Document

advertisement
RECHTSSTAAT
1 IDEE EN OORSPRONG VAN DE RECHTSSTAAT
VRAGEN blz. 20
1. Beiden werden vermoord vanwege hun (politieke) opvattingen. De moorden betekenden dus een
bedreiging van een basisvrijheid, namelijk de vrijheid van meningsuiting.
Eigenrichting is een inbreuk op het monopolie van het gebruik van geweld door leger en politie en
het straffen door een onafhankelijke rechter hierop. Eigenrichting is daardoor een inbreuk op
onze rechtsstaat.
2. Nee, uitsluitend de bestuurders bepalen welke regels gelden en ze wijken daarvan af wanneer
het ze uitkomt.
3. Democratisch: garandeert verkiezingen waardoor burgers hun stem kunnen laten horen.
Rechtsstaat: zorgt voor bescherming tegen machtsmisbruik en willekeur van de (gekozen)
bestuurders.
4. a. Wie belasting afdraagt, betaalt mee aan de overheidsorganen en -voorzieningen. Je hebt
dan tevens het recht politieke vertegenwoordigers te kiezen die beslissen over de besteding
van het belastinggeld.
b. Voorbeelden:
In Nederland wonende en werkende buitenlanders betalen wel belasting, maar hebben
geen stemrecht bij bijvoorbeeld Tweede Kamerverkiezingen.
De rechter heeft geoordeeld dat iemand zijn stemrecht kwijt is.
Je bent nog geen achttien jaar oud, maar betaalt wel belasting via je (bij)baan.
Houd een klassengesprek of dit wel rechtvaardig is.
5. Vanwege de Tweede Wereldoorlog en de communistische dictaturen in Oost-Europa.
Beide zaken dwongen tot een verscherpte aandacht voor de rechtsstaat en de mensenrechten.
6. In een rechtsstaat is veel mogelijk, maar altijd moeten minimaal de (grond)wettelijke grenzen en
regels in acht worden genomen.
7. Eigen uitwerking leerling.
In een samenleving met mensen met verschillende subculturen en achtergronden en de daaruit
vloeiende diversiteit aan waarden, normen en gewoontes, moet duidelijk zijn wat wel en wat niet
toelaatbaar is.
Op deze manier weet iedereen in de samenleving waar de grenzen van het ontoelaatbare liggen
en wordt irritatie, willekeur en discriminatie voorkomen.
8.
WIE OF WAT HOORT BIJ WAT? blz. 21
De combinaties in chronologische volgorde zijn:
“L’état c’est moi!”
Montesquieu
de Amerikaanse Revolutie
1789
verkiezingen
UVRM
Europa
Cuba
communistische dictatuur
Ayatollah Khomeini
9.
Lodewijk XIV
scheiding der machten
‘no taxation without representation’
vrijheid, gelijkheid, broederschap
opkomstplicht
Verenigde Naties
EVRM
Fidel Castro
Noord-Korea
theocratie
WELK WOORD WEG? blz. 21
Zie de uitleg in deze handleiding (pag. 20) over de ‘Thinking skill’ Welk woord weg?, werkboek
pag. 12.
Voorbeelden van antwoorden
Constitutionele monarchie hoort er niet bij, omdat de trias politica en de grondwet voorwaarden
voor de rechtsstaat zijn en de constitutionele monarchie in absolute zin niet.
Of: trias politica hoort er niet bij, omdat deze niet zuiver is doorgevoerd in Nederland, de andere
drie zijn wel haarfijn gedefinieerd.
10. IN HET NIEUWS blz. 21
a.
b.
Staatsecretaris Teeven en premier Rutte uiten kritiek op de onafhankelijke rechtsprekende
macht. Zelf maken zij deel uit van de wetgevende en uitvoerende macht.
Teeven en Rutte mogen voorstellen tot veranderingen van wetgeving doen. Maar het zijn de
rechters die oordelen over de strafbaarheid en de mogelijke straf voor zelfverdedigers.
Er ontstaat een gevoel van onrechtvaardigheid als burgers zich onvoldoende mogen
verweren tegen inbrekers. Anderzijds moeten zowel de inbreker als het slachtoffer door
regelgeving worden beschermd.
11. REGELS IN ANDERE LANDEN blz. 22
In Ierland is abortus wettelijk verboden, zelfs in geval van verkrachting.
In Singapore kun je een boete krijgen als je kauwgom op straat gooit.
Als je zestien jaar bent mag je een auto besturen in de Verenigde Staten.
In India rijden de auto’s aan de linkerkant van de weg.
In China is een dochtertje minder waard dan een zoontje.
In Bolivia drinken mensen thee van cocabladeren.
In Denemarken moet je in het zwembad een badmuts dragen.
Vrouwen mogen geen auto’s besturen in Saudi-Arabië.
In Nederland mogen homo’s met elkaar trouwen.
De vliegtuigmaatschappij van Iran verplicht alle vrouwen aan boord een hoofddoek te dragen.
12. BELANG VAN DE RECHTSSTAAT blz. 22
Eigen uitwerking leerling
Voorbeelduitwerking:
citaat
wat wil de persoon zeggen?
welk basiskenmerk van de rechtsstaat is in het geding?
1
Is de verplichte legitimatie niet een dekmantel om meer
greep te krijgen op Nederlandse moslims?
