Korte uitwerking aandachtspunten voor leerkracht. Hier volgt een korte uitwerking bij de aandachtspunten voor het werkstuk over het Jodendom. Natuurlijk geeft u zelf aan in hoeverre de omschrijving juist is van het kind. Vraag 1 De leefregels zijn samengevat in de 'Tien geboden' zoals deze aan Mozes zijn gegeven en door hem op de twee stenen tafelen zijn vastgelegd (te vinden in Exodus, Leviticus en Deuteronomium). Daarnaast staan er met name in Leviticus een groot aantal, vaak zeer precieze voorschriften voor de sociale omgang, de voedselbereiding, de hygiëne, enz. waaraan de wettische Jood zich heeft te houden. Vraag 2 Haat tegen joden Vraag 3 Abraham is de aartsvader. Eigen invulling van het kind Vraag 4: Eerste 5 boeken van het oude testament: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Vraag 5: Pasen De bevrijding van de Israëlieten van de slavernij en de uittocht uit Egypte. Er wordt dan geen voedsel gegeten dat gist of zuurdeeg bevat. Ze eten dan matse in plaats van gewoon brood. Een belangrijke plechtigheid is de seder. Deze wordt thuis gevierd en er wordt voorgelezen uit het boek de haggada. Dit is het verhaal van de uittocht uit Egypte en de bevrijding van de slavernij. Er wordt ook symbolisch voedsel bij gegeten. Dit staat in het hoofdstuk Eten. Jom ha-Sjo'a, de dag van de holocaust Sinds 1953 is dit in Israël een herdenkingsdag. De joden komen bijeen om te gedenken , te rouwen en kracht te verzamelen om zulke tragedies in de toekomst te voorkomen. Jom Ha'atsma'oet, onafhankelijkheidsdag van de staat Israël. Op 5 yar 5708 (14 mei 1948) werd de staat Israël uitgeroepen. Sjawoe'ot, Pinksteren Openbaring op de Sinaï en de gift van de Thora aan Mozes Tisja be-av, Negende av De verwoesting van de eerste en de tweede tempel. Er wordt gelezen uit het boek Klaagliederen. De hele dag wordt er gevast en er mag geen leer gedragen worden. Rosj Hasjana, Nieuwjaar Dan wordt het begin van het nieuwe jaar gevierd. Op deze dag wordt honderd tonen op de sjofar (ramshoorn) geblazen. Sommige mensen kleden zich in het wit. Er worden appels en honing, honingkoekjes en 'nieuw' fruit gegeten. Jom Kippoer, Grote Verzoendag Dit is de tiende dag in het nieuwe jaar. Op deze dag beslist God over het lot van ieder mens in het komende jaar. De joden vasten 25 uur en brengen de hele dag door in de synagoge waar ze bidden voor vergeving. Soekkot, Loofhuttenfeest Dit is vier dagen na Jom Kippoer. De meeste gezinnen bouwen een hut van looftakken. Ze versieren hun hut met fruiten bladeren. En als het goed weer is slapen ze erin.Dit feest is een herinnering aan het joodse valk dat vroeger 40 jaar door de woestijn zwierf voordat het in het beloofde land aan kwam. Simchat Thora, Achtste dag van de Soekkot De achtste dag is het einde van de Soekkot. Op deze dag wordt het laatste gedeelte van de Thora gelezen. Het lezen van de hele Thora duurt een jaar. Chanoeka, Inwijdingsfeest Het feest van het licht. Het wordt in december gevierd. Er wordt dan herdacht dat de joden zo'n 2000 jaar geleden de tempel weer in gebruik konden nemen. Het feest duurt 8 dagen. Belangrijk met dit feest is de menora (acht). Dit is een kaarsenstandaard met 8 kaarsen op een rij. Er is ook plaats voor een negende kaars waarmee de andere worden aangestoken. op de eerste dag steekt met een kaars aan, op de tweede dag weer een, enzovoort. Op de laatste avond branden alle acht de kaarsen. Chanoeka is een huiselijkfeest waarbij allerlei spelletjes gedaan worden. Vraag 6: Als het lichaam in de kist is gelegd, wordt er wat aarde van Israël over het lichaam uitgestrooid of in een zakje onder het hoofd gelegd, als teken van verbondenheid met het eigen land. De joden begraven hun overledenen bij voorkeur zonder kist, maar vanwege de regels die tot voor kort in Nederland golden, gebruiken ze een eenvoudige ruwe vurenhouten kist zonder handvatten. De eenvoudige kist is voor iedereen hetzelfde. In verband met het geloof in de lichamelijke wederopstanding is cremeren voor joden verboden. Een