Inventarisatie politieke keuzevraagstukken uit de conceptvisie WMO Een goede visie op de WMO bevat politieke keuzes. Onderstaand een inventarisatie van politieke keuzevraagstukken uit de conceptvisie WMO genoemd en wordt bij elk onderwerp de keuze in de Kwaliteit, keuzevrijheid en zekerheid geëxpliciteerd. I In de wet zal een negental prestatievelden worden beschreven waarop gemeenten een aanbod aan hun burgers moeten doen. Deze negen velden zijn: 1. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; 2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden; 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; 5. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem; 6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer; 7. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang; 8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen; 9. het bevorderen van verslavingsbeleid; Keuze is mogelijk tussen alle prestatievelden en/of voor bep. Prestvelden aparte trajecten benoemen (zoals opvang en veslavingsbeleid) Vraag: Welke prestatievelden nu oppakken (allemaal, met het oog op een integrale aanpak op het terrein van Wonen, Zorg en Welzijn?) en willen we bepaalde prestatievelden in aparte trajecten vormgeven?1 II De WMO kent een aantal doelgroepen, namelijk: ouderen; niet-ouderen met een lichamelijke beperking; niet ouderen met een verstandelijke beperking; GGZ-klanten; verslaafden en dak- en thuislozen. Vraag: Worden alle doelgroepen ‘gelijk’ benaderd of zijn er prioritaire doelgroepen? III De gemeente Deventer kiest voor levenskwaliteit als kernbegrip. Dat betekent dat we individuele zorg willen bieden aan wie dat nodig heeft, maar dat we vooral willen investeren in collectieve welzijnsarrangementen. Vraag: Wat is de (juiste) balans tussen zorg en welzijn? IV M.b.t. de individuele verstrekkingen kan gekozen worden voor een meer of minder uitgebreid pakket aan verstrekkingen. De visie gaat uit van een sober en adequaat pakket aan verstrekkingen. Vraag: Is dit het niveau aan individuele verstrekkingen dat wij willen bieden? 1 Niet geheel duidelijk is in hoeverre het wettelijk is voorgeschreven een aantal prestatievelden (en zo ja, welke) als eerste op te pakken V De visie gaat er niet vanuit dat de civil society het panacee is voor het vraagstuk van de vergrijzing. Maar we willen wel investeren in iedereen die zijn verantwoordelijkheid wil nemen. We kiezen voor een creatieve en optimale ondersteuning van mantelzorgers, vrijwilligers en hun organisaties. Vraag/discussie: Welke mate van mate van ondersteuning van mantelzorgers, vrijwilligers en hun organisaties willen wij bieden? De visie gaat uit van optimale keuzevrijheid voor de klant: de klant kiest zelf tussen PGB’s, vouchers en zorg in natura. Vraag: Wat is de positie van de klant en heeft de klant wel of geen keuzes? VI VII De visie gaat uit van virtuele loketten met enige ondersteuning in alle woonservicegebieden. Onafhankelijke ouderenadviseurs komen op afroep bij mensen thuis om hen te helpen met het verhelderen van de zorgvraag en te ondersteunen bij hun keuzes. Daarnaast is er een centrale backoffice. Vraag: Is dat de manier waarop we het willen? VIII We kiezen voor ‘de kracht van de stad’. Dat betekent dat we in eerste instantie met de bestaande partners in zee willen om een kwalitatief hoogwaardig stelsel aan wonen, zorg en welzijn te realiseren. Een alternatief is om ‘de markt’ op te gaan. Wel bouwen we in beide gevallen mechanismen in om te zorgen dat de prijs-kwaliteit verhouding van het aanbod goed is en blijft. Vraag: Hoe wordt omgegaan met aanbieders en het maatschappelijk middenveld? Gaan we in eerste instantie met bestaande partners in zee of oriënteren we ons ook op nieuwe aanbieders? IX Vraag: Welk invoeringsscenario wordt gekozen: basis, smal, breed, maximum? X Over de vormgeving van het uitvoeringsproces zijn nu nog geen keuzes gemaakt. Gedacht vanuit de kracht van de stad, ligt in ieder geval een stevige samenwerking met het zorgkantoor/ zorgverzekeraar voor de hand. Vraag: Hoe wordt het uitvoeringsproces vormgegeven? XI Vraag: Wel of geen eigen bijdrage voor voorzieningen?