AthenaSummary Vrije Universiteit Rechtsgeleerdheid – Bachelorjaar 3 Encyclopedie II Supplement: boeksamenvatting Reader Encyclopedie II Michael Sandel, Pleidooi tegen volmaaktheid, Uitgeverij Ten Have 2012 Inhoudsopgave WEEK 6 INLEIDING VAN DER WAL, FORMELE EN MATERIËLE DEMOCRATIE WEEK 7 INLEIDING WOUTER VERAART, NOT IN OUR NAME! ALBIE SACHS, TOWARDS THE REVITALISATION OF CUSTOMARY LAW IN AN EGALITARIAN CONSTITUTIONAL DEMOCRACY BLZ. 3 BLZ. 7 BLZ. 9 BLZ. 3 BLZ. 7 In ons streven naar perfectie zetten wij alles op alles om een volledige samenvatting beschikbaar te stellen. Mochten wij onverhoopt toch punten over het hoofd hebben gezien of verkeerd hebben genoteerd, schroom dan niet om dat terstond te melden. Dit geldt voor alle op‐ en aanmerkingen. Onze klachtenlijn is te vinden op www.AthenaSummary.nl. Dit is een product van AthenaSummary. QBDBD is hier op geen enkele wijze aansprakelijk voor. Week 6 Inleiding Wat betekent democratie en democratische rechtsstaat? Bij eerdere vakken is het onderscheid tussen directe en indirecte democratie geïntroduceerd. Bij een directe democratie regeert het volk rechtstreeks. Bij een indirecte democratie (meer praktisch wanneer het grote groepen mensen betreft) wordt het volk vertegenwoordigd door een parlement. Er is nog een ander onderscheid van belang, dat tussen materiële en formele democratie. Op het spel staat hier de vraag of de democratie een methode is voor het nemen van collectieve beslissingen, welke erop gericht is dat de meerderheid van de burgers beslist, ofwel dat democratie verwijst naar een inhoudelijk ideaal dat gebaseerd is op een veel complexer geheel van opvattingen. Van der Wal, Formele en materiële democratie Inleiding De stelling die hierna wordt verdedigd, is dat de democratie (naar westers model althans) de idee van een politiek stelsel is dat bij onze cultuur en de heersende opvattingen over mens‐ zijn, samenleven, gezag en dergelijke past. Daarmee is gezegd dat de idee van de formele democratie ‐ als een geheel van spelregels waarmee het politieke besluitvormings‐proces enkel naar de vorm en zonder enige inhoudelijke implicatie geregeld wordt ‐ ontoereikend is om op bevredigende wijze rekenschap te geven van de westerse opvattingen en intuïties omtrent de democratie. Deze opvattingen en intuïties veronderstellen met andere woorden een materiële notie van democratie . 1. Het materiële karakter van de westerse democratie‐idee Het nadenken over de democratie staat in nauw verband met het pluralistisch karakter van onze westerse samenleving. Wanneer een westerse samenleving pluralistisch is, dan wordt descriptief bedoeld: er is sprake van een aantal groepen die samenleven (deze groepen hebben verschillende opvattingen over goed en kwaad) en verschillende levenspraktijken hebben, terwijl geen van deze groepen in de positie is het publiek bestel in overeenstemming met haar opvattingen en normen in te richten. Normatief wordt bedoeld: een ideaal van samenleven, met synoniemen als ‘tolerant’, ‘open’ etc. Met betrekking tot democratie staan twee opvattingen tegenover elkaar. De ene, de materiële conceptie, ziet de democratie als een belichaming van een inhoudelijke politieke overtuiging naast en tegenover anderen. De andere, de formele opvatting, ontkent juist iedere inhoudelijke relatie van de democratie tot enige politieke overtuiging of richting. 