“Mazzeltov” Excursie van de Vrouwen van Nu-Teteringen naar de Joodse Wijk in Antwerpen. 25 mei 2016 Een korte samenvatting… We zijn na een voorspoedige busreis aangekomen in Antwerpen, waar we werden onthaald met koffie en thee en lekkers. Daarna gingen we in twee groepen (elke groep met een gids) wandelen door de Joodse Wijk. De gids vertelde veel…… Er wonen 24.000 Joden in Antwerpen. Aan het einde van de 15e eeuw kwam de eerste groep Joden uit Spanje. Alle niet-Christelijken werden uit dat land verdreven. Een groep kwam, vanwege de haven, terecht in Antwerpen. In 1585 sloten de Hollanders de haven af: de val van Antwerpen. De Joden vertrokken naar Amsterdam. Vervolgens kwam in de 19e eeuw de derde groep Joden naar Antwerpen. Deze groep kwam vanuit Polen, verjaagd door de Russen (pogroms). De meesten van deze derde groep zijn omgekomen in de tweede wereldoorlog. In Brussel wonen meer Joden (veelal orthodoxe joden)dan in Antwerpen. In Antwerpen wonen de ‘Chassidische Joden’ bij elkaar. Vrijwillig, niets wordt opgelegd. Je bent Jood als je moeder Jodin is. Er zijn 613 regels die dagelijks worden gevolgd. Chassidische Joden veranderen de regels niet: “als je nu een millimeter verandert, is het volgend jaar een meter”. Het belangrijkste boek is de Thora. Dat zijn boekrollen van met de hand geschreven wetten op perkament. Door rollen te gebruiken hoeft men er niet meer met de handen aan te komen. Wanneer de letters niet meer te lezen zijn wordt de Thorarol, net als een mens, begraven. Joden mogen niet gecremeerd worden. In de Tweede wereldoorlog werden de Thorarollen verbrand, evenals de Joden zelf: dat was dramatisch. De Talmoed verduidelijkt de leefregels uit de Thora. Enkele voorbeelden van regels zijn; *De zevende dag is de sabbat: dat betekent rusten, echt rusten. De sabbat is van vrijdagavond tot zaterdagavond. Je mag op deze dat niets nieuws creëren, dus ook niet roken, het licht aan- of uit doen. Er wordt twee maal een feestmaal gegeten, vrijdagavond (warm, net voordat de sabbat begint, er mag immers tijdens sabbat niet worden gekookt) en zaterdagmiddag (een koud maal). De sabbat is om in rust door te brengen met familie en vrienden. * Pesach: het Joodse paasfeest. Duurt acht dagen. Herdacht wordt dat Mozes het volk uit Egype leidde. Er was geen tijd om deeg te laten rijzen vandaar de matzes. Er mag tijdens Pesach geen kruimel gewoon brood in huis te vinden zijn. Dus: grote schoonmaak. Dus: je vertrekt uit je huis gedurende pesach of je verkoopt je huis voor het symbolische bedrag van €1 en koopt het acht dagen later voor hetzelfde bedrag terug. *vrouwen zijn niet verplicht om te bidden. Zij zijn vanwege de zorg voor de kinderen van alle tijdgebonden regels vrijgesteld. Mannen moeten drie keer per dag bidden, liefst in de synagoge (Joodse kerk). Met evenveel respect voor iedereen zijn er taken voor mannen en taken voor vrouwen. Mikwe: een badhuis. Dit is een ritueel; je herstelt de band met God d.m.v. water. Als man mag je hier gebruik van maken, het hoeft niet. De vrouw maakt voor het eerst gebruik van een mikwe één keer vlak voor het huwelijk, daarna elke achtste dag na de menstruatie. Je komt niet om te baden, maar om onder te dompelen. Mesusa (gebedsrol bij de voordeur), met daarin het begin van de Thora: “welkom Israël”. Refereert aan de Bijbel: God zou voor de achtste