Gelijke behandeling van mensen.
2
Het beperken van het beroepsgeheim van advocaten
schendt het recht op een eerlijk proces van verdachten.
De bescherming van burgers tegen de overheid.
3
De overheid moet haar burgers beschermen tegen het
recht van de sterkste.
De veiligheid en bescherming die de overheid onder
burgers moet waarborgen.
4
Er is vrijheid van godsdienst, maar elke godsdienst
moet zich wel houden aan de regels van de grondwet.
De vrijheid van meningsuiting.
5
De bevoegdheden van de politie moeten grenzen
hebben.
De bescherming van burgers tegen de overheid.
2 DE GRONDWET EN DE GRONDRECHTEN
VRAGEN blz. 23 en 26
1. Het is een bindmiddel omdat iedereen dezelfde rechten en plichten heeft en iedereen daarop
aanspreekbaar is.
De duidelijkheid van alle rechten en plichten is van belang in een samenleving met mensen van
(oorspronkelijk) verschillende nationaliteiten en verschillende normen en waarden.
2. Een dictatoriaal regime zal streven naar het uitdrukken van eenheid om zo de onvrijheid en
onderdrukking te maskeren.
3. De trias politica houdt het meest verband met de manier waarop de belangrijkste organen van
de staat zijn georganiseerd, omdat je hieraan kunt aflezen in hoeverre er sprake is van een
scheiding van de machten (= verantwoordelijkheden).
4. Bij de klassieke grondrechten is de rol van de overheid passief (terughoudend), bij de sociale
grondrechten actief (initiërend).
Een ander belangrijk verschil is dat je bij schending van de klassieke grondrechten door de
overheid naar de rechter kunt stappen. Nalatigheid van de overheid ten aanzien van de sociale
grondrechten kun je niet aan de rechter voorleggen.
Korte discussie: is het zinvol om de sociale grondrechten de status van klassieke grondrechten te
geven?
5. Niet alle mensen zijn in staat zichzelf goed te beschermen. Ze kennen hun rechten niet en weten
vaak niet de weg naar de rechter.
Vandaar dat de overheid sociaal raadslieden, wetswinkels en internetsites met informatie
subsidieert om mensen in hun rechten bij te staan.
6. De sociale grondrechten zijn niet afdwingbaar bij de rechter.
Je kunt de sociale grondrechten in de grondwet zien als een soort intentieverklaringen.
Discussie over de stelling “Omdat je sociale grondrechten niet kunt afdwingen, hebben ze
geen betekenis en kunnen ze beter uit de grondwet verdwijnen.”
7. Eigen uitwerking leerling.
Voorbeelden:
Bij horizontale werking gaat het om de verhouding tussen burgers onderling. Bijvoorbeeld een
werkgever die e-mails van zijn personeel leest en daardoor het grondwettelijke recht op privacy
van zijn werknemers schendt.
Bij de verticale werking gaat het om de verhouding burger en overheid. Bijvoorbeeld wanneer de
overheid besluit al het e-mailverkeer van haar inwoners op te slaan en daar in te kijken.
8. Bij horizontale werking hebben beide partijen grondrechten en zijn onderlinge machtsrelaties
meestal niet vastgelegd. Bij de verticale werking is de machtsverhouding tussen overheid en
burger (meestal) wel duidelijk omschreven.
In de wet staan de macht (gezag) en de bijbehorende machtsmiddelen van de overheid als
wetgever en uitvoerder van wetten duidelijk omschreven.
9. Redenen zijn:
De normen en waarden binnen de samenleving veranderen door de tijd heen.
De samenleving wordt steeds complexer door nieuwe (technologische) ontwikkelingen.
Er komen steeds meer culturen binnen onze samenleving, met elk eigen ideeën over
normen en waarden.
Samenwerking in de Europese Unie leidt tot bijstellingen van de rechtsregels.
Het doel hiervan is dat de rechtsregels in de landen van de EU uniformer worden.
10. De overheid (de varkens met als leider Napoleon) houdt zich niet aan de vastgestelde wetten,
een voorwaarde voor een rechtsstaat.
11. Het onderwijs is een sociaal grondrecht als je kijkt naar de actieve rol van de overheid om het
onderwijs te bevorderen en te regelen.
Want het onderwijs is voorwerp van aanhoudende zorg van de regering.
Het onderwijs is een klassiek grondrecht als je kijkt naar de vrijheid van onderwijs.
In Nederland staat het elke school vrij te bepalen op basis van welke godsdienst of
levensovertuiging zij willen lesgeven.
12. a. Artikel 46.
De koning kan wetten bedenken en wetten die zijn aangedragen door de
Staten Generaal naar eigen inzicht goed- of afkeuren.
Artikel 37
Het is de koning die beslist over oorlog en vrede.
b. Artikel 36
De regering.
Artikel 37
De regering en de Tweede Kamer samen.
Artikel 39
De regering, de Tweede Kamer (en de opperbevelhebber van het leger).
Artikel 40
De regering, de Tweede Kamer (en de Nederlandsche Bank).
Artikel 46
De ministers en de Eerste en Tweede Kamer.
13. WELKE WOORDEN ONTBREKEN? blz. 26
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Willem II was de eerste koning in een regering met ministeriële verantwoordelijkheid.
