Inhoudsopgave - AthenaSummary

advertisement

AthenaSummary
Vrije
Universiteit
Rechtsgeleerdheid
–
Bachelorjaar
3
Encyclopedie
II
Supplement:
boeksamenvatting
Reader
Encyclopedie
II
Michael
Sandel,
Pleidooi
tegen
volmaaktheid,
Uitgeverij
Ten
Have
2012
Inhoudsopgave
WEEK
6
INLEIDING
VAN
DER
WAL,
FORMELE
EN
MATERIËLE
DEMOCRATIE
WEEK
7
INLEIDING
WOUTER
VERAART,
NOT
IN
OUR
NAME!
ALBIE
SACHS,
TOWARDS
THE
REVITALISATION
OF
CUSTOMARY
LAW
IN
AN
EGALITARIAN
CONSTITUTIONAL
DEMOCRACY
BLZ.
3
BLZ.
7
BLZ.
9
BLZ.
3
BLZ.
7
In
ons
streven
naar
perfectie
zetten
wij
alles
op
alles
om
een
volledige
samenvatting
beschikbaar
te
stellen.
Mochten
wij
onverhoopt
toch
punten
over
het
hoofd
hebben
gezien
of
verkeerd
hebben
genoteerd,
schroom
dan
niet
om
dat
terstond
te
melden.
Dit
geldt
voor
alle
op‐
en
aanmerkingen.
Onze
klachtenlijn
is
te
vinden
op
www.AthenaSummary.nl.
Dit
is
een
product
van
AthenaSummary.
QBDBD
is
hier
op
geen
enkele
wijze
aansprakelijk
voor.
Week
6
Inleiding
Wat
betekent
democratie
en
democratische
rechtsstaat?
Bij
eerdere
vakken
is
het
onderscheid
tussen
directe
en
indirecte
democratie
geïntroduceerd.
Bij
een
directe
democratie
regeert
het
volk
rechtstreeks.
Bij
een
indirecte
democratie
(meer
praktisch
wanneer
het
grote
groepen
mensen
betreft)
wordt
het
volk
vertegenwoordigd
door
een
parlement.
Er
is
nog
een
ander
onderscheid
van
belang,
dat
tussen
materiële
en
formele
democratie.
Op
het
spel
staat
hier
de
vraag
of
de
democratie
een
methode
is
voor
het
nemen
van
collectieve
beslissingen,
welke
erop
gericht
is
dat
de
meerderheid
van
de
burgers
beslist,
ofwel
dat
democratie
verwijst
naar
een
inhoudelijk
ideaal
dat
gebaseerd
is
op
een
veel
complexer
geheel
van
opvattingen.
Van
der
Wal,
Formele
en
materiële
democratie
Inleiding
De
stelling
die
hierna
wordt
verdedigd,
is
dat
de
democratie
(naar
westers
model
althans)
de
idee
van
een
politiek
stelsel
is
dat
bij
onze
cultuur
en
de
heersende
opvattingen
over
mens‐
zijn,
samenleven,
gezag
en
dergelijke
past.
Daarmee
is
gezegd
dat
de
idee
van
de
formele
democratie
‐
als
een
geheel
van
spelregels
waarmee
het
politieke
besluitvormings‐proces
enkel
naar
de
vorm
en
zonder
enige
inhoudelijke
implicatie
geregeld
wordt
‐
ontoereikend
is
om
op
bevredigende
wijze
rekenschap
te
geven
van
de
westerse
opvattingen
en
intuïties
omtrent
de
democratie.
Deze
opvattingen
en
intuïties
veronderstellen
met
andere
woorden
een
materiële
notie
van
democratie
.
1.
Het
materiële
karakter
van
de
westerse
democratie‐idee
Het
nadenken
over
de
democratie
staat
in
nauw
verband
met
het
pluralistisch
karakter
van
onze
westerse
samenleving.
Wanneer
een
westerse
samenleving
pluralistisch
is,
dan
wordt
descriptief
bedoeld:
er
is
sprake
van
een
aantal
groepen
die
samenleven
(deze
groepen
hebben
verschillende
opvattingen
over
goed
en
kwaad)
en
verschillende
levenspraktijken
hebben,
terwijl
geen
van
deze
groepen
in
de
positie
is
het
publiek
bestel
in
overeenstemming
met
haar
opvattingen
en
normen
in
te
richten.
Normatief
wordt
bedoeld:
een
ideaal
van
samenleven,
met
synoniemen
als
‘tolerant’,
‘open’
etc.
Met
betrekking
tot
democratie
staan
twee
opvattingen
tegenover
elkaar.
De
ene,
de
materiële
conceptie,
ziet
de
democratie
als
een
belichaming
van
een
inhoudelijke
politieke
overtuiging
naast
en
tegenover
anderen.