2 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary Volgens deze laatste opvatting staat de democratie als bestuursvorm neutraal ten opzichte van verschillende visies inzake de juiste of ideale inrichting van de samenleving. Volgens deze formele opvatting is relativisme de wereldbeschouwing die door de democratische gedachte verondersteld wordt. Het relativisme is de veronderstelling dat de democratie het afwijst om zich met een bepaalde politieke opvatting te identificeren. Volgens Radbruch wordt goed zichtbaar waartoe zo’n relativistische opvatting van de democratie toe leidt: democratie gaat samenvallen met een geheel van besluitvormings‐ regels die ten opzichte van de inhoudelijke kant van de beslissingen geheel neutraal zijn, die puur van formele of procedure aard is. Democratie is, volgens Radbruch, de bereidheid aan iedere politieke opvatting die zich de meerderheid kon verschaffen, de leiding in de staat over te laten. Maar wat te denken van fascistische partijen of fundamentalistische groeperingen die er geen geheim van maken hun wil, desnoods met geweld, op te leggen aan anderen? In 1936 betoogde Van den Bergh dat antidemocratische partijen als verboden verenigingen moeten worden beschouwd en dan ook principieel, dat wil zeggen volgens de beginselen die aan de democratie ten grondslag liggen. Partijen die deze principes beogen aan te tasten, moeten als vijanden van de democratie worden aangemerkt. Tirannie en autocratie worden door de opvatting van democratie als vorm van besturen uitgesloten. Dat er een regering van het volk is, betekent dat alle legitimatie van gezag alleen ‘van onderen’ komt, van de andere kant van de geregeerden zelf dus. De democratie, althans naar haar westerse vorm, kan niet begrepen worden zonder het voor de westerse cultuur normatieve mensbeeld van de mondige persoon die, op zijn eigen manier zijn leven inricht, die in gelijke wijze als ieder ander in de waardigheid als mens deelt en om die reden aanspraak op respect kan maken. Naar de woorden van Sartori is democratie het ‘nevenproduct (op bestuurlijk vlak) van de hele ontwikkeling van de westerse beschaving’. Zij steunt met andere woorden op een materiële conceptie van mens‐zijn en van aanvaardbare tussenmenselijke relaties. Als men veronderstelt dat de mens van nature vrij is en er in een natuurtoestand geen gezaghebbende relaties bestaan, dan moet voor het ontstaan daarvan een speciaal argument worden gegeven. De reden van het bestaan van politieke instituties ligt hier ook precies in het garanderen van de voor het mens‐zijn wezenlijke vrijheid. De legitimatiebasis van die politieke structuren kan alleen in de zelfbinding van iedereen aan het ‘contract’ van iedereen met iedereen liggen. Belangenconflicten kunnen soms niet tot tevredenheid van alle betrokken worden opgelost. Dit betekent dat er beslissingen moeten worden genomen. De meerderheidsregel is in zo’n geval alleen de best mogelijke benadering van het ideale geval, wanneer zo weinig mogelijk 3 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary mensen zich zo moeten conformeren aan de beslissingen van anderen. Het democratische grondidee moet dus voor minderheden garanties scheppen. Deze garanties kunnen mensen‐ en grondrechten zijn. 2. Het formele democratiebegrip: analyse en kritiek Er zijn twee versies rondom de formele democratie. De formele opvatting van democratie, volgens de eerste versie, wordt ook wel de markttraditionele opvatting van democratie genoemd. Het politieke gebeuren wordt opgevat als een onderhandelingsproces: groepen van mensen met verschillende voorkeuren zijn voor de vervulling van hun wensen aangewezen op centraal te nemen politieke beslissingen. Hierdoor ontstaat een politieke markt voor onderhandelingen waarbij iedereen de voor henzelf meest gunstige uitkomst nastreeft. Democratie heeft bij deze vorm dus betrekking op de vorm van het onderhandelingsproces. Democratie is het totaal van spelregels dat voor het spelen van het politieke spel is overeengekomen. Uitgangspunt hierbij is dat mensen nou eenmaal verschillende voorkeuren hebben. De andere gedachtelijn is die van het relativisme. Het uitgangspunt hierbij isde meerderheidsregel: wanneer inzichten niet algemeen bewijsbaar zijn, maar er op basis van die inzichten wel beslissingen worden genomen, dan is dit slechts te rechtvaardigen wanneer het de beslissing is van de