De Staatsregeling van de Bataafse Republiek was de eerste wettelijke regeling in
Nederland die leek op een grondwet.
In 1917 werd de ‘schoolstrijd’ beëindigd.
Vijf jaar na het algemeen mannenkiesrecht kregen ook vrouwen stemrecht.
Als de overheid iemand een bouwvergunning weigert gaat het om de verticale werking van
grondrechten.
Artikel 1 van de grondwet bevat het gelijkheidsbeginsel.
14. WIJZIGINGEN GRONDWET blz. 27
a.
b.
c.
d.
e.
f.
-
tot 1887
na 1887
Censuskiesrecht.
Ook mannen met kentekenen van maatschappelijke welstand en
geschiktheid krijgen kiesrecht.
1917
Algemeen mannenkiesrecht.
1922
Algemeen kiesrecht.
1983
Verlaging van het kiesrecht van 21 naar 18 jaar.
Voor 1919 konden alleen mannen invloed uitoefenen op de politiek.
In 1983 werden de sociale grondrechten opgenomen in de grondwet. Hulp aan zwakkeren
werd de verantwoordelijkheid van iedereen samen.
Vooral de sterk toegenomen welvaart maakte deze grondrechten betaalbaar en daardoor
haalbaar.
Elke stap binnen de ontwikkeling van het huidige kiesrecht.
De mensen die de macht hadden wilden het niet kwijt en verdedigden het, degenen die
(nog) geen rechten hadden wilden het juist bevechten.
De gelijke financiering van openbaar en bijzonder onderwijs.
Voorheen werd alleen het openbaar onderwijs bekostigd door de overheid. Veel
gelovige mensen wilden hun kinderen liever naar een school met een godsdienstige
achtergrond sturen. Zij wilden dat de overheid ook deze scholen zou financieren. Dit
leidde tot felle discussies.
Vrijwel elke grondwetswijziging voor 1922 is gepaard gegaan met strijd.
Algemeen kiesrecht, iedereen heeft evenveel recht te stemmen.
Liberalen: uitbreiding van de klassieke (vrijheids)grondrechten.
Christendemocraten: de gelijkstelling van het christelijk onderwijs.
15. IN HET NIEUWS blz. 27
a.
b.
De spelers van ADO-Den Haag hebben artikel 137c. (opzettelijk beledigen) en artikel 137d.
(aanzetten tot haat of geweld) overtreden.
In de grondwet staat dat men vrijheid van meningsuiting geniet “behoudens ieders
verantwoordelijkheid volgens de wet”. Dit betekent dat je niet zomaar andere wetten naast je
neer mag leggen door een beroep te doen op de vrijheid van meningsuiting.
In de grondwet staat dat alleen de rechter iemand een gevangenisstraf kan opleggen.
In artikel 15 van de grondwet staat dat slechts op rechterlijk bevel iemands vrijheid kan
worden ontnomen.
ADO-Den Haag of de KNVB kunnen wel disciplinaire maatregelen treffen binnen hun eigen
organisatie. Zoals schorsing of een boete (te betalen aan de club of de KNVB).
16. GRONDIG BEKEKEN blz. 28
a.
Eigen uitwerking leerling.
Om welk recht gaat het?
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Artikel 21
Artikel 22
Artikel 23
b.
c.
Gelijkheidsbeginsel.
Nederlanderschap.
Benoembaar in openbare dienst.
Kiesrecht.
Schriftelijke verzoeken indienen bij politieke organen.
Vrijheid van godsdienst.
Vrijheid van meningsuiting.
Vrijheid van vereniging.
Vrijheid van vergadering en demonstratie.
Privacy.
Onaantastbaarheid van eigen lichaam.
Wanneer mag de politie in je huis?
Briefgeheim.
Onteigening.
Vrijheid en gevangenis.
Wat strafbaar is moet in de wet staan.
Iedereen heeft recht de expertise van een rechter in te roepen
Recht op rechtshulp.
Zorgen voor werk en goede werkomstandigheden.
Zorgen voor welvaart en sociale zekerheid.
Zorgen voor een goed leefmilieu.
Zorgen voor de volksgezondheid, wonen en vrije tijd.
Onderwijs.
Dat je grondrecht niet absoluut is, want je moet je wel aan (andere) wettelijke regelingen
houden.
Zo heb je bijvoorbeeld wel vrijheid van meningsuiting, maar het is verboden mensen te
beledigen.
In onze pluriforme samenleving leven veel mensen met verschillende culturele
achtergronden.
Artikel 1 beschermt (passief) deze mensen tegen ongelijke behandeling.
De artikelen 6 en 7 geven mensen (actief) het recht te geloven (art. 6) of te uiten (art. 7) wat
zij willen.
d.
e.
Samen vormen de drie artikelen de grondwettelijke basis voor de culturele verschillen in ons
land.
In een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor voldoende werkgelegenheid (art. 19),
bestaanszekerheid (art. 20), een schoon milieu (art. 21), voldoende woongelegenheid en
een goede volksgezondheid (art. 22) en kwalitatief hoogstaand onderwijs (art. 23).
Eigen uitwerking leerling.
Mensen die zich baseren op liberale waarden als vrijheid, zullen weinig moeite hebben met
het afschaffen van de artikelen 19 tot en met 23, waarin de sociale rechtsstaat is vastgelegd.
