ESR-seminarie voor de Vlaamse instellingen 18 November 2016 Sprekers: Thomas Stragier en Kris Van Cauter Nationale Bank van België Inleiding ► Vlaamse Gemeenschap (Departement Financiën en Begroting) heeft aan het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) gevraagd om enkele presentaties te geven over de opmaak van overheidsrekeningen ► Overheidsinstellingen krijgen rapporteringsverplichtingen steeds meer Wie legt deze op? Waarom zijn deze zo uitgebreid? Waarvoor worden ze gebruikt? ► Praktisch: Vragen staat vrij tijdens de presentatie 2 / 165 en meer Overzicht van de verschillende delen ► 09.10 - 10.30 Wat is het ESR? Waarom is het zo belangrijk? Wie maakt de cijfers op? Hoe wordt de overheidsperimeter afgebakend? ► 11.00 - 12.30 Hoe wordt uit de economische hergroepering de niet-financiële rekeningen afgeleid? ► 13.30 - 15.00 Boekhoudkundige aspecten (aanrekeningsregels, code 8) en specifieke vraagstukken ► 15.20 - 17.00: Specifieke topics: vastgoed (PPS), waardeverminderingen, swaps 3 / 165 Wat is het ESR? 4 / 165 Het Europees systeem van Rekeningen (ESR 2010) ► Verordening (EU) nr 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie • • • Wettekst Bijlage A : Beschrijving van het systeem van rekeningen Bijlage B : Transmissieprogramma van statistieken ► Boekhoudkundig kader van de EU dat een systematische en uitvoerige beschrijving geeft van een totale economie, de elementen waaruit hij is opgebouwd en haar betrekkingen met andere economieën → Niet louter een boekhoudkader voor overheden 5 / 165 Het Europees systeem van Rekeningen (ESR 2010) Bijzondere wettekst ► Beschrijving van een boekhoudframework → Niet alles staat erin → Het is niet mogelijk om 1 paragraaf te isoleren om een letterlijke interpretatie te doen → Economische realiteit vs juridische vorm ► Coherent met System of National Accounts op mondiaal niveau 6 / 165 Het ESR is een systeem Het systeem bestaat uit: ► De statistische eenheden en hun hergroepering • Institutionele sectoren hergroeperen de eenheden volgens hun economische activiteit • • • • • • • S11 Niet financiële vennootschappen S12 Financiële vennootschappen S13 Overheidssector S14 Huishoudens S15 Instellingen zonder winstoogmerk S2 Buitenland Bedrijfstakken voor het economisch productieproces te beschrijven ► Stromen en standen • • • 7 / 165 Economisch stroom weerspiegelen het ontstaan, transformatie, ruilen, overdragen of teloorgaan van economische waarden. Transacties en andere stromen Standen: momentopname van de activa en de passiva Het systeem Het systeem bestaat uit: ► Het systeem van sectorrekeningen en aggregaten (saldi van de rekeningen) ► Veel gelijkenissen met de jaarrekening van een bedrijf ► De input-output tabellen • 8 / 165 Beschrijft het productieproces (product per product of bedrijfstak per bedrijfstak) en wie de geproduceerde goederen en diensten gebruikt De sequentie van rekeningen van een institutionele sector Balance sheets Transactions Other flow s Balance sheet Other change in assets accounts Closing BS Non financial assets Non Financial accounts Production Value added Distr. and use of income Savings Opening BS Non financial assets Capital account B.9 THE LINE Opening BS Financial assets and liabilities Financial account B.9F Other change in assets accounts Change in net w orth 9 / 165 Closing BS Financial assets and liabilities Productierekening ► Eerste rekening: Registreert de operaties op producten in een geaggregeerde wijze ► Voorbeeld gemeenschappen en gewesten Periode 2012 2013 2014 2015 Productierekening (I) Middelen Output (P.1) Marktoutput (P.11) Output voor eigen finaal gebruik (P.12) Overige niet-marktoutput (P.13) Betalingen voor overige niet-marktoutput (P.131) Overige niet-marktoutput, overige (P.132) Bestedingen 34938 36024 36322 37243 34938 1033 2051 31853 36024 1096 2131 32796 36322 1119 2043 33160 37243 1149 2236 33858 2010 29844 2122 30675 2099 31060 2089 31769 34938 36024 36322 37243 7932 8199 8008 8256 27005 5286 27825 5371 28314 5430 28986 5468 21719 22454 22884 23518 Intermediair verbruik (P.2) Toegevoegde waarde (bruto) / Bruto binnenlands product (B.1g) Verbruik van vaste activa (P.51C) Toegevoegde waarde (netto) / Netto binnenlands product (B.1n) ► Output P1 voor overheid: moeilijk meetbaar ► Conventie som van de kosten ► Toegevoegde waarde: meet de bijdrage van het productieproces 10 / 165 Primaire inkomensrekening Inkomensvorming rekening 2012 Middelen 2013 2014 2015 21719 22454 22884 23518 21719 21719 22454 22454 22884 22884 23518 23518 21964 22709 23155 23794 0 0 0 0 -245 0,0 -255 0,0 -271 0,0 -276 0,0 Toegevoegde waarde (netto) / Netto binnenlands product (B.1n) Bestedingen Beloning van werknemers (D.1) Niet-productgebonden belastingen op productie (D.29) Niet-productgebonden subsidies (D.39) Exploitatieoverschot (B.2n) Bestemming van het primaire inkomen 2012 Middelen Exploitatieoverschot (B.2n) Belastingen op productie en invoer (D.2) Productgebonden belastingen (D.21) Niet-productgebonden belastingen op productie (D.29) Subsidies (D.3) Productgebonden subsidies (D.31) Niet-productgebonden subsidies (D.39) Inkomen uit vermogen (D.4) Rente (D.41) Winstuitkeringen (D.42) Inkomen uit grond en minerale reserves (D.45) Bestedingen Inkomen uit vermogen (D.4) Rente (D.41) Saldo primaire inkomens / Nationaal inkomen (B.5n) 11 / 165 3131 0,0 4960 3816 1144 -3072 -194 -2878 1242 729 415 88 3131 1333 1327 1798 2013 3149 0,0 5126 3874 1252 -3200 -161 -3038 1223 709 434 69 3149 995 990 2154 2014 3004 0,0 5334 4003 1331 -3282 -108 -3174 953 785 81 75 3004 1127 1126 1878 2015 -56 0,0 5482 4194 1288 -6717 -124 -6593 1178 794 275 98 -56 1120 1119 -1176 Secundaire inkomensverdeling 2012 2013 2014 2015 Middelen 47946 49158 49964 57195 1798 2154 1878 -1176 1174 1197 1159 5585 5222 5482 5595 5434 39752 40325 41332 47352 47946 49158 49964 57195 -8 7 2 2 5846 6101 6268 13154 10060 10503 10807 11159 32048 32547 32886 32881 Saldo primaire inkomens / Nationaal inkomen (B.5n) Belastingen op inkomen, vermogen, ... (D.5) Netto sociale premies (D.61) Overige inkomensoverdrachten (D.7) Bestedingen Belastingen op inkomen, vermogen, ... (D.5) Sociale uitkeringen, exclusief sociale overdrachten in natura (D.62) Overige inkomensoverdrachten (D.7) Beschikbaar inkomen (B.6n) 12 / 165 Tertiaire inkomensverdelingsrekening 2011 2012 2013 2014 Tertiaire inkomensverdelingsrekening (II.3) Middelen Beschikbaar inkomen (B.6n) Bestedingen Sociale overdrachten in natura (D.63) Alternatief beschikbaar inkomen (B.7n) Inkomensbestedingsrekening (II.4) Rekening voor besteding van het beschikbaar inkomen (II.4.1) Middelen Beschikbaar inkomen (B.6n) Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) Individuele consumptieve bestedingen (P.31) Collectieve consumptieve bestedingen (P.32) .. .. .. .. 32048 32048 32048 32547 32547 32547 32886 32886 32886 32881 32881 32881 22096 21995 22281 26660 9952 10551 10605 6221 .. .. .. .. .. .. .. .. 32048 32547 32886 32881 32048 32048 32547 32547 32886 32886 32881 32881 33387 34147 34693 39070 22096 21995 22281 26660 11291 12152 12412 12411 -36 -1303 -39 -1562 -45 -1762 -45 -6145 Correctie voor mutaties in voorzieningen pensioenverzekering (D.8) Besparingen (B.8n) 13 / 165 Accumulatierekeningen Periode Accumulatierekeningen (III) - Kapitaalrekening (III.1) Rekening voor mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten (III.1.1) Mutaties in passiva Besparingen (netto) (B.8n) Kapitaaloverdrachten, ontvangen (D.9R) Vermogensheffingen (D.91R) Investeringsbijdragen (D.92R) Overige kapitaaloverdrachten (D.99R) Kapitaaloverdrachten, betaald (-) (D.9P) Mutaties in activa 2012 2013 .. 2014 .. 2015 .. .. .. .. .. .. -786 -1303 2951 2739 -1239 -1562 3636 3335 -1554 -1762 3264 3095 -5561 -6145 3204 3068 0 1 4 14 99 113 -786 67 234 -1239 44 125 -1554 32 104 -5561 -786 -1239 -1554 -5561 Mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10.1) Kapitaalvormingsrekening (III.1.2) Mutaties in passiva .. .. .. .. -786 -1239 -1554 -5561 -786 -786 4809 -5286 8 -1239 -1239 4929 -5371 18 -1554 -1554 5234 -5430 -6 -5561 -5561 5638 -5468 11 0 0 0 0 29 -337 104 -900 59 -1416 78 -5808 Mutaties in het vermogenssaldo a.g.v. besparingen en kapitaaloverdrachten (B.10.1) Mutaties in activa Investeringen in activa (bruto) (P.5) Verbruik van vaste activa (P.51C) Veranderingen in voorraden (P.52) Saldo aan- en verkopen van kostbaarheden (P.53) Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa (NP) Vorderingenoverschot of -tekort (-) (B.9) 14 / 165 Het ESR 2010 ► Registratie van de operaties zoals ze gebeuren ► 4-voudige boekhouding (geen provisies – wie is de tegenpartij?) ► Soms nodig om de registraties te wijzigen om de economische realiteit beter te weerspiegelen → Omleiding (rerouting) Een operatie tussen A en C wordt opgesplitst tussen twee operaties tussen A en B en B en C. (vb. Patronale bijdragen) → Splitsing van de operaties (partitioning) Opsplitsing van 1 operaties tussen twee eenheden (vb. Betaling interesten) → Vaststelling van de principaal van een transactie Eenheid verricht een transactie ten behoeve van een andere eenheid (de principaal). 15 / 165 Fiduciair beheer van participaties Financieringswet De sequentie van de rekeningen ► De sectorrekeningen zijn opgebouwd uit een sequentie van rekeningen die met elkaar verbonden zijn. • • Voor de eenheden die gehergroepeerd worden per institutionele sector Lopende rekeningen, accumulatierekeningen en patrimonium rekeningen. ► De lopende rekeningen behandelen de productie, de vorming/verdeling/herverdeling van inkomen alsook de besteding van dit inkomen onder de vorm van finale consumptie. ► De accumulatierekeningen omvatten de variaties in activa (nietfinancieel en financieel) en de passiva. De patrimonium rekeningen geven de stock aan activa en passiva weer. ► Elke rekening laat toe om een belangrijk saldo te berekenen zoals de toegevoegde waarde, exploitatieresultaat, beschikbaar inkomen, sparen en het vorderingensaldo. 