Brochure antistollingsbehandeling

advertisement
Infobrochure
Antistollingsbehandeling
mensen zorgen…
voor mensen
2
Inleiding
Deze brochure werd opgemaakt voor patiënten die om de ene of de andere medische
reden antistollingsmiddelen of bloedverdunners (Marcoumar, Sintrom, Marevan) nemen.
Het helpt u een aantal vragen beantwoorden die kunnen voorkomen wanneer u dergelijke
medicatie neemt.
U kan deze brochure thuis rustig lezen. Indien u verder nog vragen heeft kan u steeds bij
uw behandelende arts terecht voor verdere inlichtingen.
Bloedstolling
Bloed is een vitaal bestanddeel van het lichaam. Het vervoert zuurstof, voeding- en afvalstoffen door het lichaam naar de weefsels. Het stromen van bloed is een levensvoorwaarde, maar het stollen is net zo belangrijk om overmatig bloedverlies bij verwondingen
te voorkomen.
Bloed beschikt over een systeem om het te laten stollen als dat nodig is. Daarnaast
beschikt het lichaam over een antistollingssysteem dat ervoor zorgt dat de stolling in de
hand wordt gehouden door klonters op te lossen of stollingsfactoren af te breken.
Een wonde wordt afgesloten door een bloedstolsel dat gevormd wordt door een samenspel tussen de stollingsfactoren. Dit mechanisme in ons bloed verhindert dat we al bij
kleine verwondingen teveel bloed verliezen of zelfs dood zouden bloeden. De bloedstolling is dus een verdedigingsmechanisme van het lichaam.
Antistolling
Antistollingsmiddelen helpen de kans op bloedklonters verkleinen en de schadelijke effecten van deze klonters te voorkomen of te behandelen. Antistollingsmiddelen verminderen de mogelijkheid van het bloed om te stollen, maar de stolling wordt niet helemaal
onmogelijk gemaakt. Het bloed zal er enkel langer over doen om te stollen. De kans op
een klonter wordt dus wel kleiner, maar de kans op een bloeding wordt groter.
3
Redenen voor het innemen van antistolling.
• Diepe veneuze trombose (flebitis)
• Longembolie
• Metalen hartkleppen (kunstklep)
• Hartaandoeningen zoals ritmestoornissen
• …
Hoe wordt antistollingsmedicatie ingenomen?
• Deze medicatie kan u best ’s avonds innemen. Wanneer u dan ’s morgens uw bloed
laat controleren kan u dezelfde avond nog uw dosis van de medicatie aanpassen.
’Verander nooit zelf de toedieningswijze of de dosis van uw medicatie zonder overleg en
akkoord met uw behandelende arts. Een slechte dosage kan immers problemen zoals
bloedingen veroorzaken.
Bloedcontroles en dosering
De dosering van de antistollingsmedicatie verschilt van persoon tot persoon. Het aantal
tabletten dat ingenomen moet worden moet dus voor iedereen individueel vastgesteld
worden.
Om te voorkomen dat u
• bij een te hoge dosering(te dun bloed) bloedingen krijgt,
• bij een te lage dosering (te dik bloed) klonters krijgt
moet u dus regelmatig uw bloed laten controleren bij een arts.
De test waarmee het bloed gecontroleerd wordt heet protrombinetijd of PTT. De gemeten
waarde wordt uitgedrukt in INR.
• Hoe hoger de INR, hoe trager het bloed stolt (hoe dunner)
• Hoe lager de INR hoe sneller het bloed stolt (hoe dikker).
’
De streefwaarde van de INR bedraagt tussen 2 en 3 (3,5).
4
Wanneer u pas begint met de antistollingsbehandeling moet u regelmatiger uw bloed
laten controleren (1 tot 2 keer per week). Wanneer de INR waarde stabieler blijft moet u
minder vaak uw bloed laten controleren. Toch blijft controle noodzakelijk.
U kan het best de resultaten van uw bloedcontrole en de datum van een volgende controle noteren in een boekje. Het is belangrijk dat u dit boekje steeds bij u hebt en het
toont aan elke arts die u raadpleegt.
Waar moet ik op letten tijdens mijn behandeling?