meerderheid. Van der Wal is van mening dat de zogeheten formele democratie‐opvatting als rechtvaardigende theorie tekort schiet, tenzij gebruik wordt gemaakt van aanvullende premissen zoals die voor de materiële conceptie kenmerkend zijn. De argumenten die hij naar voren brengt, komen erop neer dat van de onbewijsbaarheid van alle opvattingen tot dezelfde achtbaarheid van alle standpunten te concluderen, een non‐sequitur is. Ofwel: in plaats van te zeggen dat alle standpunten even veel waard zijn, kan men even goed of zelfs beter zeggen dat ze alle even weinig waard zijn. Met de opvatting van minderheden dient rekening te worden gehouden, niet omdat zij de meerderheid van morgen kunnen zijn, ook niet omdat hun mening morgen plausibeler kan blijken te zijn dan die van de meerderheid, maar eenvoudig omdat het een belangrijke uiting van hun persoon‐zijn betreft. 3. Aard van de materialiteit en grenzen van de democratie‐idee De democratie is dus niet enkel een besluitvormingsmodel, maar daarnaast en meer fundamenteel de idee van een politiek‐sociale orde met bijbehorende mensvisie, grondhouding en gezindheid. Het is derhalve een misverstand om te menen dat de democratie bereidheid in zou houden om aan iedere politieke overtuiging die zich overeenkomstig de regels van het spel de meerderheid weet te verschaffen, de leiding in de staat over te laten. Of dat zij naar haar aard alle politieke opvattingen gelijkelijk zou 4 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary respecteren. De achterliggende gedachte van democratie biedt dus niet in onbeperkte mate ruimte aan alle politieke opinies en praktijken. Maar waar liggen dan de grenzen van de democratie? De term ‘materieel’ kan in de uitdrukking ‘materiële democratie’ niet worden gebruikt om een allesomvattende levensovertuiging weer te geven (in dezelfde zin als bij bv Jehova’s getuigen of christelijk gereformeerden wel het geval is). Deze opvatting heeft ertoe geleid dat de democratie op geen enkele ideële grondslag kan berusten. Drie zaken, die in verband met het afrasteren van de democratie, goed van elkaar moeten worden onderscheiden zijn: 1. de democratie in het niet‐ideale geval; 2. de uitgesproken antidemocratische positie, en 3. de posities die een problematische relatie tot de democratie hebben doordat wezenlijke voorwaarden voor een democratische opstelling zowel theoretisch als praktisch (lijken te) ontbreken. Ad 1. De democratie rust op een bepaald normatief mensbeeld en een daarmee verbonden ideaal van samenleven. In de praktijk houdt dit ideaal minder stand. Mensen gebruiken het besluitvormingsproces voor doeleinden die met de dragende ideeën van democratie strijdig zijn. Deze groep zal zich echter wel democratisch gedragen, omdat het hen goed uitkomt om hun doelstellingen te verwezenlijken. Wanneer de democratie in slecht weer verkeert, moet men niet te veel van deze groep verwachten. Maar onder meer ‘normale’ omstandigheden zal de democratie in niet‐ideale zin voldoende overeenkomst met haar idee vertonen om van een democratie te spreken. Ad 2. De grenzen van de democratie worden duidelijk overschreden door bewust handelswijzen en ideeën te propageren, die met de democratische theorie en praktijk in strijd is. Wie niet bereid is andere (met name anders‐levende en ‐denkende) mensen in hun persoon‐zijn te respecteren, is een antidemocraat. Niets verzet zich tegen de idee van de verdediging van de democratie, desnoods door middelen als een verbod van bepaalde politieke partijen. Er hoeft niet hulpeloos te worden toegekeken hoe de democratie eerst wordt uitgehold, en daarna terzijde wordt geschoven. De middelen die hiertegen worden ingezet, moeten wel weer vanuit de democratische idee worden gelimiteerd. Een echte democratie leeft bij de gratie van de democratische overtuiging en mentaliteit van althans de meerderheid van de bevolking. Ad 3. De leidende