Aftrek risicokapitaal of Notionele intrestaftrek Deze fiscale gunstmaatregel voor vennootschappen werd ingevoerd in juni 2005 en inwerking gesteld vanaf 2006. Deze maatregel komt neer op een fictieve intrestaftrek voor vennootschappen die hun investeringen financieren met eigen middelen. Nochtans zijn geen investeringsvoorwaarden bepaald (zoals dat wel is bij de investeringsreserve). Het tarief wordt jaarlijks bepaald op basis van het gemiddelde van de intrestvoet van de OLO’s op tien jaar, en wordt berekend op een gecorrigeerd eigen vermogen. Voor KMOvennootschappen (criteria van art. 15 § 1 Wetboek van vennootschappen) komt hier nog een half procentje bij. – zie op deze website – Praktisch – belangrijkste fiscale kengetallen Opgelet : vennootschappen die het verlaagd tarief vennootschapsbelasting genieten en opteren voor een investeringsreserve, verliezen de aftrek voor risicokapitaal voor dat aanslagjaar en voor de volgende twee aanslagjaren ! Wat is nu het zogenaamd “gecorrigeerd eigen vermogen”? Vertrekbedrag van de berekening is het eigen vermogen van het voorgaande belastbaar tijdperk , zoals dat blijkt uit de jaarrekening. ! enkel vennootschappen die een jaarrekening opstellen kunnen dus genieten van de aftrek Het eigen vermogen is samengesteld uit : gestort kapitaal, uitgiftepremies, herwaarderingsmeerwaarden, reserves, overgedragen winst of verlies, kapitaalsubsidies. Correcties in mindering te brengen op het eigen vermogen : 1. De fiscale netto-waarde van eigen aandelen. 2. De fiscale netto-waarde van financiële vaste activa die uit deelnemingen en andere aandelen bestaan. 3. De fiscale netto-waarde van de aandelen van beleggingsvennootschappen waarvan de aandelen in aanmerking komen voor de DBI-aftrek. 4. Het eigen vermogen van vaste inrichtingen in het buitenland indien de inkomsten zijn vrijgesteld via het Dubbelbelastingverdrag. 5. De waarde van onroerende goederen gelegen in een land waarmee een Dubbelbelastingverdrag bestaat. 6. De netto boekwaarde van materiële vaste activa wanneer de erop betrekking hebbende kosten op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen. 7. De boekwaarde van activa die als belegging worden aangehouden en door hun aard niet bestemd zijn om een belastbaar periodiek inkomen voort te brengen. 8. De boekwaarde van onroerende goederen of andere zakelijke rechten, gebruikt door zaakvoerders/bestuurders, hun echtgenoten of minderjarige kinderen. 9. Het vrijgestelde gedeelte van uitgedrukte, maar niet verwezenlijkte meerwaarden. 10. Kapitaalsubsidies 11. Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling Tenslotte worden eventuele wijzigingen op het eigen vermogen of op één van de correctieposten en welke gedurende het belastbaar tijdperk hebben plaatsgevonden, nog eens pro rata toegerekend. Nieuwe vennootschap – verlengd / verkort boekjaar Nieuwe vennootschappen kunnen het eerste jaar reeds genieten van een aftrek risicokapitaal op basis van het gestort kapitaal vanaf datum oprichting. Voor vennootschappen met een korter of langer boekjaar dan 12 maanden, wordt de aftrek pro rata berekend. Overdraagbaar Bij onvoldoende belastbaar resultaat werd het saldo overgedragen naar een later aanslagjaar. Deze toepassing is thans afgeschaft waardoor de aftrek definitief verloren gaat. Bovendien komt de eventuele aftrek thans pas nadat alle fiscale verliezen opgebruikt zijn.