16 / 165 De sequentie van rekeningen Een rekening registreert: ► De stromen volgens economische aard (productie, vorming/verdeling/herverdeling van inkomen, bestedingen) van de eenheid of de sector ► Twee kolommen • • • Bestedingen/ middelen Mutaties in activa / Mutaties in passiva Activa / Passiva ► Elke rekening heeft een saldo dat wordt overgedragen naar de volgende rekening ► Het geheel van rekeningen vormt de sequentie van rekeningen van een institutionele eenheid 17 / 165 Financiële rekeningen ► Verklaren hoe de financieringscapaciteit van bepaalde sectoren ter beschikking wordt gesteld van entiteiten die een financieringsnood hebben ► Saldo = netto financieringsbehoefte 18 / 165 Publicaties ► Volledige sectorrekeningen worden gepubliceerd voor geheel van gemeenschappen en gewesten • Maar niet voor individuele entiteiten (zoals de Gemeenschap) door dataproblemen (bv. Afschrijvingen) ► Alternatieve presentatie (eenvoudiger) • Ontvangsten, uitgaven, vorderingensaldo (B.9) • Financiering (Financiële rekeningen) • Gepubliceerd voor de Vlaamse Gemeenschap sinds 2010 19 / 165 Vlaamse Publicaties INR – synoptische tabellen 20 / 165 NBB.Stat (vroegere Belgostat) ► Zelfde structuur voor de gepubliceerde gegevens als op papier 21 / 165 Waarom is het ESR zo belangrijk? 22 / 165 Waarom is ESR zo belangrijk? ► ESR is een statistisch kader Belangrijk en nuttig zoals andere statistieken Zeer uitgebreide statistische reeksen Niet specifiek overheden ► Europees begrotingskader maakt het deel overheidsrekeningen belangrijker Kennisgevingen in het kader van de Procedure bij Buitensporige Tekorten (PBT) – Excessive Deficit procedure (EDP) Officiële schuld en tekort in het kader van Europese beoordeling begrotingen Tekort (ESR saldo B9F) <3% bbp Schuld < 60 % bbp Detailleert ook de regels als het toepassingsgebied van de notificatie 23 / 165 Twee notificaties per jaar (momenteel eind maart/eind september) Te rapporteren variabelen (Voorziene en effectief overheidstekort, overheidsschuld, bbp, investeringsuitgaven) Het aantal te rapporteren jaren (n, n-1, n-2, n-3), etc.) Overschrijden van doelstelling kan leiden tot boetes Procedure Buitensporige Tekorten ► Het in de PBT gebruikte saldo stemt overeen met het ESR-saldo B9 Dus nadat de investeringen volledig in rekening zijn gebracht ► Het concept van (maastricht)schuld verschilt sterk van het concept van passief in de financiële rekeningen volgens het ESR • • Overheidsschuld: is de nominale waarde van alle uitstaande bruto verplichtingen op het einde van het jaar van de overheidssector, met uitzondering van de verplichtingen waarvan de overeenstemmende financiële activa worden aangehouden door de overheidssector. Overheidsschuld: is samengesteld uit de verplichtingen van de overheid in de volgende categorieën: • • • • 24 / 165 chartaal geld en deposito’s (AF.2); schuldbewijzen (AF.3) leningen (AF.4) Waardering verschilt: schuld is gelijk aan de nominale waarde van de verplichtingen op het einde van het jaar als de faciale waarde Andere statistische rapporteringen Six pack ► Lidstaten publiceren begrotingsgegevens op kasbasis (of, bij het ontbreken daarvan, overeenkomstige gegevens uit de overheidsboekhouding) op maandelijkse basis ► Informatie over contigent liabilities Overheidsgaranties Niet-performante leningen Uitstaande verplichtingen van publieke vennootschappen Engagementen gekoppeld aan uitstaande PPS projecten ► Niet via het INR, maar via FOD Budget en Beheerscontrole behalve indien INR informatie nodig heeft voor andere doeleinden http://www.budgetfederal.be/NL/figures/Pages/EUreport.aspx 25 / 165 26 / 165 Andere verordeningen ► Two-Pack, 2013, wil de economische integratie en convergentie tussen LS versterken. Gemeenschappelijke kalender Oktober, LS moeten hun begrotingsplannen overmaken. De commissie onderzoekt deze plannen en formuleert advies LS moeten in december hun begroting voor het komende jaar opmaken Lidstaten in EDP moeten meer informatie overmaken ► Het INR is niet bevoegd voor rapporteringen over de begroting 27 / 165 Nood aan specifieke regels voor overheidsrekeningen (S.13) ► ESR is een statistisch kader Belangrijk en nuttig zoals andere statistieken Niet specifiek overheden ► Europees begrotingskader maakt overheidssector (S.13) belangrijker Voornamelijk door de Procedure bij buitensporige tekorten S.13 heeft de capaciteit om zijn vorderingensaldo te gaan beïnvloeden S.13 heeft er belang bij om zijn rekeningen te beïnvloeden door de normen ► Nood aan specifieke regels voor de overheidsrekeningen ► Nood aan onafhankelijke nationale statistische instituten ► Nood aan Audits op cijfers door Europa (Eurostat) 28 / 165 Manual on government deficit and debt ► Naast het ESR is er nood aan verduidelijking van de regels voor de overheden → Manual on government deficit and debt vanaf 2000 • • • Geen Europese verordening “Jurisprudentie” van de toepassing van de regels voor operaties uitgevoerd door overheden Regelmatig aangepast/vernieuwt ► MGDD – implementation of ESA 2010 7th edition 2014 • +/- 400 pages • Annex 1 Legal texts (references and links) • Annex 2 EDP Notification tables 29 / 165 Manual on government deficit and debt • • • • • • • • 30 / 165 Part I : Delimitation of the general government sector (GG) Part II : Time of recording Part III : GG and corporations controlled by government Part IV : Relations between government and financial sector Part V : Sale of assets Part VI : Leases, licenses and concessions Part VII : Debt related transactions and guarantees Part VIII: Measurements of GG debt Wie zijn de verantwoordelijken voor de opmaak? 31 / 165 Het Instituut voor de Nationale Rekeningen ► Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) werd opgericht bij de wet van 21 december 1994, gewijzigd door de wet van 8 maart 2009 en wet van 28 februari 2014 ► Verantwoordelijk voor de opmaak van statistieken (financiële en niet-financiële rekeningen), vooruitzichten en economische analyse (niet evaluaties of normen) ► Het INR bestaat uit 3 partners: de Nationale Bank van België (NBB), het Federaal Planbureau en de Afdeling Statistiek en Economische Informatie (ADSEI, voormalig NIS) ► Het INR staat zelf niet in voor de opmaak van de statistieken, dit gebeurt door personeelsleden van de drie partners voor rekening van het INR 32 / 165 Structuur van het Instituut voor de Nationale Rekeningen Taakverdeling in de wet Instituut voor de Nationale Rekeningen Nationale Bank van België Federaal Planbureau Afdeling Statistiek en Economische Informatie Niet-financiële rekeningen Economische begroting Data provider Financiële rekeningen Input-output tabellen Prijsobservatorium Kwartaal rekeningen Regionale rekeningen Statistieken buitenlandse handel Jaarlijkse en kwartaalstatistieken van de overheidssector (In samenwerking met het Federaal Planbureau) EDP statistieken 33 / 165 Het Instituut voor de Nationale Rekeningen: 2016 interfederalisering ► Samenwerkingsakkoord betreffende de nadere regels voor de werking van het interfederaal instituut voor de statistiek, van de raad van bestuur en de wetenschappelijke comités van het INR ► Deelgebieden in de raad van bestuur (hoge ambtenaren van hun statistische autoriteit ► Creatie van een nieuw wetenschappelijk comité voor de overheidsrekeningen Opvolging van de werkzaamheden van het begeleidingscomité van de Bank (adviezen) Analyse van de perimeter Vertegenwoordigers NBB, ambtenaren 34 / 165 Opdracht van het INR / de NBB ► Opstellen en rapportering van de statistieken m.b.t. de overheidsfinanciën in België volgens het ESR, maar ook voor de Buitensporige Tekorten Procedure (Excessive Deficit Procedure) Rapportering eind maart en eind september (Niet noodzakelijk onmiddellijk publicatie) Kwartaalrapportering t+90 dagen ► Informatie wordt ook gebruikt voor de rapportering over contingent liabilities in deel six-pack ► Beslissen over de classificatie van eenheden en over de statistische behandeling van bepaalde uitgaven/ontvangsten 35 / 165 Opdracht van het INR / de NBB ► Onderzoek van de boekhoudkundige gevolgen van overheidsprojecten advies van het INR Consultatie Eurostat in bepaalde gevallen ► Equipe VTE 10-11 personen 36 / 165 Opdracht van Eurostat ► statistische autoriteit => controle van de rekeningen en interpretatie van de boekhoudkundige regels ► Eurostat-besluiten zijn beschikbaar op internet http://www.cmfb.org/ http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistic s/introduction ► Eurostat kan voorbehoud maken of zijn fiat weigeren voor de door een lidstaat verstrekte gegevens en die vervangen door eigen cijfers Momenteel is er een reserve op de Belgische cijfers wegens de sectorclassificatie van de ziekenhuizen 37 / 165 Verordening 479/2009 en 679/2010 (2) ► Eurostat-bezoeken (tweejaarlijks) - ook "Upstream" belang van externe controle op de aan het INR aangeleverde cijfers ► Methodologische bezoeken (ernstige risico's) ► Art.16 De lidstaten zien er op toen dat de nationale bureaus voor de statistiek toegang verkrijgen tot alle relevante informatie die ze nodig hebben om hun taken uit te voeren ► Verordening 1173/2011 Commissie kan aanbevelen aan de Raad om boetes op te leggen voor fraude of incompetentie die leiden tot een verkeerde voorstelling van het vorderingensaldo of de schuld. Delegated act van 29 juni 2012 38 / 165 Onderzoeksprocedure Omvang boetes (maximum 0,2% bbp) Madeira, Valencia, Regio van Salzburg Interactie INR en dataleveranciers ► Protocol tussen INR en overheden betreffende het doorsturen van gegevens voor het opstellen van de rekeningen van overheden en voor de procedure van buitensporige tekorten (17 juli 2013) Regelt gegevens aanlevering Verantwoordelijkheid Communicatie/informatieverstrekking ► Gegevens aanlevering: meer standaardisatie Beschreven in fiches die de bestaande rapportering omvatten en geplande Maximaal gebruik van bestaande kanalen (rol algemene gegevensbank opgericht door samenwerkingsakkoord van 1 oktober 1991) ► ► 39 / 165 De overheidsinstellingen zenden de Gegevens door volgens het formaat, met de kwaliteit en volgens de frequentie die vereist worden door de Europese verordeningen en de commissie INR heeft het recht ad-hoc vragen te stellen Interactie INR en dataleveranciers ► Fiches 1. Economische hergroepering Niet-financiële rekeningen 2. Trimestriële economische hergroepering 3. Financiële rekeningen 4. Gedetailleerde kruistabellen economische/functionele uitgaven 5. Publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS) 6. Garanties 7. Code 8-verrichtingen 8. Lokale overheden 9. Register van publieke eenheden 10. Rapportering van publieke eenheden buiten de overheidssector Overheidsperimeter ► Punt 3: Financiële rekeningen volop in ontwikkeling (building blocks) 40 / 165 Interactie INR en dataleveranciers ► Informatieverplichtingen van het INR (rechtstreeks met overheden) 1. wederzijdse informatievergaderingen (wijzigingen Manuals, interpretaties) 2. de vraag naar het verstrekken van ex-ante advies 3. het verstrekken van informatie bij belangrijke beslissingen (overheidsinstelling dient binnen de 10 kalenderdagen zijn standpunt te kennen te geven) 4. Toelichtingsvergaderingen (toelichtingen bij overgangstabellen) ► INR enige correspondent met Eurostat Eigen initiatief advies inwinnen ► Creatie van een centraal aanspreekpunt Substantiële verbetering communicatie Stroomlijning informatie 41 / 165 Datacollectie, verwerking en rapportering Eurostat NBB/INR Algemene gegevensbank federale overheid 42 / 165 Gemeenschappen en gewesten Toezichthoudende overheden Lokale overheden Overige informatiebronnen Afbakening van de overheidsperimeter Disclaimer Deze presentatie dient uitsluitend voor informatieve doeleinden en verbindt het INR niet tot bepaalde beslissingen over de classificatie van eenheden. De analyse van die classificatie gebeurt steeds op individuele basis. Ze geeft enkel de algemene principes weer i.v.m. de sectorclassificatie van publieke eenheden en heeft niet als doel alle bijzondere gevallen te behandelen. 44 / 165 Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. 5. 45 / 165 Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen Lijst van publieke eenheden Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. 5. 46 / 165 Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen Lijst van publieke eenheden Inleiding Methodologische referenties voor de rekeningen van de overheid ► Verordening 549/2013 van 21 mei 2013: Het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR2010) http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/product_det ails/publication?p_product_code=KS-02-13-269 ► Jurisprudentie Eurostat: ESR2010 Manual on Government Deficit and Debt (Laatste editie: maart 2016, regelmatig geüpdatet) 47 / 165 Inleiding Basisprincipe: De economische realiteit ESR2010, §20.164: “Bij de classificatie van een transactie legt de benaming van de transactie in de overheidsrekeningen of in de boekhouding van een vennootschap geen beperking op aan de opstellers van de nationale rekeningen. […] Het vastleggen van de economische realiteit waar die afwijkt van de rechtsvorm is een fundamenteel boekhoudkundig beginsel dat bedoeld is om te zorgen voor een consistentie en om te garanderen dat transacties van vergelijkbare aard hetzelfde effect op de macroeconomische rekeningen hebben, ongeacht de rechtsregeling.” 48 / 165 Overheid ► Overheidsector volgens het ESR (code S.13) Institutionele eenheden die niet-markactiviteiten verrichten en die worden gefinancierd uit verplichte betalingen door eenheden uit andere sectoren (ESR 2010 § 2.111) Institutionele eenheden die zich bezig houden met de herverdeling van inkomen (ESR 2010 § 2.111) ► 4 subsectoren S.1311 Federale overheid S.1312 Deelstaatoverheid S.1313 Lagere overheid S.1314 Sociale zekerheidsfondsen ► S.1312 wordt door INR/NBB opgesplitst in 9 deelgebieden 1 Niet verdeeld (viapass, vitrufin,…) ► S.1313 wordt door INR/NBB onderverdeeld volgens type en toezichthoudende overheid 49 / 165 Classificatie van eenheden binnen overheid Beslissingsboom (ESR2010, §20.17) 50 / 165 Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen 5. Synthese 6. Lijst van publieke eenheden 51 / 165 Autonomie 52 / 165 Autonomie ► Algemeen: Autonome beslissingsbevoegdheid bij de uitoefening van haar hoofdfunctie (ESR 2010, §2.12) ► Voorwaarden om als institutionele eenheid erkend te worden: 1. Het recht zelf goederen en andere activa te bezitten 2. Economische activiteiten uitoefenen waar de eenheid zelf voor verantwoordelijk is 3. In eigen naam verplichtingen aangaan en contracten afsluiten 4. Een volledige boekhouding voeren 53 / 165 Autonomie: specifieke gevallen De volgende eenheden (niet-exhaustieve lijst) worden geacht geen zelfstandige beslissingsbevoegdheid te hebben en moeten daardoor geconsolideerd worden met de eenheid waar ze van afhangen S.13 in het geval dat de eenheid waar ze van afhangt ook binnen S.13 geklasseerd wordt ► Hulponderneming (ESR 2010 § 2.26, 3.12 et 20.24) Eenheden die hulpdiensten leveren (reiniging, it-infrastructuur, beveiliging, enz.) aan hun moedervennootschap of een andere eenheid van dezelfde groep Het ESR 2010 bevat geen exhaustieve lijst met hulpactiviteiten ► Voorbeeld: Koninklijke Munt van België (hangt af van de schatkist) 54 / 165 Autonomie: specifieke gevallen ► Kunstmatige dochterondernemingen ESR2010, §2.24: Een onderneming die is opgericht voor het verlenen van diensten aan de moeder of andere ondernemingen binnen de groep, om op die manier technische voordelen te verkrijgen (belastingen te vermijden, de verplichtingen bij een faillissement tot een minimum te beperken, etc.) ► special purpose entities (SPV) 55 / 165 Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. 5. 56 / 165 Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen Lijst van publieke eenheden Zeggenschap 57 / 165 Zeggenschap ► De bevoegdheid bezitten om het algemene ondernemingsbeleid te bepalen (≠ autonomie) ► Indicatoren : In het bezit zijn van meer dan de helft van de stemgerechtigde aandelen Zeggenschap in de raad van bestuur of een ander bestuursorgaan Het recht om belangrijk personeel te benoemen of te ontslaan of om zijn benoeming tegen te houden Controle over belangrijke commissies In het bezit zijn van een gouden aandeel Er is speciale regelgeving De overheid is hoofdafnemer De overheid heeft leningen verstrekt Overige (beperking van de activiteiten, goedkeuring nodig om de statuten te wijzigen, volledige of nagenoeg volledige financiering door de publieke sector, …) ! Dit is een niet-exhaustieve lijst (“voornaamste indicatoren”); soms volstaat één enkele indicator, soms moeten meerdere indicatoren in rekening worden genomen 58 / 165 Zeggenschap ► Indicatoren van zeggenschap voor Instellingen zonder winstoogmerk (IZW): (ESR2010, §2.15) Benoeming van de functionarissen Andere verplichtingen in het bevoegdheid verlenende instrument (verplichtingen in het statuut van de izw) Contractuele overeenkomsten De mate van financiering De mate van blootstelling aan risico’s ► Voorbeeld: vrije universiteiten Overheidsfinanciering… … gecombineerd met een controle op hun activiteiten 59 / 165 Overheidscommissaris: respecteren van de wetgeving en gezonde financiën Inschrijvingsgeld Studiedomeinen Plafond loonkosten …. Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. 5. 60 / 165 Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen Lijst van publieke eenheden Markt-/niet-marktcriteria 61 / 165 Markt-/niet-marktcriteria ► Belangrijk om eerst onderscheid te maken tussen niet-financiële en financiële vennootschappen: Niet-financiële vennootschappen: Hanteren van economisch significante prijzen Financiële vennootschappen: Aanwezigheid van risico in de activiteiten van de vennootschap 62 / 165 Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. 5. 