joodse begrafenis moet zo snel mogelijk, na de door de Nederlandse wet verplichte 36 uur, plaatsvinden, tenzij het sabbat of een feestdag is. Sinds de Tweede Wereldoorlog kiest een klein percentage van de liberale joden voor crematie, vaak als teken van verbondenheid met de mensen die in de holocaust verbrand zijn. Leden van de liberaal joodse gemeente kunnen speciale wensen, die vaak samenhangen met het oorlogsverleden, na een gesprek met de rabbijn in een codicil laten vastleggen. Bij het begraven is respect voor de overledene het uitgangspunt. In tegenstelling tot de Nederlandse cultuur, waar vaak rekening wordt gehouden met wat de nabestaanden willen of emotioneel aankunnen, vindt de joodse begrafenis zo snel mogelijk plaats. Zo snel dat rouwkaarten versturen vaak geen zin heeft. Ook al kent men de overledene niet persoonlijk, men gaat over het algemeen toch naar een begrafenis, omdat het als een religieuze verplichting wordt gezien. Na een rouwrede in de aula, waarin de overledene geprezen wordt en zijn dood betreurd (hespeed genoemd), dragen of rijden familie en bekenden de baar of de kist naar het graf dat kort voor de begrafenis gegraven is. De familieleden, volgens de traditie de hoofdverantwoordelijken voor de begrafenis, laten de kist zakken en scheppen als eersten wat zand en gooien dit op de kist. Daarna wordt de schep teruggezet, en niet aan elkaar doorgegeven, om niet de indruk te wekken dat er haast bij is. Het scheppen, uitgevoerd door alle (bij orthodoxen mannelijke) aanwezigen en gaat door tot het gehele graf gevuld is met aarde. Bloemen zijn niet gebruikelijk maar niet verboden. In Nederland wordt de rouwende familie direct na de begrafenis getroost door de aanwezigen. Niet alleen woorden, maar ook een symbolische, doch echte maaltijd (meestal een stuk brood met een ei) zijn een eerste schrille stap terug in de werkelijkheid. Hierna gaat de directe familie naar het rouwhuis voor de sjiwwe. Vraag 7: Het verbod een stervende aan te raken klinkt misschien heel wreed, omdat juist stervenden behoefte hebben aan fysieke nabijheid. Maar de traditie lijkt het hier op te nemen voor de kwetsbare partij, de stervende in dit geval. Een stervende kan door het minst of geringste overlijden. Net zoals bij het troosten het de rouwende is die mag aangeven wanneer en hoeveel nabijheid hij of zij wil, zo is het in principe ook aan de stervende aan te geven wat hij nodig heeft. Wanneer de stervende duidelijk zelf aangeeft bepaalde behoeftes te hebben, wie zal dit niet beantwoorden? Het enige wat men een stervende niet mag geven is actieve hulp bij het sterven. Het moment van leven en sterven zijn in de handen van de Hemel. Het jodendom verbiedt euthanasie. Hulp in de vorm van een abstinerend beleid (zoals het stopzetten van zinloze medische handelingen, en de patiënt toestaan niet meer te eten en drinken zodat deze versterft) lijkt toegestaan op het moment dat een mens stervende is. Zo mag een houthakker die hout hakt in de buurt van een stervende gevraagd worden te stoppen als dit lawaai het sterven belemmert. Ook mag men niet altijd bidden om het in leven blijven van iemand die reeds stervende is. En in bepaalde gevallen kan, volgens sommige autoriteiten, ook de medische apparatuur die een stervende (gosees) belet te sterven, weggehaald worden. Men moet er natuurlijk wel zeker van zijn dat de patiënt een gosees is. Het verbod op euthanasie wordt in de traditie aangeduid door bijvoorbeeld het verbod om het kussen op te schudden, wat het sterven actief zou bespoedigen. Aangezien vandaag de dag, mede onder invloed van de verregaande wetenschap, vaak niet meer duidelijk is of men reeds een gosees is (stervende) worden er soms "joodsonwaardige" beslissingen genomen, buiten de desbetreffende patiënt en familie om. Vandaar misschien dat hedendaagse joodse autoriteiten zich zo fel verzetten tegen euthanasie, alsmede tegen het verhogen van de dosis pijnbestrijding (meestal morfine) met als doel het overlijden van de patiënt te versnellen.