De
andere,
de
formele
opvatting,
ontkent
juist
iedere
inhoudelijke
relatie
van
de
democratie
tot
enige
politieke
overtuiging
of
richting.
2
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Volgens
deze
laatste
opvatting
staat
de
democratie
als
bestuursvorm
neutraal
ten
opzichte
van
verschillende
visies
inzake
de
juiste
of
ideale
inrichting
van
de
samenleving.
Volgens
deze
formele
opvatting
is
relativisme
de
wereldbeschouwing
die
door
de
democratische
gedachte
verondersteld
wordt.
Het
relativisme
is
de
veronderstelling
dat
de
democratie
het
afwijst
om
zich
met
een
bepaalde
politieke
opvatting
te
identificeren.
Volgens
Radbruch
wordt
goed
zichtbaar
waartoe
zo’n
relativistische
opvatting
van
de
democratie
toe
leidt:
democratie
gaat
samenvallen
met
een
geheel
van
besluitvormings‐
regels
die
ten
opzichte
van
de
inhoudelijke
kant
van
de
beslissingen
geheel
neutraal
zijn,
die
puur
van
formele
of
procedure
aard
is.
Democratie
is,
volgens
Radbruch,
de
bereidheid
aan
iedere
politieke
opvatting
die
zich
de
meerderheid
kon
verschaffen,
de
leiding
in
de
staat
over
te
laten.
Maar
wat
te
denken
van
fascistische
partijen
of
fundamentalistische
groeperingen
die
er
geen
geheim
van
maken
hun
wil,
desnoods
met
geweld,
op
te
leggen
aan
anderen?
In
1936
betoogde
Van
den
Bergh
dat
antidemocratische
partijen
als
verboden
verenigingen
moeten
worden
beschouwd
en
dan
ook
principieel,
dat
wil
zeggen
volgens
de
beginselen
die
aan
de
democratie
ten
grondslag
liggen.
Partijen
die
deze
principes
beogen
aan
te
tasten,
moeten
als
vijanden
van
de
democratie
worden
aangemerkt.
Tirannie
en
autocratie
worden
door
de
opvatting
van
democratie
als
vorm
van
besturen
uitgesloten.
Dat
er
een
regering
van
het
volk
is,
betekent
dat
alle
legitimatie
van
gezag
alleen
‘van
onderen’
komt,
van
de
andere
kant
van
de
geregeerden
zelf
dus.
De
democratie,
althans
naar
haar
westerse
vorm,
kan
niet
begrepen
worden
zonder
het
voor
de
westerse
cultuur
normatieve
mensbeeld
van
de
mondige
persoon
die,
op
zijn
eigen
manier
zijn
leven
inricht,
die
in
gelijke
wijze
als
ieder
ander
in
de
waardigheid
als
mens
deelt
en
om
die
reden
aanspraak
op
respect
kan
maken.
Naar
de
woorden
van
Sartori
is
democratie
het
‘nevenproduct
(op
bestuurlijk
vlak)
van
de
hele
ontwikkeling
van
de
westerse
beschaving’.
Zij
steunt
met
andere
woorden
op
een
materiële
conceptie
van
mens‐zijn
en
van
aanvaardbare
tussenmenselijke
relaties.
Als
men
veronderstelt
dat
de
mens
van
nature
vrij
is
en
er
in
een
natuurtoestand
geen
gezaghebbende
relaties
bestaan,
dan
moet
voor
het
ontstaan
daarvan
een
speciaal
argument
worden
gegeven.
De
reden
van
het
bestaan
van
politieke
instituties
ligt
hier
ook
precies
in
het
garanderen
van
de
voor
het
mens‐zijn
wezenlijke
vrijheid.
De
legitimatiebasis
van
die
politieke
structuren
kan
alleen
in
de
zelfbinding
van
iedereen
aan
het
‘contract’
van
iedereen
met
iedereen
liggen.
Belangenconflicten
kunnen
soms
niet
tot
tevredenheid
van
alle
betrokken
worden
opgelost.
Dit
betekent
dat
er
beslissingen
moeten
worden
genomen.
De
meerderheidsregel
is
in
zo’n
geval
alleen
de
best
mogelijke
benadering
van
het
ideale
geval,
wanneer
zo
weinig
mogelijk
3
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
mensen
zich
zo
moeten
conformeren
aan
de
beslissingen
van
anderen.
Het
democratische
grondidee
moet
dus
voor
minderheden
garanties
scheppen.
Deze
garanties
kunnen
mensen‐
en
grondrechten
zijn.
2.
Het
formele
democratiebegrip:
analyse
en
kritiek
Er
zijn
twee
versies
rondom
de
formele
democratie.
De
formele
opvatting
van
democratie,
volgens
de
eerste
versie,
wordt
ook
wel
de
markttraditionele
opvatting
van
democratie
genoemd.