gedachte in het voorafgaande, is dat de democratie de belichaming vormt van een samenhangend patroon van denken en handelen van een gemeenschap van mensen. Een problematische situatie ontstaat wanneer groepen mensen die in een 5 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary denkwereld en een cultureel klimaat zijn opgegroeid die sterk verschillen van de democratische, het spel van de democratie gaan meespelen. De democratie vraagt een levenslang leerproces. Wanneer de hoofdlijn van de gedachtegang juist geweest is, dat de democratie de zeer veronderstellingsrijke idee van een bepaalde publieke levensstijl is, dan zal in een pluralistische maatschappij die democratisch wil zijn in opvoeding en opleiding, in ruime mate aandacht moeten worden besteed aan het scheppen van de voorwaarden voor participatie aan deze vorm van samenleven. 6 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary Week 7 Inleiding In deze week staat de spanning tussen fundamentele rechten (zoals mensenrechten en grondrechten) en lokale gewoontes en gebruiken centraal. In het artikel van Veraart wordt de spanning tussen universele rechten en lokale praktijken van de andere kant bekeken, nl. vanuit “gewoonterecht”. Mensenrechten zouden er volgens Veraart toe moeten dienen om mensen toegang te geven tot een concrete, per definitie lokale, sociale werkelijkheid, waarin zij kunnen spreken en handelen, en aan hun bestaan, in hun relatie met anderen, betekenis kunnen geven. Mensenrechten schieten hun doel voorbij wanneer zij de lokale leefwereld van individuen negeren of zelfs vernietigen. Dat kan gebeuren wanneer mensenrechten uitgaan van een mensbeeld dat is losgezogen van de sociale en culturele werkelijkheid. Ook Sachs, tot voor kort rechter in het Constitutioneel Hof van Zuid‐Afrika en één van de grootste juristen van onze tijd, pleit in zijn artikel voor een herleving van het gewoonterecht. Zuid‐Afrika is een land dat rijk is aan levenswijzen en samenlevingsvormen, waardoor het veel gewoonterecht en inheems recht kent. Beiden auteurs menen dat gewoonte niet slechts negatief zou moeten worden bekeken. Wouter Veraart, Not in our name! I. Introductie Veraart is van mening dat het begrip mensenrechten, als gelaagd en pluralistisch concept, onder druk staat. In dit artikel zal hij de drie manieren, waarop mensenrechten onder druk komen te staan, omschrijven. Mensenrechten kunnen worden uitgehold door: 1. het overdadige gebruik van de term ‘mensenrechten’ als een superieure morele standaard in politieke statements; 2. het gebruik van dodelijk geweld (dus ook een militaire interventie) dat wordt gerechtvaardigd door een beroep op ‘mensenrechten’; 3. de neiging om ‘mensenrechten’ ad infinitum (tot het oneindige) te verlengen (denk hierbij o.a. aan de poging om sociale rechten ook onder mensenrechten te scharen). II. Verleden en heden De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is al bijna 70 jaar oud. Dit document is niet opgesteld om juridisch bindend te zijn. De inhoud is gebaseerd op universele normen, ontleend aan een morele context. Mensenrechten zijn er aan de ene kant om individuen te 7 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary vrijwaren van tirannie, onderdrukking of onmenselijk handelen. Aan de andere kant verkondigen mensenrechten een wereld die nog niet bestaat. In die wereld zal niemand meer onrecht worden aangedaan. Om zo’n wereld te verwezenlijken, zijn er ondertussen ook tweede‐ generatie mensenrechten ontstaan, namelijk sociaal‐economische mensenrechten. Vooral derdewereldlanden riepen hiertoe op, aangezien deze rechten de overheid en private partijen bindt om een betere wereld te verwezenlijken. Mensenrechten kunnen worden begrepen als een poging om een fragile rechtsorde te scheppen (nationaal en internationaal) met een morele basis. III. Mensenrechten en ‘the Bird’s Nest’ Er is nog