Omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner Wie? Voor alle statutaire personeelsleden die gehuwd zijn of samenwonen met een partner die bevallen is. Duur? Tien werkdagen. Het personeelslid kiest, in overleg met het instellingshoofd, wanneer het de tien dagen wenst op te nemen, binnen een periode van vier maanden vanaf de bevalling, met dien verstande dat minimum vijf dagen aaneensluitend genomen moeten worden. Mits akkoord van de inrichtende macht kunnen deze vijf dagen ook niet aaneensluitend genomen worden. Het verlof moet steeds met volledige dagen genomen worden, ook als het personeelslid deeltijds werkt. Vervanging: Het personeelslid kan vervangen worden, ook wanneer de periode van afwezigheid geen aaneensluitende periode van tien werkdagen is. Bezoldiging: Gedurende het omstandigheidsverlof hebben de personeelsleden, zowel tijdelijken (als het verlof binnen hun aanstelling valt) als vastbenoemden, recht op bezoldiging. Administratieve toestand: Het verlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. Administratieve formaliteiten: Enkel als er een vervanger wordt aangesteld, moet het verlof worden meegedeeld aan het Departement Onderwijs. Voor instellingen die elektronisch communiceren met het Departement gebeurt dit via een RL2: “dienstonderbreking 119 – omstandigheidsverlof n.a.v. de geboorte van een kind (10 dagen)” Instellingen die niet elektronisch communiceren sturen een formulier PERS 3 naar het Departement Onderwijs. Bron: Omzendbrief Pers/2009/02 dd. 05/05/2009