63 / 165 Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen Lijst van publieke eenheden Markt-/niet-marktcriteria Niet-financiële vennootschappen ► Economisch significante prijs = prijs die aanzienlijke invloed heeft op de hoeveelheid producten die geproduceerd worden en op de vraag naar die producten ► Hoe economisch significante prijzen vaststellen? Kwalitatief criteria Kwantitatief criterium → Het kwalitatief criterium moet voldaan zijn alvorens te kunnen overgaan naar het kwantitatief criterium, vandaar de noodzaak van een individuele analyse 64 / 165 Markt-/niet-marktcriteria Niet-financiële vennootschappen ► Kwalitatieve criteria: wie is de voornaamste afnemer? Verkopen aan eenheden buiten de overheid> 50% van de totale productie Verkopen aan de overheid > 50 % van de totale productie, maar de producent staat in concurrentie met private producenten (openbare aanbesteding) ! Enkel wanneer er aan de kwalitatieve criteria is voldaan, kunnen de verkopen in aanmerking genomen worden voor de markttoets ► Kwalitatief criteria: nieuw in het ESR 2010 (oorzaak van veel wijzigingen) Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Autonome gemeentebedrijven Jobpunt Vlaanderen 65 / 165 Markt-/niet-marktcriteria Niet-financiële vennootschappen ► Kwantitatief criterium: markt-/niet-markttoets: 50% test Om een marktproducent te zijn, moet de eenheid over een ononderbroken periode van meerdere jaren (minimum 3 jaren) ten minste 50% van haar kosten door verkopen dekken. Verkopen en kosten volgens het ESR2010: Verkopen: Opbrengsten uit geproduceerde goederen en diensten , zonder subsidies Kosten: Intermediair verbruik + verloning personeel + verbruik van vaste activa + niet-productgebonden belastingen + netto-rentelast - productie voor eigen gebruik ► Vertaling naar Belgische jaarrekeningen (benadering!) Verkoop: 70+74-740 Kosten: 600/8+609+61+62+630+640/8 + (8002 + 649 + 669) +695 -72 + (650-751) als>0 66 / 165 Markt-/niet-marktcriteria Niet-financiële vennootschappen ► Markt-/niet-markttoets: Bijzondere gevallen Indien er subsidies worden gegeven op basis van de output of de kostprijs van de productie én elke producent op de markt krijgt deze subsidies, dan moeten ze niet van de verkopen worden afgetrokken Herwaarderingsmeerwaarden, investeringsbijdragen, kapitaaloverdrachten en aankoop van deelnemingen worden niet meegerekend in de verkopen De aan- en verkopen van terreinen worden niet meegerekend in de kosten en verkopen, aangezien het niet-geproduceerde activa betreft Huuropbrengsten uit terreinen zijn geen verkopen maar inkomen uit vermogen (parallel voor het zelf huren van terreinen, Betaalde huur voor gronden worden ook niet inbegrepen in het intermediair verbruik en dus in de kosten Vastgoed valt onder vaste activa en het aankopen en verkopen, leidt tot respectievelijke stijgingen en dalingen van de bruto investeringen in vaste activa en betreffen dus geen kosten of opbrengsten 67 / 165 Markt-/niet-marktcriteria Niet-financiële vennootschappen ► Voorbeelden: vrije universiteiten Subsidies verbonden aan het aantal leerlingen… … Variabel binnen een gesloten enveloppe Geen verkopen volgens het ESR Niet-voldaan aan 50% criterium 68 / 165 Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. 5. 69 / 165 Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen Lijst van publieke eenheden Markt-/niet-marktcriteria Financiële vennootschappen ► Financieel intermediatie: Het overhevelen van financiële middelen van derden met een overschot aan middelen naar die met een tekort aan middelen Een financiële intermediair neemt zelf risico door voor eigen rekening verplichtingen aan te gaan en deze te zoeken op een open markt ► Hoe een financiële vennootschap herkennen? beide zijden van de balans bestaan voornamelijk uit verschillende financiële instrumenten 70 / 165 Markt-/niet-marktcriteria Financiële vennootschappen ► De markt-/niet-markttoets kan niet gebruikt worden voor financiële vennootschappen ► Belang aanwezigheid van risico: Welke indicatoren voor blootstelling aan risico? In aanmerking te nemen S.13 stelt garanties ter beschikking voor geleden verliezen op de actiefzijde (= vergoeding van verliezen) Niet in aanmerking te nemen S.13 is een dominante aandeelhouder S.13 geeft garanties op de schulden, deze garanties zijn voorwaardelijk en bijgevolg geen voldoende voorwaarde * * Moet wel in aanmerking genomen worden in geval van financiële Instelling binnen concernverband (cf. infra) 71 / 165 Markt-/niet-marktcriteria Financiële vennootschappen ► Specifieke gevallen: Financiële instellingen binnen concernverband Instellingen die niet aan financiële intermediatie doen, en waarvan het grootste deel van de activa en passiva dus niet op een open markt worden verhandeld De activiteiten zijn beperkt tot een beperkte range van operaties Beperkte onafhankelijkheid: onafhankelijkheid= de mate van controle op de activa en de passiva en de risico’s en beloningen die ermee verband houden beperkingen op de activa: niet kunnen aanhouden van bepaalde activa, specifieke karakteristieken, beperkt rendement, investeringen in bepaalde specifieke domeinen. beperkingen op de passiva: goedkeuring van leningen, financiering door overheden, leningen gegarandeerd door overheden Streeft geen winstmaximalisatie na, maar heeft objectieven gekoppeld aan overheidsbeleid ► 72 / 165 Voorbeelden: Sociaal Woningfonds/Erkende kredietmaatschappijen Markt-/niet-marktcriteria Financiële vennootschappen ► Voorbeelden VPM PMV-LRM Gefinancierd door overheden Geen financiële intermediatie 73 / 165 Inhoud 1. Inleiding 2. Autonomie 3. Zeggenschap 4. Markt-/niet-marktcriteria 1. 2. 5. 74 / 165 Niet-financiële vennootschappen Financiële vennootschappen Lijst van publieke eenheden Lijst van eenheden van de publieke sector ► Lijst opgesteld door de NBB voor rekening van het INR Raad van bestuur keurt de lijst goed ► Lijst weerspiegelt in welke sector publieke entiteiten zijn gegroepeerd Gebruikt voor de opmaak van de nationale rekeningen Verwijst naar het laatste jaar waarvoor de statistieken zijn opgemaakt ► Lijst van publieke eenheden (<> institutionele eenheden <> Overheidsinstellingen) 75 / 165 Lijst van eenheden van de publieke sector ► Individuele eenheden ► Gegroepeerde eenheden Scholen, verplichte verzekeringen van de ziekenfondsen, plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen, enz. 76 / 165 Lijst van eenheden van de publieke sector ► 2 X per jaar gepubliceerd op de website van het INR 77 / 165 Lijst van eenheden van de publieke sector ► Bepaalde eenheden worden gegroepeerd opgenomen ► Lijst in ontwikkeling 78 / 165 Lijst van eenheden van de publieke sector ► Vaak gestelde vragen/opmerkingen Er staan inactieve eenheden op de lijst Verantwoordelijkheid overheden Meerdere KBO nummers Eenheden zonder ondernemingsnummer ► Stel je bijzondere zaken vast: informeer gerust de NBB 79 / 165 Opmaak niet-financiële rekeningen Opmaak niet-financiële rekeningen ► Economische hergroepering van de ontvangsten en de uitgaven ► Overgang naar ESR-concepten ► Correcties op de economische hergroepering ► Nieuwe economische hergroepering juni 2015 81 / 165 Het ESR als systeem Balance sheets Transactions Other flow s Balance sheet Other change in assets accounts Closing BS Non financial assets Non Financial accounts Basisbron: economische hergroepering Opening BS Non financial assets Production Value added Distr. and use of income Savings Capital account B.9 THE LINE Opening BS Financial assets and liabilities Financial account B.9F Other change in assets accounts Change in net w orth 82 / 165 Closing BS Financial assets and liabilities Algemene gegevensbank ► ► ► ► 83 / 165 Opgericht door samenwerkingsakkoord van 1 oktober 1991 – (Interministeriële conferentie van Financiën en begroting (ICFB)) Secretariaat FOD Budget en Beheerscontrole Doel AGB na staatshervormingen een breuk te voorkomen in de homogeniteit van de gegevens over de Belgische openbare financiën; de vergelijkbaarheid van de begrotingsgegevens te waarborgen; de economische en functionele classificatie en hergroepering van de begrotingsverrichtingen volgens gemeenschappelijke criteria toe te passen; de aanrekening van de budgettaire gegevens van de gefedereerde entiteiten op elkaar af te stemmen. Boekhoudsystemen overheden niet geharmoniseerd, data-aanlevering aan INR/NBB wel Algemene gegevensbank ► Beheer van de economische hergroepering - Methodologische wijzigingen aan economische hergroepering Fiche 1 en 2 van protocol ► Termijnen rapportering aan het INR 15/02 voorlopige afsluiting (t-1) 15/04 Verwezenlijkingen (t-2) 15/05 afsluitingen ► Transmissiekanaal gegevens Geen controle/audit! Transmissie van de gegevens zoals ze ontvangen werden 84 / 165 Datacollectie, verwerking en rapportering Eurostat NBB/INR Algemene gegevensbank federale overheid 85 / 165 Gemeenschappen en gewesten Toezichthoudende overheden Lokale overheden Overige informatiebronnen Economische hergroepering ► Gebaseerd op de Benelux economische classificatie van de ontvangsten en uitgaven van 1981 (ESR 1979) ► Synthese volgens economische indeling van begrotingsoperaties en aanverwante (verrichtingen met fondsen, publieke administratieve instellingen) van de betrokken entiteit Consumptie Overdrachten van inkomen Investeringen ► Toepassingsgebied is dus ruimer dan de begrotingsverrichtingen, maar strekt zich ook uit naar de extra-budgettaire operaties zoals de voorfinancieringen en de verrichtingen van fondsen en autonome instellingen 86 / 165 Economische hergroepering (indeling) ► ► ► ► ► ► Decimaal systeem (dus verschillend van ESR-codes) 1ste cijfer: van 1 tot 4 zijn lopende verrichtingen; 8 tot 9 zijn kapitaalverrichtingen 2de cijfer: 1 tot 5 zijn uitgaven; 6 tot 9 ontvangsten 3de cijfer en soms 4de cijfer geven bijkomend detail Terugstorting = zelfde code als de initiële transactie maar met een negatief teken Interne registraties: registratie van investeringen gerealiseerd in eigen beheer ► Boekhoudkundige registraties: beheer van voorraden en schuldannuleringen Gebruikt in begrotingen van verschillende overheden (niet Vlaamse Gemeenschap) 87 / 165 Economische hergroepering (indeling) 88 / 165 Opmaak niet-financiële rekeningen ► Economische hergroepering van de ontvangsten en de uitgaven ► Overgang naar ESR-concepten ► Correcties op de economische hergroepering ► Nieuwe economische hergroepering juni 2015 89 / 165 Van de economische hergroepering naar het ESR (overgangstabel) ESRCode Benaming Code EH 2009 P11 Marktoutput 16 partim+18 partim P12 Output voor eigen finaal gebruik - P131 Betalingen voor niet-markt output 16 partim+18 partim P2 Intermediair verbruik 12+14+44.3 P5 Bruto vaste kapitaalvorming 13+7 partim (dép.) –177 partim (rec.) P1 Productie (niet-marktproducenten= som van de kosten) D1+P2+P51c+D29-D39 +B2n P3 Finale consumptieve bestedingen P1-P11-P12P131+D632 B2n Netto-exploitatieresultaat - P51c Verbruik van vaste activa - 90 / 165 ESR- Benaming Code Code EH 2009 D1 Beloning van werknemers 11 + 44.1 