Mensen die grote waarde hechten aan veiligheid, zullen weinig moeite hebben met het
opheffen van art. 10 (privacy), art. 12 (huiszoeking) en art. 13 (briefgeheim).
Mensen die in de (politieke) islam een terroristisch gevaar zien, zullen weinig moeite
hebben met het opheffen van art. 6 (godsdienst) en art. 15 (vrijheidsontneming).
17. IN HET NIEUWS blz. 28
a.
b.
Google maakt gebruik van artikel 7: het vrijelijk openbaren van gevoelens of gedachten.
Dit botst met artikel 10 (het recht op privacy) en artikel 13 (onschendbaarheid van telefoonen telegraafgeheim).
Eigen mening leerling.
Voorbeelden van argumenten:
De overheid, want zij moet door wetgeving en controle de privacy van burgers beschermen.
Internetbedrijven, want zij moeten zich houden aan de wetgeving over privacy van mensen
én ze hebben daar een ethische verantwoordelijkheid voor.
Ikzelf, want de beveiliging van je pc is je eigen verantwoordelijkheid.
Vergelijk het maar met je huis: je kunt van de verhuurder en de overheid niet verwachten dat
die elke avond controleren of de ramen en deuren gesloten zijn.
18. GRONDRECHTEN blz. 29
a. en b.
In deze opdracht staan telkens situaties waarin de individuele rechten van de burger op
gespannen voet staan met de belangen van de samenleving.
We geven hier slechts het grondrecht dat bij elke situatie hoort.
De eigen mening van de leerlingen kunt u aangrijpen voor een discussie over de grenzen van de
grondwet.
situatie
1. De gemeente weigert een rechts-extremistische
groepering toestemming te geven om te
demonstreren, omdat zij moeilijkheden verwacht.
Aanwijzingen hiervoor ontbreken.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
grondrecht
artikel 1 en 8
uitspraak rechter?
Eigen mening leerling.
De rechter zal beslissen dat in principe de
demonstratie mag doorgaan. Uiteraard zijn
uitingen van geweld, bedreiging, discriminatie
enz., verboden.
Een gemeente geeft subsidie aan de kerken, maar artikel 1 en 6 Eigen mening leerling.
weigert na protesten van buurtbewoners een
De rechter zal de protesterende moslims gelijk
vergunning voor de bouw van een moskee. De
geven op grond van het gelijkheidsbeginsel. De
bewoners zeggen dat ze de moskee in brand
dreigementen van de buurtbewoners kunnen
zullen steken als die er toch komt.
natuurlijk niet de reden zijn voor de gemeente
geen vergunning te geven. Dreigen met geweld
mag nooit beloond worden!
Er wordt aangekondigd dat over een maand een
artikel 7 lid 2 Eigen mening leerling.
tv-programma wordt uitgezonden waarbij
De tv-zenders hebben een zeer grote vrijheid in
zelfmoord centraal staat en ook aandacht wordt
de keuze van hun programma´s. De rechter zal
besteed aan de beste manier om dit te doen. In de
meewegen in hoeverre er is gezorgd voor
Tweede Kamer worden hierover vragen gesteld en
bijvoorbeeld een geschikt uitzendtijdstip, nazorg
men wil voorkomen dat dit op tv komt.
voor kijkers die willen reageren, enz.
Als ik het huis uit wil en meerderjarig ben, vind ik artikel 22 lid 2 Eigen mening leerling.
dat ik bij de gemeente recht heb op een eigen
Een eigen huurwoning is niet afdwingbaar. Er zijn
woning.
voor iedereen geldende procedures voor
inschrijving en wachttijden.
Een discotheek weigert een groep Antilliaanse
artikel 1
Eigen mening leerling.
jongeren, omdat er eerder problemen waren met
In geval van aantoonbare discriminatie zal de
Antillianen. De eigenaar zegt: “Nu is de maat vol,
rechter straffen opleggen.
ze komen er niet meer in.”
Twee ambtenaren komen, zonder
artikel 12
Eigen mening leerling.
huiszoekingsbevel, inspecteren of een man die bij
Dit mogen ambtenaren alleen als zij aantoonbare
de aanvraag van een bijstandsuitkering heeft
verdenkingen hebben, die bijvoorbeeld uit
aangegeven alleen te wonen, ook echt alleen
administratief onderzoek blijken.
woont.
Als dat niet het geval is, zal de rechter een
dergelijke inspectie als onrechtmatig veroordelen.
“Ik ben nu al twee jaar op zoek naar een baan en artikel 19
Eigen mening leerling.
in de Tweede Kamer doen ze niets aan de
Werkgelegenheid is een bron van zorg van de
jeugdwerkloosheid. Ik wil de minister van Sociale
minister, maar een baan is niet via de rechter af
Zaken en Werkgelegenheid voor de rechter
te dwingen.
dagen.” (Meike, 18, werkloos)
3 TRIAS POLITICA: SCHEIDING OF EVENWICHT VAN MACHTEN?
VRAGEN blz. 30 en 31
1. Het gaat niet alleen om de scheiding van de verschillende machten, maar ook om de
wederzijdse controle.
2. In die tijd was de koning alleenheerser. Revolutionair was dat de politieke macht van de koning
werd verdeeld over verschillende organen.
3. Door wetsartikelen strijdig met een verdrag of andere wet (niet de grondwet!) te verklaren.
Daardoor verliest de wet zijn werking.