Het
politieke
gebeuren
wordt
opgevat
als
een
onderhandelingsproces:
groepen
van
mensen
met
verschillende
voorkeuren
zijn
voor
de
vervulling
van
hun
wensen
aangewezen
op
centraal
te
nemen
politieke
beslissingen.
Hierdoor
ontstaat
een
politieke
markt
voor
onderhandelingen
waarbij
iedereen
de
voor
henzelf
meest
gunstige
uitkomst
nastreeft.
Democratie
heeft
bij
deze
vorm
dus
betrekking
op
de
vorm
van
het
onderhandelingsproces.
Democratie
is
het
totaal
van
spelregels
dat
voor
het
spelen
van
het
politieke
spel
is
overeengekomen.
Uitgangspunt
hierbij
is
dat
mensen
nou
eenmaal
verschillende
voorkeuren
hebben.
De
andere
gedachtelijn
is
die
van
het
relativisme.
Het
uitgangspunt
hierbij
isde
meerderheidsregel:
wanneer
inzichten
niet
algemeen
bewijsbaar
zijn,
maar
er
op
basis
van
die
inzichten
wel
beslissingen
worden
genomen,
dan
is
dit
slechts
te
rechtvaardigen
wanneer
het
de
beslissing
is
van
de
meerderheid.
Van
der
Wal
is
van
mening
dat
de
zogeheten
formele
democratie‐opvatting
als
rechtvaardigende
theorie
tekort
schiet,
tenzij
gebruik
wordt
gemaakt
van
aanvullende
premissen
zoals
die
voor
de
materiële
conceptie
kenmerkend
zijn.
De
argumenten
die
hij
naar
voren
brengt,
komen
erop
neer
dat
van
de
onbewijsbaarheid
van
alle
opvattingen
tot
dezelfde
achtbaarheid
van
alle
standpunten
te
concluderen,
een
non‐sequitur
is.
Ofwel:
in
plaats
van
te
zeggen
dat
alle
standpunten
even
veel
waard
zijn,
kan
men
even
goed
of
zelfs
beter
zeggen
dat
ze
alle
even
weinig
waard
zijn.
Met
de
opvatting
van
minderheden
dient
rekening
te
worden
gehouden,
niet
omdat
zij
de
meerderheid
van
morgen
kunnen
zijn,
ook
niet
omdat
hun
mening
morgen
plausibeler
kan
blijken
te
zijn
dan
die
van
de
meerderheid,
maar
eenvoudig
omdat
het
een
belangrijke
uiting
van
hun
persoon‐zijn
betreft.
3.
Aard
van
de
materialiteit
en
grenzen
van
de
democratie‐idee
De
democratie
is
dus
niet
enkel
een
besluitvormingsmodel,
maar
daarnaast
en
meer
fundamenteel
de
idee
van
een
politiek‐sociale
orde
met
bijbehorende
mensvisie,
grondhouding
en
gezindheid.
Het
is
derhalve
een
misverstand
om
te
menen
dat
de
democratie
bereidheid
in
zou
houden
om
aan
iedere
politieke
overtuiging
die
zich
overeenkomstig
de
regels
van
het
spel
de
meerderheid
weet
te
verschaffen,
de
leiding
in
de
staat
over
te
laten.
Of
dat
zij
naar
haar
aard
alle
politieke
opvattingen
gelijkelijk
zou
4
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
respecteren.
De
achterliggende
gedachte
van
democratie
biedt
dus
niet
in
onbeperkte
mate
ruimte
aan
alle
politieke
opinies
en
praktijken.
Maar
waar
liggen
dan
de
grenzen
van
de
democratie?
De
term
‘materieel’
kan
in
de
uitdrukking
‘materiële
democratie’
niet
worden
gebruikt
om
een
allesomvattende
levensovertuiging
weer
te
geven
(in
dezelfde
zin
als
bij
bv
Jehova’s
getuigen
of
christelijk
gereformeerden
wel
het
geval
is).
Deze
opvatting
heeft
ertoe
geleid
dat
de
democratie
op
geen
enkele
ideële
grondslag
kan
berusten.
Drie
zaken,
die
in
verband
met
het
afrasteren
van
de
democratie,
goed
van
elkaar
moeten
worden
onderscheiden
zijn:
1. de
democratie
in
het
niet‐ideale
geval;
2. de
uitgesproken
antidemocratische
positie,
en
3. de
posities
die
een
problematische
relatie
tot
de
democratie
hebben
doordat
wezenlijke
voorwaarden
voor
een
democratische
opstelling
zowel
theoretisch
als
praktisch
(lijken
te)
ontbreken.
Ad
1.
De
democratie
rust
op
een
bepaald
normatief
mensbeeld
en
een
daarmee
verbonden
ideaal
van
samenleven.
