelende rol tussen de wereld, die eisen stelt op
het gebied van de sociale aanpassing en het Es dat naar onmiddellijke bevrediging
streeft. M.a.w. het Ich vertegenwoordigt het realiteitsprincipe.
40) Freud vond van zichzelf dat hij een copernicaanse revolutie ontketende.
Wat was zo nieuwe aan zijn mensbeeld ?
Hij behandelde de psychoanalyse vanuit ons onderbewuste. Freud dacht dat elk inzicht in
de mensen onvolledig is als we geen rekening houden met wat mensen niet over zichzelf
weten of willen weten. Ons bewustzijn is volgens hem een klein onderdeel van de mens.
Wat we niet van onzelfs weten noemt hij het onbewuste. De mens is een veelheid van
bewuste en onbewuste ervaringen, verlangens en herinneringen.
41) Pas het principe : 'het geheel is meer dan de som van de afzonderlijke
delen' uit de gestalttheorie toe op de menselijke geest en het zelfbeeld
van het individu.
Een mens kan men slechts begrijpen als men hem bekijkt als individu en van hieruit de
betrekking van het individu met zijn leefwereld bestudeerd. BV. Alle baby’s zijn
gevoelig voor wat men zegt en je ziet dat aan hun lachend gezicht. Het geheel wordt
geïnterpreteerd, we zien meer dan dat er staat
42) Bespreek de humanistische psychologie van C.Rogers en geef kritiek.
Het is gebaseerd op het bewustzijn en de vrije wil van de mens. Mensen zijn in
staat eigen keuzen te maken. Hierdoor wordt gefocust op de gehele, unieke
mens, in plaats van bepaalde onderdelen daarvan. De psychologie moet mensen
helpen zichzelf te ontplooien en dit vind ik een goede psychologische benadering
aangezien je een mens inderdaad individueel als een gehele unieke mens moet
bekijken. Zo komt men de meeste waarheid over iemand te weten.
43) Wat zijn primaire emoties volgens Eckman ?
Eckman was de eerste die zei dat we 6 basisemoties hebben: nl. verdriet, woede,
blijdschap, afschuw, angst en verbazing. Deze emoties worden door heel je lichaam
getoond en worden gestuurd door het binnenste deel van hersenen. Ze zijn gegroeid vanuit
evolutie en aangevuld met meer cognitieve systemen.
44) Verklaar het verschil tussen emoties en gevoelens volgens Damasio.
Hij maakt een onderscheid tussen 3 emoties:
-
PRIMAIR: aangeboren (bv.angst)
-
SECUNDAIR: combinatie van beleven , handelen en lichamelijke reacties (bv.
Baby’s kunnen niet jaloers zijn)
-
GEVOELENS: geven een representatie van jezelf, het is een complexe
wisselwerking tussen cortex en staat van het lichaam.
Download