4. Macht brengt het slechtste in mensen naar boven, absolute macht het allerslechtste.
Vraag: vinden leerlingen dat ook?
5. In Nederland hebben de ministers zowel uitvoerende als wetgevende macht.
6. Met twee Kamers wordt een wetsvoorstel altijd van alle kanten bekeken en komen wetten niet
zomaar in een opwelling tot stand.
Door twee verschillende organen naar een wetsvoorstel te laten kijken, vermindert de kans dat er
een fout gemaakt wordt in de belangenafweging.
7. Zij werken vaak veel langer op een ministerie dan de minister, waardoor zij veel meer weten van
het ministerie. Verhoudingsgewijs zijn zij de vakspecialisten en de ministers de bestuurders.
Verder komt er vaak veel informatie binnen waaruit een selectie moet worden gemaakt voor het
bij de minister komt. Topambtenaren maken veelal deze selectie en kunnen zodoende invloed
uitoefenen.
8. De scheiding van machten leidt ertoe dat het besluitvormingsproces veel tijd kost omdat er
verschillende personen en instanties, met elk een eigen verantwoordelijkheid, bij zijn betrokken.
9. Het doel van de identificatieplicht is het bevorderen van de veiligheid en het bestrijden van
(terroristische) criminaliteit, dus niet het handhaven van verkeersregels.
Eigen mening leerling.
Korte discussie over de stelling “De veiligheid in de samenleving gaat boven individuele
rechten. Dus mag een politieagent altijd naar iemands ID-bewijs vragen.”
10. De kwestie is of rechters mogen toetsen of wetten, die door de Tweede en Eerste Kamer zijn
goedgekeurd, al dan niet in strijd zijn met de grondwet.
Eigen mening leerling.
Korte discussie.
Argument voor: burgers krijgen een grotere bescherming omdat een onafhankelijke rechter dan
kijkt of er geen tegenstrijdigheid is met de uitgangspunten van onze rechtsstaat.
Argument tegen: rechters zijn niet gekozen door de burgers en daardoor niet representatief voor
de bevolking.
11. Eigen mening leerling.
Voorbeelden van argumenten:
Argument voor: je krijgt hooggekwalificeerde mensen uit de praktijk in de Eerste Kamer.
Argument tegen: de trias politica wordt minder zuiver: dezelfde persoon keurt wetten goed of af
en gebruikt wetten bij het rechtspreken.
12. VROUWE JUSTITIA blz. 31
a.
b.
c.
Vrouwe Justitia heeft een blinddoek voor zodat zij niet kan zien wie er voor
haar staat, zodat zij onafhankelijk en onpartijdig uitspraken kan doen.
De weegschaal staat voor een objectief oordeel. De belangen worden
zorgvuldig tegen elkaar afgewogen.
Het zwaard is het symbool van de macht van het recht.
In het logo zie je aan de onderkant duidelijk de weegschaal. Voor de ogen
van Vrouwe Justitia is het wit, ze kan niets zien.
Op de foto van Vrouwe Justitia op bladzijde 31 van het werkboek is het
zwaard goed te zien. In het gestileerde logo van het Ministerie van Justitie
komt het zwaard niet terug.
13. WELKE FOTO WEG? blz. 31
Eigen uitwerking leerling.
Voorbeelden van goede antwoorden:
Foto c hoort er niet bij omdat: de andere foto’s elk een macht van de trias politica weergeven
(rechtsprekende – wetgevende – uitvoerende macht).
Foto b hoort er niet bij omdat: de andere foto’s de verschillende fasen van een strafbare
gedraging laten zien (inbraak-politie-justitie).
Foto b hoort er niet bij omdat: voor de Tweede Kamer criminaliteit maar een van de vele
werkterreinen is. Bij de andere drie is het de hoofdzaak van hun werkzaamheden.
14. WAT KLOPT ER NIET? blz. 32
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
De politie mag altijd naar je identiteitsbewijs vragen.
Verbeterd: De politie mag bij een redelijk vermoeden dat je een strafbaar feit hebt
gepleegd naar je identiteitsbewijs vragen.
De regering en de Tweede Kamer hebben de uitvoerende macht.
Verbeterd: De regering heeft de uitvoerende macht.
Ambtenaren zijn niet verantwoordelijk voor hun eigen werk.
Verbeterd: Ambtenaren zijn niet ministerieel verantwoordelijk voor hun eigen werk ten
opzichte van de Tweede Kamer.
De uitvoerende macht kan de wetgevende macht ter verantwoording roepen, maar niet
andersom.
Verbeterd: De wetgevende macht kan de uitvoerende macht ter verantwoording roepen,
maar niet andersom.
De meeste rechtszaken vinden plaats achter gesloten deuren.
Verbeterd: De meeste rechtszaken zijn openbaar.
In beginsel zijn alle rechtszaken openbaar, maar zittingen van de kinderrechter vinden over
het algemeen achter gesloten deuren plaats.
Rechters mogen aanblijven tot hun zestigste jaar, behalve bij een motie van wantrouwen.
Verbeterd: Rechters worden voor het leven benoemd.
Tweede Kamerleden mogen in het verleden niet de functie van rechter hebben gehad.
Verbeterd: Tweede Kamerleden mogen in het verleden wel de functie van rechter hebben
gehad.