In
de
praktijk
houdt
dit
ideaal
minder
stand.
Mensen
gebruiken
het
besluitvormingsproces
voor
doeleinden
die
met
de
dragende
ideeën
van
democratie
strijdig
zijn.
Deze
groep
zal
zich
echter
wel
democratisch
gedragen,
omdat
het
hen
goed
uitkomt
om
hun
doelstellingen
te
verwezenlijken.
Wanneer
de
democratie
in
slecht
weer
verkeert,
moet
men
niet
te
veel
van
deze
groep
verwachten.
Maar
onder
meer
‘normale’
omstandigheden
zal
de
democratie
in
niet‐ideale
zin
voldoende
overeenkomst
met
haar
idee
vertonen
om
van
een
democratie
te
spreken.
Ad
2.
De
grenzen
van
de
democratie
worden
duidelijk
overschreden
door
bewust
handelswijzen
en
ideeën
te
propageren,
die
met
de
democratische
theorie
en
praktijk
in
strijd
is.
Wie
niet
bereid
is
andere
(met
name
anders‐levende
en
‐denkende)
mensen
in
hun
persoon‐zijn
te
respecteren,
is
een
antidemocraat.
Niets
verzet
zich
tegen
de
idee
van
de
verdediging
van
de
democratie,
desnoods
door
middelen
als
een
verbod
van
bepaalde
politieke
partijen.
Er
hoeft
niet
hulpeloos
te
worden
toegekeken
hoe
de
democratie
eerst
wordt
uitgehold,
en
daarna
terzijde
wordt
geschoven.
De
middelen
die
hiertegen
worden
ingezet,
moeten
wel
weer
vanuit
de
democratische
idee
worden
gelimiteerd.
Een
echte
democratie
leeft
bij
de
gratie
van
de
democratische
overtuiging
en
mentaliteit
van
althans
de
meerderheid
van
de
bevolking.
Ad
3.
De
leidende
gedachte
in
het
voorafgaande,
is
dat
de
democratie
de
belichaming
vormt
van
een
samenhangend
patroon
van
denken
en
handelen
van
een
gemeenschap
van
mensen.
Een
problematische
situatie
ontstaat
wanneer
groepen
mensen
die
in
een
5
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
denkwereld
en
een
cultureel
klimaat
zijn
opgegroeid
die
sterk
verschillen
van
de
democratische,
het
spel
van
de
democratie
gaan
meespelen.
De
democratie
vraagt
een
levenslang
leerproces.
Wanneer
de
hoofdlijn
van
de
gedachtegang
juist
geweest
is,
dat
de
democratie
de
zeer
veronderstellingsrijke
idee
van
een
bepaalde
publieke
levensstijl
is,
dan
zal
in
een
pluralistische
maatschappij
die
democratisch
wil
zijn
in
opvoeding
en
opleiding,
in
ruime
mate
aandacht
moeten
worden
besteed
aan
het
scheppen
van
de
voorwaarden
voor
participatie
aan
deze
vorm
van
samenleven.
6
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Week
7
Inleiding
In
deze
week
staat
de
spanning
tussen
fundamentele
rechten
(zoals
mensenrechten
en
grondrechten)
en
lokale
gewoontes
en
gebruiken
centraal.
In
het
artikel
van
Veraart
wordt
de
spanning
tussen
universele
rechten
en
lokale
praktijken
van
de
andere
kant
bekeken,
nl.
vanuit
“gewoonterecht”.
Mensenrechten
zouden
er
volgens
Veraart
toe
moeten
dienen
om
mensen
toegang
te
geven
tot
een
concrete,
per
definitie
lokale,
sociale
werkelijkheid,
waarin
zij
kunnen
spreken
en
handelen,
en
aan
hun
bestaan,
in
hun
relatie
met
anderen,
betekenis
kunnen
geven.
Mensenrechten
schieten
hun
doel
voorbij
wanneer
zij
de
lokale
leefwereld
van
individuen
negeren
of
zelfs
vernietigen.
Dat
kan
gebeuren
wanneer
mensenrechten
uitgaan
van
een
mensbeeld
dat
is
losgezogen
van
de
sociale
en
culturele
werkelijkheid.
Ook
Sachs,
tot
voor
kort
rechter
in
het
Constitutioneel
Hof
van
Zuid‐Afrika
en
één
van
de
grootste
juristen
van
onze
tijd,
pleit
in
zijn
artikel
voor
een
herleving
van
het
gewoonterecht.
Zuid‐Afrika
is
een
land
dat
rijk
is
aan
levenswijzen
en
samenlevingsvormen,
waardoor
het
veel
gewoonterecht
en
inheems
recht
kent.
Beiden
auteurs
menen
dat
gewoonte
niet
slechts
negatief
zou
moeten
worden
bekeken.