D2r Belastingen op productie en invoer 36 D3p Subsidies 22+31+32 D4r Inkomen uit vermogen 26+27+28 D4p Inkomen uit vermogen (betaald) 21+24 D5r Belastingen op het inkomen en vermogen enz. 37 partim D61r Sociale bijdragen 37 partim D6p Sociale prestaties 34 partim D62 Sociale prestaties uitkeringen (exclusief overdrachten in natura) 34 partim D632 Sociale overdrachten in natura – aangekochte productie bij marktproducenten 34 partim D7r Andere lopende ontvangen overdrachten 38+39+4 (ont) D7p Andere betaalde lopende overdrachten 33+34 partim +35+4 (uitg)-44 91 / 165 ESR- Benaming Code Code EH 2009 D9r Ontvangen kapitaaloverdrachten 56+57+58+59+6 (ontvangsten) D91r Vermogensheffingen 56 D9p Betaalde kapitaaloverdrachten 51+52+53+54+6 (uitg)+8 partim (uitg) NP Saldo aan- en verkopen van nietgeproduceerde activa 7 partim (uitgaven) 7 partim (ontvangsten) OTE Totaal van uitgaven P2+D1+D4+D62+D632+D3+D 29p+D5p+D7+D8+P5+NP+D9p OTR Totaal van ontvangsten D2+D5+D91r+D61r+P11+P12+ P131+D3r+D4r+D7r+D9r B9 Vorderingensaldo OTR-OTE 92 / 165 Economische hergroepering ► Code 8: verrichtingen op financiële activa ► Code 9: verrichtingen op financiële passiva ► Working balance voor Eurostat= totaal ontvangsten exclusief code 9 – totaal uitgaven exclusief code 9 ► ! Wordt gepubliceerd in jaarverslag AGB ► Working balance in België= totaal ontvangsten exclusief code 9 en 8– totaal uitgaven exclusief code 9 en 8 ► Belang van een goede codificatie van de verrichtingen Code 8 verrichtingen: financiële verrichtingen zonder impact op het vorderingensaldo Code 4 en 6: interne verrichtingen die statistische verschillen kunnen introduceren in de saldi 93 / 165 Working balance: Vlaamse Gemeenschap (in miljoenen euro’s) 2013 2014 2015 28064 26959 29741 28369 39382 38915 1105 52 1372 452 466 831 28831 28823 28547 28490 42696 41581 8 1785 57 1045 1116 3669 1864 132 121 -471 2665 -173 Uitgaven Algemeen totaal Totaal zonder aflossingen Overheidsschuld (code 9) Kredietverleningen en deelnemingen (code 8) Ontvangsten Algemeen totaal Totaal zonder leningen Overheidsschuld (code 9) Kredietverleningen en deelnemingen (code 8) Saldo Netto te financieren saldo Financieringssaldo van de economische hergroepering 94 / 165 Opmaak niet-financiële rekeningen ► Economische hergroepering van de ontvangsten en de uitgaven ► Overgang naar ESR-concepten ► Correcties op de economische hergroepering ► Nieuwe economische hergroepering juni 2015 95 / 165 Correcties op economische hergroepering ► Correcties nodig op cijfers economische hergroepering om in overeenstemming met het ESR te brengen met impact op het saldo Communicatie naar de deelgebieden (publicatie op een geaggregeerd niveau) Communicatie naar Eurostat ► Andere correcties zonder impact op het saldo maar op de economische aggregaten 96 / 165 Correcties uit te voeren (met impact op saldo) ► Economische hergroepering omvat niet volledige S.1312 (voorbeeld Vlaamse gemeenschap Herindelingen in sector Praktische moeilijkheden Maar maximaal via economische hergroepering 1. Verschillen qua perimeter PMV (vanaf 2014 rechtstreeks geconsolideerd) Universiteiten en Hogescholen PMV Re Vinci (vanaf 2014 rechtstreeks geconsolideerd) Lak Invest (vanaf 2014 rechtstreeks geconsolideerd) Lijninvest (vanaf 2014 rechtstreeks geconsolideerd) FWO (vanaf 2014 rechtstreeks geconsolideerd) Andere overheidseenheden die niet zijn opgenomen in de economische hergroepering (VMSW, woningfonds) 97 / 165 2013 2014 2015 180,2 243,9 280,9 47,3 78,5 196,6 202,4 8,2 27,7 -0,6 0,8 0,1 3,5 140,5 Correcties uit te voeren (met impact op saldo) ► Financiële operaties die wijzigen in niet-financiële verrichtingen Code 8 verrichtingen Alternatieve financieringen 2.1 operaties geherklasseerd in niet-financiële operaties Andere kredietverleningen en deelnemingen Amoras (vanaf 2014 rechtstreeks in EH) 98 / 165 2013 2014 2015 2,2 -21,7 -14,6 -1,5 3,7 -21,7 0,0 -14,6 0,0 Correcties uit te voeren (met impact op saldo) ► Verschillen in moment van registratie Boekhoudingsystemen van overheden Belastingen 2.3. Verschillen qua tijdstip van registratie Verschuivingen van de belastingen Verschil tussen betaalde interesten en interesten op batenbasis Tijdstip aanrekening investeringsbijdragen VIPA/UZ Gent Emissierechten Overheidsactiva binnen het kader van PPS Voorschot sluis Gent-Terneuzen Aandeel verkoop telefonielicenties 2013 Rapport rekenhof juli 2014 (aanrekening subsidies aan de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk) Rapport rekenhof juli 2014 (aanrekening investeringen) Gestandaardiseerde garanties Impact regionale opcentiemen Zesde staatshervorming (transacties door technische operatoren) 99 / 165 2013 -892,1 2014 2015 -339,2 -3204,9 15,1 0,0 -766,9 24,2 -129,2 0,0 0,0 12,0 8,5 -283,0 76,4 -181,5 0,0 43,2 0,0 0,0 -2,8 22,2 -240,1 120,0 0,0 67,3 0,0 -8,7 -45,9 28,4 -11,7 -21,4 0,0 -13,3 -2832,0 -4,7 Correcties uit te voeren (met impact op saldo) ► Niet-financiële verrichten die wijzigen in financiële verrichtingen Superdividenden ► Verschillen in inhoud Schuldovernames/ vastgoedtransacties 3. Verschillen qua inhoud UP 36 invest Gedelegeerde opdrachten rollend fonds - pmv Verkeerde registratie vastgestelde rechten reponsabiliseringsbijdrage pensioenen 100 / 165 2013 107,3 2014 -0,7 2015 -20,6 9,7 -0,5 36,1 62,0 0,0 -0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 -20,6 0,0 Correcties uit te voeren (zonder impact op saldo) ► Macro-economische aanrekeningen Investeringen in software en databases, R&D, FISIM S.1312 vaak in niet-verdeelde sector (met uitzondering FISIM) Geimputeerde sociale bijdragen (verhogen loonmassa) – pensioenen ambtenaren ► Splitsen van bepaalde verrichtingen: Verkeersbelastingen (Belasting op productie – belasting op vermogen) ► Verkeerde aanrekeningen (identificatie tegenpartij) 101 / 165 Identificatie en bronnen van correcties ► Identificatie mogelijke problemen Adviesaanvragen Belangrijke transacties (pers, begrotingen) Tijdreeksanalyse leiden tot vragen Rapporten Rekenhof over de rekeningen van overheden Bijvoorbeeld rapport rekenhof 2014 over rekeningen Vlaamse Gemeenschap Specifieke rapporteringen Code 8 – verrichtingen PPS – constructies Overheidsgaranties 102 / 165 Bronnen voor correcties ► Tijdstip belastingen: Belastingadministraties ► Perimeter: Overheden leveren meer informatie zelf aan (niet noodzakelijk via economische hergroepering Aangevuld met beschikbare informatie van de Balanscentrale ► Correctie aard van transacties: INR vraagt stelselmatig volledig detail op van de economische hergroepering(basisallocatie) ► Overheden leveren veel van de informatie zelf aan ► Soms specifieke onderzoeken Code 33 overdrachten naar instellingen zonder winstoogmerk 103 / 165 Oorsprong correcties ► Economische hergroepering is gestandaardiseerd ► … maar niet de overheidsboekhoudingen, dus correcties verschillen per deelgebied ► Vlaamse gemeenschap transactiebasis, maar niet altijd correct Aanrekening pensioenbijdrage VIPA ► Wie bepaalt de codes: gecentraliseerd (kennen de concepten beter) Gedecentraliseerd (kennen de aard van de werkelijk uitgaven beter) 104 / 165 Opmaak niet-financiële rekeningen ► Economische hergroepering van de ontvangsten en de uitgaven ► Overgang naar ESR-concepten ► Correcties op de economische hergroepering ► Nieuwe economische hergroepering juni 2015 105 / 165 Meer transacties worden als investeringen beschouwd ► R&D aankopen (niet eigen productie) ESR 1995 verwerkt als lopende aankopen van goederen en diensten (code 12) ► aankopen van wapensystemen ESR 1995 verwerkt als aankopen van duurzame militaire goederen (code 13) ► aankopen van databases ESR 1995 verwerkt als lopende aankopen van goederen en diensten (code 12) ► aankopen van kleine gereedschappen (die langer dan een jaar worden gebruikt) die een drempel niet overschrijden (500 euro tegen de prijzen van 1995) ESR 1995 verwerkt als lopende aankopen van goederen en diensten (code 12) ► ESR 2010 verwerkt als investeringen (bruto-investeringen in vaste activa) (code 74) => doet het bbp stijgen (via het verbruik van vaste activa) => geen weerslag op het saldo 106 / 165 Intereststromen verbonden aan swaps ► Voor 2014 werden intereststromen verbonden aan swaps als interesten beschouwt in de EDP procedure (niet ESR) => economische code 21 of 26 ► EDP procedure werd gelijktijdig met ESR 2010 aangepast en coherent gemaakt => economische code 81.70 of 86.70 107 / 165 Andere wijzigingen ► Identificatie van stromen tussen overheden Systematische identificatie van de tegenpartij bij overdrachten tussen overheden (codes 4 en 6) Vroeger vaak op basis van financieringsmechanisme (dotatie,…) of groep van entiteiten Nu wie is de concrete tegenpartij? ► Deelnemingen/vereffeningen binnen de overheidssector Nood aan codes omwille van ruimere perimeter ► Codes voor voorraadbeheer en investeringen uitgevoerd in eigen beheer (facultatief) 108 / 165 Andere wijzigingen ► Nieuwe bijlagen (vaak voorkomende vragen) Registratie gedelegeerde opdrachten – fiduciair beheer Definitie onderzoek en ontwikkeling Boeking van EU-subsidies 109 / 165 Vergelijking ESR en (overheids)boekhoudingen ► ESR aanrekeningsregels en overheidsboekhoudingen ► Correcties op de economische hergroepering Belastingen Kredietverleningen en participaties Leningen Superdividenden EU-subsidies 110 / 165 Aanrekeningregels in het ESR 1. Algemeen principe: 1. 2. 2. Afhankelijk van het type transactie, verdere verduidelijkingen: 1. 