Kennisbasis Duits (laatste wijziging op 21 april 2007) Inleiding De voor u liggende kennisbasis voor de tweedegraads lerarenopleiding Duits kwam tot stand na een discussie over het thema met collega’s van de volgende hogescholen en instituten: Fontys Lerarenopleiding Sittard, Fontys Lerarenopleiding Tilburg, Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool Windesheim, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Hogeschool Rotterdam, Expertise Centrum Duits, Utrecht, Goethe-Institut Amsterdam. Onderstaande tekst is voor een belangrijk deel ontleend aan een van de allereerste documenten over kennisbases überhaupt1. In de ontwikkelingen binnen het VO zijn enkele trends te onderscheiden die van belang zijn voor de opleiding tot leraar Frans, Duits, Engels of Spaans in het tweedegraads gebied: een zo actief mogelijk en zelfstandig lerende leerling. Dit is de benadering die men voorstaat in de bovenbouw van het HAVO en VWO. In de herstructurering van het VMBO is hetzelfde te zien. Men kan zich voorstellen dat dit consequenties heeft voor de rol die de leraar in de klas vervult, voor de gekozen werkvormen, leerinhouden en daarmee ook voor de opleiding van docenten. de rol van ICT in de klas. De integratie van ICT in het leerproces van de leerlingen behoort steeds meer tot de breed gedragen eisen die de samenleving aan het onderwijs stelt. Deze maatschappelijke druk heeft consequenties voor de taken en verantwoordelijkheden van de docent in de klas. in het VMBO waar meer dan 60 % van de Nederlandse leerlingen na hun basisschool heen gaan zijn steeds meer scholen bezig de schotten tussen de vakken weg te halen c.q. te minimaliseren. Daarbij staan niet de leerinhouden onder druk, maar wel de manier waarop zij de leerlingen aangeboden worden. Scholen voeren vormen van werkplekleren in waar integratie van vakken een voorwaarde is. Een voorbeeld daarvan is de positie van de MVT in kantoorsimulaties. Nederland streeft naar de vorming van een open Kenniseconomie. De mens sluit zijn opleiding niet meer af met een diploma, maar zal gedurende zijn hele werkzame leven moeten blijven leren. Onder de druk van een zich snel veranderende actualiteit verandert ook een taal. Het gaat dan uiteraard niet zozeer om structuren als wel om vocabulaire. Te denken valt aan nieuwe thema’s zoals vocabulaire rondom ICT of mobiele telefonie. Dezelfde veranderende actualiteit maakt ook de noodzaak talen te beheersen steeds groter. Nederland heeft van oudsher de blik op het buitenland gericht. Parallel aan de integratie van Europa zal de behoefte meerdere talen te beheersen eveneens toenemen. Daarbij is Engels wel de belangrijkste taal, maar is Duits vanwege de ligging van Nederland en daaraan gekoppeld de intensieve (handels- en culturele) contacten meteen daarna een goede tweede. Dat dit alles zijn doorwerking krijgt in het onderwijs ligt voor de hand. Ook evident is dat docenten MVT daartoe toegerust moeten zijn. Uitgangspunten Het basisprincipe m.b.t. een kennisbasis voor leraren MVT (en daarmee uiteraard ook voor docenten Duits) is het volgende: onderwijs in de MVT betekent leren communiceren; dat betekent dus leren luisteren, spreken, lezen en schrijven. De leerling moet dat dus kunnen. Maar voor de docent geldt dat ook. De kennis die de aanstaande docent moet verwerven, heeft dus alles met deze vaardigheden te maken. Er bestaat een Europese norm2 voor de onderscheiden niveaus van taalverwerving (van beginneling tot hoog opgeleide native speaker)3. Dat zijn dan ook de niveauaanduidingen die in de kennisbasis 1 Bron: http://www.leroweb.nl/docs/projecten/eindrapportage_kennisbasisversie_2003.doc gebruikt worden (voornamelijk C1). Dit niveau is