Wouter
Veraart,
Not
in
our
name!
I.
Introductie
Veraart
is
van
mening
dat
het
begrip
mensenrechten,
als
gelaagd
en
pluralistisch
concept,
onder
druk
staat.
In
dit
artikel
zal
hij
de
drie
manieren,
waarop
mensenrechten
onder
druk
komen
te
staan,
omschrijven.
Mensenrechten
kunnen
worden
uitgehold
door:
1. het
overdadige
gebruik
van
de
term
‘mensenrechten’
als
een
superieure
morele
standaard
in
politieke
statements;
2. het
gebruik
van
dodelijk
geweld
(dus
ook
een
militaire
interventie)
dat
wordt
gerechtvaardigd
door
een
beroep
op
‘mensenrechten’;
3. de
neiging
om
‘mensenrechten’
ad
infinitum
(tot
het
oneindige)
te
verlengen
(denk
hierbij
o.a.
aan
de
poging
om
sociale
rechten
ook
onder
mensenrechten
te
scharen).
II.
Verleden
en
heden
De
Universele
Verklaring
van
de
Rechten
van
de
Mens
is
al
bijna
70
jaar
oud.
Dit
document
is
niet
opgesteld
om
juridisch
bindend
te
zijn.
De
inhoud
is
gebaseerd
op
universele
normen,
ontleend
aan
een
morele
context.
Mensenrechten
zijn
er
aan
de
ene
kant
om
individuen
te
7
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
vrijwaren
van
tirannie,
onderdrukking
of
onmenselijk
handelen.
Aan
de
andere
kant
verkondigen
mensenrechten
een
wereld
die
nog
niet
bestaat.
In
die
wereld
zal
niemand
meer
onrecht
worden
aangedaan.
Om
zo’n
wereld
te
verwezenlijken,
zijn
er
ondertussen
ook
tweede‐
generatie
mensenrechten
ontstaan,
namelijk
sociaal‐economische
mensenrechten.
Vooral
derdewereldlanden
riepen
hiertoe
op,
aangezien
deze
rechten
de
overheid
en
private
partijen
bindt
om
een
betere
wereld
te
verwezenlijken.
Mensenrechten
kunnen
worden
begrepen
als
een
poging
om
een
fragile
rechtsorde
te
scheppen
(nationaal
en
internationaal)
met
een
morele
basis.
III.
Mensenrechten
en
‘the
Bird’s
Nest’
Er
is
nog
nooit
zo
veel
gesproken
over
mensenrechten,
als
tijdens
de
voorbereidingen
op
de
Olympische
zomerspelen
in
Beijing.
Zo
ongeveer
de
gehele
westerse
wereld
viel
over
de
mensenrechtensituatie
in
China.
Echter
faalde
men
om
specifieke
schendingen
te
constateren.
Het
was
algemene
(lege)
kritiek.
Het
leek
meer
op
kritiek
vanuit
Europa
richting
China,
dat
China
niet
‘westers’
genoeg
was.
De
invloed
vanuit
Europa
wat
betreft
mensenrechten,
neemt
af.
Kijken
we
bijvoorbeeld
naar
de
bouw
van
the
Bird’s
Nest.
Dit
grote
stadion
werd
gebouwd
voor
de
opening
van
de
Spelen.
Een
bedrijf
uit
Zwitserland
(dat
niet
tot
de
EU
behoort)
heeft
het
ontworpen
en
gebouwd.
Het
bedrijf
heeft
uitvoerig
gesproken
met
Chinezen,
hun
cultuur
en
achtergrond
onderzocht.
Hierdoor
wist
het
bedrijf
wat
de
Chinezen
wilden.
The
Bird’s
Nest
is
dan
ook
een
gebouw
waar
de
Chinezen
van
houden
en
trots
op
zijn.
Dit
is
een
goede
aanpak,
iets
waar
de
westerse
landen
een
voorbeeld
aan
kunnen
ontlenen:
in
dialoog
treden.
IV.
Mensenrechten
en
militair
ingrijpen
Militair
ingrijpen
(humanitair
ingrijpen)
moet
(volgens
Walzer)
alleen
mogelijk
zijn,
wanneer
het
een
redelijke
kans
op
succes
heeft
en
een
eind
maakt
aan
praktijken
die
‘het
geweten
van
de
mensheid
schokken’.
Het
rechtvaardigen
van
militair
ingrijpen
is
problematisch.
Wanneer
het
niet
duidelijk
is
wanneer
ingrijpen
gerechtvaardigd
is,
kunnen
mensenrechten
veranderen
in
het
tegenovergestelde
en
dus
inhumaan
zijn.
Mensenrechten
zouden
moeten
worden
beschermend
door
de
rechtstaat,
niet
door
oorlog.