Tweede Kamerleden kunnen echter niet tegelijkertijd lid van de Tweede Kamer zijn en de
functie van rechter uitoefenen.
8.
Wanneer de trias politica goed wordt toegepast, heeft het koningshuis geen enkele macht
meer.
Verbeterd: Wanneer de trias politica goed wordt toegepast heeft dit geen gevolgen voor
het koningshuis.
Inhoudelijk heeft het staatshoofd niet of nauwelijks politieke macht.
15. TABOEWOORDEN blz. 32
Deze opdracht behoort tot de zogenaamde ‘Thinking skills’. Kenmerkend is de nadruk op het
leerproces. Daarom wordt aangeraden om een korte nabespreking te houden, waarin u het
werken aan deze opdracht met de leerlingen evalueert.
Doel
De opdracht Taboewoorden is een definitieoefening, waarbij de leerlingen begrippen in hun eigen
woorden proberen te omschrijven. Zij leren daardoor de betekenis van begrippen beter te
begrijpen door er zelf actief mee bezig te zijn. Andere niet-cognitieve doelen zijn samenwerking
en zicht krijgen op het eigen leerproces.
Instructie en didactische tips
Het is belangrijk dat de leerlingen tijdens de opdracht veel met elkaar overleggen. Leg
daarom de nadruk op het werken in tweetallen of in groepjes.
Benadruk dat nauwkeurigheid essentieel is: iemand anders zou aan de hand van de
omschrijving moeten kunnen raden wat het door hen omschreven begrip is.
Verduidelijk verder dat er meer goede antwoorden mogelijk zijn.
Help alleen als dat absoluut noodzakelijk is.
Nabespreking
Houd na afloop een korte nabespreking. Hierin staan het samenwerken, het maken van keuzes
en het leerproces centraal.
Stel daarom zo mogelijk het volgende aan de orde:
Hoe zijn jullie te werk gegaan?
Waarom hebben jullie juist die omschrijving gegeven?
Hoe hebben de anderen het probleem aangepakt?
Wie heeft andere woorden gebruikt en waarom?
Wat vinden leerlingen van de antwoorden van anderen?
Geef de leerlingen de gelegenheid om uitvoerig te antwoorden. Stel open vragen en onderbreek
de leerling niet met het antwoord dat u in gedachten hebt.
Sluit het gesprek af met een samenvatting, zodat de essentie van deze opdracht duidelijk wordt.
Omdat het leerproces zelf centraal staat, is de opdracht niet geschikt voor het geven van cijfers.
Voorbeelden van antwoorden
begrip: trias politica
omschrijving: de verdeling van de belangrijkste bevoegdheden in een staat over meerdere
organen, zodat nooit één orgaan het voor het zeggen heeft.
begrip: vrijheidsrechten
omschrijving: belangrijke opgeschreven rechten van burgers die de overheid moet respecteren.
16. KRANTENKOPPEN blz. 33
Opstelten wil minimumstraf zwaar misdrijf naar 6 jaar
Minister Opstelten behoort tot de wetgevende macht. Ministers nemen in de praktijk de
initiatieven voor verandering van wetten.
In dit geval een voorstel voor een minimumstraf voor een zwaar misdrijf.
PVV: Geen levenslange benoeming meer voor rechters
De PVV-Kamerleden willen als wetgevende macht meer macht om rechters te kunnen ontslaan.
De levenslange benoeming van rechters is een garantie voor een volledig onafhankelijk
functioneren.
De PVV spreekt in dit verband over de kwaliteit van de rechterlijke macht, waarbij met name
wordt verwezen naar de gevallen waarvan zij vindt dat de straffen te mild zijn.
Rechters worden tot nu toe voor het leven benoemd en zijn niet af te zetten, behalve als ze een
misdrijf plegen.
DISCUSSIE?! blz. 33
Enkele varianten van het klassengesprek vindt u aan het begin van deze handleiding.
Voorbeelden van argumenten:
“Iedere Nederlander moet verplicht DNA-materiaal afstaan, want dan worden er veel meer
misdrijven opgelost.”
Argumenten voor:
De samenleving gaat boven het individu. Het oplossen van misdrijven is
dus belangrijker dan de privacy van iedere burger.
Als er meer misdrijven worden opgelost, draagt dit bij aan een beter
rechtsgevoel van burgers.
Deze maatregel gaat terecht uit van het belang van de slachtoffers van
een misdrijf. De huidige privacybescherming legt de crimineel in de
watten.
Deze maatregel werkt preventief omdat de pakkans enorm toeneemt.
Argumenten tegen:
Primair is de privacy van burgers. Dus is verplicht DNA-materiaal
onredelijk omdat het onschuldige mensen als potentiële misdadigers
afschildert.
Een dergelijke DNA-bank is zeer riskant, want een overheid kan de
gegevens ook (heimelijk) voor andere doeleinden gebruiken.
“Rechters moeten hun ontslag kunnen krijgen als ze te vaak een lichte straf geven.”
Argument voor:
Dan wordt tenminste tegemoet gekomen aan de wens van de bevolking die
voor zwaardere straffen is.
Argumenten tegen:
Rechters zijn onafhankelijk. Dat is vastgelegd in de trias politica.
Wie bepaalt wanneer een straf 'te licht' is? Dat oordeel is nu juist
voorbehouden aan de rechterlijke macht.