uiteraard niet het niveau van de leerlingen, maar de docent moet met zijn beheersing van de taal een voorbeeldrol kunnen vervullen voor zijn leerlingen (men denke aan doeltaal = voertaal). Voor die voorbeeldrol is uiteraard een veel hoger beheersingsniveau nodig dan het niveau waarop een leerling zich bevindt. In veld 9 komt de eigen taalvaardigheid van de aanstaande docent Duits aan de orde. Daarbij wordt een internationaal erkende externe kwaliteitsbewaking aanbevolen. De verschillende aspecten dienen zo gelezen te worden, dat elke zin begint met “De student …..”. De auteurs /redacteurs Ton Janssen (Fontys Lerarenopleiding Tilburg) en Annette Gassdorf (Fontys Lerarenopleiding Sittard) 2 Bedoeld is het Common European Framework of Reference for Languages (CEF), opgesteld in opdracht van de Raad van Europa. In deze tekst wordt steeds de Nederlandse term Europees Referentiekader (ERK) gehanteeerd. 3 Het laagste niveau is A1; het hoogste C2. 2 Kennisbasis Duits Kennissoort Kennis van de leerling Theoretische Veld 1Kennis Identiteitsontwikkeling Deze kennis is generiek. Kennis van het leren en onderwijzen Kennis van de leerinhouden Veld 4- Leer- en ontwikkelingstheorieën Veld 7 - Wetenschappelijke fundamenten Regelsysteem De student kent de methodologieën van de MVT waaronder theorie rondom verwervingsvolgorde, principes van leerstofordening, principes van kennisverwerving (in het bijzonder taalverwerving), verschillende (activerende) werkvormen, leerstijlen, werking van het geheugen herkent en kent de verschillende vakdidactische theorieën op het gebied van grammaticaonderwijs die geconcretiseerd zijn in de diverse leergangen kent de basisregels van de fonetiek kent de basisregels van de syntaxis Semantiek kent de moderne theorievorming op het gebied van de semantiek Taalkunde beschikt over elementaire kennis van de sociolinguïstische, pragmalinguïstistische en historische taalkunde Sociale en culturele kennis heeft kennis van een aantal belangrijke teksten en auteurs uit de Duitstalige literatuur en kan deze teksten en auteurs in hun (cultuur-)historische context plaatsen heeft daarnaast kennis van andere cultuurhistorische ontwikkelingen die voor de cultuur van de 20e en 21e eeuw van belang zijn kent de belangrijkste resultaten van het onderzoek naar uitwisselingsprogramma’s c.q. het intercultureel leren Mvt-vakdidaktiek specifiek kent verschillende taalverwervingstheorieën heeft kennis van de verschijnselen die voor Nederlanders interferentieproblemen veroorzaken kent verschillende methoden van prestatiemeting, rekening houdend met verschillende doelgroepen en verschillende niveaus heeft kennis van diagnostiek en geschikte remediale activiteiten 3 Methodische Veld 2 – Veld 5 – Vakdidactiek en kennis Leerbehoeften pedagogiek Deze kennis is generiek. Taalvaardigheid kent luistervaardigheidsstrategie ën die hij inzet in zijn eigen taalverwervingsproces en in de onderwijspraktijk met leerlingen kent verschillende fasemodellen voor (een gedeelte van) lessen en verschillende typen van luister- en kijkvaardigheidsoefeningen kent leesvaardigheidsstrategieën die hij inzet in zijn eigen taalverwervingsproces en in de onderwijspraktijk met leerlingen kent fasemodellen voor (een gedeelte van) lessen en verschillende typen van leesvaardigheidsoefeningen kent fasemodellen voor (een gedeelte van) lessen en verschillende typen van spreekvaardigheidsoefening en kent schrijfvaardigheidsstrategie ën en kan ze in lessen toepassen afhankelijk van de doelgroep en van het leerdoel kent verschillende methoden van mvtonderwijs in de praktijk en kan erover reflecteren kent het instrumentarium om leerwerken voor verschillende doelgroepen te analyseren en