Oorlog
is
van
nature
ontwrichtend
en
een
bedreiging
voor
mensen
en
hun
rechten.
Het
is
verstandig
om
de
rechtvaardiging
ervan
niet
te
zoeken
in
‘mensenrechten’
wanneer
er
geen
mandaat
van
de
VN
is.
Dit
is
geen
oproep
om
een
beroep
op
mensenrechten
categorisch
uit
te
sluiten,
wanneer
het
om
militaire
operaties
gaat.
Een
interventie
moet
kort
zijn,
voor
een
gelimiteerde
periode
gelden
en
kan
alleen
worden
uitgevoerd
in
uitzonderlijke
situaties.
8
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
V.
Mensenrechten
en
morele
eisen
Waarom
is
de
Britse
grondwet
indrukwekkender
dan
die
van
Zuid‐Afrika,
terwijl
die
laatste
een
lange
lijst
bevat
aan
mensenrechten?
Wanneer
mensenrechten,
zoals
in
het
VK,
ongeschreven
kunnen
blijven,
vertelt
ons
dat
iets
over
sociaal
vertrouwen,
de
stabiliteit
van
het
rechtssysteem
en
de
manier
waarop
mensenrechten
blijkbaar
verankerd
zijn
in
de
samenleving.
Mensenrechten
worden
steeds
vaker
en
uitgebreider
opgenomen
in
grondwetten
en
verdragen.
Er
is
blijkbaar
minder
onderling
vertrouwen
dat
deze
worden
gehandhaafd,
wanneer
ze
niet
worden
gecodificeerd.
Het
snel
vermenigvuldigen
van
fundamentele
rechten
leidt
tot
verdere
uitholling
van
mensenrechten.
VI.
Het
verliezen
van
de
menselijkheid
in
de
mensenrechten‐redevoering
De
westerse
wereld
veroordeelt
landen
als
China
om
de
mensenrechtensituatie.
E
wordt
echter
geen
moeite
gedaan
om
in
dialoog
te
treden
met
China.
Er
wordt
geen
rekening
gehouden
met
de
Chinese
cultuur,
taal,
historie,
tradities
en
gewoontes.
Ofwel:
gedachtewisselingen
over
mensenrechten
kunnen
niet
plaatsvinden
wanneer
er
een
onverschillige
houding
is
ten
opzichte
van
de
culturele
verschillen
met
andere
landen.
Wanneer
oproepen
om
de
mensenrechten
na
te
leven
in
zo’n
context
worden
geplaatst,
worden
zij
ontmenselijkt.
De
oplossing
is
het
aangaan
van
een
interculturele
dialoog.
Men
moet
zich
proberen
te
verplaatsen
in
de
positie
van
de
tegenpartij.
Hiervoor
moet
je
je
eigen
achtergrond
los
kunnen
laten.
Door
op
deze
manier
de
dialoog
met
elkaar
aan
te
gaan,
kun
je
elkaar
beter
begrijpen
en
zo
ook
respect
voor
elkaar
opbrengen.
VII.
Natuur,
gewoonte,
bepaling
Men
kan
(volgens
Aristoteles)drie
ordes
onderscheiden:
de
natuurlijke/biologische
orde
(eukosmia),
de
gewoonteorde
(eunomia)
en
de
doelbewust
bedongen/rationele
orde
(eutaxia).
Murphy
is
van
mening
dat
gewoonte
een
complex
fenomeen
is,
dat
tussen
natuur
en
rationaliteit
staat.
Wanneer
gewoonte
afwezig
is,
dan
is
er
sprake
van
een
totalitair
regime
wat
gelijkwaardig
is
aan
de
menselijke
rampen
in
Europa
(bv
WOII),
China
etc.
Voor
een
totalitair
regime
is
gewoonte,
met
zijn
ongeschreven
regels,
rituelen,
religies,
loyaliteit
en
oude
wijsheden
een
bedreiging
voor
zijn
bestaan.
VIII.
Niet
in
onze
naam!
Het
succes
van
mensenrechten
zit
in
hun
passiviteit
en
hun
geduldige
ontvankelijkheid
voor
onze
oneindige
pluraliteit
die
in
onze
samenleving
ingebakken
zit
en
die
in
onze
natuurlijke
wereld
voorkomt.
9
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
IX.
Epiloog:
Menselijkheid
als
een
volk
De
filosoof
Lévinas
spreekt
over
Frankrijk
als
het
land
waar
hij
‘thuiskwam’.
Menselijkheid
is
een
concept
dat
ervoor
zorgt
dat
een
bepaalde
plek
kan
gelden
als
iets
waar
je
kunt
‘thuiskomen’.
Frankrijk
is
uniek
als
het
gaat
om
de
manier
waarop
met
‘menselijkheid’
wordt
omgegaan.