“Rechters moeten de bevoegdheid krijgen om wetten aan de grondwet te toetsen.”
Argument voor:
De grondwettelijke bescherming van burgers krijgt daarmee een extra
waarborg.
Argument tegen:
De rechterlijke macht gaat dan op de stoel van de wetgevende macht zitten
en dat is ongewenst.
“De trias politica moet strikter worden doorgevoerd in Nederland.”
Argument voor:
De ministers hebben nu wetgevende en uitvoerende macht. Daarmee
trekken zij te veel macht naar zich toe en dat gaat ten koste van de macht
van het parlement.
Argument tegen:
De trias politica is al ver doorgevoerd. De enigszins verstrengelde macht van
de ministers wordt gecompenseerd door de grote macht van het parlement.
Volksvertegenwoordigers doen meestal veel te lang over het maken van een
wet.
Bovendien moet een wetsvoorstel goedgekeurd worden door de
meerderheid van het parlement.
17. MACHTENSCHEIDING EN CONTROLE blz. 34
a.
b.
Situatie juni 2011: de rechter sprak Geert Wilders vrij van alle hem ten laste gelegde feiten.
De rechtbank noemde een aantal uitspraken van hem ´grof en denigrerend, maar niet
opruiend´.
Eigen uitwerking leerling.
Let er bij de beoordeling van het verslag op dat de leerling de drie genoemde kwesties in zijn
betoog opneemt.
4 DE RECHTSORDE
VRAGEN blz. 35
1. Het verbod op stelen en het verbod op doden zijn rechtsregels, maar ook normen.
Deze en andere rechtsregels komen voort uit normen, het is een weerspiegeling van ons idee
van goed en kwaad.
Voordringen bij de kassa en boeren laten zijn normen, maar geen rechtsregels.
Niet alle normen zijn zo zwaarwegend dat ze uitmonden in rechtsregels, ondanks dat wij vinden
dat het niet fatsoenlijk is.
Vraag de klas een norm te noemen die zij graag naar een rechtsregel willen omzetten.
2. Voorbeelden:
Rechtsregels:
geen pet op in de klas;
mobiele telefoons in je kluisje.
Sociale regels:
niet door elkaar praten tijdens de les;
de docent geen grote mond geven.
Morele regels:
elkaar niet pesten;
leerlingen worden gelijk behandeld.
3. Eigen uitwerking leerling.
Voorbeelden:
Geen seks voor het huwelijk; heeft nooit in de wet gestaan, maar werd lange tijd
afgewezen.
Respecteer de zondagsrust; de Winkelsluitingswet verbood vele jaren de
winkelopenstelling op zondag.
Homoseksualiteit;
heeft nooit in de wet gestaan, maar was lange tijd taboe.
Euthanasie;
staat in de wet, maar wordt beperkt toegepast.
Abortus;
staat in de wet, maar wordt beperkt toegepast.
Homoseksualiteit heeft nooit in het Wetboek van Strafrecht gestaan, maar werd wel door het
grootste deel van de bevolking afgekeurd. Abortus en euthanasie staan nog wel in het Wetboek
van Strafrecht, maar bij juiste naleving van de richtlijnen rondom abortus en euthanasie word je
er niet voor vervolgd.
Vraag de leerlingen naar enkele rechtsregels die zij nu eigenlijk overbodig vinden.
Is iedereen in de klas het met elkaar eens?
4. In het privaatrecht staan burgers tegenover elkaar op basis van gelijkheid.
Zij hebben dezelfde juridische middelen tot hun beschikking, dus staan op gelijke hoogte
(= horizontaal).
Bij het publiekrecht staat de overheid met meer macht en bevoegdheden aan de ene kant en de
burger aan de andere kant.
Aangezien de overheid veel meer juridische middelen en bevoegdheden heeft (bijvoorbeeld
huiszoekingen verrichten) staat zij boven de gewone burger (= verticaal).
5. Omdat in het strafrecht wordt bekeken in hoeverre de verdachte iets heeft gedaan dat het
publieke belang schaadt, namelijk een overtreding van algemeen geldende regels.
De overheid staat tegenover één burger en kan daarbij gebruikmaken van veel meer juridische
middelen dan de verdachte. Dit is een verticale verhouding.
6.
7.
8.
9.
a.
Eigen mening leerling, maar feitelijk komen we dagelijks het meest in aanraking met het
vermogensrecht (kopen, huren, lenen, enz.).
b. Eigen uitwerking leerling.
Voorbeelden:
Personen- en familierecht;
hij gaat trouwen.
Ondernemingsrecht;
hij wil van zijn eenmanszaak een bv maken.
Vermogensrecht;
hij bestelt een aantal dozen friet en heeft dus de plicht tot
betalen.
Staatsrecht;
hij krijgt een oproepkaart voor de verkiezingen.
Bestuursrecht;
hij vraagt bij de gemeente een vergunning aan om elke dag
met zijn patatkraam op het plein te mogen staan.
Strafrecht;
hij heeft een vervelende klant een tik gegeven en moet voor
de rechter verschijnen.
Na een hoger beroep kun je een kwestie nog voorleggen aan het hoogste rechtsorgaan in
Nederland: de Hoge Raad. Juristen, dus ook rechters, zullen de uitleg van de Hoge Raad
gebruiken in elke vergelijkbare zaak.