nooit zo veel gesproken over mensenrechten, als tijdens de voorbereidingen op de Olympische zomerspelen in Beijing. Zo ongeveer de gehele westerse wereld viel over de mensenrechtensituatie in China. Echter faalde men om specifieke schendingen te constateren. Het was algemene (lege) kritiek. Het leek meer op kritiek vanuit Europa richting China, dat China niet ‘westers’ genoeg was. De invloed vanuit Europa wat betreft mensenrechten, neemt af. Kijken we bijvoorbeeld naar de bouw van the Bird’s Nest. Dit grote stadion werd gebouwd voor de opening van de Spelen. Een bedrijf uit Zwitserland (dat niet tot de EU behoort) heeft het ontworpen en gebouwd. Het bedrijf heeft uitvoerig gesproken met Chinezen, hun cultuur en achtergrond onderzocht. Hierdoor wist het bedrijf wat de Chinezen wilden. The Bird’s Nest is dan ook een gebouw waar de Chinezen van houden en trots op zijn. Dit is een goede aanpak, iets waar de westerse landen een voorbeeld aan kunnen ontlenen: in dialoog treden. IV. Mensenrechten en militair ingrijpen Militair ingrijpen (humanitair ingrijpen) moet (volgens Walzer) alleen mogelijk zijn, wanneer het een redelijke kans op succes heeft en een eind maakt aan praktijken die ‘het geweten van de mensheid schokken’. Het rechtvaardigen van militair ingrijpen is problematisch. Wanneer het niet duidelijk is wanneer ingrijpen gerechtvaardigd is, kunnen mensenrechten veranderen in het tegenovergestelde en dus inhumaan zijn. Mensenrechten zouden moeten worden beschermend door de rechtstaat, niet door oorlog. Oorlog is van nature ontwrichtend en een bedreiging voor mensen en hun rechten. Het is verstandig om de rechtvaardiging ervan niet te zoeken in ‘mensenrechten’ wanneer er geen mandaat van de VN is. Dit is geen oproep om een beroep op mensenrechten categorisch uit te sluiten, wanneer het om militaire operaties gaat. Een interventie moet kort zijn, voor een gelimiteerde periode gelden en kan alleen worden uitgevoerd in uitzonderlijke situaties. 8 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary V. Mensenrechten en morele eisen Waarom is de Britse grondwet indrukwekkender dan die van Zuid‐Afrika, terwijl die laatste een lange lijst bevat aan mensenrechten? Wanneer mensenrechten, zoals in het VK, ongeschreven kunnen blijven, vertelt ons dat iets over sociaal vertrouwen, de stabiliteit van het rechtssysteem en de manier waarop mensenrechten blijkbaar verankerd zijn in de samenleving. Mensenrechten worden steeds vaker en uitgebreider opgenomen in grondwetten en verdragen. Er is blijkbaar minder onderling vertrouwen dat deze worden gehandhaafd, wanneer ze niet worden gecodificeerd. Het snel vermenigvuldigen van fundamentele rechten leidt tot verdere uitholling van mensenrechten. VI. Het verliezen van de menselijkheid in de mensenrechten‐redevoering De westerse wereld veroordeelt landen als China om de mensenrechtensituatie. E wordt echter geen moeite gedaan om in dialoog te treden met China. Er wordt geen rekening gehouden met de Chinese cultuur, taal, historie, tradities en gewoontes. Ofwel: gedachtewisselingen over mensenrechten kunnen niet plaatsvinden wanneer er een onverschillige houding is ten opzichte van de culturele verschillen met andere landen. Wanneer oproepen om de mensenrechten na te leven in zo’n context worden geplaatst, worden zij ontmenselijkt. De oplossing is het aangaan van een interculturele dialoog. Men moet zich proberen te verplaatsen in de positie van de tegenpartij. Hiervoor moet je je eigen achtergrond los kunnen laten. Door op deze manier de dialoog met elkaar aan te gaan, kun je elkaar beter begrijpen en zo ook respect voor elkaar opbrengen. VII. Natuur, gewoonte, bepaling Men kan (volgens Aristoteles)drie ordes onderscheiden: de natuurlijke/biologische orde (eukosmia), de gewoonteorde (eunomia) en de doelbewust bedongen/rationele orde (eutaxia). Murphy is van mening dat gewoonte