plaag (om de farao zover te krijgen dat hij het Joodse volk uit Egypte zou laten gaan), waarbij de oudste zoon van elk gezin gedood zou worden de huizen voorbijgaan waar bloed op de deur zat. Nu geen bloed, maar een gebedsrol. Keppeltje: mutsje. Wordt gezien als de hand van God. Houdt ons nederig, de scheiding tussen de mens en het hogere. Pailles: bakkebaarden, krul. Het is niet nodig dat ze zo lang zijn. Het kaakgewricht moet bedekt zijn. Kleding: jongens zijn volwassen als ze 13 jaar zijn en Bar Mitswa gedaan hebben. Ze hebben dan de volgende kleding aan: lange jas, wit hemd, keppeltje, hoed, lange zwarte broek of kniebroek, zwarte schoenen. Meisjes: geen blote voeten (dike kousen), rok over de knie, ellebogen bedekt. De gehuwde vrouw dient het haar te bedekken met pruik, hoed of shawl. Eigenlijk kun je het vergelijken met onze kloosterordes van vroeger: men leeft voor het geloof in de zuiverste vorm. School: Vanaf het derde jaar leert een kind Hebreeuws van de moeder. Daarna gaat het naar school. Veelal zijn de jongens en meisjes gescheiden. Men is niet verplicht naar een Joodse school te gaan. Joods onderwijs kan alleen gevolgd worden voor wat betreft het kleuter- lager- en voortgezet onderwijs. Joodse scholen krijgen subsidie, maar moeten als tegenprestatie voldoen aan het reguliere leerprogramma en Nederlands spreken. De boeken komen ook uit het reguliere onderwijs. Foto’s van bijvoorbeeld blote armen worden uit de boeken geknipt, zinnen die aanstoot geven doorgestreept. Een kind krijgt 32 uur les en daarnaast nog 15 uur godsdienstonderwijs. Kinderen gaan zes dagen per week naar school. Thuis spreekt men veelal Jiddisch. Voor Orthodoxe (lees: niet zo streng in geloof)Joden is studeren erg belangrijk. Veel geleerden zijn Joden. (ook veel Nobelprijswinnaars!) Chassidische Joden trouwen als ze achttien jaar zijn en zijn verplicht een gezin te stichten. Mannen hebben geen tijd om te studeren (behalve de Thora, elke dag) maar moeten hun gezin zien te onderhouden. Vrouwen zorgen voor het gezin. We hebben een heerlijke en uitgebreide koosjere lunch gebruikt bij de Hoffy’s. Eén van de broers Hoffy gaf ons uitleg –doorspekt met Joodse humor- over het eten. Hij vertelde o.a. Koosjer betekent “rein”. Enkele voorbeelden van koosjer eten: men mag alleen een dier eten met gespleten hoeven dat ook herkauwt (dus geen varken). Of een dier met vinnen en schubben (dus geen oesters, mosselen). Men mag geen bloed eten: het vlees wordt gespoeld, men laat zout intrekken en spoelt het nogmaals (Dit uit respect voor Jacob, die na het gevecht met de engel gewond was aan zijn dijbeen en mank liep), melk en vlees wordt gescheiden (men heeft twee sets pannen, twee keer bestek, enz). In het restaurant heft men twee keukens, twee vaatwassers en er komt elke dag een rabbijn controleren of men koosjere maaltijden bereidt. Een wijze uitspraak: “als iedereen kennis maakt met een andere cultuur, andere kleuren, andere gewoonten zou iedereen samen koosjer leven”. Tot slot; Als de man ‘goesting’ heeft gooit hij zijn keppeltje naar de vrouw. Komt het terug: gebeurt er niks. Komt het niet terug…..dan mag hij het gaan zoeken….! Na een voorspoedige reis waren we –zonder de bekende files en dus ruim op tijd- weer in Teteringen. We kunnen terugkijken op een geweldige dag! Namens Vrouwen van Nu-teteringen Loni Houmes