Het
concept
menselijkheid,
en
daaraan
gerelateerd
menselijke
waardigheid,
is
in
het
Franse
politieke
en
juridische
leven
meerlaags,
dubbelzinnig
en
het
wordt
gebruikt
voor
meerdere
doelen.
De
zaak
rond
“het
dwerggooien”
illustreert
duidelijk
de
Franse
aanpak.
Het
recht
van
de
dwerg
om
te
worden
gegooid,
is
gelimiteerd
door
de
Franse
rechtsspraak.
Het
argument
hiervoor
was,
dat
zijn
menselijke
waardigheid
(wat
hem
de
taak
oplegt
zich
niet
te
laten
gooien)
zwaarder
weegt
dan
zijn
persoonlijke
vrijheid.
Via
deze
aanpak
blijkt
dus
dat
menselijke
waardigheid
objectieve
limieten
meebrengt:
menselijke
waardigheid
wordt
gezien
als
een
last,
een
sociale
verantwoordelijkheid
om
het
menselijk
lichaam
niet
op
denigrerende
manier
te
gebruiken.
Wat
deze
zaak
speciaal
maakt,
is
niet
de
uitkomst
van
de
uitspraak,
maar
de
manier
waarop
wordt
ingegaan
op
menselijke
waardigheid
en
menselijkheid
(onderdelen
van
mensenrechten).
Het
dwerggooien
is
dus
een
duidelijk
voorbeeld
van
de
moraliteit
van
een
specifieke
gemeenschap.
Het
behoort
tot
het
lokale
gewoonterecht.
Het
moet
wel
duidelijk
worden
onderscheiden
van
gebruiken,
die
door
alle
mensen
worden
gedeeld.
Albie
Sachs,
Towards
the
revitalisation
of
customary
law
in
an
egalitarian
constitutional
democracy
1.
Een
discursieve
introductie
Jack
Simons
was
de
leermeester
van
Sachs.
Terwijl
Sachs
blij
was
met
elke
Afrikaanse
kolonie
die
onafhankelijk
werd,
wees
Simons
hem
er
steeds
op
dat
postkoloniale
staten
moeite
zouden
hebben
om
zich
aan
te
passen
aan
de
verkregen
vrijheid.
In
Zuid‐Afrika
heerste
de
apartheid.
Hoewel
er
genoeg
tegenstanders
waren,
was
het
de
grote
vraag
hoe
het
anders
zou
moeten.
Dit
artikel
gaat
over
de
drie
D’s.
Zonder
deze
is
er
geen
oplossing
voor
het
probleem
van
de
revitalisering
van
het
gewoonterecht
in
een
egalitaire
constitutionele
democratie.
De
eerste
is
Dialoog,
de
eerste
nieuwe
grondwet
van
Zuid‐Afrika
is
hierdoor
ontstaan.
Dit
heeft
heel
veel
tijd
en
moeite
gekost,
pas
na
jaren
van
praten
en
overleggen
kwam
de
grondwet
tot
stand.
Volgens
Sachs
zijn
er
vier
soorten
waarheden:
1. De
microscopische
waarheid.
Hiervoor
moet
je
isoleren
en
variabelen
uitsluiten
(behalve
degene
die
je
gaat
meten).
In
een
rechtszaak
doe
je
dit
door
een
juridisch
10
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
proces,
je
definieert
de
onderwerpen:
heeft
hij
dat
gedaan
op
die
dag,
heeft
hij
het
die
persoon
aangedaan,
met
welke
intentie
etc.
2. De
logische
waarheid.
De
waarheid
zit
impliciet
in
een
verklaring
die
je
kunt
extraheren
door
middel
van
gevolgtrekking
van
de
toepassing
van
de
regels
van
de
logica
ofwel
de
meeste
juridische
regels
zijn
logisch.
3. Experimenterende
waarheid.
Deze
waarheid
gaat
over
emoties,
ervaringen
en
onze
eigen
realiteit,
over
hoe
wij
iets
beleven.
4. Dialogische
waarheid.
Er
is
niet
één
waarheid,
er
zijn
alleen
de
ervaringen
van
veel
mensen
tezamen,
gelaagd,
interacterend.
Samen
creëren
zij
een
rijke,
dieper
patroon
dat
nooit
‘af’
is,
want
de
waarheid
is
niet
eindig.
De
andere
twee
D’s
zijn
Dignity
(waardigheid)
en
Difference
(verschil).
Tijdens
de
koloniale
periode
is
de
waardigheid
terzijde
geschoven,
gemeenschappen
zijn
kapot
gemaakt,
mensen
zijn
dwongen
hun
land
op
te
geven
en
het
parlement
is
gebruikt
om
mensen
hun
rechten
te
ontzeggen.
Dit
is
vaak
gebeurd
onder
het
mom
van
‘westerse
mensenrechten’.