De Hoge Raad kijkt niet meer naar de feiten van de zaak, alleen of het recht juist is toegepast
door de lagere rechters.
Bij hoge uitzondering besloot de Hoge Raad tot het zelf oproepen van een getuige in de Deventer
moordzaak, namelijk de 'klusjesman'. De HR wilde nagaan of deze persoon beschikte over
zogenaamde 'daderinformatie', d.w.z. informatie waar alleen de dader over kan beschikken.
Het betrof zijn uitspraak dat het slachtoffer om het leven was gebracht door zeven messteken.
In principe is de Hoge Raad het hoogste rechtsorgaan in ons land.
In sommige gevallen kun je je zaak daarna nog aanhangig maken bij het Hof van Justitie in
Luxemburg (EU), maar dan moet je wel aan de voorwaarden voldoen en een lange wachttijd
accepteren.
PU OF PI blz. 36
PU of PI
1.
2.
3.
4.
5.
6.
De familie Ganzevoort vraagt een vergunning aan voor de bouw van een garage.
De gemeente koopt zestig nieuwe bureaustoelen voor het gemeentehuis.
Onno Hoes is benoemd tot burgemeester van Maastricht.
De PvdD wil dierenrechten opnemen in de grondwet.
Een verdachte van brandstichting wordt langer in voorarrest gehouden.
Twee ouders bepalen dat hun kinderen de achternaam van de moeder zullen
krijgen.
7. In een winkelstraat richten ondernemers een winkeliersvereniging op.
8. Je krijgt een bekeuring omdat je te hard rijdt op je scooter.
9. Joan (18) mag gaan stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen.
10. Karin wil van haar groothandel in kinderkleding een bv maken.
11. Na twee jaar samenwonen gaan Johan en Fatima met elkaar trouwen.
12. Voor je vakantiebaantje onderteken je een arbeidsovereenkomst.
13. De rechter praat met een kind van gescheiden ouders over een omgangsregeling.
14. Twee schuldeisers vragen samen het faillissement aan van het bedrijf.
15. De Tweede Kamer wil een minister met een motie van wantrouwen naar huis
sturen.
16. De FIOD controleert de boekhouding van een frauderende zakenman.
PU 2 (bestuursrecht)
PI 6 (vermogensrecht)
PU 2 (bestuursrecht)
PU 1 (staatsrecht)
PU 3 (strafrecht)
PI 4 (personen- en familierecht)
PI 5 (ondernemingsrecht)
PU 3 (strafrecht)
PU 1 (staatsrecht)
PI 5 (ondernemingsrecht)
PI 4 (personen- en familierecht)
PI 6 (vermogensrecht)
PI 4 (personen- en familierecht)
PI 6 (vermogensrecht)
PU 1 (staatsrecht)
PU 3 (strafrecht)
10. IN HET NIEUWS blz. 36
a.
b.
Rechtsregels en morele regels.
Wettelijk mogen jongeren onder de achttien jaar bij wet geen softdrugs gebruiken.
Opstelten zegt: “Blowen is slecht”. Dit is een moreel standpunt.
Het gaat om een publiek belang: de overheid wil maatregelen om het blowen op scholen
aan te pakken.
11. AFSCHAFFEN OF STRENGER CONTROLEREN? blz. 37
Voorbeelduitwerking:
rechtsregel
Op autosnelwegen geldt de maximumsnelheid
van 120 km per uur, ongeacht het tijdstip.
Openbare dronkenschap is verboden.
Als je getuige bent van een misdrijf, ben je
verplicht dit bij de politie te melden.
Als een arts euthanasie toepast bij een
patiënt, moet hij of zij dit bij justitie melden.
Het is verboden om gratis muziek en software
te downloaden met behulp van peer-to-peer
software.
nadelen afschaffing
- Het verkeer wordt onveiliger.
- Sneller rijden is slechter voor het milieu.
- Afschaffing hiervan betekent dat we
alcoholmisbruik in de openbare ruimte
accepteren.
- Toename van agressie en (zinloos)
geweld.
- Door de verplichte melding wordt de kans
groter dat daders worden gepakt.
- Bij afschaffing wordt de betrokkenheid van
mensen bij de samenleving losgelaten.
- Bij afschaffing wordt alle
verantwoordelijkheid voor het oplossen
van criminaliteit bij de overheid gelegd.
- Het aantal gevallen wordt niet langer
zuiver geregistreerd.
- Te veel vrijheid voor artsen wanneer de
verantwoordingsplicht vervalt.
- Muzikanten en ontwikkelaars van software
verliezen veel inkomsten.
- De prikkel om op dit terrein nieuwe dingen
op de markt te brengen gaat ontbreken.
eigen mening
Eigen mening leerling.
Eigen mening leerling.
Eigen mening leerling.
Eigen mening leerling.
Eigen mening leerling.
12. ROSA PARKS blz. 37
a.
b.
c.
In rechtsregels hadden blanken destijds meer rechten.
Volgens morele regels was dit onrechtvaardig, omdat alle mensen gelijk zijn.
Zuid-Afrika.
In veel grote steden in de VS zijn witte en zwarte wijken.
Uit onderzoek blijkt dat een zwarte bij een zwaar misdrijf een veel grotere kans heeft op
de doodstraf dan een blanke.
Download