U hebt meer kans op bloedingen tijdens de behandeling. Er zijn bepaalde tekens die erop
kunnen wijzen dat uw bloed te dun is en u teveel medicatie inneemt. Deze tekens zijn:
• Neusbloedingen
• Blauwe plekken
• Tandvleesbloedingen bij tanden poetsen
’
U kan best uw arts raadplegen
• Aanwezigheid van bloed in stoelgang, urine of fluimen
• Zwarte stoelgang, donkerbruine urine
• Hoofdpijn, braken, bewustzijnsstoornissen na een val, trauma
• Plotse gezichts- of gehoorstoornissen, verlammingsverschijnselen
’
Raadpleeg onmiddellijk uw arts
Welke voorzorgsmaatregelen moet ik nemen
bij antistollingstherapie?
• Vermijd fysieke activiteiten waarbij u een groot risico heeft om te vallen. Wandelen,
zwemmen, vissen e.d. zijn goed. Gevaarlijke sporten zoals paardrijden en sommige
contactsporten vermijdt u best.
• Gebruik een zachte tandenborstel en poets voorzichtig.
• Gebruik liever een elektrisch scheerapparaat dan scheermesjes.
• Knip uw nagels met een nagelknipper i.p.v. met een schaartje.
• Verwittig uw tandarts, pedicure, manicure dat u antistollingsmedicatie neemt.
• Verwittig uw arts bij operaties of biopsies.
5
• Vermijd injecties in de spieren (intramusculair). Injecties in de onderhuid (subcutaan)
zoals bij insuline vormen geen probleem.
• Neem voldoende medicatie mee wanneer u op reis gaat , het is immers niet in alle
landen verkrijgbaar. Raadpleeg uw arts om de nodige maatregelen voor controle af te
spreken.
• Zorg voor een evenwichtige voeding
• Bij zwangerschap mag er geen antistolling genomen worden.
Wanneer kan mijn therapie ontregeld worden?
• Als u start met nieuwe medicatie. Verwittig steeds de arts die u nieuwe medicatie voorschrijft dat u antistollingsmedicatie inneemt.
• Bij pijn mag u een pijnstiller innemen (paracetamol: dafalgan, panadol, perdolan mono).
Bij langer gebruik van pijnstillers is het best dat u uw arts raadpleegt.
• Overmatig gebruik van alcohol leidt tot beschadiging van de lever en kan daardoor het
effect van antistollingsmedicatie versterken. Normale hoeveelheden alcohol (1 tot 2
glazen wijn of bier per dag) hebben geen effect op de antistolling.
• Andere gezondheidsproblemen kunnen het effect van antistollingsmedicatie beïnvloeden. Vooral volgende aandoeningen:
1.Die koorts veroorzaken
2.Leveraandoeningen zoals geelzucht
3.Maag- en darmaandoeningen (diarree)
4.Nierziekten
5.Aandoeningen van de schildklier
Het is dan ook belangrijk om uw arts te raadplegen indien u dergelijke aandoeningen
heeft.
6
Wat te doen bij een wonde?
Bij een oppervlakkige wonde
• Onmiddellijk afdrukken tot de bloeding stopt (10-15 minuten)
• Ontsmetten en verband raadplegen
• Indien nodig een arts raadplegen
Bij een diepe wonde
• Zo hard mogelijk afdrukken en onmiddellijk een arts raadplegen
• Vermelden aan de arts dat u antistollingsmedicatie neemt (boekje met INR waarden
tonen)
Medicatie vergeten!?
Wanneer u per ongeluk een dosis vergeet in te nemen ( meer dan 4 uur te laat) kan u best
de datum noteren en het aan uw arts meedelen bij een volgende test.
Als u meer dan 1 keer uw medicatie vergeet moet u uw arts raadplegen
Geheugensteuntje
• Laat regelmatig uw bloed controleren zoals afgesproken met uw arts
• Let op indicaties die kunnen wijzen op bloeding
• Onderbreek nooit op eigen initiatief de behandeling
• Hou steeds het boekje met resultaten bij u en toon het aan elke arts die u raadpleegt
• Let op met alcohol
• Verwittig uw arts bij nemen van nieuwe medicatie of bij ziekte.
7
Voorbeelddagboekje
Datum
INR
Aantal tabletten
Opmerkingen
Deze informatie werd gebaseerd op” het antistollingsboekje” uitgegeven door de Belginan Working Group on Oral
Anticoagulation. U kan dit ook raadplegen op de BSTH website www.bsth.be
Versie: 10 juni 2013
Mariaziekenhuis vzw
Tel. +32 11 826 000
Maesensveld 1
3900 Overpelt
Fax +32 11 826 001
[email protected]
www.mariaziekenhuis.be
Download