WMO - Henny Konings

advertisement
De WMO
Docent Henny Konings
[email protected]
www.hennykonings.nl
WMO
De wet maatschappelijke
ondersteuning
De overgang van verzorgingsstaat naar
participatiemaatschappij
Inhoud programma,
•
•
•
•
•
•
Les 1, theorie + voorbereiden opdracht,
de aanloop naar de WMO, geschiedenis,
achtergronden, negen prestatievelden
Les 2, presentaties opdrachten
Les 3, theorie, de financiering, van AWBZ tot
WMO gelden + voorbereiden opdracht
Les 4, presentaties opdrachten
Les 5, theorie + voorbereiden opdracht,
integraal werken, de toekomst van het
maatschappelijk werk
Les 6, presentaties opdrachten
Toetsing
• Tien MC vragen en vijf open vragen, de
beoordeling is vijf punten per MC vraag en tien
punten per open vraag. Toets is gebaseerd op
de powerpoint presentatie en hoofdstuk 1.
• Powerpoint presentatie is te vinden op
hennykonings.nl
• De praktijk van de WMO –
Onderzoeksresultaten lectoraten social work Hoofdstuk 1 – Rick Kwekkeboom en Marja Jager
– Vreugdenhil – te vinden op hennykonings.nl
• Brochure Welzijn Nieuwe Stijl
Opdracht les twee;
• Presenteer in de samengestelde groepjes de
volgende opdracht;
• Kies een omliggende gemeente uit in de regio
Rotterdam. Onderzoek en presenteer aan de
rest van de groep hoe deze gemeente de WMO
heeft opgepakt en uitgevoerd. Maak hiervoor
gebruik van de prestatievelden.
• Maak hiervan een presentatie van maximaal 40
minuten,inclusief toelichting en het stellen van
vragen + discussie/stellingen
• Zorg voor onderlinge afstemming met de andere
groepjes.
AANLEIDING
Al vanaf de jaren tachtig wordt er
gediscussieerd over de problemen van de
verzorgingsstaat: het steeds afhankelijker
worden van burgers, calculerend gedrag,
vermindering van de zelfredzaamheid en
afnemend maatschappelijk
verantwoordelijkheidsgevoel (denk aan de
SIRE reclame)
AANLEIDING
• De komst van de WMO werd aangekondigd in 2004,
de zgn. contourennota – hierin werden meerdere
redenen aangegeven voor het neerzetten van een
nieuw beleidskader:
- de vergrijzing betekent meer zorgbehoefte annex
onbetaalbaarheid van de zorg.
- het betekent ook onvoldoende arbeidskrachten
- zwakke stuurkracht van nationaal beleid (voorkeur
had decentralisatie naar de gemeenten)
- ondoorzichtigheid van het zorgaanbod
De oplossing?
•
•
•
•
•
Arbeidsmarktparticipatie verhogen?
Mensen langer laten werken?
Arbeidsmigratie?
Arbeid naar het buitenland?
Productiviteit verhogen?
Oplossingen
• Verhogen van de arbeidsmarktparticipatie
(werkloosheidsbestrijding, deeltijders)
• Mensen langer laten werken (verhogen
pensioenleeftijd,meer uren per week, minder
vakantiedagen)
• Arbeidsmigratie, het aantrekken van buitenlandse
werknemers
• Verplaatsing van arbeid naar het buitenland
• Productiviteit van arbeid verhogen, technologie,
hulpmiddelen
• Reprofessionalisering, een heroriëntatie tussen formele
en informele zorg
Het alternatief..
• Samenspel tussen formele en informele zorg:
• Nieuwe organisatievormen: zelfsturende
teams met weinig overheid.
• Voorbeeld; buddynetwerk
• De praktijk: focus op ketensamenwerking
• Centra voor Jeugd en Gezin, Preventie, Zorg advies
teams, Elektronisch kinddossier en Verwijsindex
Risicojeugd. Gemeente is verantwoordelijk voor
preventief jeugdbeleid.
• Wmo als katalysator daar waar het gaat om
dwarsverbanden leggen tussen de instellingen
onderling.
• Voorbeeld: Burenhulpcentrale, Vraagwijzer, Een loket
functie etc.
Wet Maatschappelijke
Ondersteuning
• De invoering vond plaats in januari 2007
• Het huidige zorgstelsel dreigde onbetaalbaar te
worden.
• De AWBZ moest inkrimpen
• “Onbetaalbare AWBZ en te weinig
arbeidskrachten”.
• Krimpende arbeidsmarkt heeft consequenties voor
verhouding tussen formele en informele zorg.
• Dreigende schaarste aan zorg – relatie met de
Wmo.