Westerlingen
maakten
onderscheid
tussen
mensen/groepen.
Dit
onderscheid
was
van
nature
niet
aanwezig
in
stammen
en
bevolkingsgroepen.
Gelijkheid
is
gebaseerd
op
het
erkennen
van
verschil,
in
plaats
van
het
elimineren
van
verschil.
Door
te
stellen
dat
je
pas
zou
kunnen
genieten
van
gelijkheid
door
het
onderdrukken
van
je
taal,
je
cultuur,
je
religie
en
je
geloof,
is
gelijk
aan
het
ontkennen
van
ware
gelijkheid.
Je
bent
pas
werkelijk
gelijk,
wanneer
je
verschillend
mag
zijn.
2.
De
nieuwe
grondwet
en
het
oude
gewoonterecht
Wanneer
we
oude
mechanismen
en
formules
toepassen
op
een
snel
veranderend
sociaal
leven,
dan
kan
dit
leiden
tot
de
ontkenning
in
plaats
van
de
promotie
van
de
kernwaarden
die
we
proberen
te
beschermen.
Wanneer
de
maatschappij
zich
verder
ontwikkelt,
moeten
de
regels
en
mechanismen
die
bepaalde
kernwaarden
beschermen,
ook
mee‐ontwikkelen.
Als
het
gaat
om
de
wet,
moeten
de
onderliggende
beginselen,
die
kernwaarden
representeren,
blijven
bestaan.
Ubuntu
is
een
term
die
in
Zuid‐Afrika
staat
voor
kracht
en
openheid
ten
opzichte
van
verschillende
interpretaties.
In
zijn
kern
betekent
het
solidariteit
en
verantwoordelijkheid.
Het
houdt
in
dat
we
verantwoordelijk
moeten
zijn
voor
onszelf,
onze
familie
en
onze
samenleving.
Alleen
op
die
manier
kunnen
mensen
samenleven.
Gewoonterecht
leeft
in
de
gemeenschap.
Gewoonterecht
en
de
grondwet
ziet
Sachs
als
een
geheel.
Democratie
moet
niet
worden
gezien
als
een
grof
instrument
dat
gewoonterecht
de
das
omdoet.
Sachs
heeft
jarenlang
in
Mozambique
gewerkt.
Er
waren
hier
veel
rechterlijke
instanties,
maar
eigenlijk
werkte
alleen
die
instantie
goed,
die
het
gewoonterecht
toepaste.
Deze
rechterlijke
instantie
bestond
uit
3
rechters
(minimaal
1
was
een
vrouw)
en
ze
11
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
oordeelden
aan
de
hand
van
oude
gebruiken
in
combinatie
met
de
grondwet.
Deze
rechters
zagen
geen
moslims
of
katholieken
voor
hen
staan,
of
een
Tsonga
of
Makonde,
maar
mensen
van
vlees
en
bloed
(mannen,
vrouwen,
gebroken
families
etc).
Hun
oplossingen
waren
eerlijk
en
praktisch
en
doordrenkt
van
de
oude
gedachte
dat
er
grote
verantwoor‐
delijkheid
rust
op
goede
familieleden.
Sachs
is
van
mening
dat
iets
soortgelijks
ook
goed
zou
werken
in
Zuid‐Afrika.
Echter
niet
voor
zaken
waarop
gevangenisstraffen
staan.
Bij
deze
zaken
moet
de
grondwet
volgens
de
letter
gevolgd
worden,
aangezien
de
consequenties
zwaar
zijn.
Maar
als
het
gaat
om
buren‐
geschillen
of
familieproblemen,
zijn
andere
manieren
wellicht
beter.
Een
voorbeeld:
een
man
gooit
zijn
vrouw
samen
met
haar
kinderen
uit
huis.
De
vrouw
en
de
gemeenschap
zien
de
man
als
haar
echtgenoot.
Naar
aanleiding
van
het
gewoonterecht
zal
het
familieleven
moeten
worden
hersteld.
Naar
aanleiding
van
de
wet
zou
kunnen
worden
geoordeeld
dat
de
man
moet
zorgen
voor
de
kinderen
en
de
vrouw
weer
moet
terugnemen
in
het
huis.
In
de
meeste
zaken
zullen
wet
en
gewoonterecht
met
elkaar
worden
gecombineerd
voor
een
juiste
uitkomst.
Het
beste
is
om
gewoonterecht
en
wet
zoveel
mogelijk
te
fuseren.
Het
beste
voor
Zuid‐Afrika
is,
als
gewoonterecht
geleidelijk
opgaat
in
de
grondwet.
Nu
is
er
nog
te
veel
onzekerheid,
aangezien
men
niet
precies
weet
of
er
uitspraken
worden
gedaan
op
grond
van
de
wet
of
op
grond
van
het
gewoonterecht.
12
Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan!
Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary
Download