te beoordelen kent algemene en vakspecifieke criteria om toetsen te maken en te beoordelen kent voor het mvtonderwijs relevante onderwijs- en leervormen kent opdrachten en Veld 8 – Opbouw, samenhang, toepassing Regelsysteem kan het Duitse en het Nederlandse klanksysteem met elkaar vergelijken en kent en herkent daardoor de interferentieproblemen op het gebied van de uitspraak tussen het Nederlands en het Duits Sociale en culturele kennis is in staat deze kennis te verwerven waarbij wordt uitgegaan van een brede interpretatie van het begrip KLS (= kennis van land en samenleving) kent de politieke argumentatie m.b.t. internationalisering op school kent de belangrijkste ontwikkelingen m.b.t. de didactiek van het VTO (vreemdetalenonderwijs), relevant voor de leerling zelf i.v.m. diverse leerprincipes kent ontwikkelingen op het gebied van leerplannen c.q. eindtermen MVT, relevant vanuit maatschappelijk oogpunt: de leerlingen moeten goed toegerust beginnen aan levenslang leren kent principes van leerstofselectie en leerstofordening die passen bij een geactualiseerd onderwijs in de MVT kan de relevantie van het vak naar leerlingen, ouders, collega’s en directie verwoorden Mvt-vakdidactiek specifiek heeft kennis van verschillende educatieve programma’s kan aan vakoverstijgende projecten deelnemen kan samenwerken in een leergebied 4 oefeningen voor alle relevante leerdoelen kent voor het mvtonderwijs relevante leer- en communicatiestrategieën kent educatieve software t.b.v. het mvt-onderwijs en kan deze beoordelen heeft kennis van de achterliggende didactische principes van de inrichting van de educatieve programma’s kan bij het aanbieden van leerstof differentiëren naar leerstijl Regelsysteem kan grammaticale fenomenen die in de lesstof voorkomen met toepassing van verschillende methoden en voor wisselende doelgroepen didactiseren Semantiek kan leerdoelgericht relevante woordenschat selecteren en in productieve en receptieve categorieën indelen kent diverse woordenschatverwervings-, raad- en afleidingsstrategieën, o.a. het gebruik van woordenboeken Vaktaal kan leerlingen trainen in het schrijven van branchespecifieke zakelijke standaard correspondentie, in het voeren van zakelijke (telefoon)gesprekken en in het lezen en beluisteren van beroepsgerichte teksten kent beoordelingscriteria voor mbo-lesmateriaal en kan hiermee bestaand materiaal beoordelen en eigen (additioneel) materiaal ontwikkelen 5 Sociale en culturele kennis kent de verschillende mogelijkheden om intercultureel leren en contacten met Duitstalige landen in het onderwijs te integreren kan jeugdliteraire teksten op verschillende manieren didactiseren Praktische kennis Veld 3 – Leefwereld en beleving van school en leerstof Deze kennis is generiek. Veld 6 – Didactische leermiddelen Regelsysteem kent praktische oefeningsvormen die gebaseerd zijn op de basisregels van de fonetiek kent verschillende middelen om de uitspraakfouten van Nederlanders die Duits leren, te verbeteren kan leesstrategieën voor leerlingen expliciet maken kan omgaan met schoolgrammatica en opzoekgrammatica kan voor de doelgroep relevante en motiverende teksten uitkiezen kan tekortkomingen van leerwerken herkennen en met zelf ontwikkeld materiaal compenseren kan de leerprogressie en de resultaten van de leerlingen meten en beoordelen kan bij de inrichting van het mvt-onderwijs gebruik maken van verschillende op de doelgroep afgestemde onderwijs- en leervormen kan bij de inrichting van het mvt-onderwijs gebruik maken van verschillende op de doelgroep afgestemde Veld 9 – Leerinhouden Taalvaardigheid beheerst de kijkvaardigheid (ERKniveauaanduiding ontbreekt) en de luistervaardigheid op niveau ERK: C1 beheerst