een complex fenomeen is, dat tussen natuur en rationaliteit staat. Wanneer gewoonte afwezig is, dan is er sprake van een totalitair regime wat gelijkwaardig is aan de menselijke rampen in Europa (bv WOII), China etc. Voor een totalitair regime is gewoonte, met zijn ongeschreven regels, rituelen, religies, loyaliteit en oude wijsheden een bedreiging voor zijn bestaan. VIII. Niet in onze naam! Het succes van mensenrechten zit in hun passiviteit en hun geduldige ontvankelijkheid voor onze oneindige pluraliteit die in onze samenleving ingebakken zit en die in onze natuurlijke wereld voorkomt. 9 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary IX. Epiloog: Menselijkheid als een volk De filosoof Lévinas spreekt over Frankrijk als het land waar hij ‘thuiskwam’. Menselijkheid is een concept dat ervoor zorgt dat een bepaalde plek kan gelden als iets waar je kunt ‘thuiskomen’. Frankrijk is uniek als het gaat om de manier waarop met ‘menselijkheid’ wordt omgegaan. Het concept menselijkheid, en daaraan gerelateerd menselijke waardigheid, is in het Franse politieke en juridische leven meerlaags, dubbelzinnig en het wordt gebruikt voor meerdere doelen. De zaak rond “het dwerggooien” illustreert duidelijk de Franse aanpak. Het recht van de dwerg om te worden gegooid, is gelimiteerd door de Franse rechtsspraak. Het argument hiervoor was, dat zijn menselijke waardigheid (wat hem de taak oplegt zich niet te laten gooien) zwaarder weegt dan zijn persoonlijke vrijheid. Via deze aanpak blijkt dus dat menselijke waardigheid objectieve limieten meebrengt: menselijke waardigheid wordt gezien als een last, een sociale verantwoordelijkheid om het menselijk lichaam niet op denigrerende manier te gebruiken. Wat deze zaak speciaal maakt, is niet de uitkomst van de uitspraak, maar de manier waarop wordt ingegaan op menselijke waardigheid en menselijkheid (onderdelen van mensenrechten). Het dwerggooien is dus een duidelijk voorbeeld van de moraliteit van een specifieke gemeenschap. Het behoort tot het lokale gewoonterecht. Het moet wel duidelijk worden onderscheiden van gebruiken, die door alle mensen worden gedeeld. Albie Sachs, Towards the revitalisation of customary law in an egalitarian constitutional democracy 1. Een discursieve introductie Jack Simons was de leermeester van Sachs. Terwijl Sachs blij was met elke Afrikaanse kolonie die onafhankelijk werd, wees Simons hem er steeds op dat postkoloniale staten moeite zouden hebben om zich aan te passen aan de verkregen vrijheid. In Zuid‐Afrika heerste de apartheid. Hoewel er genoeg tegenstanders waren, was het de grote vraag hoe het anders zou moeten. Dit artikel gaat over de drie D’s. Zonder deze is er geen oplossing voor het probleem van de revitalisering van het gewoonterecht in een egalitaire constitutionele democratie. De eerste is Dialoog, de eerste nieuwe grondwet van Zuid‐Afrika is hierdoor ontstaan. Dit heeft heel veel tijd en moeite gekost, pas na jaren van praten en overleggen kwam de grondwet tot stand. Volgens Sachs zijn er vier soorten waarheden: 1. De microscopische waarheid. Hiervoor moet je isoleren en variabelen uitsluiten (behalve degene die je gaat meten). In een rechtszaak doe je dit door een juridisch 10 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary proces, je definieert de onderwerpen: heeft hij dat gedaan op die dag, heeft hij het die persoon aangedaan, met welke intentie etc. 2. De logische waarheid. De waarheid zit impliciet in een verklaring die je kunt extraheren door middel van gevolgtrekking van de toepassing van de regels van de logica ofwel de meeste juridische regels zijn logisch. 3. Experimenterende waarheid. Deze waarheid gaat over emoties, ervaringen en onze eigen realiteit, over hoe wij iets beleven. 