WMO 2
• De WMO is een ambitieuze/ideologische
wet. De wet gaat uit van een verschuiving
van verantwoordelijkheden; burgers
worden zelf verantwoordelijk voor hun
deelname aan de samenleving, de
professionals moeten hen indien nodig
daarbij ondersteunen en het is nu de
gemeente die daarvoor de voorwaarden
moet creëren.
Geschiedenis
• Voor het eerst in de geschiedenis greep de
overheid in met de uitvaardiging van de eerste
sociale wetten. Dit waren het kinderwetje uit
1874 en 1881 de drankwet.
• Door de industrialisatie leefden de
fabrieksarbeiders onder erbarmelijke
omstandigheden. De opeenhoping van mensen
was een bedreiging voor de gezondheid en de
openbare orde.
• In 1901 ontstond de woningwet wat later tot het
woon-maatschappelijkwerk leidde.
Geschiedenis site
• De geschiedenis wordt weergegeven
vanaf het jaar 567, van armentafels tot
voedselbank, en eindigt vooralsnog in
2007, de opkomst van de WMO.
• De geschiedenis van het sociaal werk is in
een raamwerk te vinden op
www.canonsociaalwerk.eu.nl
Reikwijdte, Inhoud en Betekenis;
• Centrale doel is deelname van alle
burgers aan de samenleving;
• Het bevorderen van participatie en de
sociale samenhang
• Van de burger wordt een grotere
zelfredzaamheid verwacht zodat zijn
afhankelijkheid van professionals op
terreinen als zorg, cultuur, ontspanning en
welzijn kleiner wordt
BELEIDSDOELEN
• Beleidsdoel; is een betere afstemming of
samenhang evenals doelmatigheid en
doeltreffendheid.
• Inhoudelijke of maatschappelijke doelen
• Participatie en sociale samenhang
Verplichtingen
Twee verplichtingen ten aanzien van de
WMO legt de overheid op aan de
gemeenten:
1)Zij moeten gelegenheid geven voor
inspraak in het Wmo-beleidsplan.
2)Er moet regelmatig een tevredenheidsonderzoek onder de burgers en gebruikers
uitvoeren en de uitkomsten van dit
onderzoek openbaar maken.
Verantwoording verplichtingen
beleidsplan
•
•
•
•
•
•
Een samenhangend beleid
De uitvoering daarvan
De te verwachten concrete acties
De te bereiken resultaten
De financiering ervan
Aandacht voor toegankelijkheid van de
lokale samenleving voor mensen met
beperkingen
Sturing om de doeltreffendheid en de
klantgerichtheid te vergroten zijn:
• Gemeenten nemen maatregelen om de kwaliteit te
borgen, b.v. door het ontwikkelen van
kwaliteitsstandaarden (HKZ norm)
• Keuzevrijheid voor de gebruikers van
maatschappelijke ondersteuning (2,5,6)
• Ondersteuningbeleid ontwikkelen voor vragen en
behoeften van kleine doelgroepen
• Keuzemogelijkheid tussen zorg in natura of een
persoonsgebonden budget
• Horizontale verantwoording midddels prestatie- en
klanttevredenheid publicaties
• Inspraak aan burgers en/of organisaties van
belanghebbenden bij de voorbereiding en vaststelling
van het gemeentelijke WMO beleid
Decentralisatiewet
De WMO is een decentralisatiewet, d.w.z. dat de
uitvoering ervan decentraal moet gebeuren. De
uitvoering hiervan is een zaak van de
gemeenten. De taak van de provincies is die van
ondersteuning. Een van de kenmerken van de
wet is dat de gemeenten een grote mate van
vrijheid hebben in de manier waarop zij hun
taken invullen. De wet schrijft alleen voor dat
gemeenten op een aantal terreinen
(=prestatievelden) beleidsplannen moeten
maken en dat ze verantwoording af moeten
leggen over de uitvoering hiervan.
Negen prestatievelden
1 Het bevorderen van de sociale samenhang in een
leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten
2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met
problemen met opgroeien en van ouders met problemen
met opvoeden
3 Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning
b.v. MEE, één loket.
4 Het ondersteunen van mantelzorgers, daaronder
begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen
indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen,
alsmede het ondersteunen van vrijwilligers.
5 Het bevorderen van de deelname aan het
maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig
functioneren van mensen met een beperking of een
chronisch psychisch probleem en van mensen met een
psychosociaal probleem.
Negen prestatievelden
6 Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een
beperking of een chronisch psychisch probleem en aan
mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve
van het behouden en het bevorderen van hun
zelfstandig functioneren of hun deelname aan het
maatschappelijk verkeer.
