GEMEENTE GROEI GROEPEN

advertisement
GEMEENTE GROEI GROEPEN
VERKORTE PROGRAMMA’S VOOR TAAKGROEPEN
OVER OPENBARING 1,2,3.
THEMA: HEILIGE GOD – TOEGEWIJD VOLK.
We willen lessen leren uit de zeven brieven die Jezus schreef aan de kerken in Klein Azië –
het huidige Turkije. In de zeven zendbrieven zie je:
 Zeven vormen van toewijding
 Zeven bedreigingen voor toewijding
 Zeven kansen voor overwinningen
 Zeven beloften van Jezus.
1. Opzet van de programma’s
Waarom?
In de Protestantse kerk in Nederland ‘draaien’ zo’n 1500 Gemeente Groei Groepen. Ze zijn
gericht op het onderling beoefenen van het geloofsgesprek. Daardoor groeien de deelnemers
in geloof, onderlinge gemeenschap en getuigenis.
De vorm van de Gemeente Groei Groep (GGG) blijkt ook heel nuttig voor het geloofsgepsrek
in allerlei taakgroepen in de kerk. Dat kan een kerkenraad zijn, een college van diakenen of
kerkrentmeesters of ouderlingen, maar ook een taakgroep bazar of publiciteit.
De basisgedachte is, dat we niet alleen ‘zakelijk’ met elkaar bezig willen zijn in de kerk, maar
ook geestelijk inhoudelijk. Zodat we al werkend en pratend ook versterkt worden in ons
geloof en in onze onderlinge gemeenschap.
Daarom bieden we dit jaar voor het eerst acht (van de in totaal 16) GGG programma’s aan in
een verkorte versie, die binnen een half uur besproken kan worden. Het doel van deze
programma’s is dat taakgroepen zich ontwikkelen tot door de Geest geïnspireerde teams,
waarin
- men zijn taak beleeft als een bediening tot eer van God en tot opbouw van de gemeente.
- de onderlinge betrokkenheid (als broeders en zusters) wordt versterkt
- er ruimte is om met elkaar van hart tot hart te spreken
Opbouw van de programma’s
De vergadering of werkbijeenkomst wordt begonnen met ongeveer een half uur, waarin men
in groepjes van maximaal vijf mensen het aangeboden programma aan de orde stelt. De
structuur van de programma’s is als volgt.
- Gebed. Het is goed om elke bijeenkomst in of rond de kerk met gebed te openen.
- Introductie. Het begint met een moment voor elkaar. Om goed met elkaar te kunnen
praten en te werken, is het van belang elkaar eerst in de ogen te kijken: hoe gaat het met
je? Naar aanleiding van een vraag of een ijsbreker is daar ongeveer vijf minuten tijd voor.
- Gesprek rondom de Bijbel. We lezen enkele verzen uit de Bijbel en praten daar, aan de
hand van enkele vragen, over door. Het is niet de bedoeling er een bijbelstudie van te
maken, maar een geloofsgesprek. De Bijbel helpt ons de stem van God te ontdekken.
- In de praktijk: We proberen het gesprek af te ronden met een vraag, die ons richt op de
praktijk van ons eigen leven en werken.
- Taak. Hier gaat het in feite om het concrete doel van de taakgroep. Vergaderen,
samenwerken, enzovoorts.
- Gebed. We sluiten af met en gebed waarin we God danken voor wat Hij ons gezegd heeft
en vragen om zijn zegen over elkaar en over de taak die we met elkaar mogen uitoefenen.
1. Een hoopvolle boodschap voor de kerk!
Gebed
Introductie op het thema (5 minuten)
We maken een start met het bijbelboek Openbaring!


Welke associaties heb je bij dit bijbelboek?
Heb je zelf wel eens een ‘openbaring’ gehad?
In gesprek met de Bijbel (15 minuten)
De apostel Johannes is vanwege zijn geloof verbannen naar het eiland Patmos. Hij is een oude
man. Hij ontvangt een openbaring van Jezus Christus en mag deze boodschap doorgeven aan
zijn geloofsgenoten. Openbaring is vooral een hoopvol boek: Jezus is overwinnaar! Daarom is
het ook een aanmoediging om te volharden.
Lezen Openbaring 1:1-20

In vers 9 lezen we dat Johannes zich in een moeilijke situatie bevindt. Hij
verkeert in ellende en heeft zijn medechristenen los moeten laten. Maar juist
dan komt Jezus naar hem toe. Hoe ervaar jij Gods nabijheid in moeilijke
situaties?