111 / 165 Waardering in monetaire termen op basis van marktprijzen Stromen worden op transactiebasis geregistreerd: dit is op het ogenblik dat de economische waarde tot stand komt, wordt gewijzigd of verloren gaat, dan wel op het moment dat aanspraken en verplichtingen tot stand komen, worden getransformeerd of worden geannuleerd Transacties in producten: Output (P.1) moet worden geregistreerd op het moment dat deze in het productieproces ontstaat. Intermediair verbruik (P.2) wordt geregistreerd op het moment dat ze in het productieproces worden verbruikt. Investeringen (P.51) wanneer de (economische) eigendom wordt overgedragen ESR 3.55 Bouwwerken worden aan het eind van elke periode behandeld alsof ze verkocht zijn Voorraden (P.52) op het moment dat ze aan de voorraden worden toegevoegd Aanrekeningregels in het ESR 2. Verdelingstransactie: Beloning van werknemers (D.1): geregistreerd op het tijdstip dat de arbeid wordt verricht. Incidentele premies worden geregistreerd op het moment dat ze verschuldigd zijn (13 de maand) Belastingen op productie en invoer (D.2) op het ogenblik dat de activiteiten, transacties of andere gebeurtenissen zich voordoen Subsidies (D.3): geregistreerd op het moment dat de transactie die aanleiding geeft tot de subsidie plaatsvind (productieproces, verkoop, invoer, enz.) Rente (D.41): rente wordt geregistreerd naar rato van de periode waarin de hoofdsom heeft uitgestaan Winstuitkeringen (D.42): is het tijdstip van het ogenblik dat de aandelenprijs wordt genoteerd ex-dividend Belastingen op inkomen en vermogen (D.5) worden geregistreerd op het ogenblik dat het inkomen wordt verworven of de transacties of andere gebeurtenissen plaatsvinden In principe als inkomen wordt verworven, maar als het bedrag slechts achteraf kan worden vastgesteld is er enige soepelheid. Sociale prestaties (D.6) 112 / 165 Bijzonder geval; subsidies ter dekking van een geleden verlies: op het ogenblik dat de overheid besluit het verlies te compenseren Uitkeringen in geld worden geregistreerd op het ogenblik dat hierop aanspraak wordt verkregen Uitkeringen in natura worden geregistreerd op het moment dat de diensten worden verleend Aanrekeningregels in het ESR ► Verdelingstransactie (vervolg): Inkomensoverdrachten tussen overheden (D.73) geregistreerd op het ogenblik dat deze volgens de geldende voorschriften dienen plaats te vinden Inkomensoverdrachten i.v.m. internationale samenwerking (D.74): geregistreerd op het ogenblik dat deze volgens de geldende voorschriften dienen plaats te vinden (verplichte overdrachten), dan wel op het moment dat ze werkelijk plaatsvinden (vrijwillige overdrachten) Overige inkomensoverdrachten (D.75) op het moment dat de financiële verplichting ontstaat (boetes) of anders geregistreerd op het ogenblik dat zij plaatsvinden Ambigue formulering Investeringsbijdragen (D.92): geregistreerd op het tijdstip dat de betaling verschuldigd wordt: Ambigue formulering, wordt door sommige landen gebruikt om registratie op kasbasis te verantwoorden Maar is afwijking van het principe op transactiebasis, wordt uitgeklaard op Europees niveau, INR volgt transactiebasis (belangrijk VIPA, A1/A3, Crac) Overige kapitaaloverdrachten worden geregistreerd als betaling verschuldigd is Eveneens ambigue Maar meer verduidelijkingen in MGDD, bijvoorbeeld voor uitspraken rechtbanken duiden aan dat hier ook een registratie op transactiebasis gebeurt die verschilt van de effectieve betalingen (behalve indien bedragen onzeker zijn) Soms onduidelijke formuleringen, maar richtlijnen Eurostat bevestigen concept vastgestelde rechten 113 / 165 Verschillen tussen het ESR en de (begrotings)boekhoudingen ► Overheidsboekhoudingen evolueren: Vroeger enkel begrotingsboekhouding (behalve lokale overheden) Aangevuld met algemene boekhouding De consolidatiekring ► Begrotingen registreren budgettaire stromen, stromen zonder budgettaire gevolgen worden vaak niet geregistreerd Schuldkwijtscheldingen Overdrachten in natura ► Begrotingen registreren vaak op basis van juridische aard Aankopen van aandelen 114 / 165 Algemene principes in België ► Wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begrotingen en de Rijkscomptabiliteit: ► Art. 7. Elke verrichting wordt aan het boekjaar of aan het begrotingsjaar gehecht tijdens hetwelk ze heeft plaats gehad. Om evenwel tot een boekjaar of een begrotingsjaar te behoren moeten de rechten zijn vastgesteld gedurende die jaren. De vastgestelde rechten die evenwel niet vóór 1 februari van het volgende jaar door de dienst zijn geboekt, behoren tot een volgend jaar. ► Art. 8 Een recht is vastgesteld wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° zijn bedrag is op nauwkeurige wijze vastgesteld; 2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is bepaalbaar; 3° de verplichting om te betalen bestaat; 4° een verantwoordingsstuk is in het bezit van de betrokken dienst. Op voordracht van de Minister van Begroting, bepaalt de Koning de modaliteiten voor het vaststellen van de rechten. 115 / 165 Principes ► De betalingsverplichting, die een noodzakelijk element is voor de vaststellen van een recht, wordt geacht te bestaan in een aantal gevallen, los van de vervaldag van de vordering of de schuld. 116 / 165 1° Voor lonen pensioenen, occasionele premies: op het moment van de prestatie, ongeacht het jaar waarop ze betrekking hebben; 2° Voor de uitvoering van werken, leveringen van diensten en goederen, met uitzonderingen van huur en abonnementen: op het moment dat de diensten of goederen werden uitgevoerd en aanvaard (?ESR); 3° Voor de verwerving/ verkoop van onroerende goederen: op het ogenblik dat de verkoop is voldaan; 4° Voor subsidies waarbij de toekenning is bepaald door organieke bepalingen: op het ogenblik dat ze verschuldigd zijn volgens deze organieke bepalingen; 5° Voor andere subsidies: op de datum van het besluit of de inwerkingtreding van de toekenningsakte; Principes ► ► ► ► ► ► 117 / 165 6° Voor de bijdragen aan internationale organisaties in de context van de uitvoering op basis van de contractuele bepalingen; 7° Voor de vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties: op de datum van het besluit of de inwerkingtreding van de toekenningsakte; 8° Voor kredietverleningen en participaties: op de datum van in werking treding van het besluit of de toekenningsakte; 9° Voor de rechterlijke uitspraken en besluiten of andere akten die geschillen beëindigen: op de datum dat deze aktes van uitwerking worden; 10° Voor fiscale ontvangsten: op de datum van de bepaling van het te innen bedrag overeenkomstig de wetten, decreten of andere bepalingen; behalve indien de inning van de ontvangst deze datum vooraf gaat; 11° Voor de fiscale ontheffingen en terugstortingen: op de datum van de bepaling van het bedrag. Andere overheden ► ► Iedereen verwijst naar zelfde federale wet Zelfde algemeen principe: maar verschillende vertalingen VG: intermediair verbruik op ogenblik dat levering plaatsvond (correcter vanuit ESR oogpunt) Niet iedereen al in de praktijk geïmplementeerd ► Tijdstip van registratie: in grote lijnen verenigbaar met het ESR: behalve Belastingen Vastgesteld recht bij subsidies/investeringen? Concept van voorwaardelijkheid ► Sommige entiteiten hebben adviescommissies Vlaamse adviescommissie voor boekhoudkundige normen De Commissie voor de openbare comptabiliteit (niet operationeel) 118 / 165 Vergelijking ESR en (overheids)boekhoudingen ► ESR aanrekeningsregels en overheidsboekhoudingen ► Correcties op de economische hergroepering Belastingen Kredietverleningen en participaties Leningen Superdividenden EU subsidies Onderlinge stromen ► Eurostat adviezen 119 / 165 Belastingen ► De in de rekeningen geregistreerde bedragen aan belastingen worden ontleend aan twee bronnen: kohiers en aangiften, of kasgegevens. a) Worden bedragen uit kohiers en aangiften gebruikt, dan wordt op die bedragen een coëfficiënt toegepast, teneinde rekening te houden met bedragen die wel in de kohiers en aangiften zijn opgenomen, maar nooit zijn of worden geïnd. De hoogte van de coëfficiënten wordt vastgesteld op basis van de opgedane ervaringen en de huidige verwachtingen met betrekking tot de geraamde niet-geïnde bedragen. Zij zijn specifiek voor de verschillende soorten belastingen. b) Worden kasgegevens als bron gebruikt, dan wordt een correctie in de tijd toegepast om ervoor te zorgen dat de bedragen worden toegerekend aan de periode waarin de activiteit die tot de belastingplicht heeft geleid, heeft plaatsgevonden. Deze correctie wordt gebaseerd op het gemiddelde tijdsverloop tussen de activiteit en de inning van het bedrag. 