7 Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder
vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding
van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van
het slachtoffer is gepleegd.
8 Het bevorderen van openbare geestelijke
gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van
psychosociale hulp bij rampen.
9 Het bevorderen van verslavingsbeleid.
Prestatieveld 1
Het bevorderen van de sociale samenhang in en
leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Van sociale
cohesie of sociale samenhang is sprake indien er in de
samenleving sociale netwerken aanwezig zijn die
contacten met elkaar hebben en waarin wederzijds
vertrouwen, gemeenschappelijkheid en betrokkenheid
bestaan. De vrijwillige samenwerkingsverbanden vormen
de basis voor de civil society = burgermaatschappij.
Cijfers tonen dat Nederland veel onderlinge
betrokkenheid kent in de vorm van informele zorg en
verbanden in buurten en vriendengroepen,
verenigingsleven en vrijwilligerswerk.
Prestatieveld 2, de jeugdsector
. Op preventie gerichte ondersteuning van
jeugdigen met problemen met opgroeien en van
ouders met problemen met opvoeden op lokaal
niveau = geven van informatie en advies,
signaleren van problemen, gezinscoaching licht
pedagogisch hulp d.m.v. centra voor jeugd en
gezin, zorg en adviesteams in het onderwijs,
elektronische kinddossiers, voorkomen en
signaleren van kindermishandeling. Preventief
jeugdbeleid – sociaal-cultureel werk,
opvoedondersteuning, HALT, club-en
buurthuiswerk, vroeg- en voorschoolse educatie.
Prestatie veld 3 en 5
Kerntaak MEE
• Vraagverduidelijking
• Verkennen van beperkingen en
ondersteuningsmogelijkheden = het inzichtelijk
maken van de beperking en behoefte cliënt en
het inzichtelijk maken van de
ondersteuningsmogelijkheden
• Vergroten van zelfredzaamheid; het praktisch en
sociaal equiperen cliënt en/of sociale omgeving;
vergroten van acceptatie (acceptatie
beperkingen, problematische situatie); uitbreiden
en mobiliseren sociaal netwerk/inschakelen
vrijwilligers
Overige
• Prestatievelden 5 t/m 9 vallen voor een groot
gedeelte onder de regie van Sozawe +
maatschappelijke opvang en individuele
voorzieningen.
• Deelgemeenten zijn eerst verantwoordelijk voor
de prestatievelden 1 t/m 4, b.v.
bewonersorganisaties.
• GGD opereert in verschillende prestatievelden,
bijvoorbeeld; huiselijk geweld, dak-thuislozen
opvang etc.
WMO beleid in Rotterdam
• Het gemeentelijke beleid bevatte al veel
van de doelstelling van het WMO beleid,
b.v. WVG – veranderingen zijn de eigen
bijdrage, vouchers en PGB
• Het aanbieden van de thuiszorg sinds
2006 al ingezet
• In de jaren negentig introduceerde
Rotterdam de sociale vernieuwing en o.a.
het opzoomeren
De Rotterdamse WMO
• Dat Rotterdammers zichzelf kunnen redden en zich
zorgzaam opstellen voor mensen in hun sociale netwerk.
• Dat Rotterdammers zich uitspreken over wat beter kan.
In hun directe omgeving, maar ook in de wijk en de
gemeente.
• Dat de gemeente ondersteuning biedt aan mensen die
er niet naar vragen. Dit heet ook wel bemoeizorg.
• Dat er meer contact is tussen mensen die zichzelf prima
redden en mensen die hulp nodig hebben. Meer
onderlinge betrokkenheid dus.
• Dat pleinen en gebouwen zo ingericht worden dat het
voor mensen makkelijker wordt om elkaar te ontmoeten.
Veel gebruikte afkortingen
• VWS – Ministerie van volksgezondheid, welzijn
en sport
• WWB – Wet werk en bijstand
• VNG – Vereniging Nederlandse gemeenten
• WSW – Wet sociale werkvoorziening
• CAK – Centraal administratie kantoor
• WVG – Wet voorzieningen gehandicapten
• WMG – Wet marktordening gezondheidszorg
• CIZ – Centrum indicatiestelling zorg
• PGB – Persoonsgebonden budget
Site’s
• www.canonsociaalwerk.eu.nl (geschiedenis)
• http://wmo.startpagina.nl
• www.mariekamphuisstichting.nl (hall of fame
van maatschappelijk werkers)
• www.ciz.nl
• www.bestuursacademie.nl
(deskundigheidsbevordering)
• www.steyaert.org/jan/plubicaties
• www.hennykonings.nl
Download