In vers 12 - 17 komen we een indrukwekkende beschrijving tegen van wat
Johannes allemaal ziet. Neem de tijd om deze verzen nog eens rustig door te
lezen en probeer de woorden met elkaar te verduidelijken. Hoe zou jij
gereageerd hebben? We ontmoeten er immers de heiligheid en grootheid van
Jezus!
In de praktijk (5 minuten)

In vers 17 en 18 krijgt Johannes de bemoediging mee dat hij niet bang hoeft te
zijn. Waar is deze bemoediging op gebaseerd? Wat betekent dit voor jou?
Helpt dit jou je taken in de kerk te doen?
Taak van de taakgroep
Hier kunnen alle onderwerpen van de normale ‘agenda’ van de taakgroep besproken worden
of worden de taken uitgevoerd.
Danken en bidden
2. Toegewijd in liefde
Gebed
Introductie op het thema
Eén op de drie huwelijken eindigt in een scheiding. Blijkbaar is de liefde dan verflauwt.

Noem eens een aantal oorzaken waardoor liefde kan verflauwen?
In gesprek met de Bijbel
Deze brief is gericht aan de kerk in Efeze. Dat was een beroemde stad met een groot theater.
Ook een stad die bekend stond om zijn zedeloos karakter. In het Nieuwe Testament wordt
veel aandacht besteed aan de kerk in deze stad. Paulus heeft haar een brief geschreven. Deze
kerk stond voor de vraag: Hoe zijn we volgelingen van Jezus in een zedeloze maatschappij?
Lezen Openbaring 2: 1- 7

In vers 2 en 3 klinken een aantal complimenten aan het adres van deze kerk.
Benoem ze met elkaar en stel de vraag: Zijn deze complimenten ook op hun
plaats in onze gemeente en in mijn leven? En in onze groep?

Na deze complimenten legt Jezus de vinger op de zere plek: ‘U hebt de liefde
van weleer opgegeven’ (vers 4). Anders gezegd: De ‘verliefdheid’ is
verdwenen! Wat zou Jezus daarmee bedoelen? Probeer deze woorden toe te
passen op je eigen situatie.
In de praktijk

Na deze diagnose komen we in vers 5 de behandeling tegen: Bedenken, breken
en doen! Neem de tijd om deze behandeling uit te pluizen: Wat bedoelt Jezus
als Hij spreekt over:
1. Bedenk van welke hoogte u gevallen bent!
2. Breek met het leven dat u nu leidt!
3. Doe weer als vroeger!
In hoeverre heb jij dit nodig? En je taakgroep?
 Wat betekent voor jou de belofte in vers 7 die Jezus aan deze gemeente geeft?
Taak van de taakgroep
Danken en bidden
3. Toegewijd ondanks verdrukking
Gebed
Introductie op het thema
Veel mensen herkennen zich in deze angst: ‘Stel je voor dat iemand me gek vindt?’

Op welke manier speelt dat in jouw leven een rol?
In gesprek met de Bijbel
De tweede brief is gericht aan de kerk in Smyrna, een welvarende havenstad. Er was een kerk
ontstaan en in de brief aan deze kerk wordt duidelijk dat de leden het niet makkelijk hebben.
Lees Openbaring 2: 8 - 11

Probeer je een beeld te vormen van deze gemeente: Wat klinkt er door in
woorden als ellende, armoede en laster? Christen zijn heeft blijkbaar niet tot
gevolg dat ons leven alleen voorspoed zal kennen. Sta eens stil bij de
consequenties van jouw christen zijn: Hoe ervaar jij weerstand en moeite?

In vers 9 spreekt Jezus tot twee keer toe uit dat Hij weet heeft van de
belabberde situatie van deze christenen. Hoe zouden zij deze woorden ervaren
hebben? Wat betekent het voor jou om te geloven dat Jezus jouw situatie kent?
In de praktijk

In vers 10 klinken twee aansporingen: Wees niet bang én wees trouw tot in de
dood! Wat klinkt er in deze aansporingen door? Wat betekent dit voor jou en je
taakgroep? Heb je wel eens de neiging om op te geven?
Taak van de taakgroep
Danken en bidden
4. Toegewijd in een tijd van verwarring
Gebed
Introductie op het thema
Wat vind je van deze stelling: ‘Als christen heb ik er geen moeite mee om me aan te passen
aan het uitgaansleven van mijn niet christelijke vrienden.’
In gesprek met de Bijbel
De derde brief is gericht aan de kerk in Pergamum. Het was een grote stad met een flinke
bibliotheek. Het perkament is naar deze plaats vernoemd. Er waren opvallende heiligdommen
in deze stad die veel bezoekers trokken. In deze stad is ook een kerk ontstaan. Er zijn
pluspunten te benoemen, maar er is ook reden tot zorg.
Lees Openbaring 2:12-17

Jezus zegt dat Hij weet waar deze christenen wonen. Het blijkt de plaats te zijn
waar de satan troont/woont. Hoe zou Jezus deze woorden bedoeld hebben?
Kun je dat vandaag ook nog zeggen van sommige plaatsen? Waarom wel/niet?

