1. Enkele termen van de nationale boekhouding Bedrijfstak Een bedrijfstak is een groep ondernemingen met een gelijksoortige productie. Belgostat online Sociaal-economische databank met uitgebreide macro-economische informatie. Belgostat bevat een aantal economische en financiële tijdreeksen (o.m. bbp, conjunctuur, bevolking en arbeidsmarkt, prijzen en lonen, buitenlandse handel, wisselkoersen en rentetarieven) die de gebruikers elektronisch ter beschikking worden gesteld. Betalingsbalans Een statistisch overzicht waarin verslag wordt uitgebracht van de economische transacties van een economie met de rest van de wereld gedurende een specifieke periode. De betalingsbalans omvat de transacties inzake goederen, diensten en inkomens, transacties met betrekking tot financiële vorderingen op en verplichtingen aan de rest van de wereld en als overdrachten bestempelde transacties (zoals kwijtschelding van schuld). Bruto Binnenlands Product (BBP) Bruto toegevoegde waarde (d.w.z. vóór aftrek van afschrijvingen) van de nationale economie tijdens een bepaalde periode. De verandering van het BBP in de tijd is het gevolg van de variaties in de geproduceerde hoeveelheden (verandering van het reële BBP of het BBP tegen vaste prijzen) en die van de prijzen. Conjunctuur De economische toestand in de conjunctuurcyclus, die wordt gekenmerkt door fases van toenemende en afnemende bedrijvigheid, waarvan duur en intensiteit verschillen. Consumentenvertrouwen De index van het consumentenvertrouwen is een begrip waarmee men de particuliere consumptie probeert te voorspellen aan de hand van enquêtes. De vragen uit de enquête van de Europese Commissie zijn onderverdeeld in vijf categorieën: (1) de financiële situatie van huishoudens; (2) vooruitzichten voor de financiële situatie van de huishoudens; (3) de huidige algemene economische situatie; (4) vooruitzichten voor de algemene economische situatie; (5) de wenselijkheid om duurzame aankopen te doen. De vragen slaan op een periode van één jaar. Directe investeringen Grensoverschrijdende investeringen met het oog op het verwerven van een duurzaam belang in een in een onderneming die in een andere economie is ingezeten. Financiële rekeningen Rekeningen die het financiële vermogen (op een bepaald ogenblik) en de financiële transacties (tijdens een bepaalde periode) van de grote sectoren van de nationale economie (financiële instellingen, niet financiële vennootschappen, huishoudens, overheid) weergeven per categorie van instrumenten (chartaal geld, deposito's, effecten, kredieten, enz.). Indexcijfer der consumptieprijzen (HICP) Een maatstaf voor het algemene peil van de consumptieprijzen, die de verhouding weergeeft tussen de gemiddelde 2. prijs van een verzameling goederen en diensten tijdens een beschouwde periode en die tijdens de referentieperiode. Inflatie Algemene en aanhoudende prijsstijging. Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) Het Instituut voor de Nationale Rekeningen heeft als taak de voornaamste macro-economische statistieken en vooruitzichten op te stellen. Het INR werkt daartoe samen met drie geassocieerde instellingen: het Nationaal Instituut voor de Statistiek, het Federaal Planbureau en de Nationale Bank van België. Intrastat Via de maandelijkse intrastat-aangifte verstrekken de ondernemingen inlichtingen over hun intracommunautaire (intra-EU) goederenstromen, tenzij dat bedrag onder een bepaalde drempel per jaar blijft. Deze aangifte met alle gegevens over Aankomst uit en Verzending naar andere lidstaten moet rechtstreeks naar de Nationale Bank worden gezonden. Nationale rekeningen Rekeningen die een beschrijving geven van de nationale economie, meer bepaald de operaties betreffende producten (binnenlandse productie, invoer, consumptie, investeringen, uitvoer), de herverdelingsoperaties (inkomens en overdrachten) en de financiële operaties van de grote sectoren (vennootschappen, huishoudens, overheid) en van de economie als geheel. Stabiliteits- en groeipact Het Stabiliteits- en groeipact beoogt de vrijwaring van gezonde overheidsfinanciën in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie om betere voorwaarden te creëren, enerzijds, voor een sterke en duurzame groei, die bevorderlijk is voor de werkgelegenheid en, anderzijds, voor prijsstabiliteit. Meer bepaald is een begrotingssituatie die vrijwel in evenwicht is of een overschot vertoont, vereist als doelstelling op middellange termijn voor de EUlidstaten, die hen in staat zou stellen normale conjunctuurschommelingen te ondervangen zonder dat hun overheidstekort het peil van 3 pct. bbp overschrijdt. Verdrag van Maastricht Het verdrag betreffende de Europese Unie, op 7 februari 1992 ondertekend te Maastricht en op 1 november 1993 in werking getreden, voert met name de Economische en Monetaire Unie in drie fasen in. De derde fase (invoering van de gemeenschappelijke munt) is op 1 januari 1999 ingegaan.