de leesvaardigheid en kijkvaardigheid op niveau ERK: C1 beheerst de spreek- en gespreksvaardigheid op niveau ERK: C1 en is volgens het principe “doeltaal is voertaal” in staat het Duits als instructietaal te gebruiken beheerst de schrijfvaardigheid op niveau ERK: B2 beheerst zijn uitspraak op niveau ERK: C1 kan belangrijke informatie van het Nederlands naar het Duits en van het Duits naar het Nederlands schriftelijk en mondeling correct weergeven Regelsysteem kan de verworven grammaticale kennis toepassen binnen de vaardigheden op het vereiste niveau van het Europees Referentiekader beheerst de grammaticale en syntactische structuren van het Duits (beschreven in Profile Deutsch. Gemeinsamer europäischer Referenzrahmen, Straßburg 20014) is zich van zijn fouten bewust en kan zijn eigen uitspraakfouten verbeteren kent het fonetisch schrift kan ad hoc op grammaticale en andere vakgeoriënteerde vragen adequaat Inmiddels als uitgebreidere versie beschikbaar onder de titel: Glaboniat Manuela Müller Martin; Rusch Paul; Schmitz Helen; Wertenschlag Lukas (2005): Profile Deutsch. Niveaustufen A1-C2. Version 2.0. Berlin, München, Wien, Zürich, New York: Langenscheidt 2005. ISBN 3-468-49410-6. CD-Rom plus Begleitbuch. Graag verwijzen we tevens naar de publicatie Meijer, D. e.a., Advies-grammaticaleerlijnen Duits en Frans, Enschede, 2006. 4 6 opdrachten en oefeningen kan leer- en communicatiestrategieën aan leerlingen overbrengen en het gebruik ervan laten oefenen kan ICT op een effectieve manier als hulpmiddel in het mvt-onderwijs inzetten kan principes van actief en zelfstandig leren bevorderen kan principes van samenwerkend leren toepassen bezit praktische kennis van mogelijkheden van ICT in het MVT-onderwijs kent de mogelijkheden en beperkingen van digitale didactiek en e-learning antwoorden Semantiek beheerst de Duitse woordenschat per vaardigheidscategorie op het hierbij aangegeven vereiste niveau van het European Framework Vaktaal kan informatie inwinnen over het beschikbare materiaal voor Duits binnen het mbo-werkveld beheerst een deel van de mbowoordenschat (economisch, technisch) en kan die in een specifieke situatie voor de vaardigheden luisteren, spreken (waaronder ook telefoneren), lezen en schrijven aanvullen en zich eigen maken Taalkunde kan een beperkt aantal taalverschijnselen, waarmee leerlingen in de praktijk geconfronteerd worden, historisch Sociale en culturele kennis verklaren kan kennis van land en samenleving aan leerlingen kan zijn kennis van de Duitse syntaxis inzetten bij ontleedproblemen overbrengen, waarbij hij gebruik maakt van Sociale en culturele kennis authentiek materiaal beschikt over uitgebreide en actuele kan de relevantie van het kennis van land en samenleving vak Duits binnen de kan zich inleven in de denkwereld van de samenleving overbrengen inwoners van landen, waar Duits kan de cultuur van de gesproken wordt doeltaal positief kent een groot aantal cultuurproducten uit vertegenwoordigen verschillende genres (bijv. muziek en kan stilistisch verzorgd film) schrijven in het Nederlands heeft in het kader van jeugdliteratuur een en kan daardoor groot aantal boeken gelezen interferentieproblemen kan verschillende soorten literaire teksten duidelijk maken analyseren Mvt-vakdidaktiek specifiek heeft inzicht in structuur en thematiek van literaire teksten kan algemene kennis m.b.t. ICTvaardigheden, zoals tekstverwerking, email, presentatie, opzoekvaardigheden via internet, elektronische leeromgeving, in verschillende lessituaties inzetten heeft kennis van educatieve software schat het belang van internationalisering op waarde en weet de mogelijkheden die er op de specifieke school bestaan, te benutten 7 8