Er klinkt in vers 13 een groot compliment: ‘U bent mijn naam trouw gebleven
en hebt uw geloof in mij niet verloochend!’ Wat betekent het om de naam van
Jezus trouw te blijven en om je geloof niet te verloochenen? Waar denk je aan?

De brief eindigt met een bemoediging. Probeer de beelden met elkaar helder te
krijgen: Verborgen manna, een wit steentje en een nieuwe naam? Bemoedigen
doet trouwens altijd goed! Hoe werkt dat bij jou en in jouw taakgroep?
In de praktijk

We weten niet precies wat de leer van Bileam en de leer van de Nikolaïten
inhoudt, maar ook in die tijd werden christenen blijkbaar verleid om mee te
gaan met ‘wereldse’ praktijken.. Als christen sta je voor de uitdaging om
staande te blijven in een omgeving die soms een ‘verleidend en verwarrend’
karakter heeft. Hoe voorkom je dat je genoegen neemt met slappe
compromissen: ‘Dat moet toch kunnen? Laten we niet moeilijk doen?’
Taak van de taakgroep
Danken en bidden
5. Toegewijd in een tijd van misleiding
Gebed
Introductie op het thema
Het lijkt alsof er een dalende belangstelling is voor de inhoud van ons geloof. We zijn al dik
tevreden als mensen een beetje religieus geïnteresseerd zijn, ongeacht of men zich door
christelijke of andere religies laat leiden. Wat vind jij daarvan?
In gesprek met de Bijbel
De vierde brief is gericht aan de kerk in Tyatira. Deze plaats is minder opvallend dan de
vorige plaatsen. Er zijn geen imposante gebouwen en tempels. Het is wel een bedrijvig
handelsstadje. Vragen die er leven zijn: Hoe sta je als christen in het dagelijks leven en welke
keuzes kun je maken? Waar baseer jij je keuzes op? Wat is het fundament van je geloof?
Lezen Openbaring 2:18-29

Vers 19 is een jubelzang op deze gemeente! Ze is liefdevol, gelovig,
hulpvaardig en standvastig! Zijn deze woorden ook realiteit in ons leven? Is er
sprake van groei?

Wat kan er nog fout gaan in deze kerk? Maar de kritiek is scherp. In vers 20 22 wordt duidelijk dat het optreden van de ‘profetes Izebel’ tot gevolg heeft dat
de christenen in Tyatira meedoen met occulte praktijken die haaks staan op de
boodschap van Jezus. Waar moeten we dan aan denken?
Welke ‘afgoden’ en occulte invloeden zie jij om je heen?
In de praktijk

In Tyatira ontbrak het aan een goede doordenking van het geloof. Daardoor
kreeg Izebel alle ruimte voor haar misleiding. Waar moeten wij aan
vasthouden (vers 25)? Wat is het fundament van ons geloof? Wat betekent dat
voor je taakgroep?
Taak van de taakgroep
Danken en bidden
6. Toegewijd in een stervende kerk
Gebed
Introductie op het thema
‘Christenen zijn schijnheilig. Op zondag zitten ze in de kerk, maar door de weeks moet je er
geen zaken mee hoeven te doen’ Klopt deze stelling?
In gesprek met de Bijbel
De vijfde brief uit het boek Openbaring is gericht aan de kerk in Sardes. De kerk in deze stad
had een uitstekende reputatie, maar wie beter keek…..
Lees Openbaring 3:1-6

Nergens is het oordeel zo scherp als in deze brief: ‘Overal wordt beweerd dat u
het leven hebt, terwijl u dood bent.’ Uiterlijk vertoon en goede reputatie zijn
geen bewijs van geestelijk leven. Het kan schone, vrome schijn zijn! Wat was
er toch aan de hand in de gemeente in Sardes?