120 / 165 Belastingen ► ► Praktijk: kasgegevens voor alle belangrijke belastingen Sociale bijdragen transactie basis Strikte (strenge) methode: uiteindelijk cijfer = kasontvangsten (over een periode van 3 jaar) die verband houden met een bepaald jaar ► ► ► 121 / 165 Akkoord Eurostat nodig voor wijzigingen: Dit is conform de Europese verordening 2516/2000 tot wijziging van de gemeenschappelijke beginselen van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap ten aanzien van belastingen en sociale premies, die stelt dat eventuele herzieningen in de methodes voor de aanrekening van de belastingen dienen te worden neergelegd in een overeenkomst tussen de Lidstaat en Eurostat. Vastgestelde rechten in economische hergroepering niet altijd weerhouden Registratie- en successierechten in 2015 ► Vlaamse gemeenschap neemt de inning over van de Federale overheid Registratierechten Belastingen op productie en invoer (D.2) op het ogenblik dat de activiteiten, transacties of andere gebeurtenissen zich voordoen Dit is het tijdstip van de onderliggende verkoop Vroeger betaling ongeveer gelijk aan de verkoop Nu langere tijd tussen betaling en verkoop (structureel en tijdelijk) Correctie nodig Successierechten Kapitaalheffing (registratie op het ogenblik van de inkohiering) Langere procedure, leidt tot vertraging in de vaststelling Geen correctie nodig 122 / 165 vergelijking ESR en (overheids)boekhoudingen ► ESR aanrekeningsregels en overheidsboekhoudingen ► Correcties op de economische hergroepering Belastingen Kredietverleningen en participaties Leningen Superdividenden EU subsidies Interrelaties ► Eurostat adviezen 123 / 165 Analyse van kapitaalinjecties door overheden ► Kapitaalinjecties = veel verschillende vormen (aandelen, leningen, overdrachten) ► sommige worden beschouwd als overdrachten (impact op het vorderingensaldo) ► andere als financiële transacties (geen impact op het vorderingensaldo) ► Specifieke regels in MGDD, hoofdstuk “Capital injections into public corporations” 124 / 165 onderscheid: Capital injection test Niet alleen in publieke entiteiten! Kapitaal injectietest Als de overheid, in dezelfde hoedanigheid als een private aandeelhouder fondsen verstrekt en contractueel iets ontvangt (zoals aandelen of schuldinstrumenten) van gelijke waarde en verwacht een voldoende rendement op de investering te halen (in de vorm van dividenden of interesten, of een meerwaarde) wordt de transactie als een financiële transactie beschouwd De overheid beoogt niet altijd winstgevende activa te verwerven, maar volgt ook sociale of collectieve beleids objectieven waarvoor geen privaat kapitaal beschikbaar is. Een kapitaaloverdracht dient te worden geregistreerd in de volgende gevallen: De overheid ontvangt niet iets van gelijke waarde in ruil De fondsen worden verstrekt zonder dat er voldoende rendement wordt op verwacht. De fondsen worden verstrekt aan vennootschappen die reeks van verliezen heeft geregistreerd. 125 / 165 Kapitaal injectietest: aandelen Nee Zijn er geaccumuleerde verliezen? Nee Is een markrendement waarschijnlijk? Nemen er private aandeelhouders deel? Ja Algemene regel financiële transactie Ja Zijn het genoteerde aandelen? 126 / 165 Ja algemene regel minimum het gedeelte van de geaccumuleerde verliezen is een overdracht Nee Zijn de drie voorwaarden voldaan? 1. Significant deel privé? 2 Privé sector heeft gebruikelijke invloed 3. Gelijke risico en rechten Ja Financiële transactie Nee Niet financiële transactie Nee, Denk verder (zie geval zonder privé partners Ja Financiële transactie Marktrendement ► Voldoende rendement? In principe een marktrendement, maar minstens: “When governement is the only investor in the corporation, as a general rule, long term (10 years) government bond rates.” De overheid verliest geen geld ten opzichte van zijn eigen financiering Indicaties uit het verleden kunnen worden gebruikt, als de kapitaalinjectie niet leidt tot een breuk in de activiteit Financiële plannen; geaudit ► Rendement zonder rekening te houden met subsidies 127 / 165 Analyses INR ► ► ► Code 8 = Kredietverleningen en deelnemingen Betreffen in principe financiële verrichtingen en dus geen impact op het saldo INR verifieert systematisch op basis van individuele gegevens of het gaat om financiële transactie. Specifieke rapportering fiche 7 – code 8 verrichtingen Vraagt overzicht van alle deelnemingen en kredietverleningen en terugbetalingen Wordt geleidelijk vervangen door het project Building Blocks BBA_shares en BBA_loans Reeds van toepassing voor leningen Vanaf 2017 ook voor aandelen (test in augustus 2016) Rapportering voor 15 februari (voorlopige beslissing voor eerste notificatie mogelijk) 128 / 165 Analyses INR ► voor de deelnemingen: het bedrag de identificatie van de tegenpartij (benoeming, ondernemingsnummer) de beschrijving van de transactie de eventuele deelneming van privé-partner(s) aan de transactie (naam, percentage, financieringsvorm, enz.) de jaarrekeningen van de ondernemingen van de drie laatste jaren een financieel plan het verwachte rendement ► BBA_shares beperkt verlies aan informatie 129 / 165 BBA_Shares and Reporting “Codes 8” ID_REPORTING1 Name of the reporting unit ID_REPORTING2 National number of the reporting unit DATE_OPENING Date of the opening balance sheet DATE_CLOSING Date of the closing balance sheet CAT_INSTR1/2 IDENTIFIERS Categories of instruments ISIN_CODE ISIN code of the instrument ESA_INSTR* Type of shares ID_COUNTERP1 Name of the counterpart ID_COUNTERP2 National number of the counterpart ESA_COUNTERP* OPENING_VALUE OPENING_% ESA2010 Counterpart STOCKS = OPENING OUTSTANDING EQUITY_ACQUISITION_VALUE EQUITY_ACQUISITION_% PUBLIC SECTOR_PARTNER PRIVATE SECTOR_PARTNER INJECTIONS_KIND EQUITY_DISPOSAL_VALUE TRANSACTIONS EQUITY_DISPOSAL_% PUBLIC SECTOR_ACQUISITION CONVERSION WITHDRAWAL DIVIDENDS LIQUIDATION OTHER CHANGES REVALUATION CLOSING_VALUE 130 / 165 CLOSING_% STOCKS = CLOSING OUTSTANDING CHECK CONSISTENCY CAPITAL INJECTIONS ON A CASE-BY-CASE BASIS (PUBLIC SECTOR PARTNER, LOSSES, CONVERSION, ETC.) DOCUMENTATION ASKED FOR DETERMINED CASES BBA – aanvullende informatie ► Volledige informatie zal moeten worden doorgezonden: Transacties uitgevoerd door de Main States (en gedelegeerde opdrachten) Transacties met publieke partners Conversies Geaccumuleerde verliezen Drempel (?) 131 / 165 Analyses INR ► Beslissing wordt genomen op het ogenblik van de kapitaalinjectie ► Geen correctie indien achteraf wordt vastgesteld dat onderneming failliet gaat (behalve bij misleidende informatie), ook niet als ze rendabel wordt ► Tijdstip: als het kapitaal wordt opgevraagd ► In praktijk ► Zijn er andere nieuwe investeerders? ► Bijzonder aandacht voor reconversies van leningen ► Jonge startups (biotech) ► Vaak verlieslatend, maar andere investeerders ► Recurrente injecties zijn een signaal ► ► 132 / 165 Vaak trachten nog iets te recuperen Kapitaalinjecties in natura = neutraal ► Desinvestering (ontvangst) en kapitaaloverdracht indien geen rendement ► Anders herschikking van activa Analyses INR ► 133 / 165 Is het werkelijk de aankoop van een aandeel in een vennootschap? ► Omwille van fiscale redenen wordt vastgoed soms verhandeld via het creëren van aandelen ► Het INR erkent niet dat het gaat om een vennootschap ► Aankoop van infrastructuur wordt geregistreerd. Kapitaalinjectie: leningen Het geven van een lening is doorgaans een financiële transactie Zelfs als de rentevoeten zeer laag zijn (guidance note Eurostat) De overheid verwacht dat de ontlener in een positie is om de lening terug te betalen volgens een afgesproken schema Geen impact op het saldo Uitzondering: als de kans op terugbetaling als zeer laag wordt ingeschat Leningen die steeds worden vernieuwd 134 / 165 Leningen ► ESR kent geen waardeverminderingen op leningen Dit komt omdat het actief van de ene partij het passief is van de andere Betalingsverplichting bestaat nog steeds In tegenstelling tot andere boekhoudingen ► Hoe kan een lening verdwijnen? Terugbetaling van de lening: financiële transactie Failliet van de onderneming: uitspraak rechter Geen transactie – geen akkoord van de beide partijen Geen impact op het vorderingensaldo Schuldherschikking/kwijtschelding Transactie Impact op het vorderingensaldo 135 / 165 Schuldkwijtscheldingen ► Doorgaans niet geregistreerd in de economische hergroepering ► Geen financiële stroom ► Rapporteringen Building Blocks vragen naar ► Write off: faillissement ► Debt cancellation schuldkwijtschelding ► Ook bijzondere aandacht voor reconversie van leningen naar aandelen ► Kritiek van investeringsmaatschappijen ► Stelling: In het ESR is het beter om vennootschappen te laten failliet gaan ► Kapitaalinjecties of gedeeltelijke schuldkwijtscheldingen in het kader van herstructureringen zijn immers vaak kapitaaloverdrachten ► Enge benadering: enkel focus op saldo 136 / 165 Module 3 vergelijking ESR en overheidsboekhoudingen ► ESR aanrekeningsregels en overheidsboekhoudingen ► Correcties op de economische hergroepering Belastingen Kredietverleningen en participaties Leningen Superdividenden EU subsidies Interrelaties ► Eurostat adviezen 137 / 165 Superdividenden ► Definitie: dividenden (D.421) zijn een vorm van inkomen uit vermogen waarop bezitters van aandelen (AF.5) recht krijgen wanneer zij bijvoorbeeld middelen ter beschikking van vennootschappen hebben gesteld, ► ESR: Onder dividenden (D.421) vallen geen superdividenden ► In het geval van overheidsondernemingen zijn superdividenden hoge, onregelmatige uitkeringen of uitkeringen die het inkomen uit bedrijfsuitoefening over de betreffende verslagperiode overschrijden; zij worden bekostigd uit opgebouwde reserves of de verkoop van activa. Onttrekking van deelnemingen (F.5) ► Overheidsboekhoudingen: volgen juridische logica 138 / 165 Vergelijking ESR en overheidsboekhoudingen ► ESR aanrekeningsregels en overheidsboekhoudingen ► Correcties op de economische hergroepering Belastingen Kredietverleningen en participaties Leningen Superdividenden EU-subsidies Interrelaties ► Eurostat adviezen 139 / 165 EU-subsidies ► Gaat over diverse subsidie programma’s Europees Fonds voor regionale ontwikkeling Europees Sociaal Fonds Cohesiefonds Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij ► Recent aandachtspunt van Eurostat ► Wegens nieuwe periode (programmaperiode 2014-2020) ► Nieuwe instrumenten dan subsidies (leningen, aandelen, garanties,…) ► Vragenlijsten worden rondgestuurd naar de overheden ► Vaak in combinatie met medefinanciering door overheden 140 / 165 EU-subsidies ► EU keert subsidies uit die doorgaans transiteren via rekeningen aangehouden door de overheden. ► Vaak grote bedragen die vooraf of achteraf worden overgemaakt ► Algemene regel (MGDD) EU overdrachten zullen geen impact hebben op het vorderingensaldo van de overheid – tijdsverschillen tussen ontvangsten en uitgaven moeten worden gecompenseerd Statistische behandeling hangt af van de uiteindelijke begunstigde Overheidsinstelling Andere De stromen worden geregistreerd tussen de EU en de uiteindelijke begunstigde 141 / 165 EU-subsidies ► In principe dienen dus enkel de EU subsidies met een begunstigde als overheid te worden geregistreerd en dit om het moment van de uitgaven (lonen, intermediair verbruik,…) ► Wordt in de praktijk momenteel niet zo geregistreerd in economische hergroeperingen Afhankelijk van de overheden (sommige registreren alle stromen zelfs als de overheidsinstelling niet de begunstigde is) Bijlage 4 economische hergroepering (artificiële verrichtingen – voorschotten onder code 9 (leningen)) ► Administraties vragen soms om EU subsidies waar ze zelf niet de begunstigde zij toch te kunnen registreren (03-08 interne verrichtingen) 142 / 165 EU-subsidies ► Project binnen het INR Staatshervormingen hebben het volgen van de stromen zeer complex gemaakt Vragenlijsten verstuurd (wie zijn de betrokkenen, wat wordt geregistreerd) ► Market regulatory agency’s (vroeger BIRB) en voorraden Nationale agentschappen die werken voor rekening van de Europese unie of andere eenheden en die een markt en herverdelingsactiviteit hebben Onderscheid eenheden die vooral subsidies geven Eenheden die vooral voorraden aanleggen en verkopen ► Eenheden die beide doen kunnen worden gesplitst (anders voornaamste activiteit (niet overheid indien marktwerking > 80% van de kosten) 143 / 165 EU-subsidies ► In België maken ze deel uit van de overheid. ► Maar MGDD raadt aan om quasi-vennootschap te maken buiten de overheid om voorraden te beheren. Voorraden dus altijd geen deel van overheid 144 / 165 Vergelijking ESR en overheidsboekhoudingen ► ESR aanrekeningsregels en overheidsboekhoudingen ► Correcties op de economische hergroepering Belastingen Kredietverleningen en participaties Leningen Superdividenden EU subsidies Interrelaties 145 / 165 Interrelaties ► Consolidatie binnen 1 overheid Vaak door de overheid zelf Codes 41/46 en 61/66 Maar onderlinge verkopen en geleverde diensten Moeten niet worden geconsolideerd/ maar wel gelijk zijn Indirecte consolidatie door het INR Codes 44 (onderwijs) ► Consolidatie tussen overheden Gebeurt door het INR Probleem: enkel codes voor overdrachten, niet voor subsidies Codes 45/49 146 / 165 Interrelaties ► Zeer complex probleem: Zowel tussen de instellingen binnen 1 overheid Als tussen overheden ► Hoe stromen tussen verschillende entiteiten op hetzelfde ogenblik registreren Vaak niet het geval in (overheids)boekhoudingen Vraagt veel verificatie: stroom per stroom afstemmen Soms gemakkelijk 1 stroom Soms complex (universiteiten) 147 / 165 Investeren in vastgoed Investeringen: inleiding ► Overheidsinvesteringen zijn een belangrijke factor voor de ondersteuning van de economische groei ► Vroeger doorgaans door constructie door de overheid ► Besparingen in de jaren ‘80 systematische onderinvesteringen Volgens nationale en internationale organisaties nood aan investeringen ► Belgische situatie: Hoge overheidsschuld en hoge uitgavenquote, maar lage investeringen 149 / 165 Investeringen: inleiding ► Sinds een tiental jaar: meer en meer gezocht naar alternatieve financieringswijze ► Alternatieve financiering: realisatie van het actief, maar spreiding van de uitgaven in de tijd over het vorderingensaldo en geen onmiddellijke aanrekening in de schuld 150 / 165 PPS huurcontracten Concessies … Het ESR als systeem Balance sheets Transactions Other flow s Balance sheet Other change in assets accounts Closing BS Non financial assets Non Financial accounts Production Value added Distr. and use of income Savings Opening BS Non financial assets Capital account B.9 THE LINE Opening BS Financial assets and liabilities Financial account B.9F Other change in assets accounts Change in net w orth 151 / 165 Closing BS Financial assets and liabilities Aanrekeningsregels ► Investeringen (P.51) wanneer de (economische) eigendom wordt overgedragen ESR 3.55 Bouwwerken worden aan het eind van elke periode behandeld alsof ze verkocht zijn ► Investeringen in vastgoed hebben een onmiddellijke impact op het vorderingensaldo (B.9) volgens het ritme van de werken Op het moment dat het bestaande gebouw wordt aangekocht ► Het ESR kent het concept afschrijvingen en zelfs een saldo B.8.N ► Neemt de afschrijvingen in plaats van investeringen als uitgaven ► Europees parlement heeft er voor gekozen dit concept te gebruiken ► Afschrijvingen moeilijk meetbaar (volledige investeringshistoriek) ► Overheden zouden investeringen kunnen overdrijven ► Macro-economisch niet sterk verschillend 152 / 165 Investeringen en afschrijvingen (gezamenlijke overheid, miljoenen euro’s) 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 Investeringen 153 / 165 Afschrijvingen Alternatieve financieringen ► Overheden zoeken naar manieren om de activa niet te beschouwen als overheidsactiva ESR is soepeler dan IPSAS en IFRS IPSAS is gericht op controle (overheid wil publiek vastgoed) Wie beslist hoe de activa worden gebruikt Allocatie op het einde van het contract Alle PPP op de balans van de overheid ► ESR is gebaseerd op economische eigendom Economische eigendom = wie draagt de risico’s en wie heeft de voornaamste voordelen Verschillend van juridische eigenaar en controle Als zowel economische risico’s als voordelen bij een private partner liggen dan geen overheidsactief Jaarlijkse betalingen van de overheid zijn dan aankopen van goederen en diensten 154 / 165 Alternatieve financieringen ► Vaak voorkomende vormen: Operationele leasing – huurcontracten Publiek-private partnerschappen Concessie ► Verschillende manieren om economische eigendom vast te stellen 155 / 165 Operationele leasing ► Bijvoorbeeld standaardhuurcontract ► Analyse van contracten om te zien wie de economische eigenaar van de activa is Indien overheid eigenaar: financiële leasing Aanrekening overheidsinvestering en schuld Jaarlijkse betalingen opgesplitst in schuldaflossing en interestlasten Indien private partner economische eigenaar: operationele leasing Aanrekening in de overheidsrekeningen van de jaarlijkse betaling als intermediair verbruik ► Operationele leasing gebouwen: enkel voor niet-specifieke infrastructuur (typisch kantoorgebouw; verhuurbaar aan privé-sector) Blijft eigendom van de private partner na huurperiode Huurperiode kan niet te lang zijn (?< 20 jaar) (Adviezen Lakinvest/Sicafi) Structureel onderhoud en belastingen bij private partner (liften, airco,…) 156 / 165 Operationele leasing (vervolg) ► Financiële lease Private partij is eerder financieel van aard Vliegtuigen op de balans van banken Te lange duurtijd, reduceert risico’s/voordelen private partij Specifieke gebouwen: ongeacht duurtijd gaat overheid belangrijk deel van de investeringswaarde betalen 157 / 165 Publiek-private partnerschappen (PPP) ► Wordt gebruikt voor uiteenlopende types van contracten ► ESR 2010: Lang lopende complexe contracten tussen een private partner en de overheid Gaan gepaard met een aanzienlijke kapitaaluitgave (creatie actief) Vervolgens exploitatie door de private partner en verlening van diensten aan de overheid of aan het grote publiek Overheid doet de voornaamste betalingen aan de private partner Anders concessies ► Verschil met operationele leasing: kan voor specifieke publieke infrastructuur Gevangenissen Wegen Scholen 158 / 165 Publiek-private partnerschappen (PPP) ► Langere duur dan leasings: maar meer dienstencomponent Leggen meer risico’s en voordelen bij private partner ► Type contracten: Design, build, finance and maintain (DBFM) Design, build, finance, maintain and operate (DBFMO) ► Statistische wereld spreekt zich niet uit over de opportuniteit van de projecten 159 / 165 Publiek-private partnerschappen (PPP) ► Analyse van economische risico’s en voordelen om te bepalen of het gaat om een overheidsactief of een actief van de private partner ► Nooit geen volledige overdracht van de risico’s Oordeelkundige analyse van de individuele contracten Most of the risks and is also entitled to receive most of the benefits ESA10: If doubt, use control ► Eerste stap analyse van de basisrisico’s aangevuld met andere elementen Bouwrisico Beschikbaarheidsrisico Vraagrisico ► Basisregel: het actief kan enkel als een actief van de private partner worden beschouwd als de private partner Het bouwrisico draagt en het beschikbaarheidsrisico of het vraagrisico 160 / 165 PPP: vele andere elementen mee te nemen in analyse ► Door vele criteria worden beslissingen zeer “judgemental” ► Verduidelijkingen: new guide to the statistical treatment of PPPs 161 / 165 Concessies ► Het gaat hier om lange termijncontracten waarbij een (specifiek) actief wordt opgericht De gebruiker betaalt meer dan 50% direct aan de uitbater ► Vaak in het kader van de constructie van wegen Franse Péages ► Onder ESR95 initieel eenvoudige analyse (50%-criterium) – voorbije jaren complexer Duidelijk in het dossier Oosterweel ► In het geval private partner “off-balance” aangewezen via openbare aanbesteding Geen garanties op rendement of meer dan 50% op de schulden van de entiteit Gesloten overmachtslijst 162 / 165 Concessies ► In het geval van een publieke entiteit Veel vragen bij de autonomie van de eenheid Kan deze zonder akkoord van de controlerende overheid het contract tekenen Kan hij andere concessies aangaan of kan hij ze stopzetten Kan hij zelf beslissen wanneer grote onderhoudswerken plaatsvinden … ► Als 1 criterium niet wordt gerespecteerd heeft de entiteit geen autonomie en wordt ze geconsolideerd bij de controlerende overheid 163 / 165 Rapportering INR: PPS projecten ► Fiche 5 : rapportering PPS-projecten Ruimer dan PPS, ook concessie en ESCO ► Volledige informatie: Geen informatie = overheidsactief ► Lokale overheden systematisch overheidsactief; behalve bij expliciete vraag tot analyse 164 / 165 Bedankt voor uw aandacht! Vragen?