4. Dialogische waarheid. Er is niet één waarheid, er zijn alleen de ervaringen van veel mensen tezamen, gelaagd, interacterend. Samen creëren zij een rijke, dieper patroon dat nooit ‘af’ is, want de waarheid is niet eindig. De andere twee D’s zijn Dignity (waardigheid) en Difference (verschil). Tijdens de koloniale periode is de waardigheid terzijde geschoven, gemeenschappen zijn kapot gemaakt, mensen zijn dwongen hun land op te geven en het parlement is gebruikt om mensen hun rechten te ontzeggen. Dit is vaak gebeurd onder het mom van ‘westerse mensenrechten’. Westerlingen maakten onderscheid tussen mensen/groepen. Dit onderscheid was van nature niet aanwezig in stammen en bevolkingsgroepen. Gelijkheid is gebaseerd op het erkennen van verschil, in plaats van het elimineren van verschil. Door te stellen dat je pas zou kunnen genieten van gelijkheid door het onderdrukken van je taal, je cultuur, je religie en je geloof, is gelijk aan het ontkennen van ware gelijkheid. Je bent pas werkelijk gelijk, wanneer je verschillend mag zijn. 2. De nieuwe grondwet en het oude gewoonterecht Wanneer we oude mechanismen en formules toepassen op een snel veranderend sociaal leven, dan kan dit leiden tot de ontkenning in plaats van de promotie van de kernwaarden die we proberen te beschermen. Wanneer de maatschappij zich verder ontwikkelt, moeten de regels en mechanismen die bepaalde kernwaarden beschermen, ook mee‐ontwikkelen. Als het gaat om de wet, moeten de onderliggende beginselen, die kernwaarden representeren, blijven bestaan. Ubuntu is een term die in Zuid‐Afrika staat voor kracht en openheid ten opzichte van verschillende interpretaties. In zijn kern betekent het solidariteit en verantwoordelijkheid. Het houdt in dat we verantwoordelijk moeten zijn voor onszelf, onze familie en onze samenleving. Alleen op die manier kunnen mensen samenleven. Gewoonterecht leeft in de gemeenschap. Gewoonterecht en de grondwet ziet Sachs als een geheel. Democratie moet niet worden gezien als een grof instrument dat gewoonterecht de das omdoet. Sachs heeft jarenlang in Mozambique gewerkt. Er waren hier veel rechterlijke instanties, maar eigenlijk werkte alleen die instantie goed, die het gewoonterecht toepaste. Deze rechterlijke instantie bestond uit 3 rechters (minimaal 1 was een vrouw) en ze 11 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary oordeelden aan de hand van oude gebruiken in combinatie met de grondwet. Deze rechters zagen geen moslims of katholieken voor hen staan, of een Tsonga of Makonde, maar mensen van vlees en bloed (mannen, vrouwen, gebroken families etc). Hun oplossingen waren eerlijk en praktisch en doordrenkt van de oude gedachte dat er grote verantwoor‐ delijkheid rust op goede familieleden. Sachs is van mening dat iets soortgelijks ook goed zou werken in Zuid‐Afrika. Echter niet voor zaken waarop gevangenisstraffen staan. Bij deze zaken moet de grondwet volgens de letter gevolgd worden, aangezien de consequenties zwaar zijn. Maar als het gaat om buren‐ geschillen of familieproblemen, zijn andere manieren wellicht beter. Een voorbeeld: een man gooit zijn vrouw samen met haar kinderen uit huis. De vrouw en de gemeenschap zien de man als haar echtgenoot. Naar aanleiding van het gewoonterecht zal het familieleven moeten worden hersteld. Naar aanleiding van de wet zou kunnen worden geoordeeld dat de man moet zorgen voor de kinderen en de vrouw weer moet terugnemen in het huis. In de meeste zaken zullen wet en gewoonterecht met elkaar worden gecombineerd voor een juiste uitkomst. Het beste is om gewoonterecht en wet zoveel mogelijk te fuseren. Het beste voor Zuid‐Afrika is, als gewoonterecht geleidelijk opgaat in de grondwet. Nu is er nog te veel onzekerheid, aangezien men niet precies weet of er uitspraken worden gedaan op grond van de wet of op grond van het gewoonterecht. 12 Studieboeken te dik? AthenaSummary biedt kwalitatief hoogwaardige samenvattingen aan! Like ons op Facebook om op de hoogte te blijven: facebook.com/athenasummary