Opvallend genoeg blijkt er in deze gemeente een groepje mensen te zijn dat
nog vol leven is. Vers 4. Zij zijn op hun plek gebleven en staan in levende
relatie met God. Is het moeilijk om vol te houden als er om je heen sprake is
van geestelijke lauwheid en doodsheid? Wat helpt je in zo’n situatie?
In de praktijk

Er is voor de gemeente toch nog een sprankje hoop: ‘Word wakker, versterk
uw laatste krachten: u bent op sterven na dood.’ De kerk in Sardes moet
wakker worden en de laatste krachten versterken! Hoe kun je de slaperigheid
doorbreken?

Wat is voor jou het verschil tussen het christelijk geloof als een ‘religie’ of als
een ‘relatie’?
Taak van de taakgroep
Danken en bidden
7. Toegewijd met weinig invloed
maar met groot trouw
Liederen en gebed
Introductie van het thema
Er zijn kerken die bloeien, maar jouw kerk is de laatste tijd gekrompen. Op je werk kijken je
collega’s je glazig aan als je enthousiast vertelt over een kerkdienst. Maar wat echt pijn doet is
wat je ziet in je gezin: sommigen staan volstrekt onverschillig tegenover Jezus.

In hoeverre komt dit beeld overeen met jouw werkelijkheid? Hoe beleef je dat?
In gesprek met de Bijbel
Filadelfia was een belangrijk provinciestadje en werd wel ‘Klein-Athene’ genoemd vanwege
haar rijkdom. Er was een behoorlijke Joodse gemeenschap. De christelijke gemeente was
klein, stelde niet zoveel voor en ondervond veel weerstand en pesterijen vanuit de synagoge.
We lezen Openbaring 3: 7-13

Jezus wordt in vers 7 omschreven als een machtige ‘sleutelfiguur’, die deuren
kan openen en sluiten (zie Jesaja 22: 22). Waarom zou Jezus dit zeggen tegen
de invloedarme gemeente te Filadelfia?

Jezus heeft ervoor gezorgd dat de deur ‘voor u’ open staat (vers 8). Wat voor
deur/poort zou daarmee bedoeld kunnen zijn? Spreekt dat jou aan?

Lees de verzen 9-11 nog eens. Hoe komen deze beloften op je over? Wat
betekent dit voor de kerk van vandaag?
In de praktijk

Hoe kunnen wij met onze beperkte invloed toch trouw zijn en staande blijven
en ons toewijden aan de Heer in deze samenleving? Noem concrete situaties.
Taak van de taakgroep
Gebed
8. Toegewijd aan de HEER die voor de deur staat
Gebed
Introductie op het thema
Stel, er wordt aangebeld. Je doet de deur open. Daar staat Jezus in zijn volle glorie. Hoe
reageer je?
o Ik schrik me wild en weet niet wat ik zeggen moet.
o Ik heet hem vriendelijk welkom, maar weet niet of ik zin heb in zijn bezoek
o Ik vraag hem morgen terug te komen. Intussen ruim je je huis op.
o Ik word kwaad en controleer de sloten van mijn huis
o Ik word blij en vlieg hem om de hals
o Ik voel me schuldig
o Ik heb nog wel een appeltje met hem te schillen
o Ik laat hem voor de deur staan en bel naar mijn moeder
o Ik ga op mijn knieën
o Ik ….
In gesprek met de Bijbel
De zevende en laatste van de brieven van Jezus aan de kerken in Turkije is gericht aan de kerk
in Laodicea. Dat ligt vlak bij Pamukkale, maar ook bij Colosse en Hiërapolis.
In Laodicea is al geruime tijd een gemeente. Paulus schrijft erover in Col. 4: 12,13.
We lezen Openbaring 3: 14 – 22

Jezus is de lauwheid van de gemeente in Laodicea spuugzat. Waar blijkt die
lauwheid uit?

Als Jezus vandaag een brief zou sturen aan onze gemeente: wat zou Hij ons
dan schrijven?

Jezus staat voor de deur van de kerk. Hij staat buiten! Je kunt Jezus dus
blijkbaar ‘buiten de deur’ houden als kerk! Wat vind je van die gedachte?
Herken je die situatie? Zo ja: hoe dan? Wat kun je eraan doen?
In de praktijk

Op een stuk papier kunnen we suggesties opschrijven over de volgende drie
vragen:
1. Wat kun je doen tegen geestelijke lauwheid in je eigen relatie met God?
2. Hoe kunnen wij Jezus binnenlaten in onze kerk?
3. Wat betekent voor ons de belofte van Jezus in vs. 21?
Taak van de taakgroep
Danken en bidden
Download